DE BASO-FICHE, MEER DAN EEN PAPIEREN TIJGER. “Agency” en “structure” in een artefact

Karen
Vermeir
  • Anne
    Appeltans

 

DE BASO-FICHE, MEER DAN EEN PAPIEREN TIJGER.

Zorgcoördinator, leerlingvolgsysteem, remediëren… Het zijn maar enkele voorbeelden die illustreren hoe de aandacht voor zorg de laatste jaren is toegenomen in het onderwijs. Daarenboven zijn er verschillende initiatieven die ernaar streven om continuïteit in de zorg voor leerlingen te garanderen tijdens de schoolloopbaan. De BaSO-fiche is er daar één van.

De BaSO-fiche?!

De BaSO-fiche is een instrument dat de overdracht van zorgrelevante gegevens tussen het basis- en secundair onderwijs wil verbeteren. Op die manier wil ze bijdragen tot continuïteit in de zorg voor leerlingen wanneer ze de overstap maken naar ‘de grote school’. De BaSO-fiche wordt voor elke leerling ingevuld door de basisschool. Op het einde van het zesde leerjaar wordt deze fiche aan de ouders bezorgd. Vervolgens kiezen de ouders zelf of ze deze fiche afgeven bij de inschrijving in de secundaire school, zodat de informatie op een heldere manier kan doorstromen. Intussen zijn er in Vlaanderen verschillende BaSO-fiches ontwikkeld. De BaSO-fiche Hasselt vormde de casus voor dit onderzoek.

Een implementatiestudie

In het onderzoek wordt de BaSO-fiche bestudeerd als een onderwijsvernieuwing en wordt nagegaan hoe deze fiche in de praktijk werd ingevoerd in basis- en secundaire scholen. Onderzoek naar onderwijsvernieuwingen toont immers aan dat implementaties erg uiteenlopende vormen kunnen aannemen en vaak ook onbedoelde effecten kunnen hebben. Het gebruik van deze vernieuwing wordt bestudeerd vanuit een “dubbele theoretische bril”. Vanuit een eerste theoretisch perspectief wordt nagegaan hoe het gedrag van leerkrachten en directie bepaald wordt door de betekenis die ze geven aan situaties en gebeurtenissen. De manier waarop leerkrachten de BaSO-fiche interpreteren beïnvloedt namelijk hoe ze ermee omgaan in de praktijk (sense-making-perspectief). Het tweede theoretisch perspectief benadrukt dat ook structurele kenmerken van het onderwijssysteem - zoals routines en procedures, maar ook normen en opvattingen die leven binnen de school - de implementatie van de BaSO-fiche mee bepalen (neo-institutionele theorie).

Voor het onderzoek werden er interviewgegevens verzameld bij een aantal ontwikkelaars van de BaSO-fiche, maar vooral bij betrokkenen uit twee basisscholen en twee secundaire scholen die met de BaSO-fiche werken. In de interviews werd nagegaan hoe de gebruikers tegenover de BaSO-fiche stonden en hoe de fiche de praktijken in de school mee beïnvloed heeft. Daarnaast werd ook de BaSO-fiche als instrument op zichzelf geanalyseerd.

De BaSO-fiche als drager van een boodschap

De BaSO-fiche is een ding of artefact, dat een bepaalde boodschap uitdraagt. Ze geeft uitdrukking aan een welbepaalde visie op zorg en hoe er in scholen aan zorg gewerkt kan worden. Zo is de BaSO-fiche een veruitwendiging van de idee dat zorg belangrijk is en dat er een aansluitingsproblematiek bestaat op het vlak van zorg, wanneer kinderen de overgang maken van het basis- naar het secundair onderwijs. Ook de idee dat dit probleem gesitueerd en opgelost kan worden door middel van communicatie tussen beide onderwijsniveaus, zit in de vernieuwing vervat. De ontwikkelaars van de fiche veronderstellen immers dat dankzij de uitwisseling van informatie over het kind via de ouders, betere begeleiding van de leerlingen mogelijk wordt.

