Economische waardering van natuurgebieden. Case-study: Meldertbos

Wim
Lambrechts

Economische waardering van natuurgebieden

Case-study: Meldertbos

 

Wanneer men de rol van milieu en natuur vanuit economisch standpunt bekijkt, worden doorgaans drie belangrijke functies onderscheiden: het aanbrengen van ruwe grondstoffen en energie, het absorberen van afvalstoffen, en het voorzien van recreatie en ontspanning voor de mens. Natuur kan algemeen worden beschouwd als het life support system van de economie, en dus van de mens. Die fundamentele rol verwaarlozen zou onomkeerbare schade kunnen veroorzaken. Om een duurzaam beleid te voeren is het dus noodzakelijk om ecologische factoren in rekening te brengen, zodat er nog voldoende “natuurlijk kapitaal” overblijft voor toekomstige generaties



Beleidsmakers echter proberen moeilijke beslissingen doorgaans uit de weg te gaan, zeker wanneer deze kosten in het heden maar baten in de toekomst beogen. Dit is bij natuur meestal het geval. Een economische waardering kan een basis vormen voor een beter beleid en besluitvorming inzake natuur en milieu. Zo kunnen investeringen voor het herstel en behoud van natuurgebieden gebaseerd worden op hun economische waarde. De economische waardering kan bovendien nog worden aangevuld met een milieueffectrapportage, gebaseerd op expertoordelen.

In deze verhandeling wordt de waarde van Meldertbos, een natuurgebied in het dorpje Meldert (Hoegaarden, Vlaams Brabant), bepaald aan de hand van technieken uit de milieueconomie. Achtereenvolgens wordt de waarde van de recreatieve functie, de niet-gebruiksfunctie en de ecosysteemfuncties berekend. Voor het bepalen van de recreatieve en niet-gebruikswaarde van Meldertbos werd een uitgebreide enquête opgesteld. In een eerste deel werden de redenen van het bezoek aan Meldertbos bevraagd. Vervolgens werd aan de respondenten gevraagd om een aantal hypothetische scenario’s te ordenen naar hun voorkeur. Een derde deel ten slotte bevatte vragen over de socio-economische kenmerken van de respondenten. In totaal werden 112 geldige enquêtes afgenomen.

De resultaten van de enquêtes tonen aan dat de economische waarde van Meldertbos niet te onderschatten is. De jaarlijkse recreatieve waarde, berekend op basis van de reiskosten van de bezoekers, schommelt tussen 59 000 euro en 280 000 euro. Aangezien ervan wordt uitgegaan dat Meldertbos nog tot ver in de toekomst recreatiemogelijkheden biedt, kan ook de netto actuele waarde van de recreatiebaten worden berekend. Deze schommelt tussen 1,2 miljoen euro en 5,6 miljoen euro. Voor het bepalen van de niet-gebruikswaarde werd gebruik gemaakt van choice modelling. Aan de respondenten werd gevraagd om een keuze te maken tussen verschillende scenario’s met betrekking tot het natuurgebied. De eigenlijke niet-gebruikswaarde van Meldertbos kan worden geschat op zo’n 270 000 euro.

De ecosysteemfuncties ten slotte beschrijven het vermogen van de natuur tot het leveren van goederen en diensten die bijdragen tot het menselijk overleven en welzijn. Het gaat om uiteenlopende baten als CO2-stockage, polluentenabsorptie, waterzuivering, bodembehoud, nutriëntencycli, geluidsabsorptie, biodiversiteit, voedsel en ruw materiaal, culturele en educatieve aspecten. De jaarlijkse waarde ervan varieert van 1 000 tot 820 000 euro, resulterend in een netto actuele waarde tussen 21 500 en 16,5 miljoen euro. Het is echter niet haalbaar om de waarde van de verschillende ecosysteemfuncties op te tellen, aangezien het gaat om diverse berekeningswijzen en eenheden.

Algemeen kan worden geconcludeerd dat de economische waarde van Meldertbos een bruikbaar instrument vormt voor beslissingen omtrent het beheer ervan. De berekende bedragen tonen immers de waarde die verloren zou gaan wanneer het natuurgebied een andere invulling krijgt. Anderzijds moeten de bedragen voorzichtig worden geïnterpreteerd, omdat er voor bepaalde elementen nog onduidelijkheid heerst over de waardering ervan. Toch gelden de cijfers als goede indicatie van de totale economische waarde van Meldertbos.

Bibliografie

Economische waardering van natuurgebieden

Case-study: Meldertbos

 

Bibliografie

 

BAARSMA, B.E. (2003). “The valuation of the IJmeer nature reserve using conjoint analysis”. In: Environmental and resource economics (25) 343-356.

 

BEDATE, A., HERRERO, L.C., SANZ, J.A. (2004) “Economic valuation of the cultural heritage: application to four case studies in Spain”. In: Journal of cultural heritage (5) 101-111.

