6. BIBLIOGRAFIE 6.1 Wetgeving 7.1.1 Wetgeving in de meest brede zin • Het Burgerlijk wetboek 21 maart 1804, BS 3 september 1807, 0. • De gecoördineerde wetten op de Raad van State 12 januari 1973, BS 21 maart 1973, 3461. • Wet 28 juni 1983 houdende de inrichting, de bevoegdheden en de werking van het Arbitragehof, BS 8 juli 1983, 8911. 7.1.2 Wetgeving in formele zin • Gecoördineerde Grondwet 17 februari 1994, BS 17 februari 1994, 4054. • Bijzondere Wet 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, BS 7 januari 1989, 315. 7.1.3 Parlementaire voorbereidingen • Ontwerp van wet houdende de inrichting, de bevoegdheid en de werking van het Arbitragehof, Parl. St. Senaat, 1981-1982, nr. 246/2. 7.1.4 Adviezen • Adv. 52 1627/001 bij het ontwerp van wet houdende de inrichting, de bevoegdheid en de werking van het Arbitragehof, P. VAN OMMESLAGHE, J. VERBIST, 19 september 2008. 6.2 Rechtspraak 7.2.1 Europees Hof van Justitie • HvJ 5 maart 1996, nr. C-46/93 en nr. C-48/93, ECLI:EU:C:1996:7. • HvJ 19 november 1991, nr. C-6/90 en nr. C-9/90, ECLI:EU:C:1991:428. • HvJ 15 juli 1964, nr. C-6/64, ECLI:EU:C:1964:66. • HvJ 16 december 1960, nr. C-6/60, ECLI:EU:C:1960:48. 7.2.2 Annotaties bij rechtspraak Hof van Justitie • HvJ 19 november 1991, nr. C-6/90 en nr. C-9/90, ECLI:EU:C:1991:428, SEW 1993, 93-101, noot D. CURTIN. 7.2.3 Grondwettelijk Hof • GwH 8 juli 1993, nr. 56/93. • GwH 13 oktober 1989, nr. 23/89. • GwH 2 februari 2005, nr. 27/2005. • GwH 15 mei 1996, nr. 31/96. • GwH 15 december 2011, nr. 187/2011. • GwH 31 juli 2008, nr. 111/2008. 7.2.4 Hof van Cassatie • Cass. 22 augustus 1940, pas. 1940, 205. • Cass. 23 juli 1849, Pas. 1849, 443. • Cass. 5 november 1920, Pas. 1920, 193. • Cass. 20 april 1950, Pas. 1950, 517. • Cass. 7 maart 1963, Pas. 1963, 21. • Cass. 26 april 1963, Pas. 1963, 182. • Cass. 27 mei 1971, Pas. 1971, 959. • Cass. 19 december 1980, Pas. 1980-1981, 449. • Cass. 13 mei 1982, Pas. 1981-1982, 1134. • Cass. 26 juni 1998, RCJB 2001, 21-28. • Cass. 21 december 2001, JLMB 2002, 1032. • Cass. 8 april 2003, P.02.1165.N. • Cass. 25 oktober 2004, NJW 2004, 1316-1318. • Cass. 1 juni 2006, C.05.0494.N. • Cass. 28 september 2006, NWJ 2007, 319-320. • Cass. 10 september 2010, NWJ 2011, 425-426. • Cass. 10 april 2014, C.11.0797.N. • Cass. 30 april 2015, C.120637.F. 7.2.5 Franse Hof van Cassatie • Cour de Cassation, 5 novembre 1996, Bull. 94-14.798. 7.2.6 Annotaties bij cassatierechtspraak • Cass. 10 september 2010, NWJ 2011, 426, noot S. GUILLIAMS. • Cass. 10 september 2010, TFR 2011, 197-201, noot S. GUILIAMS. • Cass. 10 september 2010, RW 2010-2011, 1726-1729, noot P. POPULIER. • Cass. 10 september 2010, CDPK 2011, 292-298, noot A. WIRTGEN. • Cass. 13 mei 1982, RCJB 1984, 19, noot. RO. DALCQ. • Cass. 26 juni 1998, RCJB 2001, 28-72. noot. B. DUBUISSON. 7.2.7 Hof van Beroep • Brussel 2 oktober 2008, RABG 2009, 613. 