Wanneer de BaSO-fiche scholen binnenkomt is dit bijgevolg geen neutrale gebeurtenis. De fiche is als het ware een actor die – net als leerkrachten en directie – normatieve ideeën en opvattingen over goed onderwijs binnenbrengt en daardoor het reilen en zeilen in de school beïnvloedt. Bepaalde acties, interacties, opvattingen etc. worden gestimuleerd, terwijl andere zaken bemoeilijkt worden. Zo stimuleert de BaSO-fiche dat bepaalde inhouden rond zorg besproken worden met de ouders in een uittredingsgesprek (basisonderwijs) en een uitgebreid intakegesprek (secundair onderwijs). De fiche maakt het moeilijker voor secundaire scholen om de zorgvragen te negeren bij de inschrijving van een leerling. Welke inhouden tijdens deze gesprekken aan bod komen, wordt in sterke mate beïnvloed door de rubrieken die opgenomen zijn in de fiche. In die zin bepaalt de concrete vormgeving van het instrument het gebruik van de BaSO-fiche in scholen.

Het gebruik van de BaSO-fiche

Het nieuwe instrument, de BaSO-fiche, oefent dus een sturende invloed uit op het schoolgebeuren en op het denken en handelen van leerkrachten en directie binnen die school. Uit de studie bleek dat de ideeën die vervat zitten in de BaSO-fiche aansluiten bij de individuele opvattingen van leerkrachten en directie, de schoolcultuur en de ruimere schoolomgeving (bv. de scholengemeenschap). Zo voeren de scholen o.m. een actief beleid rond zorg en zien leerkrachten zorg als een deel van hun taakopvatting. Deze overeenkomst in visie werd beschouwd als een belangrijke verklarende factor voor de integratie van de BaSO-fiche in de werking van de scholen. De basisscholen zagen in de fiche hun inspanningen rond adequate zorg voor de leerlingen bevestigd en verzekerd. De secundaire scholen ervoeren vooral stabiliteit: de visie in de BaSO-fiche kwam overeen met hun schoolcultuur en werd hierin geïntegreerd.

Verder blijkt uit het onderzoek dat de invoering van de BaSO-fiche geleid heeft tot het ontstaan van nieuwe procedures en routines in de scholen. Zo zijn er bijvoorbeeld nieuwe samenwerkingsrelaties ontstaan binnen de school, met ouders en tussen basis- en secundaire scholen. Een dergelijk sociaal netwerk werd vastgesteld in alle bevraagde scholen. Er zijn echter ook verschillen vastgesteld in de procedures en routines die tot stand komen. Soms leidde de implementatie tot praktijken die afweken of tegengesteld waren aan de bedoelingen. Zo zorgt de BaSO-fiche niet altijd voor een toename van communicatie met ouders. De fiche werd namelijk niet altijd besproken met de ouders tijdens het uittredings- of intakegesprek. Deze “afwijkende” routines verschillen van school tot school en verschillen soms ook binnen een school.

Besluit

Instrumenten, zoals de BaSO-fiche, hebben dus een sturende invloed op organisatorische structuren en gedrag, maar kunnen deze niet helemaal bepalen. De ontwikkelaars van vernieuwingen hebben bijgevolg enkel controle over het ontwerp van het instrument, maar niet over de routines en procedures die het teweeg zal brengen binnen scholen. Als men de implementatie van vernieuwingen ten gronde wilt begrijpen, dient men dus zowel oog te hebben voor de sturende invloed van instrumenten zelf - die een boodschap in de school binnenbrengen - als voor processen die ervoor zorgen dat deze sturende invloed scholen niet kan determineren.

 

Bibliografie

 

Altrichter H., & Salzgeber, S. (2000). Some elements of a micro-political theory of school development. In H. Altrichter & J. Elliot (Eds.), Images of educational change (pp.99-110). Buckingham, UK: Open University Press.

Altrichter, H., & Elliot, J. (Eds). (2000). Images of educational change. Buckingham, UK: Open University Press.

Anderson, L. W., Jacobs, J., Schramm, S., & Splittgerber, F. (2000). School transitions: Beginning of the end or a new beginning? International Journal of Education, 33, 325–339.