 

BERENDS, H., HOOGSTRA, M.A. en VREKE, J. (2001). De rol van bossen in de regionale economie. Alterra-rapport 243. Alterra, Research instituut voor de groene ruimte, Wageningen, 67p.

 

BOLUND, P. en HUNHAMMAR, S. (1999). “Ecosystem services in urban areas”. In: Ecological economics (29) 293-301.

 

COLE, D.W. & RAPP, M. (1981). “Elemental cycling in forest ecosystems”. In: REICHLE, D.E. Dynamic principles of forest ecosystems. Cambridge University Press, Londen en New York, 341-409.

 

COSTANZA, R. (ed.). (1991). Ecological economics: the science and management of sustainability. Columbia university press, New York, 525p.

 

COSTANZA, R., D’ARGE, R., DE GROOT, R., FARBER, S., GRASSO, M., HANNON, H., LIMBURG, K., NAEEM, S., O’NEILL, R.V., PARUELO, J., RASKIN, R.G., SUTTON, P. en VAN DEN BELT, M. (1997). “The value of the world’s ecosystem services and natural capital”. In: Nature (387), 253-260.

 

DENEEF, R., DE MAEGD, C., DE JAECK, H. en WIJNANT, J. (2000). “Getemperde straklijnigheid: Louis van der Swaelmen en de ‘krachtige rangschikking’ van het kasteeldomein van Meldert (Hoegaarden)”. Monumenten en Landschappen, (2) 51-52.

 

FIELD, B.C. (1994) Environmental economics: an introduction. McGraw-Hill, Boston (Mass.), 482p.

 

FOD ECONOMIE, ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE (2004), Bevolking en huishoudens. Online beschikbaar op: http://statbel.fgov.be/home_nl.asp. Laatst gewijzigd: 23/12/2005. Datum laatste raadpleging: 30/07/2006.

 

GEEBELEN, J., DEMEULENAERE, E. en ABTS, P. (2003). Aanvraag tot erkenning van het natuurreservaat. Meldertbos (Hoegaarden). Eerste uitbreiding. Natuurpunt, Mechelen, 49p. + bijlagen.

 

HANLEY, N., MOURATO, S. en WRIGHT R.E. (2001). “Choice modelling approaches: a superior alternative for environmental valuation?”. In: Journal of economic surveys, 15 (3) 435-462.

 

HERMY, M. (1989). Natuurbeheer. Uitgeverij Marc van de Wiele, Brugge, 224p.

 

HERMY, M., HEYN, M., DECUYPERE, Y. en SCHAUVLIEGE, M. (s.d.). Groen, ruggengraat voor een hedendaagse maatschappij. S.l., 69p.

 

HOUGH, M. (1989). City form and natural process: towards a new urban vernacular. Routledge, Londen, 281p.

 

IBGE-BIM (s.d.). Geluidswerende schermen en absorberende materialen. Online beschikbaar op: http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/index.asp. Laatst gewijzigd: 28/07/2006. Datum laatste raadpleging: 30/07/2006.

 

KAHN, J.R. (2005). The economic approach to environmental and natural resources. South-Western, Mason Ohio, 656p.

 

KUIJKEN, E. (1998). “Van roofbouw tot duurzame ontwikkeling? Een ecologische benadering van de relatie tussen economie en ecologie”. Jaarboek voor Ecologische Geschiedenis, 135-142.

 

Kuijken E. e.a. Natuurrapport 2001. Toestand van de natuur in Vlaanderen: cijfers voor het beleid. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud nr. 18, Brussel, 2001. Online beschikbaar op: http://www.instnat.be/content/page.asp?pid=NARA-NARA2001h. Laatst gewijzigd: 2003. Datum laatste raadpleging: 18/12/2005.

 

LACHAERT, P-J. (2002). “De Makegemse bossen. Een voorbeeld van het nut van de historische geografie voor de hedendaagse ruimtelijke ordening van Vlaanderen”. Jaarboek voor Ecologische Geschiedenis, (2002) 37-54.

LONDO, G. (1997). Natuurontwikkeling. Bos- en natuurbeheer in Nederland. Backhuys Publishers, Leiden, 658 p.

 

LUTTIK, J. (2000). “The value of trees, water and open space as reflected by house prices in the Netherlands”. In: Landscape and Urban Planning (48), 161-167.

 

McPHERSON, E.G., NOWAK, D., HEISLER, G., GRIMMOND, S., SOUCH, C., GRANT, R. en ROWNTREE, R. (1997). “Quantifying urban forest structure, function and value: the Chicago urban forest climate project”. In: Urban ecosystems (1) 49-61.

 

MOONS, E., EGGERMONT, K., HERMY, M. en PROOST, S. (2000), Economische waardering van bossen - een case-study van Heverleebos-Meerdaalwoud. Garant, Leuven, 356p.

