Hoeveel katten kan de Aarde dragen?

Rutger
Lazou

Hoeveel katten kan de Aarde dragen?

Of all the issues affecting the welfare of companion animals in the United States, there can be none larger in scope, greater in magnitude, longer in duration and more worthy of disgrace than that of pet overpopulation” (Rochlitz, 2007, p. 119)

Niet alleen de Verenigde Staten, maar ook wij kampen met overpopulatie van katten. Van dode vogeltjes tot opengescheurde vuilniszakken, van volle asielen tot katten die zwerven: redenen genoeg om je kat te laten steriliseren. “Maar zal de huiskat dan niet uitsterven?” is een vaak gehoorde bekommernis. Misschien worden onze lieftallige Musti’s wel vervangen door luxe raskatten, die enkel gekocht kunnen worden voor veel geld. Om zo’n scenario’s te vermijden, moeten we bepalen waar we precies naartoe willen.

Met een kritische, moraalfilosofische blik gaan we na welke redenen er zijn om te streven naar minder katten in een bepaald gebied. We gaan na wat de impact van het aantal katten is op de belangen van mensen, op de belangen van de katten zelf en onderzoeken de impact van hun jaaggedrag en voeding. Zo kunnen we het ideale aantal katten bepalen waarnaar we moeten streven.

Menselijke belangen

Katten bieden mensen gezelschap, maar er zijn ook nadelen. Katten kunnen ziektes overdragen van dier op mens, zoals toxoplasmose. Bij een groot aantal katten is vooral ‘overlast’ echter het probleem. Mensen storen zich bijvoorbeeld aan nachtlawaai door vechtende katten. Dit weegt echter niet op tegen de angst, stress en pijn die de dieren zelf ervaren tijdens zo’n gevecht. Zo is ook de hinder door een opengescheurde vuilniszak slechts een banaliteit ten opzichte van de honger die de daders leden.

Stel: een asielmedewerker uit de buurt vraagt je een financiële bijdrage. Met het geld zou voedsel gekocht worden voor de katten in het asiel. Je wil echter ook een nieuw paar schoenen kopen… De katten in het asiel zouden veel meer hebben aan dat geld dan jij. Wat doe je? Veel mensen zouden voor de schoenen gaan. We mogen dit echter niet zomaar als een kwestie van liefdadigheid zien. De mens is verantwoordelijk voor de afhankelijke en kwetsbare situatie van de katten in het asiel. Het is onze burgerplicht om te zorgen voor de katten die er door ons zijn.

Het welzijn van katten

Vooral de belangen van katten zelf – en niet van mensen – bepalen dus wat hun ideale aantal is in een bepaalde gebied. Het is echter belangrijk om huiskattenpopulaties te onderscheiden van zwerfkattenpopulaties. Huiskatten groeien op bij mensen. Zwerfkatten groeien op in stedelijk omgevingen en kunnen nauw contact met mensen niet verdragen. Jouw huiskat – zelfs al gaat ze veel op pad – is afhankelijk van de zorg, ruimte en voeding die jij ze geeft. Zwerfkatten leven van prooien en etensresten die ze in menselijke omgevingen vinden, maar zijn niet afhankelijk van een baasje. Als er zwerfkatten rondlopen in de buurt, betekent dit allesbehalve dat er te veel huiskatten zijn. Huiskatten- en zwerfkattenpopulaties moeten apart worden gereguleerd.

Hoe minder katten, hoe beter het leven van elke kat. Bij een klein aantal huiskatten moeten er geen huiskatten in asielen verblijven, staan er altijd nieuwe baasjes klaar, enz. Bij een klein aantal zwerfkatten is er minder concurrentie voor voedsel en territorium. Maar het is toch ook goed dat er véél gelukkige katten zijn? Dit leidt tot een dilemma. Moeten we, in het belang van deze viervoeters, streven naar weinig katten die heel gelukkig zijn of naar veel katten die iets minder gelukkig zijn? De eerste positie streeft naar een hoog gemiddeld welzijn, wat leidt tot het besluit dat enkel de gelukkigste katten mogen overblijven. Ik vind de tweede positie, die streeft naar een zo hoog mogelijk totaal welzijn, aannemelijker. Vanaf een bepaald aantal katten, daalt het totale welzijn bij een nog groter aantal. Er is dus een ideaal aantal katten: het aantal katten dat het efficiëntst omspringt met de beschikbare bronnen.