6.3 Rechtsleer 7.3.1 Boeken • ALEN, A., De Trias politica ruimer bekeken, Brussel, Larcier, 2000, 121 p. • MAES, G., De afdwingbaarheid van sociale grondrechten, Antwerpen, Intersentia, 2003, 523 p. • MAST, A., DUJARDIN, J., VAN DAMME, M. en VAN DE LANOTTE, J, Overzicht van het Belgisch administratief recht, Mechelen, Kluwer, 2014, 1459 p. • MOERENHOUT, R. en POPULIER., P., “Art. 1 Bijz. W. 6 januari 1989 [op het Grondwettelijk Hof]” in POPULIER, P. (eds.), Publiek procesrecht: artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2011, 1-89. • OPDEBEEK, I., Rechtsbescherming tegen het stilzitten van het bestuur, Brugge, Die Keure, 1991, 482 p. • POPULIER, P., Procederen voor het Grondwettelijk Hof, Antwerpen, Intersentia, 2008, 426 p. • POPULIER, P., Democratisch regelgeven, Antwerpen, Intersentia, 2001, 326 p. • POPULIER, P., Rechtszekerheid als beginsel voor behoorlijke regelgeving, Antwerpen, Intersentia, 1997, 663 p. • POPULIER, P., “De Rechtspraak van het Arbitragehof over lacunes in de wetgeving” in ALEN. A. (eds.), Twintig jaar Arbitragehof, Mechelen, Kluwer, 2005, 76-88. • SCHOLSEM, J.C., “La cour d’arbitrage et les lacunes législatives” in ARTS. A. (eds.), De verhouding tussen het Arbitragehof, de rechterlijke macht en de Raad van State, Brugge, die Keure, 2006, 213-237. • STIJNS, S., Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2013, 152 p. • VAN DORMAEL, K.J., Het Grondwettelijk Hof: rechter of regelgever, analyse van de draagwijdte van de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, Brussel, Larcier, 2015, 117 p. • VANDENBERGHE, H., VAN OEVELEN, A., VUYE, H. en WYNANT, L., Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, 295 p. • VANSWEEVELT, T. en WEYTS, B., Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 935 p. • VAN GERVEN, W., Hoe blauw is het bloed van de prins? De overheid in het verbintenissenrecht, Antwerpen, Kluwer, 1984, 88 p. • VAN OEVELEN, A. en POPULIER, P., “De aansprakelijkheid van publiekrechtelijke rechtspersonen voor ondeugdelijke wetgeving in het Publiekrecht” in ALEN, A., BOES, M., DERUYCK, F. (eds.), Publiekrecht: de doorwerking van het publiekrecht in het privaatrecht, Gent, Mys en Breesch, 1997, 75-127. • VAN OEVELEN, A., De overheidsaansprakelijkheid voor het optreden van de rechterlijke macht, Antwerpen, Maklu, 1987, 495 p. • VERRIJDT, W., “De plicht tot uitvoering van arresten van het Grondwettelijk Hof door de wetgever” in ALEN, A. en ENSOTTIAUX, S. (eds.), Leuvense staatsrechtelijke standpunten 2, Brugge, Die Keure, 2010, 305-396. • VUYE, H., “Overheidsaansprakelijkheid wegens het doen en laten van de wetgever. Van Europees recht naar Belgisch recht: een (te) grote stap?” in VANDENBERGHE, H., VAN OEVELEN, A., VUYE, H., WYNANT, L. (eds.), Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, 125-204. 