De connectie tussen Roma Aeterna en haar uitdragers in de literaire wereld van Claudius Claudianus

Korneel
Dejonckheere

Het 'Eeuwige Rome' in de Late Oudheid: nog niet aan het eind van haar Latijn

Binnen het domein van de laatantieke literatuur is Claudius Claudianus (370?-404? n.C.) één van de auteurs die het thema behandelen van Roma Aeterna of het 'Eeuwige Rome'. In scherp contrast met de werkelijke destabilisatie van het Romeinse Rijk, roept de dichter voortdurend beelden op van een bloeiend Rome dat aan de top van de wereld staat, zowel op politiek, militair als moreel vlak. Deze spanning tussen realiteit en fictie vormt een opvallende en intrigerende rode draad doorheen Claudianus' werk, wat de dichter een bijzondere positie in de Romeinse literatuur oplevert.

Als officiële hofdichter van de jonge West-Romeinse keizer Honorius, schreef Claudianus hoofdzakelijk lofdichten, die dan publiek voorgedragen werden. Daarin haalt hij maar al te vaak het ideaal van Roma Aeterna aan en brengt hij dit in verband met zijn hoofdpersonages. De belangrijkste onder hen zijn figuren uit Claudianus' eigen onmiddellijke omgeving. Zij speelden vaak een erg belangrijke rol, niet enkel in zijn leven, maar ook in zijn literaire werk, zoals keizer Honorius of de veldheer Stilicho. Het web van verbanden en relaties tussen ideaal en personages dat de dichter creëert, lijkt het fundament te vormen van zijn literaire fictie over het Eeuwige Rome.
Om te onderzoeken hoe Roma Aeterna en Claudianus' personages precies met elkaar verbonden zijn doorheen zijn poëzie, werden vier hoofdpersonages geselecteerd. In het kort betreft dit Roma Persona of de verpersoonlijking van Rome, de Romeinse keizer Theodosius, zijn schoonzoon en militaire rechterhand Stilicho, en Theodosius' echte zoon en opvolger Honorius. Elk van deze vier werd geanalyseerd worden met het oog op hun mogelijke rol als 'uitdrager' of verspreider van het Roma Aeterna-ideaal. Ook hun onderlinge connecties waren daarbij van belang. Concreet werden Claudianus' hoofdpersonage onderzocht op twee vlakken, namelijk wat het externe en het interne vlak genoemd wordt. Onder externe aspecten vallen uiterlijk, attributen en gedrag, terwijl interne elementen verwijzen naar hoe een personage zich kenmerkt aan de hand van zijn of haar eigen woorden.

Deze analyses van externe en interne representatie van personages hebben aangetoond aan dat Claudianus' hoofdpersonages hun veronderstelde rol van uitdrager van Roma Aeterna inderdaad waarmaken. Bovendien blijkt op een persoonlijk vlak dat elk van hen nog eens meerdere, verschillende functies kan hebben, die hen gescheiden of net dichter bij elkaar plaatsen. Verder lijkt er op een algemener niveau onder de vier personages een soort rangorde te bestaan, die hun onderlinge relaties en hun houding tegenover Roma Aeterna weerspiegelt.
Bovenaan deze rangorde staat Roma Persona, die als verpersoonlijking het dichtst verbonden is met Rome. Afwisselend belichaamt zij interessant genoeg niet enkel de stad Rome, maar ook soms Italië, het West-Romeinse Rijk of zelfs het gesplitste Rijk in zijn geheel. In welke vorm ze ook verschijnt, Roma Persona treedt keer op keer op als gezant of passieve boodschapper die het ideaal van Roma Aeterna eerder verspreidt dan verdedigt.
Op de tweede plaats in de rangorde staat Theodosius, de keizer die regeerde voordat Claudianus zijn werk schreef en die de vader is van de huidige twee keizers. Zijn personage stelt bij Claudianus de ideale keizer voor: op politiek, militair, sociaal en familiaal vlak belichaamt hij het streefdoel van Honorius, zijn zoon en opvolger in het Westen. Theodosius de Grote, zoals hij ook wel genoemd wordt, is ook de eerste echte agent die Romes aeternitas of eeuwige voortbestaan actief verdedigt.
Onder hem, op de derde plaats in de lijst, komt de veldheer Stilicho. Althans volgens Claudianus was hij zowel Theodosius' als Honorius' belangrijkste generaal en rechterhand. Als schoonzoon van Theodosius is Stilicho's rol enigszins vergelijkbaar met die van de vroegere keizer: hij neemt niet enkel Theodosius' militaire en politieke functies over, maar wordt ook voorgesteld als vaderfiguur voor de jonge Honorius. Ook hij treedt dus op als actieve uitdrager en beschermer van Roma Aeterna.
Als vierde als laatste personage moet ook Honorius zelf nog vermeld worden. Hoewel hij de titel draagt van West-Romeinse keizer en dus boven zowel Claudianus als Stilicho staat, wordt Honorius eigenlijk hoofdzakelijk voorgesteld als leerling. Van zijn mentoren Theodosius en Stilicho krijgt hij vooral goede raad, en hij wordt door hen ook voorbereid op zijn taken als volwassen keizer. Ondanks zijn vechtlust en enthousiasme vinden zij de jongen immers nog niet klaar om de volle last van het keizerschap te dragen. Hierdoor treedt Honorius zelf dus niet op als agent van Roma Aeterna, maar wordt hij eerder voorgesteld als de toekomstige grote man.
In deze volgorde kunnen de vier genoemde personages in een rangorde geplaatst worden, waarbij hun rol voor Claudianus belangrijker wordt naargelang hun positie: Honorius telt het minste mee van de vier, Roma Persona prijkt helemaal bovenaan. Aan de hand van deze rangorde blijkt verder ook op welke personages en op welke van hun functies de dichter terugvalt voor het behouden van zijn literaire fictie.