Hoe kunnen we dit aantal nastreven? We kunnen katten niet zomaar doen verdwijnen: door ze te ‘euthanaseren’ (lees: doden) schenden we hun basisrechten. Daarom kunnen we enkel op voorhand, door een bepaald percentage katten te steriliseren, het toekomstig aantal sturen. Zeer nauwkeurig is deze methode echter niet, waardoor we moeten rekening houden met een foutenmarge. Bij overpopulatie ontstaat er al snel een vicieuze cirkel waarbij ziekte, stress, een slechte gezondheid (en lage adoptiekansen bij huiskatten) elkaar versterken. Om dit te vermijden, streven we beter naar een kleiner aantal katten dan het aantal dat het efficiëntst met de beschikbare bronnen omspringt.

De ecologische pootafdruk

Wie katten heeft, werd wellicht al geconfronteerd met een half opgegeten prooi op de deurmat. Katten jagen echter vooral op soorten met veel nakomelingen, waarvan slechts sowieso een klein deel overleeft. Bovendien jagen veel van deze prooien zelf. Veel rechtstreekse slachtoffers zijn er dus niet. Maar misschien zijn er wel veel onrechtstreekse slachtoffers door de ecologische impact van dit jaaggedrag.

Katten zouden ‘onnatuurlijke jagers’ zijn die ‘het natuurlijke evenwicht’ verstoren. Een natuurlijk evenwicht bestaat echter niet: natuurlijke processen verlopen chaotisch. Wel is het belangrijk dat katten geen diersoorten doen verdwijnen. Een grote verscheidenheid aan soorten zorgt namelijk voor een stabiel ecosysteem. Katten zouden een gevaar zijn omdat veel van hun prooien niet aangepast zijn aan hun aanwezigheid. Bovendien vermindert het aantal katten niet als het aantal prooien vermindert. Toch vormen katten geen gevaar voor het verdwijnen van soorten. Ze liggen vooral op de loer en vangen wat zich aandient. Zeldzame soorten staan zelden op het menu.

De voeding van huiskatten heeft wel een ecologische impact en maakt ook veel rechtstreekse slachtoffers. In tegenstelling tot alleseters, zoals mensen en honden, is het voor katten zeer moeilijk om over te schakelen naar een plantaardig dieet. Een alternatief zoals kunstvlees, gemaakt in laboratoria, kan deze negatieve impact vermijden.

Op dit moment is het broodnodig dat baasjes hun kat laten steriliseren, al moeten beleidsmakers ook hun deel van de verantwoordelijkheid opnemen. Ze mogen de kat niet uit de boom kijken, maar moeten streven naar een gecontroleerd systeem waarin een concreet aantal katten nagestreefd wordt dat afhangt van onze morele waarden.

 

Bibliografie

Alley Cat Allies. (2011). Biology and Behavior of the Cat. Geraadpleegd 8 oktober 2015, van http://www.alleycat.org/CatBiology

Belcourt, B.-R. (2015). Animal Bodies, Colonial Subjects: (Re)Locating Animality in Decolonial Thought. Societies, 5(1), 1–11. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.3390/soc5010001

Bradshaw, J. (2013). Het geheim van de kat: alles wat je over je kat wilt weten. Nieuw Amsterdam.

Bradshaw, J., Horsfield, G. F., Allen, J. A., & Robinson, I. H. (1999). Feral cats: their role in the population dynamics of Felis catus. Applied Animal Behaviour Science, 65(3), 273–283. http://doi.org/10.1016/S0168-1591(99)00086-6

Braeckman, J. (1996). Ethiek en het gedrag van mensen tegenover dieren - een historisch overzicht. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift.

Braeckman, J. (1998). Tom Regans visie op dierenrechten. Geraadpleegd 24 april 2016, van http://www.ethiekenmaatschappij.ugent.be/wp-content/uploads/2012/07/EM_…

Bremer, M. (2002). Animal Consciousness as a Test Case of Cognitive Science. Conference Paper. Geraadpleegd 3 mei 2016, van http://cogprints.org/2971/

Bru, A. (2016a, februari). Wat maakt je kat je wijs - introductie kattengedrag door Anneleen Bru (Felinova Animal Behaviour Consulting). Briljant Deinze.

Bru, A. (2016b, maart 2). Interview over de overpopulatie van de gedomesticeerde kat met Anneleen Bru (Felinova Animal Behaviour Consulting).

Bruers, S. (2010, mei). Een wiskundige theorie van rechtvaardigheid. Geraadpleegd 7 juli 2016, van https://stijnbruers.files.wordpress.com/2010/05/een-wiskundige-theorie-…

Bruers, S. (2014). Born Free and Equal? On the Ethical Consistency of Animal Equality. Doctoral dissertation, Ghent University.