Ashworth, R., Boyne, G., & Delbridge, R. (2009). Escape from the iron cage? Organizational change and isomorphic pressures in the public sector. Journal of Public Administration Research and Theory, 19, 165-187.

Ballet, K. (2007). Worstelen met werkdruk. De ervaring van intensificatie bij leerkrachten in het basisonderwijs. Leuven, België: Universitaire Pers Leuven.

Barley, R. B. (1986). Technology as an occasion for structuring: Evidence from observations with CT scanners and the social order of radiology departments. Administrative Science Quarterly, 31, 78-108.

Barley, S. R., & Tolbert, P. S. (1997). Institutionalization and structuration: Studying the links between action and institution. Organization Studies, 18, 93–117.

Berger, P. L., & Luckmann, T. (1966). The social construction of reality: A treatise in the sociology of knowledge. New York, NY: Doubleday.

Boeije, H. (2005). Analyseren in kwalitatief onderzoek: denken en doen. Amsterdam, Nederland: Boom.

Burch, P. (2007). Educational policy and practice from the perspective of institutional theory: Crafting a wider lens. Educational Researcher, 36, 84-95.

Claeys, A. (2009). Continuïteit van zorg bij de overgang van de lagere naar de secundaire school. Zorgbreed, 25(7), 7-16.

Coburn, C. (2001). Collective sensemaking about reading: How teachers mediate reading policy in their professional communities. Educational Evaluation and Policy Analysis, 23, 145-170.

Coburn, C. (2006). Framing the problem of reading instruction: Using frame analysis to uncover the microprocesses of policy implementation. American Educational Research Journal, 43, 343-379.

Creswell, J. W. (1998). Qualitative inquiry and research design. Choosing among five traditions. Thousand Oaks, CA: Sage Publications.

Cuban, L. (1988). The managerial imperative and the practice of leadership in schools. Albany, NY: State University of New York Press.

DiMaggio, P. J., & Powell, W. W. (1983). The iron cage revisited: Institutional isomorphism and collective rationality in organizational fields. American Sociological Review, 48, 147-160.

Edulex: wetgeving en omzendbrieven voor het Vlaamse onderwijs. (2011). Puntenenveloppen voor scholen en scholengemeenschappen basisonderwijs: personeelsinformatie en personeelsaspecten [omzendbrief BaO/2005/12]. Opgehaald op 1 mei, 2012, via http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/

Edulex: wetgeving en omzendbrieven voor het Vlaamse onderwijs. (2012). Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997. Opgehaald op 1 mei, 2012, via http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?doci…

Ekholm, M., & Trier, U. P. (1987). The concept of institutionalization: Some remarks. In M. B. Miles, M. Ekholm, & R. Vandenberghe (Eds.), Lasting school improvement: Exploring the process of institutionalization (pp. 13-21). Leuven, België: Acco.

Ekholm, M., Vandenberghe, R., & Miles, B. M. (1987). Conclusions and implications. In M. B. Miles, M. Ekholm, & R. Vandenberghe (Eds.), Lasting school improvement: Exploring the process of institutionalization (pp. 243-267). Leuven, België: Acco.

Evangelou, M., Taggart, B., Sylva, K., Melhuish, E., Sammons, P., & Siraj-Blatchford, I. (2008). What makes a successful transition from primary to secondary school? Department for Children, Schools & Families Research Report No. DCSF-RR019. London, UK: DCSF.

Feldman, M. S., & Pentland, B. T. (2003). Reconceptualizing organizational routines as a source of flexibility and change. Administrative Science Quarterly, 48, 94-118.

Finnan, C., & Levin, H.M. (2000). Changing school cultures. In H. Altrichter & J. Elliot (Eds.), Images of educational change (pp. 87-98). Buckingham, UK: Open University Press.

Gagliardi, P. (1990). Artifacts as pathways and remains of organizational life. In Author, (Ed.), Symbols and artifacts: Views of the corporate landscape (pp. 3-38). New York, NY: Walter de Gruyter.

Galton, M., Morrison, I., & Pell, T. (2000). Transfer and transition in English schools: Reviewing the evidence. International Journal of Education, 33, 341–363.