Samen lijken Claudianus' hoofdpersonages dus de basis te vormen van waaruit het ideaal van Roma Aeterna wordt uitgedragen en verspreid doorheen zijn poëzie. Dit heeft de dichter in staat gesteld een literaire wereld te creëren waarin dit ideaal een uiterst belangrijkste plaats inneemt, in schril contrast met de minder glorieuze werkelijkheid van Late Oudheid. Deze merkwaardige spanning tussen realiteit en fictie, in combinatie met Claudianus' eigen virtuositeit, hebben ervoor gezorgd dat de dichter en zijn werk een bijzondere plaats verdiend hebben in de laatantieke literatuur.

Bibliografie

Primaire bronnen

  • Hall, John B., bew. Claudii Claudiani Carmina. Leipzig: B.G. Teubner, 1985.
  • d'Hane-Scheltema, Marietje, vert. Claudius Claudianus – Verzamelde gedichten. Amsterdam: Athenaeum–Pollak & Van Gennep, 2008.

Secundaire bronnen

  • Baldwin, Charles S. Ancient Rhetoric and Poetic. New York: Macmillan, 1924.
  • Born, Lester K. "The Perfect Prince According to the Latin Panegyrists." AJPh 55 (1934): 20-35.
  • Bowen, Edwin W. "Claudian, the Last of the Classical Roman Poets." CJ 49 (1954): 355-58.
  • Cameron, Alan. "Theodosius the Great and the Regency of Stilicho." HSPh 73 (1969): 247-80.
  • ------. Claudian: Poetry and Propaganda at the Court of Honorius. Oxford: Clarendon Press, 1970.
  • ------. The Last Pagans of Rome. Oxford: Oxford University Press, 2011.
  • Caplan, Harry. Of Eloquence. Studies in Ancient and Mediaeval Rhetoric. Ithaca (NY) en Londen: Cornell University Press, 1970.
  • Christiansen, Peder G. "Claudian Versus the Opposition." TAPhA 97 (1966): 45-54.
  • ------. The Use of Images by Claudius Claudianus. Den Haag: Mouton, 1969.
  • ------. "Claudian and the East." Historia 19 (1970): 133-20.
  • ------. "Claudian and Eternal Rome." AC 40 (1971): 670-74.
  • ------. "Claudian: A Greek or a Latin?" Scholia 6 (1997): 79-95.
  • de Temmerman, Koen. "Ancient Rhetoric as a Hermeneutical Tool for the Analysis of Characterization in Narrative Literature." Rhetorica 28 (2010): 23-51.
  • Dewar, Michael. "Hannibal and Alaric in the Later Poems of Claudian." Mnemosyne (Fourth Series) 47 (1994): 349-72.
  • Fletcher, David T. "Whatever Happened to Claudius Claudianus? A Pedagogical Proposition." CJ 104 (2009): 259-73.
  • Formisano, Marco. "Late Antiquity, New Departures." In The Oxford Handbook of Medieval Latin Literature, bewerkt door Ralph J. Hexter en David Townsend, 509-34. Oxford: Oxford University Press, 2011.
  • Fuhrmann, Manfred. "Die Romidee der Spätantike." HZ 207 (1968): 529-61.
  • Glover, Terrot R. Life and Letters in the Fourth Century. Cambridge: Cambridge University Press, 1901.
  • Halliwell, Stephen. "Traditional Greek Conceptions of Character." In Characterization and Individuality in Greek Literature, bewerkt door Christopher Pelling, 32-59. Oxford: Clarendon Press, 1990.
  • Kennedy, George A. The Art of Rhetoric in the Roman World. Princeton: Princeton University Press, 1963.
  • ------. A New History of Classical Rhetoric. Princeton: Princeton University Press, 1994.
  • ------. Classical Rhetoric and Its Christian and Secular Tradition from Ancient to Modern Times. 2de ed. Chapel Hill en Londen: The University of North Carolina Press, 1999.
  • Kurfess, A. "Zu Claudius Claudianus' Invektiven." Hermes 76 (1941): 93-95.
