Imagebuilding in de Tudortijd: de Vestaalse maagd Tuccia als rolmodel voor Elizabeth I van Engeland

Sarah
Eycken

Tussen 1579 en 1583 produceren artiesten aan het Britse hof intrigerende portretten van koningin Elizabeth I (1533-1603) waarop ze staat afgebeeld met een zeef. Wat is de betekenis hiervan? Wat kan de inclusie van het huisraad mogelijk verraden over deze machtige vorstin? Door het mysterie van het motief van de zeef te ontrafelen, krijgen we meer vat op Elizabeths personaen op haar eigen visie en die van haar raadgevers op haar publiek imago. 

Afbeelding 1: The Plimpton Sieve Portrait door George Gower (1540-1596)

 

Wie was Tuccia?

 

In The Plimpton Sieve Portrait (Folger Shakespeare Library, 1579; Afb. 1) en The Siena Sieve Portrait (Pinacoteca Nazionale di Siena, 1583; Afb. 2) houdt de regale Elizabeth een zeef vast. Dit attribuut verwijst naar de Vestaalse maagd Tuccia, die geruchten van onkuisheid weerlegde met behulp van een zeef. Tuccia bewees haar onschuld door een zeef te vullen met water van de Tiber. Vervolgens liep zij met de zeef terug naar het schrijn van Vesta, zonder een druppel te verliezen. De ondoorlaatbare zeef stond dus symbool voor Tuccia’s maagdelijkheid. Die maagdelijkheid was cruciaal voor de Vestalinnen, die de stad Rome vertegenwoordigden. De Romeinen geloofden namelijk dat de reinheid van deze priesteressen de stad vrijwaarde van nederlagen en rampen. De Vestaalse maagden fungeerden dan ook als apotropaia(beschermers tegen het kwaad) van Rome. Het is daarom opvallend dat in tijde van rampspoed een aantal ongelukkige Vestalinnen de zondebokken werden van algemene paniek. Deze ‘onkuise’ meisjes moesten het dan ook met hun leven bekopen om zo de verstoorde banden met de goden terug te herstellen. 

Siena Sieve Portrait van Quinten Massijs (II) (1543-1589) of Cornelius Ketel (1548-1616)

In een vroegzeventiende-eeuwse gravure van Raffaello Guidi (1585-1615) uit het prentenkabinet van het Rijksmuseum komt die connectie tussen Tuccia’s maagdelijkheid en de triomf van een onbevlekt Rome tot uiting op een bijzondere wijze (Afb. 3). Achter Tuccia, die met haar zeef water schept uit de Tiber, trekt een triomftocht door de stad. Dit toont het verband tussen de Vestaalse maagdelijkheid en de triomf aan. Daarnaast, schijnt Tuccia ook aanzien te worden als de beschermer van de eeuwige stad tegen het onstuimige temperament van haar rivier, de Tiber. In het vergezellende Latijnse onderschrift staat namelijk dat Tuccia de Tiber controleert, net zoals het water in haar zeef. Het vers is vermoedelijk geschreven naar aanleiding van de overstromingen die Rome teisterden in de zestiende en zeventiende eeuw, waardoor de stad besloot de koers van de rivier te rectificeren. 

Vestaalse maagd draagt water in een vergiet om haar onschuld te bewijzen door Raffaello Guidi (1585-1615)

Het mirakel van Tuccia en haar zeef moet ook bekeken worden vanuit het oogpunt van gender. Petrarca (1304-1374) voegde de maagd toe aan zijn “Triomf van de Kuisheid,” waardoor de legende populair werd in humanistische kringen. Het motief van de Vestaalse maagd en haar attribuut duikt dan ook meermaals op in het huishouden van de Italiaanse gegoede klassen als didactisch model voor de vrouwen des huizes: op huwelijkskistjes, doopkistjes, wanddecoraties van slaapvertrekken, etc. Kuisheid was immers de belangrijkste deugd die een vrouw kon bezitten! Vrouwen zoals Vittoria della Rovere (1622-1694) lieten zich dan ook afbeelden als Tuccia om hun deugd te benadrukken. Ook in emblemataboeken werd de zeef afgebeeld als symbool van kuisheid. Er ontstond ook een analogie tussen Tuccia en haar paradoxaal ondoorlaatbare zeef en de maagd Maria, die tevens aanzien werd als een gesloten vat.

