Jop Van der Auwera, genomineerde Vlaamse Scriptieprijs & Klasseprijs 2016

Artikel

Op 20 december maken we in Brussel bekend wie de Vlaamse Scriptieprijs wint. In aanloop naar de uitreiking stellen we de genomineerden zich even voor. Vandaag: Jop Van der Auwera, genomineerd voor zowel de Vlaamse Scriptieprijs als Klasseprijs. 
 

Jop Van der AuweraJop Van der Auwera (Master in de Criminologische Wetenschappen – KU Leuven)

Scriptie: “De verschillen tussen autochtonen en allochtonen aangaande slachtoffer- en daderschap bij zowel klassiek pesten als cyberpesten
 

Ik telde 1.800 respondenten bij mijn thesisonderzoek. Volgens mijn promotor waarschijnlijk het hoogste aantal ooit bij het schrijven van een masterscriptie aan de faculteit.

De scriptie
Het is een vaststaand feit dat onze maatschappij de laatste decennia geëvolueerd is naar een multiculturele samenleving. Dat brengt met zich mee dat de homogene scholen van enkele jaren terug zijn uitgegroeid tot scholen met een heterogene samenstelling. In die ‘nieuw samengestelde scholen’ komen leerlingen dan ook samen met leeftijdsgenoten vanuit heel de wereld. Daar waar de ene de mening is toegedaan dat een diverse schoolgemeenschap een verrijking is, menen anderen dat het een potentiële voedingsbodem is voor pestgedrag op basis van culturele tegenstellingen. Omwille van die scherpe tegenstelling, leek het Jop Van der Auwera opportuun én nuttig een grootschalig onderzoek met zo’n 1800 jongeren op te zetten dat naging of er effectief verschillen bestonden tussen allochtonen en autochtonen bij zowel het klassieke pesten (o.a. slaan, uitsluiten, roddels, vernederingen, etc.) als het cyberpesten.

Jop Van der Auwera constateerde dat allochtone jongeren meer slachtoffer en dader werden van zowel het klassiek pesten als het cyberpesten. Een mogelijke verklaring voor die verschillen vond hij in het gepercipieerde ‘wij vs. zij’–gevoel van die jongeren. “Allochtone slachtoffers en daders worden door vele jongeren op school als ‘anders’ aanzien. Doordat ze opvallen, bijvoorbeeld door hun buitenlandse tongval of donkere huidskleur, blijken ze voor pesters een makkelijk doelwit te zijn. Daarnaast ervaren deze allochtone jongeren steeds opnieuw een minderwaardigheidsgevoel wanneer iemand hen als ‘afwijkend’ aanziet. Door dat gevoel ontstaat er een machtsonevenwicht tussen ‘wij, de minderheid’ vs. ‘zij, de meerderheid’, waarbij ze de onaangename impressie proberen teniet te doen door te pesten om zo macht, dominantie en aanzien te verwerven. Hierdoor worden ze, zoals ik reeds eerder heb vermeld, zowel meer slachtoffer als dader.”

Maar – ja, er is ook een ‘maar’ – kunnen we dan concluderen dat die jongeren met een migratieachtergrond een risicogroep zijn wat pesten betreft? Nee, daarvoor is nuancering aan de orde. Van der Auwera stelt dat er, naast de pesters, nog een schuldige in het hele verhaal aanwezig is, namelijk wijzelf. “Zolang wij (zijnde allochtoon én autochtoon) personen met een andere taal, een ander uiterlijk of andere cultuur een label opkleven van ‘anders’, zal het ‘wij vs. zij’-gevoel in stand worden gehouden. Persoonlijk denk ik dan ook dat een mentaliteitswijziging gunstig kan zijn in vele opzichten.”

Lees meer: "Allochtone jongeren, een risicogroep voor pesten?"

Scriptie schrijven
"De meeste studenten zullen me ongetwijfeld als gestoord beschouwen wanneer ik opmerk dat het schrijven van deze scriptie, voor mij persoonlijk dan, aangenaam en amusant was. Van de spreekwoordelijke ‘bloed, zweet en tranen’, bleef naar mijn persoonlijke ervaring dan ook ‘het bloed’ en ‘de tranen’ uit. Het ‘zweet’ daarentegen, dat als synoniem moet dienen voor de enorme inspanning en tijd die je spendeert bij het afnemen van de vragenlijsten én de verwerking ervan, was wél overduidelijk aanwezig. Die enorme hoeveelheid werk had ik toch enigszins aan mezelf te danken. Hoewel mijn begeleider suggereerde om in totaal 300 vragenlijsten af te nemen in drie à vier verschillende scholen, meende ik dat het ambitieuzer en wetenschappelijker kon, mits een flexibele en ijverige houding van mijzelf. Niettegenstaande ik meerder malen gevloekt heb, omdat mijn hele dag gevuld werd met vragenlijsten afnemen in Brussel, Antwerpen of ergens anders in Vlaanderen, bleef ik mijn niet-afgebakende doel van ‘zo veel mogelijk vragenlijsten bekomen’ voor ogen houden. Uiteindelijk bleek de teller op 1808 deelgenomen jongeren te staan, afgenomen in dertien verschillende scholen. De reeds aanwezige trots en fierheid bereikte vervolgens zelfs een hoogtepunt wanneer mijn promotor – al vragend – opmerkte dat dit hoge aantal proefpersonen waarschijnlijk nog niet eerder vertoond werd bij het schrijven van een scriptie aan de faculteit. Dat gegeven was voor mij – nog maar eens – het bewijs dat met de nodige enthousiasme en werklust veel mogelijk is."

Het leven na de scriptie
"Tijdens het schrijven van mijn scriptie leerde ik niet alleen inhoudelijk enorm veel bij over het thema ‘pesten’, maar ontdekte ik ook dat onderzoeken écht iets voor mij is. Ik kreeg dan ook de kans om aan de slag te gaan als voltijds doctoraatsstudent aan de KU Leuven, waarbij ik momenteel een doctoraat schrijf over ‘de culturele stereotypen en vooroordelen in de strafrechtsketen’. Daar waar de doelgroep in mijn scriptie jongeren waren, zal dat in mijn doctoraat voornamelijk ‘de politieagent’ zijn. Met dit doctoraat ga ik op experimentele wijze trachten na te gaan of zij – al dan niet –  op basis van bijvoorbeeld raciale stereotypen mensen selecteren, arresteren of vasthouden. Dus zoals je wel kan vaststellen, blijft onderzoek naar ‘minderheidsgroepen’ me nog steeds aanspreken en intrigeren."

Share this on: