Het dienstbetoon van parlementariërs in Vlaanderen en Wallonië na de invoering van de Nieuwe Politieke Cultuur : een vergelijkende studie

Steven
Vansina

Dienstbetoon: een in België voorbijgestreefd fenomeen?

 

“Er was een tijd dat nagenoeg alles in dit land gearrangeerd werd. En dat is niet eens zó lang geleden. Op een nummerplaat moest je weken en weken wachten als je tenminste niet iemand kende die via via iemand kon aanspreken om je aanvraag bovenop het stapeltje te leggen. Telefoonaansluiting? Zelfde verhaal. Het had allemaal te maken met het dienstbetoon van de politici, van het locale niveau tot op de banken van de regering.”

 

Deze passage zet meteen de trend. Dienstbetoon wordt heden ten dage met een zweem van illegaliteit en onduidelijkheid belast. Het bevindt zich in de grijze zone tussen legaliteit en corruptie. Het is iets waaraan haast iedereen meedoet. Slechts weinigen distantiëren zich er categoriek van, nog minder spreken er in alle openheid over. De vele schandalen in en rond de stad Charleroi inzake bijvoorbeeld haar huisvestingsmaatschappij, maar evengoed aan Vlaamse zijde de schandalen bij de Dienst ruimtelijke ordening en leefmilieu in West-Vlaanderen hebben er toe geleid dat men zich kan afvragen hoe dienstbetoon vandaag concreet gestalte vindt. Is het een praktijk die tot het verleden behoort? Zijn er inzake dienstbetoon verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië?

 

Om op deze en andere vragen een antwoord te kunnen bieden, werd het concept dienstbetoon in een aantal variabelen ingedeeld wat het mogelijk maakte het dienstbetoon in zijn volledigheid te meten. Door middel van een schriftelijke enquête op het internet, welke naar elk Vlaams en elk Waals parlementslid werd opgestuurd, hebben we vele vragen kunnen ophelderen.

Wij kwamen tot de constatatie dat er significante verschillen blijken te zijn inzake een aantal variabelen van dienstbetoon, tussen Vlaamse en Waalse parlementsleden. Zo worden Waalse parlementsleden significant meer aangesproken inzake tewerkstelling dan hun Vlaamse collega’s. Vlaamse parlementsleden worden anderzijds significant meer aangesproken inzake cultuur en onderwijs dan hun Waalse tegenhangers. Ook inzake de aard van vragen waar parlementsleden mee geconfronteerd worden kwam er een significant verschil aan het licht. “Bemiddeling met de administratie” was inderdaad een aard van vraag die Waalse parlementsleden significant meer aanduidden dan Vlaamse parlementsleden. Inzake de omvang van dienstbetoon zijn we een aantal interessante zaken op het spoor gekomen. Zo vonden we dat Waalse parlementsleden gemiddeld 43 dienstbetoondossiers per maand behandelen. Dit staat in schril contrast met het gemiddelde van 14 bij hun Vlaamse collega’s. Ook inzake de tijd die parlementsleden aan dienstbetoon spenderen werd een significant verschil gevonden. Waalse parlementsleden spenderen gemiddeld 18 uur per week aan dienstbetoon, hun Vlaamse tegenhangers doen dat gemiddeld 12 uur per week. Ten derde werd gevonden dat Vlaamse parlementsleden makkelijker een dossier waar zij zelf niet in gespecialiseerd zijn aan een meer onderlegde collega doorgeven dan hun Waalse collega’s.

We vroegen ons af of we een gedragspatroon op het spoor konden komen. Zou het niet kunnen dat een bepaald gedrag samenhangt met bepaalde attitudes en dat deze in een verder stadium percepties mede bepalen? Inderdaad : wij vonden dat het gedrag van parlementsleden die veel aan dienstbetoon doen (wat we bepaald hebben door te vragen hoeveel tijd parlementsleden wekelijks aan dienstbetoon spenderen, hoeveel dienstbetoondossiers ze gemiddeld maandelijks behandelen en in hoeverre ze een dossier waar ze niet in gespecialiseerd zijn eerder zelf zullen behandelen of aan een meer onderlegde collega zullen doorgeven) samenhangt met het zich al dan niet aanmeten van een “person to person style” en het zichzelf als een “welfare officer” zien. Het eerste houdt in dat een parlementslid zich persoonlijk verbonden voelt met zijn kiezers en zich erin herkent. Het laatste houdt in dat een parlementslid gaat tussenkomen voor de noden van individuele kiezers uit zijn kiesdistrict. Deze parlementaire stijlen of attitudes hangen dan weer samen met de perceptie dat er een electoraal voordeel aan dienstbetoon verbonden is.

Na het opstellen van dit samenhangend patroon, hebben we vastgesteld dat er meer Waalse dan Vlaamse parlementsleden aan dit gedragspatroon van “dienstbetoner” beantwoorden. Als parlementslid heeft men de keuze om dit patroon aan te nemen of niet. Als men het patroon aanneemt, hangt het gedrag van dat parlementslid zoals aangetoond samen met bepaalde attitudes, welke op hun beurt samenhangen met een bepaalde perceptie.

 

Verklaringen bieden voor deze verschillen is geen sinecure. Uiteraard zijn er een aantal voor de hand liggende verklaringen zoals voor het feit dat Waalse parlementsleden meer aangesproken worden inzake tewerkstellingsproblemen. Dit heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met de hogere werkloosheidsgraad in Wallonië dan in Vlaanderen.

Voor andere verschillen zijn er minder voor de hand liggende verklaringen. Zo is de deontologische code (een code die aflijnt wat mag en niet mag in het dienstbetoon) naar voor geschoven en samen met de “Nieuwe Politieke Cultuur” (een beweging die door middel van een zuiverdere politiek het geschokt vertrouwen in de politiek en de politici opnieuw wou herstellen medio de jaren 1990) als verklaring aangenomen voor het feit dat aan Waalse parlementsleden meer gevraagd wordt te bemiddelen met de administratie dan aan hun Vlaamse collega’s. Enerzijds zou “bemiddelen” bij Vlaamse parlementsleden eerder een gevoel opwekken van “not done”, dit om reden van de deontologische code. Verder zou de “Nieuwe Politieke Cultuur” er kunnen voor gezorgd hebben dat in Vlaanderen alles doorzichtiger geworden is en dat burgers makkelijker zelf hun weg vinden naar de administratie doordat het voor hen duidelijk is geworden wie ze moeten aanspreken, hoe en waarom. In Wallonië zou het kunnen dat doordat deze “Nieuwe Politieke Cultuur” minder ingeburgerd is, burgers blijven gebruik maken van de bemiddeling van politici om hun probleem op te lossen.

Op een abstracter niveau is het zo dat Vlaamse parlementsleden gevoeliger zijn voor de Angelsaksische cultuur, daar waar Waalse parlementsleden gevoeliger zijn voor Franse invloeden. Dit hebben we dan ook voorzichtig mede als element van verklaring naar voor geschoven voor een aantal zaken. Iedere cultuur heeft immers haar manieren van werken en denken.

 

De gevonden verschillen net als de overeenkomsten geven ons alleszins een goed beeld van hoe Vlaamse en Waalse parlementsleden denken inzake het in de pers negatief geconnoteerde dienstbetoon. Als algemene eindconclusie is het gepast te stellen dat dienstbetoon vandaag de dag nog een actuele praktijk is; dat er zowel inzake probleemsoorten als aard van vragen waar de parlementsleden mee geconfronteerd worden verschillen zijn tussen Vlaanderen en Wallonië en dat Waalse parlementsleden meer het gevonden patroon van “dienstbetoner” aannemen dan hun Vlaamse collega’s.

 

 

Bibliografie

Referenties

X, “Manifeste pour la culture wallonne” in

X,

X, “Twee voeten op de grond” in

X, “Arrangeren” in

X, “België iets corrupter geworden” in

X, “Wat is voor u uw belangrijkste identiteit” in

AISH-VAN VAERENBERGH, A.M., FROGNIER, A.P. en VAN DIEST, S.,

AISH-VAN VAERENBERGH, A.M., BEERTEN, R., BILLIET, J., CARTON, A., FROGNIER, A.P., RIHOUX, B., SWYNGEDOUW, M. en VAN DIEST, S.,

AISH-VAN VAERENBERGH, A.M., BAUDEWYNS, P., BILLIET, J., DEPICKERE, A., FROGNIER, A.P., MATEO DIAZ, M., MEERSSEMAN, E. en SWYNGEDOUW, M.,

ARIJS, M., “Vlaanderen is zijn geheugen kwijt” in

BANFIELD, E.C., “Revenu sharing in theory and practice” in

BARKER, A. en RUSH, M.,

BEERTEN, R., BILLIET, J., CARTON, A. en SWYNGEDOUW, M.,

BILLIET, J. en HUYSE, L., “Verzuiling en politiek: theoretische beschouwingen over België na 1945” in

BILLIET, J., SWYNGEDOUW, M. en MEERSSEMAN, E.,

BIONDI, P., “Morphologie des partis politique francophones en 1998 et 1999” in

BOUVEROUX, J.,

BRINCKMAN, B. en ALDERS, I., “Flahaut redde het deze keer niet” in

BRYS, J. en SLAETS, S., “Liever geen burenruzies” in

BUCK, J.V. en CAIN, B.E., “British MPs in their constituencies” in

CACIAGLI, M. en BELLONI, F.P., “The “new” Clientelism in Southern Italy: the christian democratic party in Catania” in EISENSTADT, S.N. en LEMARCHAND, R., (Reds.),

CAIN, B.E., FEREJOHN, J.A. en FIORINA, M.P.,

CELIS, K.,

DE BECKER, E.,

DEKEYZER, K.,

DE KINDER, K.,

DEPAUW, S.,

DEPAUW, S., “De invloed van het politiek dienstbetoon van Vlaamse parlementsleden op de parlementaire functievervulling in 1992-93” in

DEPAUW, S.,

DE RIJCK, C.,

DEWACHTER, W., Sociologie van de politieke partijen, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1994, 336 p.

DEWACHTER, W., THOMAS, I. en DEPAUW, S.,

DEWACHTER, W.

DEWEERDT, M.

DE WINTER, L., “De partijpolitisering als instrument van particratie. Een overzicht van de ontwikkeling sinds de Tweede Wereldoorlog” in

DE WINTER, L., “Particratie als blokkade” in

DE WINTER, L., “Het sociaal dienstbetoon van politici als niet juridische vorm van probleemoplossing” in

DE WINTER, L.,

DE WINTER, L.,

DEWINTER, F.,

DIERICKX, G. en MAJERSDORF, P.,

ELLEMERS, J.E., “Patronage in sociologisch perspectief “ in

ELLING, R.C., “The utility of state legislative casework as a means of oversight” in

FENNO, R.F., “U.S. House members in their constituencies: an exploration” in

FENNO, R.F.,

FONTEYN, G., “PS-kiezers zijn wel meer gewoon” in

FROGNIER, A.P., “L’identité wallonne et l’identité Belge : les leçons des sondages” in VAN CAUWENBERGHE, J.C. (Red.),

FROGNIER, A.P., AISH-VAN VAERENBERGH, A.M., “Au-delà des elections de 1995: L’affaire Dutroux comme révélateur de la crise du lien entre l’opinion publique et la politique” in FROGNIER, A.P., AISH, A.M. (Reds.),

GALLAGHER, M. en KOMITO, L., “Dail deputies and their constituency work” in COAK-LEY, J. en GALLAGHER, M. (Reds.),

GAMBETTA, D., “Claro!: An essay on discursive machismo”, in ELSTER, J. (Red.),

GELDERS, D.,

GOLDEN, M.A.,

GOORDEN, J. in

GRAZIANO, L., “A conceptual framework for the study of clientelistic behaviour” in

HAZAN, R.Y. en MAOR, M.,

HEITSHUSEN, V., YOUNG, G. en WOOD, D.M.,

HONGENAERT, L.,

HONDEGHEM, A., “Zin en onzin over de politisering van de overheidsdiensten en van het gerecht” in MAES, R. (Red.),

HUYSE, L., “Het social dienstbetoon van politieke mandatarissen” in

HUYSE, L., “Pillarisation reconsidered” in

HUYSE, L.,

JOHANNES, J.R., “The distribution of casework in the U.S. congress: an uneven burden” in

KING, G., “Constituency Service and incumbency advantage” in

KOOLE, R.,

KREPPEL, A., “The impact of parties in government on legislative output in italy” in

LANCASTER, T.D. en PATTERSON, W.D., “Comparative pork barrel politics: Perceptions from the West German Bundestag” in

LANCASTER, T.D.,

LEMARCHAND, R., “Comparative political clientelism: structure process and optic” in EISENSTADT, S.N. en LEMARCHAND, R., (Reds.)

