Actuele problemen inzake de schuldsaldoverzekering: De eeuwige spanning tussen segmentatie en discriminatie en een fiscale behandeling

Nick
Portugaels

 

Actuele problemen inzake de schuldsaldoverzekering: naar een sociale verzekering?

Het staat vast dat verzekeringsmaatschappijen per definitie werken op basis van het maken van onderscheid. De verzekeraar krijgt bij het achterhalen van zoveel mogelijk relevante risicofactoren hulp van de wetgever, maar gaat daarbij ook actief op zoek naar gegevens die hij relevant vindt door te werken met de door iedereen gekende (medische) vragenlijsten. Enerzijds de risicofactor ‘(slechte) gezondheid’ en anderzijds de factor ‘geslacht’ worden hier van naderbij bekeken.

Bij het aangaan van een hypothecaire lening vragen banken vaak een schuldsaldoverzekering vóór een hypothecair krediet toe te staan. Hoewel de schuldsaldoverzekering helemaal geen wettelijk verplichte verzekering is, maakt het aangaan ervan in werkelijkheid veeleer de regel dan de uitzondering uit. Indien men geen schuldsaldoverzekering kan sluiten, zijn er mogelijks verstrekkende gevolgen. Dit zal immers niet uitzonderlijk leiden tot het niet krijgen van een hypothecair krediet, of tot ongunstigere voorwaarden ervan. De eventuele afwezigheid van dit krediet brengt dan weer met zich mee dat men zich geen eigendom zal kunnen aanschaffen. Meer bepaald zijn het personen die lijden of zelfs in het verleden hebben geleden aan een bepaalde (chronische) ziekte die dikwijls moeilijkheden ondervinden bij het verkrijgen van dergelijke verzekering en dus niet kunnen genieten van de geneugten van de schuldsaldoverzekering. Het verkrijgen van een schuldsaldoverzekering is voor sommige individuen dus geen sinecure

De verzekeraars verwijzen daarbij steevast naar het argument van de financiële stabiliteit als motief om een doorgedreven ‘techniek van onderscheid maken’ te gebruiken. Die werkwijze leidt wel tot een uitsluiting van bepaalde individuen van de verzekeringsmarkt. Deze vaststelling werd eveneens door enkele belangrijke institutionele spelers gemaakt.

Ook onze wetgever is zich immers bewust van deze schrijnende problematiek. In tal van internationale rechtsbronnen wordt het recht op behoorlijke huisvesting gewaarborgd als fundamenteel mensenrecht. Indien een schuldsaldoverzekering een noodzakelijke voorwaarde is om dit recht in de praktijk te kunnen omzetten, dan moet deze voorwaarde uiteraard ook vervuld kunnen geraken. De Belgische wetgever is dan ook niet bij de pakken blijven zitten en vaardigde een wet – die tot op vandaag nog steeds niet in zijn geheel in werking is getreden – uit die de toegang tot schuldsaldoverzekeringen voor chronisch zieken en gehandicapten moet vergemakkelijken. Op die manier zet de beleidsmaker aldus een zogenaamde ‘subsidiërende solidariteit’ op poten waarbij er premietransfers ontstaan tussen ‘goede’ en ‘slechte’ risico’s. Als antwoord op de praktijk van de verzekeraas kan dit tellen. Hoewel het Grondwettelijk Hof, na een vernietigingsberoep tegen deze wet, erop heeft gehamerd dat er geen acceptatieplicht werd georganiseerd, kan men toch wel spreken van een intrusie in de contractvrijheid van de verzekeraars.

Ik heb echter gepleit voor een alternatief van dit falend wettelijk ingrijpen. Mijns inziens legt de federale overheid de financiering van een verzekering die alle kenmerken lijkt te hebben van een sociale verzekering bij de private verzekeringssector. Dit maakt volgens mij een disproportionele last uit en het zou dan ook beter zijn om dit, al dan niet gedeeltelijk, via de overheid te regelen. Ook Assuralia kan hierbij de belangen van de verzekeraars dienen door een houding aan te nemen die niet steevast – en bijna neurotisch – teruggrijpt naar het argument van de financiële stabiliteit en solvabiliteit. Op het einde van de rit zal de overheid zich dan kunnen bekommeren om de ‘echte’ slechte risico’s door ze te integreren in een sociale zekerheidssysteem.

Een andere ‘traditionele’ risicofactor was het geslacht van de kandidaat-verzekeringnemer. Aan deze praktijk stelde het Europese Hof van Justitie een abrupt einde in de ondertussen befaamde ‘Test Aankoop – zaak’. De beschreven problematiek kan in wezen worden teruggebracht tot een transversale discussie in het verzekeringsrecht, te weten die van het onderscheid tussen discriminatie en differentiatie. De verzekeraar beweegt zich hier steeds op een slappe koord.

Het geslacht mag dus niet langer een onderscheid verwezenlijken tussen mannen en vrouwen op het vlak van de levensverzekeringen, omdat dit volgens het Hof een verschillende behandeling van gelijke gevallen uitmaakt en aldus discriminatoir is. De verzekeraars mogen het statistisch bewezen en objectief controleerbaar feit dat vrouwen (weliswaar gemiddeld)  langer leven dan mannen niet langer in ogenschouw nemen vanaf 21 december 2012. De buikreactie is dat vrouwen bijgevolg meer zullen moeten betalen voor een schuldsaldoverzekering. Dit mijlpaalarrest veroorzaakte een werkelijke tsunami aan verontwaardigde reacties van de Europese verzekeraars. Gaat het hier om een blind streven naar een onbestaande gelijkheid of was het de volgende logische stap in de evolutie van het gelijkheidsbeginsel? Ik heb alvast gepleit voor een genuanceerde opvatting waar er nog steeds beweegruimte is voor de Europese wetgever om een nieuwe richtlijn uit te vaardigen die de bekommernissen van het Hof wegwerkt. De toekomst zal uitwijzen in welke richting het Europese recht zich begeeft. Wat er ook van zij, de verzekeraars zullen nu op zoek moeten gaan naar andere factoren om het risicoprofiel te kunnen vaststellen. De levensstijl van het individu zal hierbij worden onderzocht en de reeds vermelde vragenlijsten kunnen dan alleen maar aan belang winnen.

Uit de analyse van de fiscale regelgeving toepasselijk op de kosten gerelateerd aan de aankoop van de enige en eigen woning blijkt nogmaals het maatschappelijk belang van de schuldsaldoverzekering. Een van die kosten is immers de premie die men moet betalen om te kunnen genieten van een dekking van een schuldsaldoverzekering. Sinds 2005 bestaat er een nieuw fiscaal gunstregime.

Ook het Vlinderakkoord van de onverhoopte regering Di Rupo I toont enige relevantie in dit kader. De basisidee achter deze zesde staatshervorming is om de gemeenschappen en gewesten meer verantwoordelijkheden te geven. Een van die overgehevelde bevoegdheden betreft de fiscale behandeling van de hierboven vermelde kosten voor de enige en eigen woning. Het is met andere woorden de Vlaamse overheid die dit in fiscalibus zal moeten regelen. Hoewel ik heb gepleit voor een behoud van het fiscaal gunstig regime, zal het natuurlijk bang afwachten zijn hoe men in de toekomst zal omgaan met de aloude volkswijsheid die stelt dat Belgen geboren zijn met een baksteen in de maag. Zal dit worden getransponeerd naar Vlamingen, of zijn Vlamingen geen Belgen meer voor de fiscale wetgever?

 

Bibliografie

 

Abraham, K.S., “Efficiency and fairness in insurance risk classification”, Virginia Law Review 1985, afl. 71, 403 451.

Arrow, J., “Uncertainty and the welfare economics of medical care”, American Economic Review 1963, 941 – 969.