Calver, M. C., Grayson, J., Lilith, M., & Dickman, C. R. (2011). Applying the precautionary principle to the issue of impacts by pet cats on urban wildlife. Biological Conservation, 144(6), 1895–1901. http://doi.org/10.1016/j.biocon.2011.04.015

Coleman, J. S., Temple, S. A., & Craven, S. R. (1997). Cats and Wildlife: A Conservation Dilemma. University of Wisconsin.

Crisp, R. (2001). Well-Being. Geraadpleegd 31 december 2015, van http://plato.stanford.edu/entries/well-being/

Crowell-Davis, S. L., Barry, K., & Wolfe, R. (1997). Social behavior and aggressive problems of cats. The Veterinary Clinics of North America. Small Animal Practice, 27(3), 549–568.

Daniels, M. J., Balharry, D., Hirst, D., Kitchener, A. C., & Aspinall, R. J. (1998). Morphological and pelage characteristics of wild living cats in Scotland: implications for defining the “wildcat”. Journal of Zoology, 244(2), 231–247. http://doi.org/10.1111/j.1469-7998.1998.tb00028.x

De Greef, A. (2016, mei 13). Interview met Ann De Greef (directeur Global Action in the Interest of Animals) over de overpopulatie van de gedomesticeerde kat.

De Smet, A., Dirix, J., Diependaele, L., & Sterckx, S. (2015). Globalization and Responsibility for Human Rights. Journal of Human Rights, 14(3), 419–438. http://doi.org/10.1080/14754835.2014.988786

De Vriese. (2016, mei 12). Interview met mevrouw De Vriese (coördinator dierenwelzijn provincie Limburg) over de overpopulatie van de gedomesticeerde kat.

Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding, & Dienst Dierenwelzijn en CITES. (2010). FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Geraadpleegd 15 juni 2016, van http://www.gaia.be/sites/default/files/campaigns/attachments/plan_actio…

Dixon, B. (2001). Animal Emotion. Ethics & the Environment, 6(2), 22–30.

Dore, F. Y., & Dumas, C. (1987). Psychology of Animal Cognition: Piagetian Studies. [Review]. Psychological Bulletin, 102(2), 219–233.

Driscoll, C. A., Menotti-Raymond, M., Roca, A. L., Hupe, K., Johnson, W. E., Geffen, E., … Macdonald, D. W. (2007). The Near Eastern Origin of Cat Domestication. Science, 317(5837), 519–523. http://doi.org/10.1126/science.1139518

Duus-Otterström, G., & Jagers, S. C. (2012). Identifying burdens of coping with climate change: A typology of the duties of climate justice. Global Environmental Change, 22(3), 746–753. http://doi.org/10.1016/j.gloenvcha.2012.04.005

Everett, J. (2001). Environmental Ethics, Animal Welfarism, and the Problem of Predation: A Bambi Lover’s Respect For Nature. Ethics & the Environment, 6(1), 42–67.

Frank, J. M., & Carlisle-Frank, P. L. (2007). Analysis of programs to reduce overpopulation of companion animals: Do adoption and low-cost spay/neuter programs merely cause substitution of sources? Ecological Economics, 62(3–4), 740–746. http://doi.org/10.1016/j.ecolecon.2006.09.011

Gautier, A. (1998). De gouden kooi - over het ontstaan van het huisdier. Linkeroevers Uitgevers Nv.

Gouveia, K., Magalhães, A., & de Sousa, L. (2011). The behaviour of domestic cats in a shelter: Residence time, density and sex ratio. Applied Animal Behaviour Science, 130(1–2), 53–59. http://doi.org/10.1016/j.applanim.2010.12.009

Heeger, R., & Brom, F. W. A. (2001). Intrinsic Value and Direct Duties: From Animal Ethics towards Environmental Ethics? Journal of Agricultural and Environmental Ethics, 14(2), 241.

Henderson, K. (2009). Relational Approaches to Animal Ethics and the Intuition of Differential Obligations. Geraadpleegd 7 april 2016, van https://dspace.library.uvic.ca/bitstream/handle/1828/3963/Hnederson_Kel…

Horta, O. (2013). Zoopolis, interventions and the State of Nature. Law, Ethics and Philosophy; 2013: Núm.: 1; P. 113-125. Geraadpleegd 14 september 2015, van http://repositori.upf.edu/handle/10230/24658

Hu, Y., Hu, S., Wang, W., Wu, X., Marshall, F. B., Chen, X., … Wang, C. (2014). Earliest evidence for commensal processes of cat domestication. Proceedings of the National Academy of Sciences, 111(1), 116–120. http://doi.org/10.1073/pnas.1311439110

Humphrey, N. (2000). One Self: a meditation on the unity of consciousness. Geraadpleegd 2 mei 2016, van http://www.humphrey.org.uk/papers/2000OneSelf.pdf

Humphrey, N. (2011). Soul Dust - The Magic of Consciousness. Princeton and Oxford: Princeton University Press.

