Bijdrage tot de toponymie van Evergem tot 1650

Hanne
Van der Bauwhede

Plaatsnamen als getuigen van het verleden


Wie heeft het als kind niet gedaan, zelf plaatsnamen van een verklaring voorzien en dan nog liefst met een sappig verhaaltje errond? In Houthalen zou er wel een bos zijn waar je hout kon gaan halen, in Zomergem schijnt de zon altijd en in Bierbeek zou je beslist kunnen gaan zwemmen in een beek vol bier. Zelf was ik er ooit stellig van overtuigd dat je in mijn woonplaats, Evergem, wel eens oog in oog zou kunnen komen te staan met een troep everzwijnen. Deze verklaringen zijn weliswaar ontsproten aan kinderlijke fantasie, maar ze weerspiegelen perfect de menselijke eigenschap om alles te willen verklaren. In mijn masterscriptie heb ik geprobeerd om op een wetenschappelijk verantwoorde manier de plaatsnamen van mijn eigen woonplaats, Evergem, die voor het jaar 1625 in bronnen zijn opgetekend, te verklaren. Wat ligt er echt aan de basis van de naamgeving van een straat, rivier, hoeve, molen…?


Zodra je je op een wetenschappelijke manier gaat bezighouden met de verklaring van plaatsnamen of toponiemen, begeef je je op het terrein van plaatsnaamkunde of toponymie. Deze tak binnen de taalkunde legt zich toe op de studie van namen voor zowel grote landschappelijke gehelen, meer bepaald werelddelen, landen, zeeën, bergketens en grote rivieren, als kleinere landschappelijke entiteiten, namelijk wijk- en gehuchtnamen, straatnamen, namen voor boerderijen en andere gebouwen (bv. herbergen en molens), terreinnamen, reliëfnamen, namen voor plaatselijke waterlopen, vijvers en poelen, voor bruggen en andere waterovergangen, en ten slotte namen voor allerlei oriëntatiepunten in het landschap. Dat eerste noemen we macrotoponymie, het tweede heet microtoponymie. In mijn masterscriptie heb ik me gefocust op de microtoponymie.


Om zo’n toponymische dorpsmonografie te schrijven, heb ik verschillende stappen gevolgd. Ten eerste moesten er natuurlijk plaatsnamen verzameld worden. Gelukkig hoefde ik niet zelf meer de archieven in te duiken op zoek naar vermeldingen van Evergemse toponiemen. Dat monnikenwerk was al verricht door voornamelijk de Evergemse heemkundige Achiel De Vos. Hij tekende voor alle Meetjeslandse gemeenten alle plaatsnamen op die voor ca. 1625 vermeld waren en noteerde nauwkeurig de bronnen waaruit hij die haalde. Voor Evergem omvatte zijn verzameling niet minder dan 2500 toponiemen. Uit deze omvangrijke lijst selecteerde ik de namen voor straten, pleinen, kruispunten en toegangen, voor landschappelijke complexen, heerlijkheden, gebouwen en waters. Zo verkreeg ik een trefwoordenlijst van 515 plaatsnamen. Na deze materiaalselectie ging ik over tot een eerste indeling van de toponiemen, namelijk naar werkelijkheidscategorie. Ik vroeg me dus af wat het toponiem precies benoemde toen het in de bron werd opgetekend. De plaatsnaam Riet bijvoorbeeld komt voor in het geheel ‘meersch heet triet’. Op basis daarvan mogen we aannemen dat Riet een “meers”, dus een laag, vochtig weiland was. Een tweede indeling gebeurde dan op basis van het benoemingsmotief, datgene dat aan de basis lag van de naamgeving. Laten we nog eens hetzelfde voorbeeld, Riet, nemen. Deze plaatsnaam is tot stand gekomen doordat op die plaats het riet welig tierde. Het benoemingsmotief is dus ‘begroeiing’. De derde en belangrijkste stap in mijn onderzoek was de verklaring van de toponiemen. Ik vroeg me dus af wat het woord betekent. Een heleboel woorden bestaat nu niet meer in ons taalgebruik, waardoor ik regelmatig een beroep moest doen op historische woordenboeken van het Nederlands. Ook andere naamkundige boeken en artikelen waren een hulpmiddel. Jammer genoeg heb ik niet alle plaatsnamen met zekerheid kunnen


verklaren en moest ik mij dus soms beperken tot veronderstellingen. Als laatste stap heb ik zoveel mogelijk plaatsnamen proberen weer te geven op een kadasterkaart van Evergem uit de eerste helft van de 19de eeuw.


Ik hoor kritische geesten zich al afvragen wat voor zin het nu heeft om plaatsnamen die eeuwen geleden zijn opgetekend, te verklaren en op kaart te zetten. Maar willen we niet met z’n allen dat ons culturele erfgoed beschermd wordt? Oude hoeven, kerken en molens worden op de lijst van beschermde monumenten geplaatst omdat ze unieke getuigen uit het verleden zijn. Maar ook toponiemen geven ons inzicht in de vroegere werkelijkheid. Vaak is een dorp door de aanleg van woonzones, industrieparken, sportterreinen en dies meer zo drastisch veranderd dat van het oorspronkelijke landschap nauwelijks nog iets zichtbaar is. Door oude plaatsnamen te gaan verklaren en lokaliseren, kan je een beeld krijgen van hoe je dorp/gemeente er voor de wildgroei van gebouwen uitzag. Je ontdekt bij voorbeeld dat de wijk waar je woont, Asschout, oorspronkelijk een essenbos was, want de naam gaat terug op es-hout, waarin hout de oude betekenis ‘bos’ heeft. Of dat de naam van het riviertje dat door je dorp stroomt, de Kale, niets te maken heeft met het huidige woord kaal, maar teruggaat op het Latijnse canalis, dat ‘gegraven waterloop’ betekent. Daaruit leer je dan weer dat de Kale al eeuwen geleden door mensenhand werd gekanaliseerd. Dankzij de ijver van onze voorouders om alle dingen uit om zich heen te benoemen, kunnen we nu veel te weten komen over het uitzicht van het landschap in vroegere tijd. Toponiemen zijn van groot belang voor de historische taalkunde, want ze brengen woorden en woordvormen aan het licht die al lang uit de gewone woordenschat zijn verdwenen. Maar ook historici zijn in de toponymie geïnteresseerd. Samen met archeologische vondsten zijn plaatsnamen soms de enige getuigen van een ver verleden, waarvoor er geen geschreven bronnen bestaan. Het belang van en de interesse voor deze wetenschap blijkt verder onder meer uit het feit dat de cultuurraad van Evergem heel wat verdwenen toponiemen die Achiel De Vos uit de archieven heeft opgedolven, een nieuw leven heeft gegeven als straatnaam in recente Evergemse wijken. Bovendien is mijn masterscriptie geschreven in het kader van de reeks Meetjeslandse toponiemen tot 1600. Voor deze reeks werken taalkundigen, plaatselijke historici en heemkundigen samen onder de naam Stichting Achiel De Vos. Deze reeks streeft ernaar om een toponymische beschrijving van elke Meetjeslandse gemeente te publiceren.


Fabeltjes en legenden over plaatsnamen spreken tot ieders verbeelding, maar een wetenschappelijk onderbouwde toponymische studie geeft ons inzicht in de échte historische en landschappelijke werkelijkheid van een gemeente. Met mijn masterscriptie heb ik een bijdrage geleverd om deze kennis althans voor Evergem niet verloren te laten gaan.

Bibliografie

 

  • Aalter = Meetjeslandse Toponiemen tot 1600. Deel II: Het Houtland - Band 1: AALTER. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, verklaard door Magda Devos. Uitgegeven door de Stichting Achiel De Vos. Maldegem (1991).
  • Achiel De Vos - Werkgroep (1994). Geschiedenis van Evergem. Aalter: drukkerij De Maertelaere.
  • Andries, A. (1993a). ‘Het Rabot Verloren Kost aan de Lieve in Lovendegem’, in: Heemkundige bijdragen uit het Meetjesland 7, pp. 57-76.
  • Andries, A. (1993b). ‘De Lieve aan het Rabot Zoete Moeie te Lovendegem’, in: Heemkundige bijdragen uit het Meetjesland 7, pp. 145-155.
  • Andries, A., R. Debbaut, N. Lenssens e.a. (2008). De Lieve: tscoenste juweel dat de stede heeft, Gent: de Gentsche Lieve.
  • Bellem = Meetjeslandse Toponiemen tot 1600. Deel II: Het Houtland - Band 2: BELLEM. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, verklaard door Magda Devos. Uitgegeven door de Stichting Achiel De Vos. Maldegem (1992).
  • Billiet, R. (1973). ‘Toponymie van Edingen’ [vervolg], in: Eigen Schoon en De Brabander 56, pp. 383-403.
  • Carnoy, A. (1939-1940). Dictionnaire étymologique du nom des communes de Belgique. Leuven.
  • De Bo, L.L. (1892). Westvlaamsch Idioticon. Gent.
  • Debrabandere, F. (2003). Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk. Amsterdam/Antwerpen: L.J. Veen.
  • Debrabandere, F., M. Devos, P. Kempeneers e.a. (2010). De Vlaamse gemeentenamen. Een verklarend woordenboek. Leuven: Davidsfonds Uitgeverij / Brussel, Politeia.
  • De Flou, K. (1914-1938). Woordenboek der toponymie van Westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guisnes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu. Gent: W. Siffer (Drukker der Koninklijke Vlaamsche Academie). (18 delen)
  • Delghust, K. (1926). Belzeele tot Parochie opgericht. Evergem: J.-B. Willems.
  • Denys, D. (1952). Toponymie van Roeselare. Roeselare: Denys.
  • de Potter, F. en J. Broeckaert (1864-1870). Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen. Eerste reeks - arrondissement Gent. Tweede deel: Deurle, Dikkelvenne, Drongen, Eeke, Evergem. Gent: drukkerij C. Annoot-Braeckman.
  • De Vos, A. (1951). ‘Over Evergemse herbergen en hun benamingen’, in: Appeltjes van het Meetjesland 3, pp. 25-70.
  • De Vos, A. (1952a). Davidsfonds Evergem. Jubileumboek 1927-1952. Maldegem: drukkerij Standaert-Van Steene.
  • De Vos, A. (1952b). ‘Het toponiem Dries te Evergem’, in: Mededelingen Vereniging Naamkunde Leuven 28, pp. 53-56.
  • De Vos, A. (1958). ‘De Middeleeuwse loop van de Durme en haar bijrivier de Poeke’, in: Oostvlaams verbond van de kringen voor geschiedenis. Voorlichtingreeks 23, pp. 1-16.
  • De Vos, A. (1988). ‘Op historische verkenning door Lovendegem’, in: Heemkundige bijdragen uit het Meetjesland 2, pp. 109-140.
  • De Vos, L. (1974). Toponymie van Sleidinge tot ± 1600. Gent.
  • Devos, M. (1991). Bouwlandtermen in de Vlaamse dialecten. Spreidins- en betekenisgeschiedenis. Tongeren: Drukkerij George Michiels.
  • Devos, M. (1995). ‘Naamkunde’. In: Art, J. (red.). Hoe schrijf ik de geschiedenis van mijn gemeente? Deel IIIa. Hulpwetenschappen. Gent: Stichting Mens en Kultuur, pp. 215-277.