Bernauw, K., “De wet bestrijding discriminatie en verzekering” in M. De Vos en E. Brems (eds.) De Wet Bestrijding Discriminatie in de praktijk, Antwerpen, Intersentia, 2004, 277 – 303

Binon, J.M., “L’égalité de traitement en droit européen et ses applications à l’assurance. Obligation morale ou croisade idéologique?” in C. Van Schoubroeck en H. Cousy (eds.), Discriminatie en verzekering – Discrimination et assurance, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2006.

Colle, P., Handboek Bijzonder gereglementeerde Verzekeringscontracten, Antwerpen, Intersentia, 2010, 414 p.

Colle, P., Algemene beginselen van het Belgisch verzekeringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 269 p.

Colle, P., “Kritische verzekeringsrechtelijke bedenkingen bij de wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen” in J. Rogge (ed.), Tijdschrift voor Verzekeringen – Discriminatie, geslachtsdifferentiatie en verzekeringen, september 2007, 61 – 67.

Commissie voor verzekeringen, Advies van 22 januari 2009 over het wetsvoorstel strekkende tot een betere begeleiding van het gebruik van de gezondheidspersoonsgegevens bij het aangaan van een persoonsverzekering en teneinde de verzekerbaarheid mogelijk te maken van het overlijdensrisico voor personen die een verhoogd risico lopen als gevolg van hun gezondheidstoestand en over het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst wat de schuldsaldoverzekeringen betreft, Doc. C/2008/5, http://www.fsma.be/~/media/Files/fsmafiles/advorg/advorgcvv/advice_c_2008_5.ashx.

Commissie voor verzekeringen, Advies van 25 juni 2009 over de problematiek van de verzekerbaarheid van personen met een verhoogd gezondheidsrisico: voorstel voor een tariferingsbureau schuldsaldoverzekering, Doc. C/2009/1, http://www.fsma.be/~/media/Files/fsmafiles/advorg/advorgcvv/advice_c_2009_1.ashx.

Commissie voor verzekeringen, Advies van 14 juli 2009 over het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst wat de schuldsaldoverzekeringen voor personen met een verhoogd gezondheidsrisico betreft, Doc. C/2009/3, http://www.fsma.be/~/media/Files/fsmafiles/advorg/advorgcvv/advice_c_2009_3.ashx.

Commissie voor verzekeringen, Verslag van 30 september 2010 over de werkzaamheden van de Commissie voor Verzekeringen in het kader van artikel 3 van de wet van 21 januari 2010 tot wijziging van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst wat de schuldsaldoverzekeringen voor personen met een verhoogd gezondheidsrisico betreft, dat aan de Commissie voor Verzekeringen opdraagt een gedragscode uit te werken, Doc. C/2010/1, http://www.fsma.be/~/media/Files/fsmafiles/advorg/advorgcvv/advice_c_2010_1.ashx.

Cousy, H., “De contractsvrijheid op proef gesteld. Van verplichte verzekering naar een recht op verzekering” in E. Dirix, P. Senaeve, W. Pintens (eds.), Liber Amicorum Jacques Herbots, Antwerpen, Kluwer, 2002, 31 – 45.

Couturier, J. J., Peeters, B. en Plets, N., Belgisch Belastingrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2012,  1264 p.

Cousy, H., “Concurrence et solidarité – paradoxe du temps moderne illustré à partir du droit des assurances” in X (ed.), Liber Amicorum per Francesco D. Busnelli, Il Diritto Civile Tra Principe E Regole, Milaan, Giuffrè Editore, 2008, 527 – 544.

Cousy, H., “Over aansprakelijkheidsrecht en verzekeringen: Living together apart?” in H. Cousy (ED.), Liber Amicorum Walter van Gerven, Deurne, Kluwer, 2000, 600 p.

Cousy, H., « La segmentation dans l’assurance de la résponsabilité civile », in B. Deffains (ed.), L’analyse économique du droit dans les pays de droit civil, Actes du colloque Nancy, 28 et 29 juin 2000, Parijs, Editions Cujas, 2002, 181 – 190.