LIJPHART, A., “Consociational democracy” in Mc RAE, K. (Red.),

MAGDELIJNS, D.,

MAYHEW, D.R.,

MEDARD, J.F., “Le rapport de clientèle: du phénomène social à l’analyse politique” in

MEZEY, M.L.,

MULLER, W.C. en SAALFELD, T., “Roles in legislative studies: A theoretical introduction” in MULLER, W.C. en SAALFELD, T. (Reds.),

NORRIS, P.,

NORTON, P., “Dear minister... The importance of MP-to-Minister correspondence” in

NORTON, P. en WOOD, D., “Constituency Service by members of parliament: Does it contribute to a Personal Vote?” in

PARSONS, T. en SHILS, E.,

PELGRIMS, C.,

PETITJEAN, F. en MOERMAN, B., “Vlaams-Waalse verschillen” in

PILET, J.-B. en VAN HAUTE, E., “Morphologie des partis politiques francophones en 2004 et 2005” in

PIROTTE, J., “Carences et atouts de l’identité wallonne” in VAN CAUWENBERGHE, J.C. (Red.),

POULLET, E., “De politisering van het openbare ambt” in

QUEVIT, M. en AIKEN, M.,

RAWLINGS, R., “The MP’s complaint service” in

ROKKAN, S., “Towards a generalized concept of verzuiling: a preliminary note” in

ROSENTHAL, A., “The legislative institution- in transition and at risk” in VAN HORN, C.E. (Red.),

ROSIER, J.M., “Sur la culture wallonne” in

SCOTT, J.C., “Corruption, machine politics and political challenge” in

SCOTT, J.C., “Patron-client politics and political change in South-East Asia” in

SEARING, D.D., “The role of the good constituency member and the practice of representation in Great Britain” in

SEARING, D.D.,

SERRA, G. en COVER, A.D., “The electoral consequences of perquisite use: the casework case” in

SHEPSLE, K.A. en BONCHEK, M.S.,

STROM, K., “Rules, reasons and routines: Legislative roles in parliamentary democracies” in MULLER, W.C. en SAALFELD, T. (Reds.),

TEGENBOS, G., “Jaak Gabriëls krijgt blaam” in

THEOBALD, R., “The decline of patron-client relations in developed societies” in

THOMPSON, J.A. en MONCRIEF, G.F., “Pursuing the pork in a state legislature: a research note” in

TYTGAT, M., “Dienstbetoon hoort zonder meer bij de politiek” in

VAN DALE LEXICOGRAFIE,

VAN DAM, D.,

VAN DAM, D., “La construction de l’identité Flamande” in VAN CAUWENBERGHE, J.C. (Red.),

VAN DAM, D. en NIZET, J.,

VANDENHOVE, L., “De politieke zuilen” in DILLEMANS, R., DE SCHRYVER, R., BELLEN, M.-J. en BERODE, E. (Reds.),

VAES, B. en TEGENBOS, G., “Waarom Vlaanderen wil splitsen en dat Wallonië beangstigt” in

VAN HASSEL, H.,

VERMEULEN, D.,

VERMEULEN, D., “Politiek dienstbetoon is macht, ook in de christen democratie” in