  • Devos, M. (2002). ‘Betekenis en motivering van diernamen in de microtoponymie’, in: Naamkunde 34, pp. 205-224.
  • Devos, M. en R. Vandekerckhove (2005). West-Vlaams. Tielt: Lannoo. [in de reeks Taal in Stad en Land].
  • Devos, M. (2006). Historische typologie van plaatsnamen. (Syllabus Universiteit Gent).
  • Eeklo = Meetjeslandse Toponiemen tot 1600. Deel IV: De Keuren van Eeklo-Lembeke en Kaprijke - Band 1: EEKLO. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, aangevuld en verklaard door lic. Paul van de Woestijne. Uitgegeven door de Stichting Achiel De Vos. Maldegem (1994).
  • Gysseling, M. (1952-1953). ‘Bijdrage tot Eeklo’s middeleeuwse toponymie’, in: Het Koninklijk Atheneum te Eeklo viert zijn tweede lustrum, pp. 101-118.
  • Gysseling, M. (1953). ‘Topografische terminologie in Nederlandstalige plaatsnamen’, in: Wetenschappelijke Tijdingen 13.
  • Gysseling, M. (1953-1954). ‘Overzicht toponymie van Zeeuws Vlaanderen’, in: Oudheidkundige Kring ‘De vier ambachten’.
  • Gysseling, M. (1954a). ‘Enkele topografische termen in Nederlandse plaatsnamen’, in: Mededelingen van de Vereniging voor Naamkunde te Leuven en de Commissie voor Naamkunde te Amsterdam 30, pp. 99-107.
  • Gysseling, M. (1954b). Gent’s vroegste geschiedenis in de spiegel van zijn plaatsnamen. Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven: uitgeversmij. N.V. Standaard-Boekhandel.
  • Gysseling, M. (1956). ‘Overzicht van de toponymie van Waasland’, in: Mededelingen van de Vereniging voor Naamkunde te Leuven en de Commissie voor Naamkunde te Amsterdam 32, pp. 91-104.
  • Gysseling, M. (1960). Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (vóór 1226). Brussel: Belgisch interuniversitair centrum voor Neerlandistiek.
  • Gysseling, M. (1969). ‘Overzicht over de toponymie van Frans-Vlaanderen’, in: Naamkunde 1, pp. 167-174.
  • Gysseling, M. (1975a). ‘Dries’, in: Naamkunde 7, pp. 258-265.
  • Gysseling, M. (1975b). ‘Enkele Belgische leenwoorden in de toponymie’, in: Naamkunde 7, pp. 1-6.
  • Gysseling, M. (1978). ‘Inleiding tot de toponymie, vooral van Oost-Vlaanderen’, in: Naamkunde 10, pp. 1-24.
  • Gysseling, M. (1981). ‘Voornaamste bestanddelen van Zuidnederlandse plaatsnamen’, in: Naamkunde 13, pp. 75-78.
  • Gysseling, M. (1983). ‘Inleiding tot de oude toponymie van West-Vlaanderen’, in: De Leiegouw 25, pp. 39-58. Ook verschenen als Bijlage nr. 72 van de Mededelingen van het Instituut voor Naamkunde te Leuven. Leuven.
  • Helsen, J. (1961). ‘De woorden Wolf en Hond in plaatsnamen’, in: Toponymica 17, Leuven.
  • Kerckhaert, N. (1980). Oude Oostvlaamse herbergnamen. Gent.
  • Kerckhaert, N. (1983). Oude Oostvlaamse huisnamen. Gent.
  • Landegem = Meetjeslandse Toponiemen tot 1600. Deel III: Het Gentse - Band 5: LANDEGEM. Bijeengezant en verklaard door Jan Luyssaert. Uitgegeven door de Stichting Achiel De Vos. Sint-Denijs-Westrem (2009).
  • Lembeke = Meetjeslandse Toponiemen tot 1600. Deel IV: De Keuren van Eeklo-Lembeke en Kaprijke - Band 2: LEMBEKE. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, aangevuld en verklaard door lic. Paul van de Woestijne en Magda Devos. Uitgegeven door de Stichting Achiel De Vos. Sint-Denijs-Westrem (2010).
