Free form architecture

Hanne
Weltens

 

 Hanne Weltens
Vrije vorm architectuur: vrije keuze?
 
 
 
1968… werklui en bezoekers van de werf treden naar voren. Ze beklimmen het dak van een sculpturale betonnen woning te Luik. Er wordt hen gevraagd om de sterkte van de constructie te testen door druk op het dak uit te oefenen. In die tijd de gebruikelijke manier van werken, anno 2009 wordt de hulp van de computer ingeroepen.
 
 
Op 18 augustus 2009 is het nieuwe treinstation in Luik-Guillemins feestelijk ingehuldigd. Dit pareltje van de Spaanse architect Santiago Calatrava is adembenemend. Het is een monumentale koepel van maar liefst 200m lang en 35m hoog, gemaakt van staal, glas en wit beton. Velen zullen zich afvragen hoe dergelijke vormen en constructies precies tot stand komen. Het is algemeen geweten dat architecten graag hun grenzen verleggen. Dit uit zich vaak in innovatieve en complexe vormgevingen, waarbij vaak nieuwe technieken of constructieprincipen ontstaan om die gewenste vorm te verwezenlijken. Het treinstation in Luik-Guillemins met zijn geometrische architectuur is hier een voorbeeld van. Ook vrije vorm architectuur valt onder deze noemer. Beton[1] is hierbij vaak het uitverkoren materiaal, aangezien het een ideaal verwerkingsmateriaal is om vrije vormen te realiseren. Deze vrije vorm architectuur daagt als het ware de architect uit creatief te zijn bij de realisatie en de constructie van het bouwwerk.
 
Architectuur is een antwoord op een omgeving, een programma van eisen en functionele eisen. Ook vrije vorm architectuur tracht dit te doen, maar op een meer creatieve en eigenzinnige manier. Vaak wordt het tenonrechte onefficiënt ruimtegebruik verweten, maar in bepaalde gevallen vraagt het landschap een andere invulling dan de traditionele, orthogonale architectuur. Vaak versterkt het gebruik van vrije vormgeving de functies en de intenties van het gebouw. Een typische verschijningsvorm kent deze architectuur niet. Dit komt omdat vrije vorm architectuur gezien kan worden als een ontwerpbenadering waarin de architect vrij is in zijn doen, denken en ontwerpen. Complexe geometrie, vloeiende lijnen en gevouwen vlakken zijn enkele typerende kenmerken. Bij de realisatie van vrije vorm architectuur valt men vaak terug op drie betontechnieken: ter plaatse storten, prefabricage en een spuittechniek. De redenen voor het kiezen van een welbepaalde techniek zijn verschillend voor ieder project. Zo kan esthetiek, kostprijs of het pragmatische een rol spelen.
 
Een allereerst techniek is het ter plaatse storten van beton. Deze techniek wordt veelvuldig toegepast. Het is net zoals gipsen beeldjes maken. Iedereen kent het nog wel. Je hebt een rubberen mal, waar het vloeibare gips wordt ingegoten. Vanaf het ogenblik dat de gips uitgehard is, wordt de mal verwijderd. In de architectuurwereld wordt mal eerder bekisting genoemd. Deze wordt volgegoten met vloeibaar beton. Als het beton voldoende uitgehard is, wordt de bekisting verwijderd. Ter plaatse gestorte vrije vorm constructies vragen meer materiaal, meer tijd en mankracht en zijn bijgevolg niet goedkoop. De bekisting is eveneens niet standaard. Vrije vorm constructies vragen op maat gemaakte bekistingen.
Geprefabriceerde betonelementen – vooraf vervaardigd, meestal in fabriekomstandigheden – worden in de vrije vorm architectuur zelden toegepast. Dit komt omdat de bekisting een eigen unieke vorm heeft en geen onderdeel kan herhaald worden. Toch zijn er projecten uitgevoerd in prefab betonelementen, aangezien de fabriekomstandigheden gunstiger zijn dan de werfomstandigheden. Een bijkomend voordeel van prefab is dat de bouwtermijn ingekort kan worden, aangezien het merendeel van het werk op voorhand plaatsvindt.
Een andere gebruikte techniek is het spuiten van beton. Spuitbeton kan omschreven worden als beton dat onder druk, samen met verneveld water, tegen een dragende laag of bekistingplaat wordt aangespoten. Hierna hardt het beton uit. Spuitbeton wordt initieel toegepast als bescherming tegen instortingen bij diepe uitgravingen of voor de herstelling van beschadigde constructies. Langzaam aan kent het zijn toepassing in de architectuur. Niet alleen omwille van zijn esthetische kwaliteiten – het ruwe uitzicht - maar ook omdat het ingeschakeld kan worden voor die projecten waar geen ruimte is voor bekisting. Spuitbeton kan gebruikt worden voor het realiseren van vrije vorm architectuur, aangezien eender welke vorm of dikte mogelijk is.
 
 
 “Wat zijn jullie mijn collega architecten en ingenieurs aan het doen? Hoe gebruik je je super macht aan u gegeven door het heelal? Waarom blijven jullie in routine leven? Word wakker, er moet een nieuwe wereld gecreëerd worden binnen onze wereld.” Hier is architect Frederick Kiesler aan het woord. Hij doet een oproep aan alle architecten en ingenieurs om de routine te doorbreken. Weg met die “dozen” van het modernisme. Een gebouw moet een vloeiend organisme zijn, moet bewegen en zich aanpassen aan het lichaam van de mens. In zekere zin houdt Kiesler een pleidooi voor organische en vrije vorm architectuur. Hij wil hiermee het belang van het menselijk lichaam in de architectuur herbevestigen. Voor de doorbraak van de computer kent deze vrije vorm architectuur weinig navolging. Nu maakt het niet veel uit hoe ingewikkeld de vormen zijn, technisch zijn ze volgens Joop Paul, directeur van Arup Nederland, altijd te realiseren. Dit komt doordat veel vormen variaties zijn op of te herleiden zijn tot traditionele constructies met bogen of kolommen. Bovendien hebben de softwarepakketten het ontwerpen, tekenen, verifiëren van draagconstructies en de praktische realisatie van vrije vorm architectuur vereenvoudigd. Vrije vorm architectuur staat ook voor een uitdaging. Het zou naar duurzaamheid toe boeiend zijn de vorm in te zetten om de prestatie van een gebouw te verbeteren.

[1]Beton is een kunstmatig steenachtig materiaal. Het is samengesteld uit het bindmiddel cement en toeslagmaterialen zoals zand, grind of steenslag.

Bibliografie

 

Weltens, H., Free form architecture, Drukkerij UHasselt, Diepenbeek, 2009, p. 1-193
 
Krissel, M., Frederick Kiesler: inside the Endless House…, University of Pennsylvania, 2003, p. 1-26
 
Millais, M., Building Structures: From Concepts to Design, Taylor & Francis, 2005, p. 229-233

Download scriptie (7.52 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool PXL
Thesis jaar
2009