VERMINCK, M., “Morphologie des partis politique francophones en 1988 et 1989” in

Cahiers Marxiste, 187, (1992), pp. 129-132.Justitie, veiligheid en een nieuwe politieke cultuur, Kortrijk, 1996, 1.(25.03.2007: http://www.openvld.be/file?fle=104).Het belang van Limburg, 07.02.1997.Gazet Van Antwerpen, 10.03.2006.De Standaard, 07.11.2006.De Standaard, 24.03.2007, 5.Enquête nationale sur les opinions, les attitudes et les comportements politiques et sociaux des Belges 1991-1992. Codebook, Louvain-la-neuve, Point d’appui interuniversitaire sur l’opinion publique et la politique, 1993, 183 p.1995 General elections study Belgium: codebook and questionnaire, Leuven, Interuniversitair steunpunt politieke-opinieonderzoek en Point d’appui interuniversitaire sur l’opinion publique et la politique, 1998, 217 p.1999 General elections study Belgium: codebook: questions and frequency tables, Leuven, Interuniversitair steunpunt politiekeopinieonderzoek en Point d’appui interuniversitaire sur l’opinion publique et la politique, 2002, 224 p.De Standaard, 06.04.2007, L5.The public interest, (1971), pp. 33-45.The member of parliament and his information, London, Allen and Unwin, 1970, 443 p.Source book of the voter’s study in connection with the general election, Leuven, Interuniversitair steunpunt politieke-opinie onderzoek, 1993, 281 p.Belgisch tijdschrijft voor de nieuwste geschiedenis, 8, (1982), 1, pp. 83-118.Motieven in partijkeuze. De nationale verkiezingen van 13 juni 1999: resultaten van de VRT -Tijd - ISPO Exit-poll, Leuven, Departement Sociologie KUL, 2001, 32 p.Res Publica, 42, (2000), 2-3, pp. 335-378.Van zwarte zondag tot paars groen, Antwerpen, Houtekiet, 2003, 224 p.De Standaard, 28.02.2007, 5.Gazet Van Antwerpen, 15.02.2006.Legislative studies quarterly, 15, (1990), 1, pp. 127-143.Political clientelism, patronage and development, Beverly Hills, Sage-publications, 1981, 35-55.The personal vote: Constituency service and electoral independence, Cambridge, Harvard university press, 1987, 268 p.Het Vlaams Parlement, Nieuwe Politieke Cultuur en het potentieel voor een valorisering van het maatschappelijk kapitaal van vrouwen in de politieke besluitvorming, Brussel, Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, 2001, 69 p.Het parlementslid als makelaar in dienstbetoon, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1984 (Diss. Lic.), 151 p.Het effect van dienstbetoon op het aantal voorkeurstemmen : onderzoek naar het verband tussen dienstbetoon en de voorkeurstemmen bij gemeenteraadsleden, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1989 (Diss. Lic.), 147 p.Effect van het politiek dienstbetoon op het voorkeurstemmengedrag : een onderzoek bij Vlaamse parlementsleden, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1997 (Diss. Lic.), 110 p.De invloed van het politiek dienstbetoon van parlementsleden op de werking van het Belgisch parlement: een onderzoek bij Vlaamse parlementsleden, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1995 (Diss. Lic.), 189 p.Res publica, (1996), 1, pp. 135-156.Vraag omtrent selective incentives, 12.03.2007 (E-mail).Corruptie in de Belgische politiek, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 2006 (Diss. Lic.), 102 p.Afscheid van het laatste dubbelparlement, Leuven, Acco, 1997, 256p., Politieke partijen: Een stramien tot een ontwikkelingsgerichte, politologische analyse van het machtsinstrument politieke partij deel 1, Leuven, Acco, 2006, 276 p., Funkties en dysfunkties van het dienstbetoon door parlementsleden, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1975 (Diss. Lic.), 83 p.Res Publica, 23, (1981), 2, pp. 73-74.De nieuwe maand, (1981), 5, pp. 334-346.Kultuurleven, 50, (1983), 3, pp. 232-242.The Belgian legislator, Florence, European university institute, 1992 (Diss. Doc.), 454 p.Political corruption in the Belgian Partitocracy: An endemic case? Paper gepresenteerd op de European University Institute in Florence –Italië, 06.2000, 36 p.CD&V doet het tegenovergestelde van wat ze 5 jaar geledenbeweerden, Brussel, 2004. (25.03.2007: http://www.vlaamsbelangvlaamsparlement.org/index.php?p=initiatieven&id=… politieke cultuur van amtenaren enpolitici in België, Brugge, Vanden Broele, 1994, 194 p.Sociologische gids, (1969), pp. 432-442.Legislative studies quarterly, 4 , (1979), 3, pp. 353-379.The American political science review, 71, (1977), 3, pp. 883-917.Home style: House members in their districts, Boston, Little brown, 1978, 304 p.Het Laatste nieuws, 10.10.2005.Oser être Wallon !, Gerpinnes, Quorum, 1998, 29-44.Des élections en tromp-l’oeil, Brussel, 1999, 185-195.Politics in the Republic of Ireland, Galway, 1992, 135-150.Deliberative democracy, Cambridge, Cambridge university press, 1998, 19-43.Evolutie politieke marketing (03.05.2007, https://cygnus.cc.kuleuven.be/webapps/portal/frameset.jsp?tab=courses&u… connections: the effects of the personal vote on political patronage, bureaucracy and legislation in postwar Italy. Paper gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst van de American Political Science Association in Washington – Verenigde Staten van Amerika, 2000, 24 p.Het nieuwsblad, 29.03.1996, 3.European journal of political research, 4, 1976, pp. 149-174.Parties, elections and cleavages: Israel in comparative and theoretical perspective, London, London: Cass., 2000, 216 p.MP Constituency Activity in Westminster-style parliaments: Australia, Canada, Ireland, New Zealand and the U.K. Paper gepresenteerd op de meeting van de American Political Science Association in Boston – Verenigde Staten van Amerika, 2002, 16 p.De transferzijde van het politiek dienstbetoon, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1986 (Diss. Lic.), 155 p.Democratie, Legitimiteit, Nieuwe Politieke Cultuur, Leuven, Acco, 1997, 75-90.Welzijnsgids, (1979), pp. 1-4.Acta politika, 19, (1984), 1, pp. 145-158.De verzuiling voorbij, Leuven, Kritak, 1987, 103 p.Legislative studies quarterly, 5, (1980), 4, pp. 517-544.British journal of political science, 21, (1991), 1, pp. 119-128.De opkomst van de moderne kaderpartij. Veranderde partij organisatie in Nederland. 1960-1990, Utrecht, Spectrum, 1992, 462 p.European journal of political research, 31, (1997), 3, pp. 327-349.Comparative Political Studies, 22, (1990), 4, pp. 458-477.Parliamentary representation and constituency service: the case of Austria. Paper gepresenteerd op de joint sessions of workshops of the European consortium for political research in Turijn – Italië, 22-27.03.2002, 26 p.Political clientelism, patronage and development, Beverly Hills, Sage-publications, 1981, 1-35.Consociational democracy, political accomodation in segmented societies, Toronto, 1974, 70-89.Politiek dienstbetoon van de SP bij regeringsdeelname en bij oppositie (1977-1985), Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1987 (Diss.Lic.), 153 p.Congress: The electoral connection, New Haven, Yale university press, 1974, 194 p.Revue française de science politique, 26, (1976), 1, pp. 103-131.Comparative legislatures, Durham, Duke university, 1979, 317 p.Members of parliament in western europe: Roles and behaviour, London, Frank Cass and company, 1997, 1-16.Electoral engineering, Cambridge, Cambridge university press, 2004, 375 p.Parliamentary affairs, 35, (1982), 1, pp. 59-72.Parliamentary affairs, (1990), 43, pp. 196-208.Toward a general theory of action, New York, Harper and Row, 1962, 506 p.Afschaffing kabinetten vereist versterking administratie, 11.10.2006. (05.03.2007, Katholieke Universiteit Leuven: http://soc.kuleuven.be/io/ned/persberichten/persio/tijd_20061011.pdf).De Standaard, 20.10.2006, E10-11.Res Publica, 48, (2006), 2-3, pp. 297-335.Oser être Wallon !, Gerpinnes, Quorum, 1998, 9-27.Kultuurleven, 41, (1974), 2, pp. 294-304.Les causes du déclin Wallons: L’influence du pouvoir politique et des groupes financiers sur le développement régional, Brussel, Vie ouvrière, 1978, 311 p.Modern law review, 53, (1990), 1, pp. 22-42.Political studies, 25, (1977), 4, pp. 563-570.The state of the states, Washington D.C., Congressional quarterly press, 1993, 115-148.Cahiers Marxiste, 187, (1992), 157-158, pp. 229-232.American political science review, 63, (1969), 4, pp. 1142-1158.American political science review, 66, (1972), pp. 91-113.The journal of politics, 47, (1985), pp. 348-381.Westminster’s world : understanding political roles, Cambridge (Mass.), Harvard university press, 1994, 498 p.Legislative studies quarterly, 17, (1992), 2, pp. 233-246.Analyzing politics: Rationality, behavior and institutions, New York, Norton, 1997, 472 p.Members of parliament in western europe: Roles and behaviour, London, Frank Cass and company, 1997, 155-174.De standaard, 24.11.2005, 2.European journal of sociology, (1983), 24, pp. 136-147.Legislative studies quarterly, 13, (1988), 3, pp. 393-401.Het nieuwsblad, 21.09.2006.Onlinewoordenboek, 2006. ( 05.03.2007, Van Dale lexicografie: http://www.vandale.be/opzoeken/woordenboek/?zoekwoord=dienstbetoon).Bli… we buren in België?, Leuven, Van Halewijck, 1996, 207 p.Oser être Wallon !, Gerpinnes, Quorum, 1998, 153-163.Wallonie-Flandre: des regards croisés, Brussel, De Boeck & Larcier, 2002, 220 p.Wegwijs cultuur, Leuven, 1986, 513-519.De Standaard, 27.03.2007.Het ministeriële kabinet. Peilen naar een sociologische duiding, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1974 (Diss. Doc.), 460 p.Patronage in de Belgische politiek, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1978 (Diss. Lic.), 136 p.De nieuwe maand, (1978), 9, pp. 534-543.Res Publica, 32, (1990), 2-3, pp. 313-348.

Download scriptie (1.14 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2007