Schrijftips

Bij je deelname aan de Vlaamse Scriptieprijs stuur je ons, naast je scriptie, ook een tweede tekst door: een zelfgeschreven Nederlandstalig nieuwsartikel van maximaal 1.000 woorden, klaar om te publiceren in een krant of tijdschrift. Maar hoe pak je dat best aan?

Let op deze valkuilen!

Maak van je artikel geen abstract

Een abstract is een minithesis: je geeft achtergrond, onderzoeksvraag, methode, resultaten en conclusie. In een nieuwsartikel zet je die volgorde op z’n kop: je begint eerst met je kernboodschap en daarna voeg je de andere info met mondjesmaat toe. Neem je lezer mee in het verhaal.

Gebruik zo min mogelijk jargon

Strooi niet met jargon. Als je toch vaktermen gebruikt, leg deze dan onmiddellijk kort en bondig uit of illustreer ze met een concreet voorbeeld of een vergelijking. De gewone lezer moet je tekst volledig kunnen begrijpen zonder dat hij of zij iets van achtergrondinformatie weet.

Maak je tekst niet te zwaar

Gebruik eenvoudige taal en wees zuinig met bijwoorden en adjectieven. Je kan ook best korte zinnen en alinea’s schrijven.

Geef je tekst voldoende ademruimte

Niemand leest graag een grote blok tekst. Je kan je artikel aantrekkelijker maken door gebruik te maken van tussentitels, citaten en rechtenvrij beeldmateriaal.

Let op voor schrijffouten

Lees je artikel zorgvuldig na of laat het eens door iemand anders nalezen. Je kan ook gebruik maken van slimme schrijfhulpen die voor jou de tekst nalezen. Check onze lijst spellingshulp hier.

Wat is de structuur van een artikel?

Een sterke titel

Gebruik voor je artikel niet de titel van je thesis, maar maak er een echte eyecatcher van! Je titel mag gerust in het oog springen, de aandacht trekken en intrigeren. Let wel: maak er wel geen clickbait van – een lezer (en zeker een jurylid) wordt niet graag misleid.

Een beknopte intro

In je inleiding verleid je de lezer én leg je al kort uit waarover je werk gaat (kernboodschap, remember?). Wacht hiermee dus niét tot de laatste alinea, val gerust met de deur in huis. Maak je inleiding niet te lang, twee of drie zinnen is meer dan genoeg. Blader even door kranten en magazines voor inspiratie: de inleiding is het stukje dat in het vet gedrukt staat.

Een vlotte hoofdtekst

In je hoofdtekst sla je eerst heel kort een brug tussen je werk en je lezer. Je mag hierbij gerust creatief zijn. Je lezer is niet verplicht je artikel te lezen: jij moet de lezer prikkelen om de rest van je artikel te lezen. Op welke manier komt de lezer zelf met jouw onderzoek in aanraking? Waarom maakt het uniek of belangrijk?

Daarna ga je meteen dieper in op je werk. Waar gaat je scriptie over? Focus op de belangrijke punten en geef voorbeelden. Geef zeker ook de methode en het eindresultaat mee van je werk. De resultaten van je enquête tot een aantal treffende reacties van de doelgroep: voor ieder werk zal dit er anders uitzien.