Cousy, H., “Over ethiek en verzekeringen, ter oriëntatie”, in H. Cousy, H. Claassens en C. Van Schoubroeck (eds.), Competitiviteit, ethiek en verzekering, CRIS, Maklu, Academia-Bruylant, 1998, 21 – 36.

De Boeck, A., “Doorwerking van het gelijkheidsbeginsel in het contractenrecht. De contractvrijheid in het nauw gedreven?” in X. (ed.), Vrijheid en Gelijkheid. De horizontale werking van het gelijkheidsbeginsel en de nieuwe antidiscriminatiewet, Antwerpen, Maklu, 2003, 414 – 444.

De Vos, M., “Waarom zieken geen gehandicapten zijn”, De Morgen 13 juli 2006.

De Graeve, M. en Gyselaers, M., Praktisch verzekeringsrecht, Antwerpen, De Boeck, 2006, 265 p.

De Greef, L., “Aftrek enige en eigen woning: 5 jaar later”, AFT 2010, 40 – 56.

De Page, H., Traité élémentaire de droit civil belge, II, Brussel, Bruylant, 1964, 1196 p.

De Pril, N. en Dhaene, J., Onderzoeksrapport 9648: Segmentering in verzekering, KUL, 7. Raadpleegbaar op: https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/118594/1/OR_9648.pdf.

De Pril, N. en Dhaene, J., “Commissie voor verzekeringen – Rapport van de werkgroep segmentering” in H. Cousy, H. Claassens en C. Van Schoubroeck (eds.), Competitiviteit, ethiek en verzekering, Reeks CRIS, 10, Antwerpen, Maklu, 1998, 141 – 173.

De Vos, M., “Positieve discriminatie en positieve actie in het Europese en Belgische discriminatierecht” in C. Bayart, S. Sottiaux en S. Van Drooghenbroeck (eds.), De nieuwe federale antidiscriminatiewetten, Brugge, Die Keure, 2008, 297 – 332.

di Torrela, C., “On lies and statistics: The relationship between gender equality and insurance”, ERA Forum 2011, 59 – 70.

Degener, T., “Definition of Disability” in G. Quinn (ed.), E.U. Networks of experts on disability discrimination, Brussel, European Commission – Anti-Discrimination and relations with the civil society unit, 2004.

Denuit, M., “Welke tariefdifferentiatie is technisch gerechtvaardigd?”, de verzekeringswereld, 2005, nr. 2, 1 – 7.

Devoet, C., “Assurance, différenciation et discrimination” in P. Wauthelet (ed.), Le droit de la lutte contre la discrimination dans tous ses états, 108, Luik, Anthemis – Commission Université Palais, 63 – 135.

Devroe, W., “’Universele dienstverlening’ als grens aan risicoselectie” in H. Cousy, C. Claassens en C. Van Schoubroeck (eds.), Competitiviteit, ethiek en verzekering, Reeks CRIS, 10, Antwerpen, Maklu, 1998, 279 – 337.

Devroe, W., “Impact van door het Europese Hof van Justitie ontwikkelde algemene beginselen op privaatrechtelijke verhoudingen” in A.S. Hartkamp, C.H. Sieburgh en L.A.D. Klaus (eds.), De invloed van het Europese recht op het Nederlandse privaatrecht, Serie Onderneming & Recht, Deel 42-I, Algemeen Deel, Deventer, Kluwer, 2007, 133 – 189.

Dhaene, J. en Vanduffel, S., “Is discrimineren van verzekerden discriminatie?”, Belgian Actuarial Bulletin, 2005/1. 

Dhaene, J. en Vanduffel, S., “Verzekerden discrimineren betekent niet noodzakelijk hen benadelen”, De Tijd 3 mei 2005.

Dirix, E., “Grondrechten en overeenkomsten” in K. Rimanque (ed.), De toepasselijkheid van de grondrechten in private verhoudingen, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, 1982, 35 – 91.

Ely, J.H., Democracy and distrust – a theory of judicial review, Cambridge, Massachusetts, Harvard University Press, 1980, 268 p.

