Biodiversiteit 'Gemeenten adopteren Limburgse soorten' (Milieuzorg Op School)

Sandra
Bamps

Biodiversiteit...nu ook voor kids!



Het gaat niet goed met de biodiversiteit op aarde, ondanks de vele internationale verdragen.

Een gedragsverandering dringt zich op. Volgens Sandra Bamps is het onderwijs hierbij hét middel bij uitstek. ‘De kinderen van vandaag zijn immers de volwassenen van morgen!’, motiveert ze.  De pas afgestudeerde milieucoördinator werkte een onderwijsproject uit over biodiversiteit voor kinderen van 7 tot 12 jaar. Deze scriptie maakte Sandra in opdracht van Milieuzorg Op School. Op deze manier worden geïnteresseerde scholen begeleid om een eigen milieuzorgsysteem op poten te zetten.



Biodiversiteit voor kinderen…het klinkt te hoog gegrepen. ‘Maar kinderen staan enorm open voor het milieu’, verduidelijkt Sandra. ‘Denk maar aan hun bezorgdheid ten aanzien van dieren. Als je vertrekt vanuit hun eigen leefwereld en werkt op een zelfontdekkende creatieve manier, is ook een complex thema zoals biodiversiteit verstaanbaar voor kinderen. Het gaat wel over méér dan kennisoverdracht. Kinderen bewust maken dat ook zij hun steentje kunnen bijdragen vormt een cruciaal element’, benadrukt Sandra’



Een bestaand initiatief over biodiversiteit voor volwassenen vormde het uitgangspunt van het project, legt Sandra uit. ‘De provincie Limburg startte in 2006 het project Gemeenten adopteren Limburgse soorten samen met de 3 Limburgse regionale landschappen. Elke gemeente in Limburg adopteerde een plant of dier. Een voorbeeldje: voor Alken is dat de ijsvogel. Het gaat over soorten die vooral of uitsluitend in Limburg voorkomen. Door gerichte acties op het terrein tracht men de biodiversiteit te bevorderen, bijvoorbeeld door het aanplanten van haagkanten of het maken van kunstnestkasten.’

De uitdaging bestond erin dit initiatief naar kinderen toe uit te werken. Over biodiversiteit was er echter weinig didactisch materiaal voor kinderen voorhanden. Sandra werkte volledige lessen uit waarbij verschillende leergebieden aan bod komen; naast wereldoriëntatie natuur, ook rekenen, taal en muzische vorming. Afwisseling troef dus: van instructieve spelen, woordrasters, spreekwoorden en gedichten tot schaalberekeningen en creatieve bewerkingen.



‘Omdat de aanpak natuurlijk enorm verschilt tussen een kind van 7 en één van 12, werd er per graad gewerkt. Elke graad heeft een andere benadering van het thema, bijgevolg is er weinig overlapping’, vertelt Sandra. ‘De eerste graad omvat ondermeer een zelf geschreven verhaaltje waarin Sam de specht, Mimi de muis, Vinnetje de vis en Vlekje de vlinder van alles beleven. Kinderen ontdekken doorheen het verhaal dat elk dier zijn woonplaats heeft, maar ook dat de dieren en planten worden bedreigd. Een leerspel waarbij de 44 Limburgse soorten in ganzenbordmodel geschikt staan, vormt de rode draad in de tweede graad. Spelenderwijs ontdekken de kinderen welke verschillende bedreigingen en kansen de dieren en planten ondergaan. Enerzijds worden de vakjes gekoppeld aan een vraag waarbij de leerlingen goed moeten observeren om de juiste oplossing te vinden. Anderzijds wordt de werkelijkheid van de soorten gekoppeld aan het spelgebeuren. Bijvoorbeeld: De gierzwaluw vindt een leuk plekje in een oud huis; ga 4 plaatsen verder! De knoflookpad maakt heel wat anders mee: er verspreiden zich giftige stoffen in de poel waar de pad zo graag verblijft; ga 2 plaatsen terug! In de derde graad gaat men dieper in op biodiversiteit. De samenhang tussen de verschillende soorten komt ondermeer aan bod in de voedselpiramide. Het ontwerpen van een affiche is een creatieve opdracht waarbij al de elementen van biodiversiteit in verwerkt zitten. De bedoeling is een inspirerende opvallende affiche te ontwerpen om andere kinderen aan te zetten inspanningen te leveren om het dier of het plantje meer kansen te geven.’



Het volledige lessenproject wordt in de toekomst verspreid in verschillende Limburgse lagere scholen. Extra druk voor de leerkrachten? Neen, hoor:… ‘Het merendeel van de uitgewerkte lessen zijn leerstofvervangend. Bij de behandeling van een bepaald onderdeel, wordt er telkens verwezen welke doelstellingen behaald worden. Bovendien is het kant en klare koek! Met de didactische tips en interessante achtergrondinformatie kunnen de leerkrachten meteen aan de slag’, legt Sandra uit.

Volgens Sandra is het project perfect vertaalbaar naar andere provincies. Maar wat doet men met de heivlinder in Vlaams-Brabant? Sandra verduidelijkt: ‘De concreet uitgewerkte spelconcepten en lesideeën vormen het kader om biodiversiteit verstaanbaar te maken voor kinderen. Andere dieren en planten kunnen erin verwerkt worden’.



Sandra besluit met een erg uitgesproken mening over de rol van milieu in ons onderwijs.

‘Waardering voor de natuur, met respect omgaan met het milieu en erkennen dat er grenzen zijn aan wat het milieu kan verdragen zijn fundamentele elementen die in elke school frequent aan bod moeten komen, zegt Sandra. ‘Milieuzorg Op School is dit in dit perspectief zeker al een stap in de goede richting, maar helaas is niet elke school er mee bezig. We beseffen dat geschiedenis elementair is want we kunnen het heden pas begrijpen als we het verleden kennen, wiskunde is ondermeer belangrijk in functie van abstract denken, de ontwikkelingen op milieuvlak de laatste decennia geven ons genoeg redenen om milieu of ecologie als volwaardig vak op te nemen. Waar wacht men op?’

Bibliografie


Download scriptie (2.11 MB)
Universiteit of Hogeschool
UC Leuven-Limburg
Thesis jaar
2007