  • Lindemans, P. (1943). ‘De Taal, Spiegel van ons Volk. 3. De wording van ons landschap uit de plaatsnamen’, in: Nieuw Vlaanderen 22, 1-2.
  • Lindemans, J. (1952). Toponymie van Asse. Werken uitgegeven door de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie. Vlaamse afdeling 6. Tongeren: Michiels.
  • Lovendegem = Meetjeslandse Toponiemen tot 1600. Deel III: Het Gentse - Band 2: LOVENDEGEM. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, verklaard en aangevuld door lic. Geert Andries. Uitgegeven door de Stichting Achiel De Vos. Maldegem (1993).
  • Mansion, J. (1935). ‘De voornaamste bestanddelen der Vlaamsche Plaatsnamen’, in: NGF, Stud. III, Brussel.
  • MNW = Verwijs, E. en J. Verdam (1885-1929). Middelnederlands Woordenboek. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff. (11 delen) [online op de website van Geïntegreerde Taalbank]
  • ONW = Oudnederlands Woordenboek online: http://gtb.inl.nl/
  • Oostwinkel en Ronsele = Meetjeslandse Toponiemen tot 1600. Deel VIII: Het Ambacht Zomergem - Band 1: OOSTWINKEL & RONSELE. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, verklaard en aangevuld door Flor Van de Walle en Magda Devos. Uitgegeven door de Stichting Achiel De Vos. Sint-Denijs-Westrem (2006).
  • Philippa, M., F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2009). Etymologisch woordenboek van het Nederlands. Amsterdam: Amsterdam University Press.
  • Rutgeers, A. (1934). Vlaamsche Uithangborden en Gevelsteenen, Brussel.
  • Stallaert, K. (1891). Glossarium van verouderde rechtstermen, kunstwoorden en andere uitdrukkingen uit Vlaamsche, Brabantsche en Limburgsche oorkonden (deel 2). Leiden: Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
  • Tavernier-Vereecken, C. (1968). Gentse naamkunde van ca. 1000 tot 1253. Een bijdrage tot de kennis van het oudste Middelnederlands. Brussel: Belgisch interuniversitair centrum voor Neerlandistiek.
  • Ursel = Meetjeslandse Toponiemen tot 1600. Deel II: Het Houtland - URSEL. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, verklaard en aangevuld door Jozef Vandeveire en Magda Devos. Uitgegeven door de Stichting Achiel De Vos. Sint-Denijs-Westrem (2008).
  • Van Dale = Kruyskamp, C. (red.) (1961). Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal. Achtste druk. ’s Gravenhage: Martinus Nijhoff.
  • Van Durme, L. (1998). ‘Dries, vooral in Centraal en Zuid-Oost-Vlaanderen’, in: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie 70, pp. 117-212.
  • Van Loon, J. (2000). De ontstaansgeschiedenis van het begrip ‘stad’. Een bijdrage van de diachrone semantiek tot de sociaal-economische geschiedenis van Noord-West-Europa, inzonderheid van de Nederlanden. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
  • Vinderhoute = Meetjeslandse Toponiemen tot 1600. Deel III: Het Gentse - Band 5: VINDERHOUTE. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, aangevuld en verklaard door Jan Luyssaert. Uitgegeven door de Stichting Achiel De Vos. Landegem (2001).
  • VMNW = Pijneburg, W.J.J., K.H. van Dalen-Oskam, K.A.C Depuydt en T.H. Schoonheim (2000). Vroegmiddelnederlands Woordenboek. Woordenboek van het Nederlands van de dertiende eeuw in hoofdzaak op basis van het Corpus-Gysseling. Leiden: Instituut voor Nederlandse Lexicologie. [online op de website van Geïntegreerde Taalbank]