Ghesquière, P., & Staessens, K. (1999). Kwalitatieve gevalsstudies. In B. Levering & P. Smeyers (red.), Opvoeding en onderwijs leren zien. Een inleiding in interpretatief onderzoek (pp. 192-213). Amsterdam, Nederland: Boom.

Giddens, A. (1989). The constitution of society: Outline of the theory of structuration. Cambridge, UK: Polity Press.

Greenwood, R., & Hinings, C. R. (1996). Understanding radical organizational change: Bringing together the old and the new institutionalism. The Academy of Management Review, 21, 1022-1054.

Guba, E. (1981). Criteria for assessing the trustworthiness of naturalistic inquiries. Educational Communication and Technology, 29, 75-91.

Guba, E., & Lincoln, Y. (1988). Do inquiry paradigms imply inquiry methodologies? In D. Fetterman (Ed.), Qualitative approaches to evaluation in education. The silent scientific revolution (pp. 89-115). New York, NY: Praeger.

Halverson, R. (2003). Systems of practice: How leaders use artifacts to create professional community in schools. Education Policy Analysis Archives, 11.

Hanson, M. (2001). Institutional theory and educational change. Educational Administration Quarterly, 37, 637-661.

Hopkins, D. (2001). School improvement for real. London, UK: RoutledgeFalmer.

Kelchtermans, G. (1994). De professionele ontwikkeling van leerkrachten basisonderwijs vanuit het biografisch perspectief (Studia Pedagogica 17). Leuven, België: Universitaire Pers Leuven.

Kelchtermans, G. (1999a). De biografische methode. In B. Levering & P. Smeyers (red.), Opvoeding en onderwijs leren zien. Een inleiding in interpretatief onderzoek (pp. 132-153). Amsterdam, Nederland: Boom.

Kelchtermans, G. (1999b). Kwalitatieve methoden in onderwijskundig onderzoek: internationale ontwikkelingen en de situatie in Vlaanderen. In B. Levering & P. Smeyers (red.), Opvoeding en onderwijs leren zien. Een inleiding in interpretatief onderzoek (pp. 68-83). Amsterdam, Nederland: Boom.

Kelchtermans, G. (2000). Micropolitiek en leren op de werkplek. In J. Imants (red.), Onderwijskundig Lexicon III – Schoolorganisatie (pp.69-86). Alphen-aan-den-Rijn, Nederland: Samson.

Kelchtermans, G. (2004). Macrobeleid verstrikt in micropolitiek: een gevalsstudie over externe kwaliteitszorg. In Auteur (red.), De stuurbaarheid van onderwijs: tussen kunnen en willen, mogen en moeten (pp.89-120). Leuven, België: Universitaire Pers Leuven.

Kelchtermans, G. (2006-2007). Proeftuinen, praktijkvoorbeelden en professionele schoolteams: succesvol werken aan onderwijsverbetering. Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, 18, 660-665.

Kelchtermans, G. (2009). Who I am in how I teach is the message: Self-understanding, vulnerability and reflection. Teachers and Teaching, 15, 257-272.

Kelchtermans, G. (2010-2011a). Methoden en technieken van kwalitatief onderzoek [Collegenota’s]. Leuven: Centrum voor Onderwijsbeleid, -vernieuwing en Lerarenopleiding.

Kelchtermans, G. (2010-2011b). Onderwijsvernieuwing en schoolontwikkeling [Collegenota’s]. Leuven: Centrum voor Onderwijsbeleid, -vernieuwing en Lerarenopleiding.

Kelchtermans, G., & Piot, L. (2010). Schoolleiderschap aangekaart en in kaart gebracht. Leuven, België: Acco.

Kelchtermans, G., & Vandenberghe, R. (1995). Betrokkenheid en het biografisch perspectief. In R. van den Berg & R. Vandenberghe (red.), Wegen van betrokkenheid. Reflecties op onderwijsvernieuwing (pp. 209-233). Tilburg, Nederland: Zwijsen.

Kvale, S. (1996). Inter-views: An introduction to qualitative research interviewing. Thousand Oaks, CA: Sage.

