De scriptie van Frederik De Swaef

Interview

Dat Frederik De Swaef na zijn studies als journalist bij Story aan de slag zou gaan, stond haast in de sterren geschreven. Hij was altijd al gefascineerd door Bekende Vlamingen. In die mate dat hij er zelf z’n scriptie over schreef. Als student politieke wetenschappen aan de UGent deed hij een onderzoek naar BV’s die opkwamen bij de lokale verkiezingen in 2006. Intussen klom hij op tot hoofdredacteur van Story en TeVe-blad.

Frederik De Swaef

Wij spraken “de jongste hoofdredacteur van België”, zoals hij zichzelf met de nodige trots voorstelt, over z’n scriptie-ervaringen.

Hoe kwam je op het idee om de opkomst van BV’s in de lokale politiek te bestuderen?

Ik wou altijd al journalist worden. Zo schreef ik in die tijd voor Schamper, het studentenblad van de UGent. Ik wou dus een scriptie schrijven die al wat journalistiek in zich had. En BV’s in de politiek, daar deden enorm veel vooroordelen -foutieve zoals uit mijn scriptie zou blijken- de ronde. Mensen kregen de indruk dat bijna alle kandidaten in de politiek BV’s geworden waren. Elke partij kwam met witte konijnen op de proppen. Ik wou onderzoeken of er wel zo veel BV’s in de politiek waren en of dat werkelijk zo slecht was voor de politiek.

Eigenlijk wou ik ofwel wetstraatjournalist ofwel roddeljournalist worden. BV’s in de politiek combineerde zo wat de twee. Dus ben ik maar een jaar lang BV’s gaan interviewen die meededen aan de lokale verkiezingen. Het bleek trouwens wel mee te vallen met die BV’s. Op alle kandidaten die in heel Vlaanderen opkwamen, waren er maar zo’n 75, waarvan ik de helft ben gaan interviewen. Ik sprak met mensen zoals Betty van Big Brother, Walter Grootaers van De Kreuners tot professoren zoals –euhm- even denken… Marleen Temmerman. Je ziet: intussen ben ik roddeljournalist geworden en ben ik enkel de populaire figuren blijven onthouden (lacht).

Was het makkelijk om daar een promotor voor te vinden?

Mijn promotor, Prof. Reynaert, was in eerste instantie wel kritisch, maar hij zag ook wel dat ik dat met veel enthousiasme aanbracht. Het was ook iets waar op dat moment veel om te doen was in de media, maar waar men weinig over kon vertellen omdat er nog geen echt onderzoek naar was gedaan. Daarom is het ook aanvaard: het onderwerp was interessant voor de faculteit omdat men een aantal conclusies en gegevens uit m’n scriptie kon gebruiken wanneer men vragen uit de media kreeg.

Hoe was je relatie met je promotor?

Prof. Reynaert was iemand die je veel vrijheid gaf. Ik mocht doen en laten wat ik wou. Ik heb hem misschien één of twee keer gezien tijdens het schrijven van m’n scriptie. Mijn scriptie is trouwens na mijn studies uitgegeven in boekvorm (“Betty For President”, in 2008 verschenen bij Academia Press, nvdr). Ik heb mijn promotor toen ook uitgenodigd voor de boekvoorstelling, maar hij is niet komen opdagen (lacht). Prof. Reynaert ging zich dus niet echt proactief moeien met hoe je scriptie tot stand kwam, maar zijn deur stond wel altijd open indien je raad nodig had.

Wat was de belangrijkste conclusie uit jouw werk?

Toen het een boek werd, was de ondertitel “Waarom BV’s een zegen zijn voor de politiek”. Dat was natuurlijk provocerend bedoeld, maar de verrassendste conclusie uit mijn scriptie vond ik dat BV’s eigenlijk zeer gemotiveerde kandidaten en - eenmaal verkozen - gemotiveerde politici bleken te zijn. Het cliché dat de BV’s de ondergang van de politiek waren, klopte dus niet. Die BV’s investeerden veel tijd en energie in hun lokaal mandaat en dat stond niet in verhouding met de opbrengsten. Je moet weten: veel van die BV’s verloren geld door hun politiek engagement. Marleen Temmerman bijvoorbeeld, vertelde me dat ze het gevoel had bepaalde projecten op de universiteit was mislopen omdat ze politieke kleur had bekend. Zangers zoals Margriet Hermans gaven aan dat ze beduidend minder aanvragen voor optredens kregen nadat ze in de politiek waren gestapt. Dus die mensen boeten zelf aan inkomsten in, terwijl zich inzetten voor hun partij en hun gemeente.

Maar die BV’s zijn natuurlijk niet beter dan de gemiddelde andere kandidaat. Je had zowel BV’s die zeer gemotiveerd waren als BV’s die er echt hun voeten aan veegden. Een andere conclusie was dat het aantal BV’s erg beperkt bleef. Het was dus niet zo dat de politiek opeens een tsunami aan BV’s over zich kreeg.

Ging dat vlot bij jou, zo’n scriptie schrijven?

Ik heb er enorm veel tijd geïnvesteerd. Ik reed het hele land rond om al die BV’s face to face te gaan interviewen en om het deel theorie te gaan uitwerken in allerlei bibliotheken. Ik vond dat tof: informatie opzoeken en vergaren, interviews doen, “onderzoeken”. Voor het schrijven moest ik mij een week of drie afsluiten van de wereld en typen. Het was toen ook de tijd dat je niet met een scriptie onder de honderd pagina’s moest afkomen.
Al bij al heb daar weinig stress bij gekend, zeker als ik dat vergelijk met de stress die je hebt als journalist om artikels op tijd binnen te leveren.