7.3.2 Tijdschriften • BATAILLE, H., en PAEMEN, G., “Het arbitragehof: een volwaardig Grondwettelijk Hof”, Jura Falconis 1986-1987, 499-526. • DE KEZEL, E., “Ongrondwettige norm is geen bewijs van fout wetgever”, Juristenkrant, 24 november 2010, afl. 218, 3. • GLANSDORFF, F., “L’indemnité réparatrice: une nouvelle compétence du conseil d’Etat vue par un civiliste”, JT 2014, 474-479. • GOOSSENS, J. en HAECK, Y., “Opvulling en lacunes in de wetgeving: evolutie van het Grondwettelijk Hof in België van negatieve tot positieve wetgever” TVCR 2014, 350-362. • LAMBRECHTS., W., “Het zorgvuldigheidsbeginsel in de rechtspraak in verband met de overheidsaansprakelijkheid”, RW 1979-1980, 1409. • MAES, G., “Sancties bij een door het Arbitragehof vastgestelde ongrondwettige afwezigheid van wetgeving”, RW 2003-04, 1201-1209. • MAES, G., “Algemene zorgvuldigheidsnorm en aansprakelijkheid voor de wetgevende macht”, NJW 2004, 398-404. • MUYLLE, K., “Overheidsaansprakelijkheid voor een fout van het parlement na het “Sektenarrest” van het Hof van Cassatie”, TBR 2006-2007, 438-441. • POPULIER, P., “Rechtsbescherming tegen discriminerende wetgeving, de rol van het Arbitragehof en de mogelijkheden tot rechtsherstel door rechter en wetgever” RW 2006-2007, 244-245. • POPULIER, P., “De visie van het Grondwettelijk Hof op de verhouding tussen de Grondwet en het internationale recht: een discussie op gang gebracht door het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 26/91” CDPK 2007, 227-243. • POPULIER, P., “Beginselen van behoorlijke wetgeving in de rechtspraak” TPR 1995, 1049-1114. • THEUNIS, J., “De exceptie van onwettigheid: op zoek naar een verloren evenwicht” TBP 2011, 260-274. • VANDENBERGHE, H., “De beleidsmatige reactie op arresten van het Grondwettelijk Hof”, CDPK 2010, 360-375. • POPULIER. P., “Het Grondwettelijk Hof: Belgische restauratie noch Vlaams voorvechterschap” Juristenkrant, 2015, afl. 312, 13. • VANDENBERGHE. H., “Overheidsaansprakelijkheid” in VAN QUICKENBORNE., M en VANDENBERGHE., H. (eds.), Overzicht van rechtspraak. Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad. 2000-2008, TPR 2010, 2013-2097. • VAN OEVELEN, A., “De aansprakelijkheid van de staat, de gewesten en de gemeenschappen voor onrechtmatige wetgeving”, TVW 2006, 400-416. • VAN OMMESLAGHE, P. en VERBIST, J. “Overheidsaansprakelijkheid voor optreden van de wetgevende macht”, TBP 2009, 3-24. • VERSTRAELEN, S., “Toen barstte de bom, het Grondwettelijk Hof handhaaft in een prejudicieel arrest de gevolgen van een vastgestelde ongrondwettigheid”, RW 2011-2012, 1230-1241. • VERSTRAELEN, S., “De lastige positie van een bestuur na de ongrondwettigheidverklaring van een regelgevende norm: hoe een duidelijk antwoord verloren geraakt in een veelheid van opvattingen” TBR 2012, 332-350. • VERJANS, E. “Buitencontractuele aansprakelijkheid voor schending persoonlijkheidsrechten”, RW 2013-14, 522-536. 7.3.3 Doctoraatschriften • SOMERS, S., Mensenrechten en buitencontractuele aansprakelijkheid, onuitg. Doctoraatsthesis V.U. Brussel, 2015. 7.4 Overige • MADDENS. B. , “Het machtigste parlement van België”, http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/opinieblog/opinie/1.2361963, (consultatie: 8 juni 2015). • BOONE. R., “Een diverser Grondwettelijk Hof voor meer legitimiteit en kwaliteit” onuitg. opgenomen in jura, 25 februari 2016. 7.5 Bijlagen • Noot onder Cassatie 30 april 2015 – C.12.0637.F