Ernault, J., Droit de l’assurance vie, Brussel, Bruylant, 1987, 554 p. 

Fagnart, J.L., Droit privé des assurances terrestres in C. Jassogne (ed.), Traité pratique de droit commercial, T3, Diegem, Story-Scientia, 1998, nr. 81.

Fagnart, J.L., “Le Bureau de Tarification automobile et les autres mesures de lutte contre la non-assurance », DCCR 2004, 3 – 31.

Flynn, L., “The implications of Article 13 EC Treaty – After Amsterdam, will some forms of Discriminations be more equal than others?”, 36 Common Market Law Review (1999), 1127-1152.

Fontaine, M., Droit des assurances, Brussel, Larcier, 2010, 655 p.

Fontaine, M., Verzekeringsrecht, Gent, Larcier, 2011, 698 p.

Fredericq, S., Handboek Belgisch handelsrecht, II, Brussel, Bruylant, 1944, nr. 1270.

Gandy, O.H. JR., “Engaging rational discrimination: exploring reasons for placing regulatory constraints on decision support systems”, Ethics and Information Technology, juni 2009, 1 – 14.

Glenn, B.J., “The Shifting rhetoric of Insurance denial”, Law & Society Review 2000, afl. 3, 779 – 808.

Holmström, B., “Moral hazard and observability”, The Bell Journal of Economics 1979, afl. Spring, 74 – 91.

Mussche, E., “Fiscale steun voor hypotheek blijft”, De Tijd 19 januari 2012.

Musschoot, D., “Eens kankerpatiënt, altijd kankerpatiënt”, De Standaard 27 mei 2008.

Neuner, J., “Protection against discrimination in European Contract Law”, European review of Contract Law 2006, afl. 1, 35 – 50.

Nicolas, V., Essai d’une nouvelle analyse du contrat d’assurance, Paris, LGDJ, 1996, 391 p.

Oliver, M., “Social Policy and disability: some theoretical issues”, Disability & Society 1986, afl. 1, 5 – 17.

Palmer, D.E., “Insurance, risk assessment and fairness: an ethical analysis” in P. Flanagan, P. Primaux en W. Ferguson (eds.), Insurance ethics for a more ethical world, Research in ethical issues in organizations, Vol. 7, Oxford, Elsevier, 2007, 113 – 126.

Paris, C., “Les dérives de la segmentation en assurance”, Les Dossier du Journal des Tribunaux, Larcier, 2005, 122 p.

Peraita, M. (ed.), European Actuarial Consultative Group, Survey on Gender Differentiation in Insurance, Prepared on behalf of Groupe Consultatif’s Insurance Committee, November 2007, http://www.gcactuaries.org/documents/gender_diff_nov07.pdf.

Popelier, P., Rechtszekerheid als beginsel voor behoorlijke regelgeving, Antwerpen, Intersentia, 1997, 663 p.

Ponet, F., Rubens, P. en Verhees, W., De landverzekeringsovereenkomst, Antwerpen, Kluwer, 1993, 650 p.

Salens, P., “De eigen woning na de Programmawet van 27 december 2004, AFT 2005, 3 – 25.

Schelhaas, H.N., Het boetebeding in het Europese contractenrecht, Deventer, Kluwer, 2004, 567 p.

Schoorens, G., “Segmentering en discriminatie” in H. Cousy, H. Claassens en C. Van Schoubroeck (eds.), Competitiviteit, ethiek en verzekeringen, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 1998, 217 – 277.

Schuermans, L., Grondslagen van het Belgisch verzekeringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2008, 852 p.

Schriek, D., “Implementing EU Non-Discrimination Directives”, in H. Cousy en C. Van Schoubroeck (eds.), Discriminatie in verzekering, Antwerpen, Maklu, 2007, 47 – 112.

Shavell, S., “On the Moral Hazard and insurance”, The quarterly Journal of Economics november 1979, 541 – 562.

Sottiaux, S., “De rechtvaardigingsgronden in het federale discriminatierecht” in C. Bayart, S. Sottiaux en S. Van Drooghenbroeck (eds.), De nieuwe federale antidiscriminatiewetten, Brugge, Die Keure, 2008, 227 – 256.

