Maak kennis met Annelien Coppieters - winnares Vlaamse Scriptieprijs

Annelien Coppieters

Het was een heel confronterend thema. Iedere jongere – voor, in of na de jeugdhulp – zou zich ergens thuis moeten kunnen voelen, maar dat is minder evident dan het lijkt

Annelien Coppieters
Bachelor Orthopedagogie - Hogeschool Gent
Scriptie: "Jouw voorziening. Een t(e)huis?"

Annelien Coppieters onderzocht het thuisgevoel in jeugdhulpvoorzieningen. Met haar werk wou ze de jongeren zélf een stem geven. Ze zoomt in op kleine, maar veelzeggende details. "Op het terras hangt een briefje dat gebiedt om je peuken in de asbak te doen, in de douche staat dat je er geen etensresten in uit mag storten."

 

Jaar
Waarom koos je voor dat scriptieonderwerp?

Het was eigenlijk mijn promotor die vanuit E-QUAL, het expertisecentrum van Hogeschool Gent, met het voorstel afkwam om iets te schrijven over Quality of Life in de jeugdhulpverlening. Ik zag dit meteen zitten en ging met mijn promotor op mijn stageplaats aan het brainstormen. Er kwamen verschillende onderwerpen aan bod.

Ik had een onderzoek gelezen waaraan mijn stageplaats had meegewerkt en kon dit niet uit mijn hoofd zetten. In dit onderzoek van SOS Kinderdorpen i.s.m. Cachet vzw formuleerden jongeren met een jeugdhulpervaring enkele verzuchtingen, waaronder “geef mij een thuis”. Door mijn eigen jeugdhulpervaring voelde ik het meteen kriebelen om hiermee aan de slag te gaan.

Wat was het mooiste moment tijdens het schrijven van je scriptie?

Er waren verschillende mooie momenten, maar de mooiste zijn degene waarbij ik samen met verschillende enthousiaste jongeren aan de slag ging. De respons op de vele vragen die ik hen via verschillende kanalen stelde, was aandoenlijk. Iedere jongere die ik tegenkwam, voelde zich betrokken met het onderwerp en ieder van hen was bereid om erover te praten, vragen te beantwoorden, mee na te denken, tekeningen te maken of zelfs foto’s te trekken. Deze bachelorproef is niet alleen van mij, het is er één van ons allemaal.

Wat was het moeilijkste (moment) bij je scriptieonderzoek?

Ik hoorde medestudenten zuchten en worstelen om die bachelorproef geschreven te krijgen, maar moet eerlijk bekennen dat ik dit ontzettend graag heb gedaan. Tranen zijn er bij mij slechts twee keer gevallen: een eerste keer op het moment dat ik wegens financiële omstandigheden mogelijks mijn studies diende stop te zetten. Toen mijn vriend bij mij en mijn huisgenoten kwam wonen, zou ik volgens de OCMW-wetgeving financieel afhankelijk worden van hem. Hierdoor zou mijn leefloon vervallen. Ik dacht dat ik mijn onderzoek kon opbergen, maar mijn vriend offerde zich op en ging terug bij zijn ouders wonen zodat ik zonder financiële bekommernissen mijn opleiding kon afronden.

Een tweede tranenvloed kwam er toen ik de laatste hand legde aan mijn bachelorproef. Het waren tranen van geluk, maar ook van gemis en verdriet. Ik was blij dat ik kon schrijven over een onderwerp dat me zo nauw aan het hart ligt en voelde me vereerd door de verschillende bijdragen van jongeren. Ergens wou ik het werk dan ook niet loslaten en had ik het gevoel dat ik hier nog meer mee wou doen dan de afgebakende 50 pagina’s.

Aan de andere kant was het ook een heel confronterend thema. Iedere jongere – voor, in of na de jeugdhulp – zou zich ergens thuis moeten kunnen voelen, maar dat is minder evident dan het lijkt.

Waarom zou iemand jouw thesis moeten lezen?

Ik hou niet zo van moeten, dus ik ga niemand opdragen om mijn bachelorproef te lezen. Aan zij die werken in de (residentiële) hulpverlening kan ik wel vertellen dat deze bachelorproef een beginpunt wil zijn, een bron van inspiratie om op een participatieve manier met jongeren aan de slag te gaan rond hun thuisgevoel.

En twijfel je nog of hou je niet zo van lezen, dan kan je jouw ogen misschien even laten glijden over de verschillende quotes en mooie illustraties van jongeren. Ik vind ze alvast geweldig!

Wat doe je nu, in je leven na de scriptie en studies?

Het was een gekke periode: afstuderen en daarmee een belangrijke periode achter mij laten. Hup, de wijde wereld in én werk zoeken. Ik had het niet verwacht, maar het gaat me goed. Eigenlijk is er ook niet zo heel veel veranderd. Alleen dan dat ik nu vrijer ben en een heel fijne halftijdse job heb bij RADAR (netwerk geestelijke gezondheid kinderen en jongeren in Oost-Vlaanderen) waarin ik aan de slag kan gaan met de ervaringen van jongeren rond geestelijke gezondheid.

Mijn ander halftijdse leven wijd ik aan het afronden van de opleiding leerkracht lager onderwijs. Daarnaast neem ik ook vrijwillige engagementen op bij KSA Oost-Vlaanderen en het Kinderrechtencommissariaat.