“Welke soep is het deze middag, meester?”, “Wel, zoals iedere middag: plasticsoep…”

Axel
Callens

U kent het wel. Een zonnige middag aan het strand. U haalt ijsjes voor de vrienden en familieleden. U verkoelt zich wat in de zee en onderweg… overal plastic. Maar wat zal u doen? Raapt u het plastic op en gooit u het in de vuilnisbak? Of laat u het liggen omdat het toch niet uw verantwoordelijkheid is?

Plastic: een alledaags begrip. Het komt dan ook overal voor in onze hedendaagse maatschappij. Waar we ook gaan, waar we ook kijken, u kijkt altijd wel naar iets dat gemaakt is van plastic. De industrialisatie heeft zo haar monopolie geplaatst op die plasticproductie. Denk hierbij aan plastic verpakkingen en andere plastic materialen. De vraag is dan ook: “Kunnen we terug naar een tijdperk zonder plastic?”. 

Plastic op het strand. (bron: Pixabay)

                Plastic op het strand. (bron: Pixabay)

 

De Duurzame Ontwikkelingsdoelen: hulp is nabij!

Om de planeet in al haar facetten te redden is actie ‘nu’ nodig. Daarom stelde de Verenigde Naties sinds 2015 zeventien doelen op die bereikt moeten worden tegen het jaar 2030. Het gaan om doelen die werken op drie maatschappelijke domeinen: het economisch, het ecologisch en het sociaal domein.

De Duurzame Ontwikkelingsdoelen. (bron: unric.org)

                               De Duurzame Ontwikkelingsdoelen. (bron: unric.org)

De Duurzame Ontwikkelingsdoelen zijn een uitbreiding op de voorgaande Millenniumdoelstellingen die in 2015 werden afgerond. Vanaf dat jaar ging men verder streven naar een verbeterde economische ontwikkeling, sociale inclusie en ecologische duurzaamheid. Cruciale opsommingen die aangeven waarom die doelstellingen zo belangrijk zijn voor ‘ons’.

 

Geen tien voor, maar één voor twaalf voor de (w)onderwaterwereld

“Hoe kan er dan bijvoorbeeld gezorgd worden voor een verbeterde ecologische duurzaamheid? Als u bijvoorbeeld kijkt naar het vele plastic in de zee. Kan dan die onderwaterwereld nog steeds gered worden?”

Zeker! Enkel en alleen door concrete en effectieve acties. Acties die niet enkel uitgevoerd worden door overheden maar ook door individuen.

“Als de vervuiling van de zee zo doorgaat, kunnen de vissen beter aan land komen.”

                             – Martin Šimek (1984) – 

De reden waarom acties nodig zijn, is het feit dat plastic een dreiging is voor zowel het menselijk als planetair stelsel. Plastic wordt gestort op de grond en komt door de wind of regen in wateren terecht. Uiteindelijk komt het in de zee waar het er geleidelijk afbrokkelt tot erg kleine deeltjes. Die deeltjes heten microplastics. Vele van die microplastics kunnen nog verder afbrokkelen tot nanoplastics en zijn niet meer met het blote oog te zien. Doordat die kleine deeltjes zo klein zijn, eten zeedieren deze gemakkelijk op en sterven ze uiteindelijk.

Microplastics. (bron: Pexels)

Microplastics. (bron: Pexels)

Anderzijds kunnen die kleine deeltjes opnieuw via rivieren op het land terechtkomen. Landbouwers gebruiken dit ‘vervuild’ water voor hun gewassen en op die manier komen die deeltjes ook in het menselijk lichaam terecht. Of het schadelijk is voor ons, moet nog uitgeklaard worden. Echter is het vanzelfsprekend dat het alles behalve aangenaam is. Het plastic op het strand oprapen, ondanks dat het niet van jou is, is dus de boodschap!

 

Op de Ladder van Ad Lansink dan maar?