Thienpont, K. (ed.), “Discriminatie als grens van de segmentering”, Verzekeringsnieuws, 2005, 1 – 4.

Thiery, Y., “Hospitalisatieverzekeraar op de discriminatiebühne terechtgewezen” (noot onder Vz. Kh. Brussel 7 maart 2005), TBH 2005, afl. 6, 682 – 688. 

Thiery, Y., “Gelijkheid, dienstverlening en verzekering: een herontdekkingstocht”, TBH 2007/8, 747 – 772.

Thiery, Y., “Het gebruik van geslacht in verzekeringsovereenkomsten: is er leven na 21 december 2007?”, RW 2008-09, nr. 9, 346 – 359.

Thiery, Y., Discriminatie en Verzekering, Antwerpen, Intersentia, 2011, 735 p.

Thys, R., “Segmentatie in de verzekering B.A. Motorrijtuigen” in J. Rogge (ed.), Les paramètres de sélection des risques à l’aube du XXIème siècle, Bulletin des assurances, Dossier 10, Mechelen, Editions Kluwer, 2004, 93 – 111.

Tobler, C. “Case C-236/09, Association belge des Consommateurs Test-Achats ASBL, Yann van Vugt, Charles Basselier v. Conseil des ministres, Judgment of the Court of Justice (Grand Chamber) of 1 March 2011”, Common Market Law Review 2011, vol. 48, nº 6, 2041-2060. 

Tridimas, T., The general principles of EU Law, Oxford, Oxford University Press, 2006, 591 p.

Underwood, B.D., “Law and the crystal ball: predicting behavior with statistical interference and individualized judgment”, Yale Law Journal 1978-79, afl. 7, 1408 – 1448.

Van Buggenhout, B., Liber memorialis Béatrice van Buggenhout, Universitaire Pers Leuven, Leuven, 2003, 778 p.

Van Oevelen A, “De eenzijdige beëindiging van de verzekeringsovereenkomst door de verzekeraar: bestaat er een recht op behoud van verzekering?”, RW 2003-04, afl. 28, 1081-1097.

Van Oevelen A., “Algemene rechtsbeginselen in  verbintenissen- en contractenrecht” in M. Van Hoecke (ed.), Algemene Rechtsbeginselen, Deurne, Kluwer rechtswetenschappen, 1991, 95 – 157.

Van Oevelen, A. en Cauffman, C., “Contractvrijheid, contractweigering en antidiscriminatie” in X (ed.), Bijzondere overeenkomsten 2007-2008 – XXXIVe postuniversitaire cyclus Willy Delva, Mechelen, Kluwer, 2008, 439 – 517.

Van Orshoven, P., “Algemene rechtsbeginselen, in alle rechtstakken. Over de grondwettelijke waarde van de publiek- en privaatrechtelijke beginselen” in 9de VRG-Alumnidag. Recht in beweging. 15 maart 2002, Leuven, KUL, Rechtsfaculteit, 2002, 31 – 57.

Van Ryn, J. en Heenen, J., Principes de droit commercial, IV, Brussel, Bruylant, 1965, nr. 2413.

Van Schoubroeck, C., De aanvullende sociale voorzieningen in de Europese unie: Pensioenen en gezondheidszorg, Antwerpen, Maklu, 2003, 167-170.

Van Schourboeck, C. en Thiery, Y., “Juridische grenzen aan classificatie in Verzekeringen”, in H. Cousy en C. Van Schoubroeck (eds.), Discriminatie in verzekering, Antwerpen, Maklu, 2007, 137 – 205.

Van Schoubroeck, C. en Thiery, Y., “Proposal for a Directive on Sex Discrimination: civil rights, “individualistic” tradition versus insurance “group tradition””, Euredia 2003, afl. 4, 585 – 612.   

Vanduffel, S., “Unisekstarieven verzekeringen zijn Pyrrusoverwinning”, De Tijd, 29 november 2007.