  • Lanham, Richard A. A Handlist of Rhetorical Terms. 2de ed. Berkeley, Los Angeles en Londen: University of California Press, 1991.
  • Lausberg, Heinrich. Handbook of Literary Rhetoric: A Foundation for Literary Study. Vertaald door Matthew T. Bliss, Annemiek Jansen en David E. Orton, bewerkt door David E. Orton en R. Dean Anderson. Leiden: Brill, 1998.
  • Leefers, Steven. "Visies op de toekomst van Rome: thematiek in de literatuur van de Late Oudheid." Proefschrift, Universiteit Utrecht, 2004. Laatst geopend op 21 mei 2013. igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2011-0920-200547/Rome%20-%20Laus%20Romae%20essay.doc.
  • Levy, Harry L. "Themes of Encomium and Invective in Claudian." TAPhA 89 (1958): 336-47.
  • Long, Jacqueline. "Claudian and the City: Poetry and Pride of Place." In Aetas Claudianea. Eine Tagung an der Freien Universität Berlin vom 28. bis 30. Juni 2002, bewerkt door Widu-Wolfgang Ehlers, Fritz Felgentreu en Stephen M. Wheelers, 1-15. München en Leipzig: K.G. Saur, 2004.
  • Mastrangelo, Marc. "The Decline of Poetry in the Fourth-Century West." ICJT 16 (2009): 311-29.
  • Meijer, Louk C. "De plundering van Rome door Alaric (410). Enige contemporaine getuigenissen." Lampas 12 (1979): 193-207.
  • Moore, Clifford H. "Rome's Heroic Past in the Poems of Claudian." CJ 6 (1910): 108-15.
  • Mulligan, Bret. "The Poet From Egypt? Reconsidering Claudian's Eastern Origins." Philologus 151 (2007): 285-310.
  • Paschoud, François. Roma Aeterna. Études sur le patriotisme romain dans l'Occident latin a l'époque des grandes invasions. Olton: Institut suisse de Rome, 1967.
  • Perelman, Chaïm, en Olbrechts-Tyteca, Lucie. The New Rhetoric. A Treatise on Argumentation. Vertaald door John Wilkinson en Purcell Weaver. Notre Dame (IN) en Londen: University of Notre Dame Press, 1969.
  • Praet, Danny. Stijlvol overtuigen. Geschiedenis en systeem van de antieke rhetorica. Gent: Didactica Classica Gandensia, 2001.
  • Roberts, Michael. The Jeweled Style: Poetry and Poetics in Late Antiquity. Ithaca (NY) en Londen: Cornell University Press, 1989.
  • ------. "Rome Personified, Rome Epitomized: Representations of Rome in the Poetry of the Early Fifth Century." AJPh 122 (2001): 533-65.
  • Sebesta, Judith L. "On Stilicho's Consulship: Variations on a Theme by Claudian." CB 54 (1978): 72-75.
  • Smith, Richard U. A Glossary of Terms in Grammar, Rhetoric and Prosody for Readers of Greek and Latin: A Vade Mecum. Mundelein (IL): Bolchazy-Carducci Publishers, 2011.
  • Struthers, Lester B. "The Rhetorical Structure of the Encomia of Claudius Claudian." HSPh 30 (1919): 49-87.
  • Vanderspoel, John. "Claudian, Christ and the Cult of the Saints." CQ (New Series) 36 (1986): 244-55.
  • Ware, Catherine. "Gildo tyrannus: Accusation and Allusion in the Speeches of Roma and Africa." In Aetas Claudianea. Eine Tagung an der Freien Universität Berlin vom 28. bis 30. Juni 2002, bewerkt door Widu-Wolfgang Ehlers, Fritz Felgentreu en Stephen M. Wheelers, 96-103. München en Leipzig: K.G. Saur, 2004.
  • Zarini, Vincent. "Trois éloges comparés de Rome: Ammien Marcellin, Claudien, Rutilius Namatianus." Camenae 2 (2007): 1-15.
Download scriptie (1.01 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2013