De ideale school: determinanten van voorkeur in Vlaanderen

Willem
Konings

37.560 instappers verspreid over 76 scholen werden gevolgd over een periode van meer dan tien jaar. Wat bepaalt schoolvoorkeur in het secundair onderwijs? Het onderzochte district Gent gaf er een veelkleurig antwoord op. Onderwijskwaliteit staat met stip op één, maar ook schoolcompositie en afstand spelen een belangrijke rol. Terecht of niet?

U weet vast nog waar u in het verleden naar school ging. Wat bepaalde uw voorkeur? Waren het fijne medeleerlingen of de manier van lesgeven? Hoe groot was de afstand tot de schoolpoort?

Misschien viel u voor een soort totaalpakket. Dit onderzoek zal u meer zeggen: al deze factoren dragen bij tot voorkeur. Op zich niet verrassend, maar wist u dat sociaaleconomische achtergrond preferenties stuurt? Wist u dat men in het ASO minder graag lange afstanden aflegt?

Afstand, kwaliteit en schoolsamenstelling werden via statistische analyse onderzocht op hun belang. De onderzoeksmethode gaf een kans om een bepaalde school te kiezen in functie van een aantal factoren.

Stel dat je twee scholen hebt. De ene is 1% verder dan de andere, maar heeft 1% minder kansarme leerlingen. Een student die een onderwijstoelage ontvangt, waarvan de moeder geen diploma hoger onderwijs heeft of die thuis geen Nederlands spreekt, is kansarm. Gegeven dat de andere determinanten, bijvoorbeeld kwaliteit, hetzelfde zijn, hebben beide scholen een gelijke kans om gekozen te worden.

Allemaal goed, maar welke concrete gevolgen houd je hieraan over? Onderzoek wees uit dat het gekozen onderwijs lange termijneffecten heeft. Enkele voorbeelden hiervan zijn meer kans op werk, minder kans om in de criminaliteit te belanden en een beter loon. Baseren we ons dan alleen op kwaliteit?

Het plaatje bleek ingewikkelder dan dat. Een voorkeur op basis van schoolsamenstelling is sterk aanwezig. Dit heeft nefaste gevolgen. Het zou deels sociale segregatie in onze samenleving in de hand werken … Wat zeker ook voordelen heeft: studenten verkiezen gelijkgestemden om mee om te gaan. Toch worden de nadelen vaker als groter gepercipieerd.  Laten we dus toch maar inzoomen op de belangrijkste resultaten

Inspectieverslagen: toch nuttig?

Deze thesis toont het sterke belang van kwaliteit aan. Ouders lijken zich behoorlijk bewust van inspectieverslagen. Het lijkt zelfs potentieel de belangrijkste determinant te zijn. Een meerwaarde aan deze maatstaf is de alomvattendheid. Een substantieel deel van de bestaande literatuur kijkt naar scores op een gestandaardiseerde test. Met onze inspectieverslagen vangen we verschillende vliegen in één klap: manier van onderwijzen, schoolinfrastructuur en -samenstelling, …

Soort zoekt soort

Echter, kansarmen lijken verzeild te raken in hetzelfde milieu. Als een leerling thuis geen Nederlands spreekt, zal het sneller een school kiezen met een hoog percentage leerlingen met dezelfde achtergrond. Hetzelfde geldt voor diegenen die een toelage ontvangen/waarvan de moeder geen diploma hoger onderwijs heeft. 

Het tegenovergestelde effect vindt plaats bij niet-kansarme leerlingen: deze willen absoluut “kansarm” onderwijs vermijden. Niet minder dan 11,13% van alle Gentse middelbare scholen zijn volledig kansarm, hoewel ze gemiddeld 55 leerlingen minder hebben. Het is een opmerkelijke vaststelling.

Transportkosten en voorkeur

Ook afstand bleek doorslaggevend. Een school die verder ligt, wordt minder gekozen als alle andere factoren hetzelfde blijven. Echter ook hier zijn er verschillen naargelang achtergrond. Zo zal een kansarme leerling een school die dichterbij is eerder verkiezen dan een niet-kansarme leerling. Één van de mogelijke verklaringen zou kunnen liggen in de transportkosten, die zwaarder doorwegen in kansarme gezinnen. Dit behoeft echter meer onderzoek.

Afstand doorslaggevender in ASO

Misschien net zo opmerkelijk is het belang van afstand in het ASO. Hoewel de resultaten moeten beschouwd worden als suggestief, lijken determinanten van voorkeur te verschillen per onderwijsvorm.

Naast het grotere belang van afstand in ASO-onderwijs argumenteerde deze studie ook het grotere belang van schoolkwaliteit in deze richting. Schoolcompositie lijkt dan weer doorslaggevender te zijn in BSO- en TSO-scholen. De reden hiervoor? Een hoger aanbod van ASO-onderwijs zou de ouderlijke voorkeuren kunnen beïnvloeden. Misschien gaat men meer vergelijken als de keuze toeneemt.

De ideale school?

Natuurlijk hebben we de volledige horizon niet blootgelegd met drie determinanten. Schoolgrootte, een groene omgeving, bepaalde faciliteiten zoals een internaat, … kunnen bijvoorbeeld sterk doorwegen in het keuzeproces. Echter, in onze analyse lijkt kwaliteit de meest positieve determinant van voorkeur.

Toch zagen we ook dat in Gent segregatie aanwezig is. Een mogelijk oplossing zou kunnen liggen in het aanwervingsbeleid van leerkrachten. Goede onderwijzers hebben misschien een voorkeur voor instellingen met weinig kansarme leerlingen. Het is echter een sterke veronderstelling die verder bevestigd moet worden. Een oplossing voor dit probleem zou een willekeurige toewijzing van leerkrachten, opgelegd door de overheid, kunnen zijn. De vraag is echter: wat gebeurt er dan met de motivatie van het personeel?

Plattelandsonderwijs

Deze thesis leverde zowel een sterke bijdrage aan de Vlaamse literatuur als aan de internationale. Veel Vlaamse studies spitsen zich (indirect) toe op schoolcompositie. De internationale papers focussen meer op de drie determinanten in zijn geheel.

Deze thesis biedt in ieder geval nieuwe stof tot nadenken over voorkeuren en hun belang. We kwamen verder soms verrassende resultaten uit. Ook de rijkdom aan data en onze maatstaf voor onderwijskwaliteit zijn pluspunten. Rest er dan geen werk meer? Waarschijnlijk wel. Het kan boeiend zijn om determinanten te vergelijken tussen steden en platteland. Zo wordt aangenomen dat vraag en aanbod naar onderwijs hoger liggen in stedelijke gebieden.

Is een veelheid aan keuze te combineren met een lage mate van segregatie? Moeten we ouders nog meer informeren over het belang van kwaliteit? Naast heel wat bevindingen blijven we met heel wat vragen achter.

Download scriptie (1.47 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Erwin Ooghe