Lagerweij, N., & Lagerweij-Voogt, J. (2004). Anders kijken: de dynamiek van een eeuw onderwijsverandering. Antwerpen, België: Garant.

Leana, C. R., & Barry, B. (2000). Stability and change as simultaneous experiences in organizational live. The Academy of Management Review, 25, 753-759.

Leenknegt, M. (2003). Competentiebeleving en developmental mismatch. Een longitudinale studie bij de overgang naar het secundair onderwijs. Niet-gepubliceerde licentiaatsverhandeling. Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Centum voor Schoolpsychologie.

Lokaal Overlegplatform Hasselt. (z.j.). BaSO-fiche Hasselt. Opgehaald op 1 mei, 2012, via http://basofiche.zapto.org/

Lounsbury, M., & Pollack, S. (2001). Institutionalizing civic engagement: Shifting logics and the cultural repackaging of service-learning in US higher education. Organization, 8, 319–339.

March, J. G. (1981). Footnotes to organizational change. Administrative Science Quarterly, 26, 563-577.

März, V. (2011). Agency and structure in practices of educational innovation: A description and analysis of implementation practices in secondary schools [Intern document]. Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Centrum voor Onderwijsbeleid, –vernieuwing en Lerarenopleiding.

März, V., & Kelchtermans, G. (2012, April). Changing schools as organizations: Structuring agents and acting structures in the implementation of mentoring practices. In G. Kelchtermans (Chair), ‘It takes two to tango’: Disentangling agency and structure in schools as organizations. Symposium conducted at the meeting of Invisible College, Vancouver, British Columbia, Canada.

März, V., Vanhoof, S., Kelchtermans, G., & Onghena, P. (2010). De vernieuwing in het statistiekonderwijs in Vlaanderen: percepties en betekenisgeving in het implementatieproces. Pedagogische Studiën, 87, 134-151.

Maso, I., & Smaling, A. (1998). Kwalitatief onderzoek: praktijk en theorie. Amsterdam, Nederland: Boom.

Merriam, S. B. (1998). Qualitative research and case study applications in education. San Fransisco, CA: Jossey-Bass Publishers.

Meyer, J. W., & Rowan, B. (1977). Institutionalized organizations: Formal structure as myth and ceremony. American Journal of Sociology, 83, 340–363.

Miles, M. B., & Huberman, A. M. (1994). Qualitative data analysis: An expanded sourcebook. Thousand Oaks, CA: Sage Publications.

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs en Vorming. (z.j. a). Centra voor leerlingenbegeleiding. Taken CLB zorg. Opgehaald op 1 mei, 2012, via http://www.ond.vlaanderen.be/clb/CLB-medewerker/GOK_zorg.htm

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs en Vorming. (z.j. b). Curriculum: wat heb je vandaag geleerd? Opgehaald op 1 mei, 2012, via http://ond.vlaanderen.be/DVO

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs en Vorming. (z.j. c). Proeftuinen: ruimte voor onderwijsinnovatie. Opgehaald op 1 mei, 2012, via www.ond.vlaanderen.be/proeftuinen

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Onderwijsinspectie. (2005-2008). Evaluatierapport van de proeftuinen. Opgehaald op 1 mei, 2012, via www.ond.vlaanderen.be/proeftuinen/algemeen/default.htm

Ogawa, R. T., Crain, R. C., Loomis, M., & Ball, T. (2008). Chat-it: Toward conceptualizing learning in the context of formal organizations. Educational Researcher, 37, 83-95.

Onderwijsraad. (2005). Betere overgangen in het onderwijs. Adviezen voor het verminderen van voortijdige schooluitval en het verkrijgen van een hoger opleidingsniveau in Nederland. Den Haag, Nederland: Onderwijsraad.

Orlikowski, W. T. (1992). The duality of technology: Rethinking the concept of technology in organizations. Organization Science, 3, 398-427.

Patton, M. Q. (1990). Qualitative evaluation and research methods. London, UK: Sage Publications.