Jones, R. C. (2012). Science, sentience, and animal welfare. Biology & Philosophy, 28(1), 1–30. http://doi.org/10.1007/s10539-012-9351-1

Jongman, E. C. (2007). Adaptation of domestic cats to confinement. Journal of Veterinary Behavior: Clinical Applications and Research, 2(6), 193–196. http://doi.org/10.1016/j.jveb.2007.09.003

Kessler, M. R., & Turner, D. C. (1999). Socialization and Stress in Cats (felis Silvestris Catus) Housed Singly and in Groups in Animal Shelters. Animal Welfare, 8(1), 15–26.

Kricher, J. (2009). The Balance of Nature: Ecology’s Enduring Myth. Princeton University Press. Geraadpleegd 3 juni 2016, van http://www.jstor.org/stable/j.ctt7spf5

Krieger, N. (2012). Who and What Is a “Population”? Historical Debates, Current Controversies, and Implications for Understanding “Population Health ” and Rectifying Health Inequities. http://doi.org/10.1111/j.1468-0009.2012.00678.x

Kumar, R. (2008). Permissible killing and the irrelevance of being human. The Journal of Ethics, 12(1), 57–80. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1007/s10892-007-9021-8

Kymlicka, W., & Donaldson, S. (2011). Zoopolis: A Political Theory of Animal Rights. Oxford: Oxford University Press. Geraadpleegd 18 december 2015, van https://books.google.be/books/about/Zoopolis_A_Political_Theory_of_Anim…

Loss, S. R., Will, T., & Marra, P. P. (2013). The impact of free-ranging domestic cats on wildlife of the United States. Nature Communications, 4, 1396. http://doi.org/10.1038/ncomms2380

Loyd, K. A. T., Hernandez, S. M., Carroll, J. P., Abernathy, K. J., & Marshall, G. J. (2013). Quantifying free-roaming domestic cat predation using animal-borne video cameras. Biological Conservation, 160, 183–189. http://doi.org/10.1016/j.biocon.2013.01.008

Mayer, R. (2007). What’s Wrong with Exploitation? Journal of Applied Philosophy, 24(2), 137–150. http://doi.org/10.1111/j.1468-5930.2007.00360.x

McMahan, J. (1981). Problems of Population Theory. Ethics, 92(1), 96–127.

Miller, G. T., & Spoolman, S. (2009). Essentials of Ecology (5 edition). Stamford, CT, USA: Broks/Cole Publishing Co.

Miller, S., & Makela, P. (2005). The Collectivist Approach to Collective Moral Responsibility. Metaphilosophy, 36(5), 634–651. http://doi.org/10.1111/j.1467-9973.2005.00397.x

Mũrĩithi, P. M. (2011). Does the rejection of wrongful life claims rely on a conceptual error? Journal of Medical Ethics, 37(7), 433–436. http://doi.org/10.1136/jme.2010.042051

Natoli, E. (1994). Urban feral cats (Felis catus L.): perspectives for a demographic control respecting the psycho-biological welfare of the species. Annali dell’Istituto Superiore Di Sanità, 30(2), 223–227.

Natoli, E., & Maragliano, L. (2007). Management of feral domestic cats in the urban environment of Rome (Italy). Preventive veterinary medicine, 77(3–4), 180–5. http://doi.org/10.1016/j.prevetmed.2006.06.005

Ng, Y.-K. (1995). Towards welfare biology: Evolutionary economics of animal consciousness and suffering. Biology and Philosophy, 10(3), 255–285. http://doi.org/10.1007/BF00852469

Ogan, C. V., Service, U. F., & Jurek, R. M. (1997). Biology and Ecology of Feral, Free-Roaming, and Stray Cats.