 

Natuurpunt, 2005. “Natuurgebieden”, “Paddenpoel en Velpevallei”. Online beschikbaar op: http://www.natuurpunt.be/default.asp?ID=13. Laatst gewijzigd: 09/12/2005. Datum laatste raadpleging: 12/12/2005.

 

Natuurpunt Velpe-Mene, 2005. Natuurpunt “Kalender”, “Meldertbos – een ingeslapen park”, “Wandeling Mene- en Jordaanvallei”, “Het nieuwe beheer in Meldertbos”. Online beschikbaar op: http://www.velpe-mene.be/. Laatst gewijzigd: respectievelijk 28/11/2005, 07/11/2003, 14/09/2003, 06/11/2003. Datum laatste raadpleging: 20/12/2005.

 

NUNES, P. & VAN DEN BERGH, J. (2001). “Economic valuation of biodiversity: sense or nonsense?” In: Ecological Economics (39) 203-222.

 

PEARCE, D. & MORAN, D. (1994). The economic value of biodiversity. IUCN, the world conservation union. Earthscan Publications Ltd, Londen, 106p.

 

RUIJGROK, E.C.M. (2004). Economische waardering van cultuurhistorie. Case studie Tieler- en Culemborgerwaard. Witteveen+Bos, Rotterdam, 102p.

 

RUIJGROK, E.C.M., BROUWER, R. en VERBRUGGEN, H. (2004). Waardering van natuur, water en bodem in maatschappelijke kosten baten analyses. Een handreiking ter aanvulling op de leidraad OEI. Witteveen+Bos, Rotterdam, 67p.

 

SCHELHAAS, M.J., VAN WIJK, M.N. en NABUURS, G.J. (2002). Koolstofvastlegging in bossen: een kans voor de boseigenaar? Alterra-rapport 553. Alterra, Research instituut voor de groene ruimte, Wageningen, 52p.

 

STRUYF, J. en VERVOORT, L. “Landschap en erfgoed als hefboom voor de beweging”. Online beschikbaar op: http://www.velpe-mene.be/files/nieuwsbrief/nieuwsbrief%20velpe-mene%202…. Laatst gewijzigd: 01/09/2005. Datum laatste raadpleging: 19/12/2005.

 

TACCONI, L. (2000). Biodiversity and ecological economics. Participation, values and resource management. Earthscan Publications Ltd, Londen, 254p.

 

TOERISME VLAAMS-BRABANT (s.d.). Srategisch beleidsplan toerisme en recreatie voor Hageland 2003-2007. S.l., 169p.

 

TURNER, R.K., PEARCE, D. en BATEMAN, I. (1994). Environmental economics: an elementary introduction. Harvester Wheatsheaf, Londen, 324p.

 

VLAANDEREN.BE (2003). “Geluidsdrukniveaus”. Online beschikbaar op: http://www.wegen.vlaanderen.be/verkeer/geluid/geluidsdruk.php. Laatst gewijzigd: 07/02/2003. Datum laatste raadpleging: 27/07/2006.

 

VAN GOETHEM, J.L. (2006). Biodiversiteit. Cursustekst, master in duurzame ontwikkeling en menselijke ecologie, Vrije Universiteit Brussel, academiejaar 2005-2006, 59p.

 

VAN LANGENHOVE, G. en HERMY, M. (1996). De schermfunctie van bossen, AMINAL, Afdeling Bos en Groen, 120p.

 

VANNESTE, L. (2004). “Hoegaarden, wereldreis door het Brabantse leemplateau”. In: VANNESTE, L. Groot wandelboek Vlaanderen. Uitgeverij Lannoo, Tielt, 360p.

 

VERSWEYVELD, S. (2006). “Persbericht Natuurpunt: Samenwerking Natuurpunt en Toerisme Vlaanderen.”

Online beschikbaar op: http://www.natuurpunt.be/default.asp?ID=1988. Laatst gewijzigd: 03/01/2005. Datum laatste raadpleging: 03/01/2005.

 

VOGELBESCHERMING VLAANDEREN VZW (2003). “Roofvogeldoders betalen 22 278 euro schadevergoeding”. Online beschikbaar op: http://www.vogelbescherming.be/. Laatst gewijzigd: 03/12/2003. Datum laatste raadpleging: 28/07/2006.

 

Werkgroep Meldertbos, “Het bos in het dorp” nieuwsbrief nr. 4, juni 2005. Online beschikbaar op: http://www.velpe-mene.be/files/nieuwsbrief_meldertbos_juni_2005.pdf. Laatst gewijzigd: 24/10/2005. Datum laatste raadpleging: 19/12/2005.

 

WINPENNY, J.T. (1991). Values for the environment: a guide to economic appraisal. HMSO, Londen, 277p.

 

Download scriptie (2.76 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2006