Pentland, B. T., & Feldman M. S. (2008a). Designing routines: On the folly of designing artifacts, while hoping for patterns of action. Information and Organization, 18, 235-250.

Pentland, B. T., & Feldman M. S. (2008b). Issues in empirical field studies of organizational routines. In C. B. Markus (Ed.), Handbook of organizational routines (pp. 281-300). Northampton, MA: Edward Elgar Publishing.

Poole, M. S. (2004). Central issues in the study of change and innovation. In M. S. Poole & A. H. Van de Ven (Eds.), Handbook of organizational change and innovation (pp. 3-31). New York, NY: Oxford University Press.

Radnor, H. (2002). Researching your professional practice. Doing interpretative research. Buckingham, UK: Open University Press.

Rafaeli, A., & Vilnai-Yavetz, I. (2004). Instrumentality, aesthetics and symbolism of physical artifacts as triggers of emotion. Theoretical Issues in Ergonomics Science, 5, 91-112.

Rice, F., Frederickson, N., & Seymour, J. (2011). Assessing pupil concerns about transition to secondary school. Britisch Journal of Eductional Psychology, 81, 244-263.

Russell, J. L. (2011). From child’s garden to academic press: The role of shifting institutional logics in redefining kindergarten education. American Educational Research Journal, 48, 236-267.

Schelling, T. (1978). Micromotives and macrobehavior. New York, NY: W.W. Norton.

Scott, W. R. (1991). Unpacking institutional arguments. In W. W. Powell & P. J. DiMaggio (Eds.), The new institutionalism in organizational analysis (pp. 164-182). Chicago, IL: University of Chicago Press.

Scott, W. R. (1995). Institutions and organizations. London, UK: Sage.

Scott, W. R. (2005). Institutional theory: Contributing to a theoretical research program. In K. G. Smith & M. A. Hitt (Eds.), Great minds in management: The process of theory development (pp. 460-484). Oxford, UK: Oxford University Press.

Scott, W. R. (2008). Institutions and organizations: Ideas and interests (3rd ed.). London, UK: Sage.

Sirsch, U. (2003). The impending transition from primary to secondary school: Challenge or threat? International Journal of Behavioral Development, 27, 385–395.

Sloep, P., & Jochems, W. (2007). De e-lerende burger. In J. Steyaert & J. de Haan (red.), Jaarboek ICT en samenleving 2007. Gewoon digitaal (pp.171-187). Amsterdam, Nederland: Boom.

Smaling, A. (1987). Methodologische objectiviteit en kwalitatief onderzoek. Lisse, Nederland: Swets & Zeitlinger.

Smet, P. (2010). Mensen doen schitteren. Eerste oriëntatienota hervorming secundair onderwijs. Brussel, België: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.

Smith, J. S., Akos, P., Lim, S., & Wiley, S. (2008). Student and stakeholder perceptions of the transition to high school. High School Journal, 91, 32–42.

Spillane, J. P., Gomez, L., & Mesler, L. (2009). School organization and policy: Implementation, organizational resources, and school work practice. In D. Plank, G. Sykes, & B. Schneider (Eds.), Handbook of Education Policy Research (pp. 409-425). Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum.

Spillane, J. P., Reiser, B. J., & Reimer, T. (2002). Policy implementation and cognition: Reframing and refocusing implementation research. Review of Educational Research, 72, 387-431.

Spillane, J. P., Halverson, R., & Diamond, J. B. (2004). Towards a theory of leadership practice: A distributed perspective. Journal of Curriculum Studies, 36, 3-34.

Staessens, K. (1991). Omgaan met subjectiviteit in kwalitatief onderzoek. Nederlands Tijdschrift voor Opvoeding, Vorming en Onderwijs, 7, 303-321.

Staessens, K. (1993). Identification and description of professional culture in innovating schools. International Journal of Qualitative Studies in Education, 6, 111–128.

Strauss, A., & Corbin, J. (1998). Grounded theory methodology: An overview. In N. Denzin & Y. Lincoln (Eds.), Strategies of qualitative research (pp. 158-183). Thousand Oaks, CA: Sage.

Suchman, L. A. (1983). Office procedure as practical action: Models of work and system design. ACM Transactions on Office Information Systems, 1, 320-328.