Palmer, C. (2011). The Moral Relevance of the Distinction Between Domesticated and Wild Animals. Geraadpleegd 8 april 2016, van http://www.oxfordhandbooks.com/view/10.1093/oxfordhb/9780195371963.001…

Palmer, C. (2015). Response to “Vulnerability, Dependence, and Special Obligations to Domesticated Animals” by Elijah Weber. Journal of Agricultural and Environmental Ethics, 28(4), 695–703. http://doi.org/10.1007/s10806-015-9554-y

Patten, B. C. (2014). Systems ecology and environmentalism: Getting the science right. Part I: Facets for a more holistic Nature Book of ecology. Ecological Modelling, 293, 4–21. http://doi.org/10.1016/j.ecolmodel.2014.04.010

Peeters, E. (2007). Problematiek van zwerfkatten en overpopulatie van katten in dierenasielen (Wetenschappelijk rapport) (p. 34). Brussel: Federale overheidsdienst volkgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu.

Persson, E. (2008). What is Wrong with Extinction? Doctoral dissertation, Lund University.

Pierpaoli, M., Biro, S., Hupe, K., Fernandes, B., Ragni, B., Szemethy, L., & Randi, E. (2003). Genetic distinction of wildcat (Felis silvestris) populations in Europe, and hybridization with domestic cats in Hungary. Molecular Ecology, 12, 2585–2598. http://doi.org/10.1046/j.1365-294X.2003.04939.x

Roberto, P. (1995). The Cat Rescue Movement vs. Wildlife Defenders. Geraadpleegd 8 oktober 2015, van https://www.dfg.ca.gov/wildlife/nongame/nuis_exo/dom_cat/cat.html

Robertson, S. A. (2008). A review of feral cat control. Journal of Feline Medicine & Surgery, 10(4), 366–375. http://doi.org/10.1016/j.jfms.2007.08.003

Rochlitz, I. (1999). Recommendations for the housing of cats in the home, in catteries and animal shelters, in laboratories and in veterinary surgeries. Journal of Feline Medicine & Surgery, 1(3), 181–191. http://doi.org/10.1016/S1098-612X(99)90207-3

Rochlitz, I. (2007). The Welfare of Cats. Dordrecht, Nederland: Springer. Geraadpleegd 31 maart 2016, van http://www2.univet.hu/users/knagy/books/Rochlitz,%20Irene,%20ed.%20-%20…

Ryberg, J. (1998). The Argument from Overpopulation: Logical and Ethical Considerations. Population and Environment, 19(5), 411–426.

Sandøe, P., & Christiansen, S. B. (2013). Ethics of Animal Use. John Wiley & Sons.

Scheffler, S. (1988). Consequentialism and its Critics. Oxford: Oxford University Press.

Schmidtz, D. (2005). What We Deserve, and how We Reciprocate. The Journal of Ethics, 9(3–4), 435–464. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1007/s10892-005-3516-y

Singer, M. G. (1965). Negative and Positive Duties. The Philosophical Quarterly (1950-), 15(59), 97–103. http://doi.org/10.2307/2218209

Stavisky, J. (2014). Too many cats: how owner beliefs contribute to overpopulation. Veterinary Record, 174(5), 116–117. http://doi.org/10.1136/vr.g1100

Sumner, L. W. (1986). [Review of Review of The Case for Animal Rights, door T. Regan]. Noûs, 20(3), 425–434. http://doi.org/10.2307/2215309

Tschanz, B., Hegglin, D., Gloor, S., & Bontadina, F. (2011). Hunters and non-hunters: skewed predation rate by domestic cats in a rural village. European Journal of Wildlife Research, 57(3), 597–602. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1007/s10344-010-0470-1

van Heezik, Y., Smyth, A., Adams, A., & Gordon, J. (2010). Do domestic cats impose an unsustainable harvest on urban bird populations? Biological Conservation, 143(1), 121–130. http://doi.org/10.1016/j.biocon.2009.09.013

Weber, E. (2015). Vulnerability, Dependence, and Special Obligations to Domesticated Animals: A Reply to Palmer. Journal of Agricultural and Environmental Ethics, 28(4), 683–694. http://doi.org/10.1007/s10806-015-9553-z

Weinberg, R. (2013). Existence: Who Needs It? The Non-Identity Problem and Merely Possible People. Bioethics, 27(9), 471–484. http://doi.org/10.1111/j.1467-8519.2012.01976.x

Weyts, B. (2016, juli 10). Nieuwe databank herenigt eigenaar en dier sneller. Geraadpleegd 21 juli 2016, van http://www.benweyts.be/nieuws/nieuwe-centrale-databank-maakt-registrati…

Winograd, N. (2013). The Lie at the Heart of the Killing. Geraadpleegd 23 mei 2016, van http://www.nathanwinograd.com/?p=12245

Download scriptie (1.08 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof dr. Johan Braeckman