Om op een duurzame manier om te gaan met het plastic- en afvalbeleid is het beter om het laddermodel van Ad Lansink toe te passen. Het hedendaags Belgisch afvalbeleid focust zich al op deze visuele weergave die de Nederlandse doctor en politicus Ad Lansink in de jaren ’70 heeft voorgesteld aan het Nederlands parlement.

Het doel van deze Ladder is om overheden en individuen aan te sporen milieubewust en duurzaam om te gaan met afval en plastic. Hoe hoger op de Ladder, des te beter voor ieders gezondheid én voor de planeet. Hoe lager op de Ladder, des te slechter.

De Ladder van Ad Lansink

De Ladder van Ad Lansink.

 

Onderwijs mee in actie!

Volgens Karpovic (2018) moeten die Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen geïntegreerd worden in het onderwijscurriculum. Het lerend netwerk ‘Educatie voor Duurzame Ontwikkeling’ (EDO) zorgt reeds voor die integratie. EDO heeft namelijk een competentielijst gemaakt waarover toekomstige leerkrachten dienen te beschikken. Het

gaan om competenties die onder andere gelinkt zijn aan: nieuwe kennis opdoen, systeemdenken en actiegericht werken.

 

EDO in de praktijk: een terugblik op de bachelorproef

Deze bachelorproef probeert aan die EDO-richtlijnen te voldoen. Door de algemene literatuurstudie wordt er dieper gegraven in de bovenstaande Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Dit is uiteraard erg belangrijk, want hierover gaat het thema: Duurzame Ontwikkelingsdoelen, Sustainable Development Goals (SDG’s), realiseren en concretiseren in de basisschool.

Daarnaast zorgt de praktijkanalyse in de basisschool, Freinetschool De Torteltuin in Poperinge, voor meer diepgang. Door middel van het toepassen van verschillende methodieken werd er gezorgd voor een duidelijke beginsituatie van de klaswerking in de derde graad enerzijds en de schoolwerking anderzijds. Methoden zoals een driehoeksgesprek met de zorgcoördinator en de klastitularissen van de derde graad kwamen hierbij aan te pas. Daarnaast voerden de leerlingen een test uit die zowel de voorkennis als de interessegebieden achterhaalde. Zo kon deze bachelorproef volledig aansluiten bij wat de leerlingen willen. Wat bleek: de focus bij het vijfde leerjaar lag vooral bij SDG-doel 12: ‘Verantwoorde consumptie en productie’. Denk hierbij aan afvalverwerking. In het zesde leerjaar lag de focus dan weer vooral bij SDG-doel 14: ‘Leven in het water’. Zo behoort de ‘plasticsoep’ tot deze groep.  

Tabel 1: Conclusie; voorkeuren uitgevoerd in het vijfde leerjaar.

Tabel 1: Conclusie; voorkeuren uitgevoerd in het vijfde leerjaar.

Tabel 2: Conclusie; voorkeuren uitgevoerd in het zesde  leerjaar.

Tabel 2: Conclusie; voorkeuren uitgevoerd in het zesde  leerjaar.

 

Met de nodige kennis werd er een geschikte onderzoeksvraag opgemaakt, namelijk: “Hoe kunnen leerlingen van de derde graad basisonderwijs meer bewust gemaakt worden van de plasticsoep (SDG 14) met ondersteuning van het laddermodel van Ad Lansink (SDG 12) en zo tot actie overgaan?”

Om een antwoord te verkrijgen, werden twee ontwerpweken uitgevoerd. Eén ontwerpweek in het vijfde leerjaar en nadien één ontwerpweek in het zesde leerjaar. Telkens met voldoende reflecties en aanpassingen. Het eindresultaat zorgde voor drie ontwerpen: een leerkrachtenhandleiding, een materialenkoffer en een themabundel voor de leerlingen. Een systematische aanpak, waarbij theorie en praktijk sterk met elkaar gelinkt worden, nam hierbij het voortouw. Op die manier konden de leerlingen actiegericht meehelpen zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke problemen. Met andere woorden: gehoord en gezien worden.

Download scriptie (2.75 MB)
Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Els Callens
Thema('s)