Head-and-shoulder outlined anthropomorphic graves in 9th-13th century Flanders: material characteristics and immaterial meaning

Maria
Mejia Sian

Met kop en schouders; over een bijzondere middeleeuwse begraafwijze

Al vanaf het begin van de mensheid hebben nabestaanden hun overleden dierbaren een laatste rustplaats gegeven. De vorm van die graven verschilt uiteraard in de loop van de geschiedenis. Vaak bestaan meerdere graftypes een tijdlang naast elkaar. De studie van begraafgewoonten kan ons iets leren over hoe mensen in een bepaalde periode tegen het leven en de dood aankeken. In Vlaanderen blijkt een specifiek graftype gedurende enkele eeuwen bestaan te hebben. Het gaat hier over het zogenaamde hoofdnisgraf uit de volle middeleeuwen. Dat is kistloos graf direct in de aarde, met een nis voor het hoofd. De vorm van het hoofd en de schouderlijn, zo kenmerkend voor een menselijk figuur, wordt dus  gevolgd en gemarkeerd. Daarom worden deze graven ook wel antropomorf of mensvormig genoemd. Nader onderzoek leert dat hoofdnisgraven bestemd leken voor bepaalde personen in de samenleving. De bijzondere grafvorm werd echter altijd afgedekt en was bovengronds niet te herkennen. Dat is intrigerend. Waarom zouden nabestaanden hiervoor gekozen hebben?

Een onderscheidend graftype
In Vlaanderen zijn verschillende archeologische sites bekend met graven uit de middeleeuwen. Soms gaat het dan om kuilgraven, soms om kistgraven, en zoals hierboven aangegeven in enkele gevallen ook om hoofdnisgraven. Overigens zijn hoofdnisgraven niet uniek voor Vlaanderen. Elders in Europa zijn ze ook gevonden, uit min of meer dezelfde periode en met min of meer dezelfde kenmerken. Kijkend naar Vlaamse sites met antropomorfe of hoofdnisgraven vallen een aantal zaken op. Voor dit onderzoek zijn 11 archeologische sites in hedendaags Vlaanderen geselecteerd. Op al deze sites zijn hoofdnisgraven gevonden. Ze zijn allemaal te dateren tussen de 9e en de 13e eeuw; het hoogtepunt lijkt in de 10e en 11e eeuw te liggen. Een site bevat nooit alleen maar hoofdnisgraven. Soms vormen ze maar een fractie van het totale aantal graven. Belangrijke vindplaatsen met meerdere hoofdnisgraven zijn Gent, Aalst en Ronse. Dankzij in het graf teruggevonden endotafen, plaatjes met hun naam erin gebeiteld, is van sommige overledenen  bekend wie ze waren bij leven. Zo kennen we in de Gentse Sint-Baafs abdij bijvoorbeeld de abten Othelboldus en Odwinus, op de site van het Gentse Sint-Pietersplein de gegoede burgerman Vulferus en in de Leuvense Sint-Pieterskerk de adellijke jonge vrouw Conigunda.

Kijkend naar hoe de hoofdnisgraven eruitzagen, zijn er 3 constructietypen te onderscheiden. Allereerst is er het kuilgraf waarin de menselijke vorm in de aarde is aangebracht, dus met een uitsparing voor het hoofd. Vervolgens is er het semi-geconstrueerde graf waarin de menselijke vorm benadrukt is met behulp van materialen zoals stenen rondom het hoofd of een belijning van kalkmortel. Ten slotte is er het geconstrueerde graf, dat geheel uit materialen zoals stenen bestaat. Op één site konden meerdere types voorkomen. Hoofdnisgraven kregen vermoedelijk een dekplaat en werden vervolgens met aarde bedekt. Hun unieke vorm bleef dus verborgen in de grond. Het is aan de archeoloog om dit type graf behoedzaam uit te graven.

Om dit graftype nog beter te kunnen bestuderen en er iets uit te leren over onze geschiedenis, is het belangrijk voor archeologen om actief uit te kijken naar hoofdnisgraven, ze deugdelijk te beschrijven, te fotograferen en te tekenen en de gegevens internationaal beschikbaar te maken.

Vrome en vooraanstaande figuren
De naamplaatjes die in sommige graven zijn aangetroffen, leren ons dat hoofdnisgraven bedoeld waren voor belangrijke mensen uit de gemeenschap. Maar ook de begrafenisplekken zelf laten dat al zien. Vaak liggen hoofdnisgraven op gewilde plaatsen in of vlakbij een kerk, klooster, kapel of abdij. Daar werden mensen van aanzien en prestige bijgezet. Mensen uit de religieuze gemeenschap zelf, maar ook hun weldoeners uit de betere kringen vonden er hun laatste rustplaats. Veel mensen passeerden zulke graven of woonden er een mis bij en konden dan iedere keer een gebedje doen voor het zielenheil van de overledenen. Door de doden te gedenken werd steeds opnieuw de band met voorgaande  generaties bevestigd.                       

Opmerkelijk in sommige van de Vlaamse hoofdnisgraven is dat dat het hoofd enigszins opgetild is met behulp van stenen of een verhoging. Daardoor gaf de overledene de indruk het hoofd gebogen te houden. Dit was vermoedelijk een uitdrukking van vroomheid en nederigheid. Omstanders werden er zo nog eens op gewezen dat hier een toegewijd Christen te rusten werd gelegd aan wie ze een voorbeeld konden nemen. De begrafenisplechtigheid was bedoeld om indruk te maken op de omstanders. Immers, het lichaam werd met grote zorg  te rusten gelegd, ervoor wakend dat het hoofd niet opzij kon vallen. De overledene was weliswaar niet meer in leven, zo meende de middeleeuwse mens, maar toch ook nog niet helemaal in het rijk der doden. Zorgvuldige behandeling en positionering van het lichaam in het graf en het uitvoeren van begrafenisrituelen konden de overgang van de ene staat naar de andere vergemakkelijken.

Tot besluit
Vanaf de 13e eeuw verdwijnen de hoofdnisgraven vrijwel geheel van het toneel. Niet langer kuilgraven maar kistbegravingen worden de regel, misschien door andere opvattingen over hygiëne en over de weg die afgelegd moest worden naar het hiernamaals. Voortaan werd de ziel belangrijker gevonden dan het lichaam. Overigens imiteren de kisten in zekere mate de menselijke vorm, met een breder deel voor de schouders. De bewerkelijke en daardoor kostbare hoofdnisgraven zijn in de periode dat ze voorkwamen een weloverwogen en bewuste keuze geweest. Hun betekenis lag waarschijnlijk in het uitdrukken van het belang dat zij voor de nabestaanden hadden. Niet alleen waren zij vooraanstaande leden van de samenleving, maar ook waren ze exemplarisch vanwege hun devote leefstijl. Voor de aanwezigen bij de uitvaart moet dit overduidelijk zijn geweest in de aanblik van het graf, de positie van het hoofd, de woorden en gebaren. De personen die bijgezet waren in de hoofdnisgraven, staken als het ware met kop en schouders boven de middeleeuwse stervelingen uit.

Download scriptie (2.96 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2015