 

Elizabeth, moderne Vestaalse maagd

 

Hoe komt het nu dat het attribuut van de Vestaalse maagd opduikt in de twee Sieve Portraits van de Britse koningin Elizabeth? Het antwoord is meervoudig. De context waarin deze portretten gemaakt zijn, is van cruciaal belang. In deze periode maakt Elizabeth een verandering door van huwbare koningin tot Virgin Queen. Van 1572 tot 1582 maakt de Franse hertog Francis d’Anjou (1555-1584) Elizabeth het hof. In 1579 kwam de hertog zelfs naar Engeland, een bezoek dat huwelijksonderhandelingen in gang zette. De koningin, die oprechte sympathie en affectie voor de hertog toonde, kon door dit verbond met Frankrijk het vijandige Spanje in toom houden. Het Britse volk reageerde echter verdeeld op de mogelijke verbintenis. De protestanten hadden namelijk angst voor de heropleving van een katholiek bewind. Elizabeth verbrak dan ook de ‘Anjou match’ en ontpopte zich tot de iconische Virgin Queen, die in ons collectief geheugen gegrift staat. Tijdens het schilderen van Gowers Plimpton Sieve Portraitkan de zeef die Elizabeth vastheeft nog gelezen worden als een teken van kuisheid van een huwbare koningin, terwijl in het ernstigere Siena Sieve Portrait, Elizabeth de zeef draagt als het attribuut van haar alleenheerschappij als maagdelijke koningin. 

 

Naast de vele gelijkenissen tussen de twee portretten, heeft het Siena Sieve Portrait een grotere iconografische gelaagdheid. Op het schilderij staat een zuil met medaillons van het verhaal van Dido en Aeneas. Zowel Aeneas, die Rome stichtte, als de Carthaagse koningin Dido symboliseren de imperialistische expansiepolitiek die Elizabeth voerde. Als erfgenaam van Brutus van Troje, trachtte Elizabeth haar eigen wereldrijk — een nieuw Rome — uit te bouwen. De zeef  van Tuccia in dit portret verwijst dan ook naar de triomf die de maagdelijke koningin beoogde. Zoals Tuccia de Tiber controleerde, wilde Elizabeth de zeeën beheersen door het uitbreiden van haar zeemacht. Tuccia, die de begrippen van de triomf en de maagdelijkheid met elkaar verenigde, werd dus het ideale rolmodel voor Elizabeth. 

 

Nog een ander facet van Tuccia sprak Elizabeth aan. De koningin startte haar eigen protestantse cultus van de Virgin Queen, die rivaliseerde met de katholieke verering van de Heilige Maagd Maria. Door de associatie met de heidense Mariafiguur Tuccia, verkrijgt Elizabeth ook het aura van de Heilige Maagd. Elizabeth en haar raadgevers beseften dat kunst als propagandamiddel haar imago als mythische maagd kon verspreiden. Door zich te vereenzelvigen met Tuccia plaatste de koningin zich boven al haar vrouwelijke onderdanen, die lekkende seksuele wezens waren. Elizabethaanse toneelschrijvers alludeerden in hun komedies op het lekkende, onreine bestaan van vrouwen (leaky vessels). Door zich te distantiëren van de gewone vrouw, kon Elizabeth haar koningschap valideren.  Elizabeth als ondoorlaatbare zeef, als gesloten vat, als moderne Vestaalse maagd kon zo Engeland belichamen en regeren, net zoals Tuccia en de andere priesteressen Rome vertegenwoordigden. 

 

Download scriptie (13.63 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. dr. Barbara Baert