Suchman, M. C. (2003). The contract as social artifact. Law & Society Review, 37, 91-142.

Tan, B. (1998). Blijvende sociale ongelijkheden in het Vlaamse onderwijs. Tijdschrift voor Sociologie, 19, 169-206.

Ten Dam, G., & Volman, M. (1999). De speelruimte voor kwalitatief onderwijsonderzoek in Nederland. In B. Levering & P. Smeyers (red.), Opvoeding en onderwijs leren zien. Een inleiding in interpretatief onderzoek (pp. 68-83). Amsterdam, Nederland: Boom.

Van den Berg, D. (2004). Sturing en de betekenisgeving door leerkrachten bij innovatieprocessen. In G. Kelchtermans (red.), De stuurbaarheid van onderwijs: tussen kunnen en willen, mogen en moeten (pp.121-140). Leuven, België: Universitaire Pers Leuven.

Van den Berg, H. (2004). Discoursanalyse. KWALON, 26(2), 29-39.

van den Berg, R., & Vandenberghe, R. (1981). Onderwijsinnovatie in verschuivend perspectief. Tilburg, Nederland: Zwijsen.

van den Berg, R. (2002). Teachers’ meanings regarding educational practice. Review of Educational Research, 72, 577-625.

van den Berg, R., Vandenberghe, R., & Sleegers, P. (1999). Management of innovations from a cultural-individual perspective. School Effectiveness and School Improvement, 10, 321 – 351.

Van IJzendoorn, M. H., & Miedema, S. (1986). De kwaliteit van kwalitatief onderzoek. Pedagogische Studiën, 63, 498-505.

Vandenberghe, R. (2004). Over stuurbaarheid van het onderwijs: een analyse van sturend beleid, resulaten en niet-bedoelde effecten. In G. Kelchtermans (red.), De stuurbaarheid van onderwijs: tussen kunnen en willen, mogen en moeten (pp.89-120). Leuven, België: Universitaire Pers Leuven.

Vandenbroucke, F. (z.j.). Onderwijs en vorming. Vandaag kampioen in wiskunde, morgen ook in gelijke kansen [Beleidsnota 2004-2009]. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Opgehaald op 1 mei, 2012, via http://www.ond.vlaanderen.be/beleid/archief/2004-2009.htm

Verckens, A. (2011). Onderwijs met klasse. Een kritische discoursanalyse van het tijdschrift Klasse. Niet-gepubliceerde doctoraatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Centrum voor Onderwijsbeleid, -vernieuwing en Lerarenopleiding.

Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs. (2005, maart). Overmaken van relevante leerlingengegevens van het BaO naar het SO, met het oog op het voortzetten van zorgbreed onderwijs [Mededeling].

Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs. (2008, februari). Continuering van zorg van basis- naar secundair onderwijs [Mededeling].

Vlaamse Onderwijsraad. (2008). De overgang van het basis- naar het secundair onderwijs: een verkenning. Antwerpen, België: Garant.

Wardekker, W. (1999). Criteria voor de kwaliteit van onderzoek. In B. Levering & P. Smeyers (red.), Opvoeding en onderwijs leren zien. Een inleiding in interpretatief onderzoek (pp. 50-67). Amsterdam, Nederland: Boom.

Weber, K., & Glynn, M. A. (2006). Theory making sense with institutions: Context, thought and action in Karl Weick’s theory. Organization Studies, 27, 1639-1660.

Wester, F. (1987). Strategieën voor kwalitatief onderzoek. Muiderberg, Nederland: Coutinho.

Wiersma, W. (1995). Research methods in education: An introduction. Boston, MA: Allyson and Bacon.

Yin, R. (1994). Case study research: Design and methods. Beverly Hills, CA: Sage Publications.

Zilber, T. B. (2008). The work of meanings in institutional processes and thinking. In R. Greenwood, C. Oliver, K. Sahlin-Andersson, & R. Suddaby (Eds.), Handbook of organizational institutionalism (pp.151-169). London, UK: Sage.      

 

Download scriptie (1.35 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2012