  • WNT = De Vries, M., L.A. Te Winkel e.a. (1863-1998). Woordenboek der Nederlandse Taal. ’s-Gravenhage/Leiden: Martinus Nijhoff. (43 delen) [online op de website van Geïntegreerde Taalbank]
  • Wolfaert, G. (1982). Oude Prentbriefkaarten van Evergem. Evergem: drukkerij Van Der Meulen. (inleiding door Achiel De Vos)
  • WVD I, 1 = Devos, M. en H. Ryckeboer (1979). Woordenboek van de Vlaamse dialecten. Deel I, Aflevering 1: Akkerland en weiland. Tongeren: Drukkerij G. Michiels.
  • WVD I, 3 = Devos, M., H. Ryckeboer en J. Van Keymeulen (1987). Woordenboek van de Vlaamse dialecten. Deel I, Aflevering 3: het erf. Tongeren: Drukkerij G. Michiels.
  • Zomergem = Meetjeslandse toponiemen tot 1600. Deel IV: Het Ambacht Zomergem - Band 3: ZOMERGEM. Bijeengezant door Achiel de Vos en Luc Stockman, verklaard en aangevuld door Kris Mattheeuws en Magda Devos. Uitgegeven door de Stichting Achiel De Vos. Landegem (1997).
  • online bronnen:
  • http://www.cultuurraadevergem.be/pdf/2009__Sleidinge_-Linde%20Dec%20200… verslag cultuurraad Evergem van 14 december 2009 over straatnamen voor de nieuwe verkaveling aan de Linde te Sleidinge.
  • http://www.cultuurraadevergem.be/pdf/Advies%20verkaveling%20Belzele%20J… advies cultuurraad Evergem van 9 juni 2009 over straatnamen voor de nieuwe verkaveling tussen de Belzeelse Kerkweg en de Koolstraat/Ralingen.
  • http://www.cultuurraadevergem.be/pdf/www%20Advies%20verkaveling%20Belze… advies cultuurraad Evergem van 14 juni 2009 over straatnamen voor de nieuwe verkaveling ter hoogte van Oosteindestraat, Steenovenstraat, Molenhoek.
  • http://www.etymologie.nl: online versie van Philippa, M., Debrabandere, F., Quak, A., Schoonheim, T. en van der Sijs, N. (2009). Etymologisch woordenboek van het Nederlands. Amsterdam: Amsterdam University Press.
  • www.familienaam.be: website samengesteld door Ann Marynissen (Universiteit Keulen) en Paul Bijnens.
  • http://www.heiligen.net/heiligen/11/03/11-03-0727-hubertus.php: informatie over de heilige Sint-Hubertus.
  • http://www.heiligen.net/heiligen/09/08/09-08-0303-adrianus.php: informatie over de heilige Sint-Adriaan.
  • http://www.hullabaloo.be/verlaten-woningen/zandeken: persoonlijke fotoblog van Bart Vanacker, foto’s van verlaten woningen in de wijk Zandeken met uitleg over het verdwijnen van de wijk.
  • http://kartuizer.herne.be/fb111mwpf1113rdoc1sfbb2.aspx: onderdeel van www.herne.be: website over de gemeente Herne, waarop informatie staat over Petrus Naghel en zijn Hernse Bijbel.
  • http://maps.google.be: opzoeken van huidige straten, dorpen en gemeenten.
  • http://www.sintjorisgildenieuwmoer.be/Sint%20Joris%201.htm: over de legende van Sint-Joris.
  • http://www.stadskrant.mediarotterdam.nl/onderdeel.php?id=1267&editieID=…: informatie over de Hollandse Tuin.
  • www.wikipedia.be: informatie over Rodenhuize.
  • http://nl.wikipedia.org/wiki/: informatie over de term ‘foncier’.
  • http://www.zandeken.be: website van Erfgoedcel Meetjesland over het project Zand Erover!?.
  • http://www.zwinstreek.eu/zs/images/publicaties/rdp/rdp199201p023-024.pd… betekenis van fasselen.
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2011