Ik haalde een 15 op 20. Als ik daar nu, 5 jaar later, op terugblik denk ik dat het een terechte score was. Toen was ik wel erg ontgoocheld, kwaad zelfs, omdat ik vond dat die 15 niet in verhouding stond tot het vele werk dat ik verrichtte.

Was je tevreden over het uiteindelijke resultaat?

Ik ben er best wel trots op. Academia Press, toch een wetenschappelijk uitgeverij, zou mijn werk niet hebben uitgegeven indien het niet goed was. Ik moet wel toegeven ik er na het schrijven van overtuigd was dat het echt een zeer goed werk was, terwijl ik nu eerder denk “is het dat maar?”. Ik moet lachen als ik nu sommige passages lees in m’n scriptie, maar een aantal dingen vind ik nog steeds tof.

Hoeveel behaalde je op je scriptie?

Ik haalde een 15 op 20. Als ik daar nu, 5 jaar later, op terugblik denk ik dat het een terechte score was. Toen was ik wel erg ontgoocheld, kwaad zelfs, omdat ik vond dat die 15 niet in verhouding stond tot het vele werk dat ik verrichtte. Ik was lang geen briljant student. Op de meeste vakken haalde ik helemaal geen 15. Maar op die scriptie, waarvoor ik mij met hart en ziel ingezet had, was ik echt fier. Dan kreeg ik toch wel de indruk dat ik een mossel noch vis quotatie had gekregen. Een 15 zegt zo weinig: het is niet slecht, maar ook niet erg goed.

Voor je scriptie interviewde je een hoop BV’s. De link met Story is dan ook evident. Heeft jouw eindwerk een rol gespeeld in jouw aanstelling bij Story?

Ik kan niet in het hoofd kijken van de toenmalige hoofdredactrice (Hilde Debisschop, nvdr), maar ik denk wel dat mijn scriptie mijn jobkansen bij Story verhoogd heeft. Het gaf toch al aan dat ik een zekere interesse en kennis had in BV’s. Een scriptie-onderwerp zoeken in de sector waar je tewerkgesteld wilt worden, is hoe dan ook interessant. Het kan je alleen maar vooruithelpen !

Om een scriptie op papier te zetten, werkt maar één ding: de deadline inschatten. Je legt de deadline voor jezelf best wat vroeger dan de officiële deadline, want het is echt geen overbodige luxe om het werk te laten nalezen op schrijf- en tipfouten.

Vaak verdwijnt een scriptie eenmaal afgewerkt in een stoffige kast. Bij jou gebeurde dat niet. Zoals je reeds aanhaalde, leidde jouw scriptie tot het boek “Betty For President”.

Ik had het erg moeilijk met het idee dat ik een scriptie had geschreven die enkel door mijn ouders was nagelezen op schrijffouten en nadien in de kast zou belanden. Je weet toch ook niet zeker of je promotor en zijn assistenten wel elke letter lezen. Ik schatte het lezerspubliek van mijn scriptie op 2 ½ à 3 personen. Dat vond ik te weinig, ik werk nu ook voor een massamedium (lacht). Daarom ben ik naar een aantal uitgeverijen gestapt. Academia Press hapte bijna onmiddellijk toe.

Ik raad het iedereen af om z’n scriptie ergens op een schap te leggen om ze dan jaren later, bij een verhuis naar het containerpark te brengen. Als het interessant is qua onderwerp, waarom zou je er dan niet meer mee doen? Ik heb best veel uit mijn scriptie kunnen halen door het niet gewoon in een doos te laten zitten. Ik heb een boek uitgegeven, opiniestukken geschreven en lezingen gegeven over het onderwerp.

Daarom nam ik ook deel aan de Vlaamse Scriptieprijs. Zo kwam mijn scriptie online, beschikbaar voor iedereen die er interesse in had. Wanneer mensen googelden over het onderwerp kwamen ze bij mijn scriptie terecht en wisten ze mij te contacteren voor lezingen. Zo blijft je werk toch wat leven. Het is ook gemakkelijk voor jezelf. De scriptiebank was eigenlijk een cloud vooraleer er een cloud bestond (lacht).

Ik denk trouwens dat heel veel studenten denken dat hun werk niet interessant genoeg is. Terwijl ik geloof dat een heel breed scala aan onderwerpen nog zeer interessant is om er nog iets rond te doen!

Volledig mee eens! Heb je tot slot nog een gouden tip voor de vele studenten die, nu de deadline nadert, volop bezig zijn met hun eindwerk?

Om een scriptie op papier te zetten, werkt maar één ding: de deadline inschatten. Je legt de deadline voor jezelf best wat vroeger dan de officiële deadline, want het is echt geen overbodige luxe om het werk te laten nalezen op schrijf- en tipfouten. Ik liet mijn scriptie nalezen en dan nog merk je, wanneer je in het copycenter staat om het werk af te drukken, nog rare zinnen en woorden op die er niet horen. Dus: begin er op tijd aan –hoewel die tip misschien wat laat komt op dit moment, blijf tippen tot het gedaan is en zoek een goede eindredacteur (lacht).

Lees zijn scriptie