Velaers, J., “De objectieve en redelijke rechtvaardiging als ultieme toetssteen van ongelijke behandeling in verzekeringszaken”, in H. Cousy en C. Van Schoubroeck (eds.), Discriminatie in verzekering, Antwerpen, Maklu, 2007, 85 – 112.

Verbanck, P., “Home Sweet Home. De aftrek enige woning: eerder zuur dan zoet?”, TFR 2006, 535 – 557.

Waddington, L., “Reasonable Accommodation” in D. Schiek, L. Waddington en M. Bell (eds.), Cases, Materials and text on national, supra-national and international non-discrimination law, Oxford, Hart Publishing, 2007, 629 – 756.

Waleffe, A., “La transposition dans la secteur des assurances, de la directive 2004/113/CE sur l’égalité de traitement entre hommes et femmes dans le domaine des biens et services: aperçu des options ouvertes au législateur belge”, in H. Cousy en C. Van Schoubroeck (eds.), Discriminatie in verzekering, Antwerpen, Maklu, 2007, 113 – 134.

Wansink, J.H., Acceptatie en naselectie bij verzekering, Zwolle, W.E.J. Tjeenk Willink, 1990, 41 p.

Westen, P., “The empty idea of equality”, Harvard Law Review 1982, afl. 95, 537 – 596.

Weyts, B., “Verzekeraars en de Antidiscriminatiewet”, NJW 2004, afl. 85, 1082 – 1091.

Weyts, B., “Gelijkheid onder verzekerden” in Tendensen in het bedrijfsrecht: gelijke behandeling in de bedrijfswereld, Antwerpen, Kluwer, 2009, 241 – 281.

Weyts, B., “Het discriminatieverbod in de zin van de antidiscriminatiewet van 10 mei 2007 en segmentatie in de verzekeringssector: een verstandhuwelijk?” in C. Bayart, S. Sottiaux en S. Van Drooghenbroeck (eds.), De nieuwe federale antidiscriminatiewetten, Brugge, Die Keure, 2008, 726 – 754.

Wiels, P., “Europees parlement schokt verzekeraars”, De Verz. april 2004, 22-26.

X, “Overlijdensverzekeringen”, De Standaard 7 mei 2007

X, “Tariferingsbureau voor schuldsaldoverzekeringen?”, De Standaard 30 april 2008.

X, “Lening en verzekering bij dezelfde bank?”, De Standaard 24 februari 2010.

X, “Test-Aankoop neemt het op voor diabetici met hoge verzekeringspremies”, De Standaard 26 augustus 2009.

X, “42ste Congres van de Vlaamse Juristenvereniging te Gent (Ugent) op 20 oktober 2006. Verslagen van de sectievergaderingen”, RW 2006-07, 782.

X, “Verzekeringen willen uitzondering op Genderwet”, Gazet van Antwerpen 23 november 2007.

X, “Test-Aankoop beschuldigt Belgische verzekeraars van boerenbedrog”, De Standaard 19 oktober 2007.

X, “Levenspolissen fors duurder”, De Standaard 2 maart 2011. 

X,  “Man en vrouw gelijk voor verzekeraar”, Metro 2 maart 2011.

X, “Verzekeringen willen uitzondering op Genderwet”, Gazet van Antwerpen 23 november 2007.

X, “Beroep Assuralia tegen wet op toegang zwaar zieken tot schuldsaldoverzekering verworpen”, Gazet van Antwerpen 10 november 2011. 

X, “Assuralia wil toegang zwaar zieken tot verzekering schuldsaldo aanvechten”, Het Laatste Nieuws, 23 juni 2010.

X, “Fiscale voordeel onverminderd behouden”, De Redactie 19 januari 2012.

X, “Di Rupo en Vanackere kapittelen NV-A”, De Tijd 18 januari 2012.

X, “Discrimination in the market place”, Financial Times 1 maart 2011

X, “Insurance blow for young women”, Financial Times 1 maart 2011.

 

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2012