Malnutritie en infecties bij bewoners in een woonzorgcentrum

Els
Suys

Elke gezondheidsinstelling moet een transparant beleid hebben rond nutritionele screening. Meer aandacht zou zeker bijdragen tot een betere levenskwaliteit. Is dit niet wat we allemaal wensen voor onze ouders en grootouders?

Verouderen gaat gepaard met een accumulatie van ziektes en verzwakking, inclusief cognitieve en fysische achteruitgang, depressieve symptomen en emotionele veranderingen. Zij kunnen allen de balans tussen de nutritionele nood en inname van nutriënten beïnvloeden. Voor een optimale levenskwaliteit, alsook het verlichten van de financiële en psychologische lasten die optreden door het verouderen, is een goede gezondheid essentieel. Nutritie speelt een belangrijke rol in dit probleem, en daarom is een speciale nutritionele zorg en management vereist bij ouderen. 

In mijn onderzoek werden er in totaal 300 bewoners gescreend in woonzorgcentra (WZC). Om na te gaan of de bewoner op het moment van de inclusie geen acute infectie doormaakt werd er een bloedafname gedaan en werd de C-Reactive Proteïn(CRP) bepaald. De nutritionele status werd gemeten aan de hand van de Mini Nutritional Assessment (MNA) voor het opsporen van malnutritie. De herevaluatie bij infectie werd zowel op fysiek en nutritioneel vlak uitgevoerd. Op deze manier werd onderzocht hoe groot het verval op fysiek en nutritioneel vlak is, maar eveneens hoe groot het herstel na een acute infectie is, en of de bewoner terugkeert naar zijn oorspronkelijke nutritionele status.

29,6% van de bewoners had een risico op ondervoeding en 1,2% was ondervoed. Een aantal verbanden werden aangetoond tussen malnutritie en infectie bij bewoners in een WZC. Bij de vrouwen met malnutritie zal hun niveau van fysiek functioneren lager zijn. De mannen zullen meer risico hebben op inflammatie en dit gaat gepaard met een lager niveau van fysiek functioneren. Bij alle bewoners zal er een trager herstel zijn na een acute infectie en de graad van malnutritie zal toenemen na een acute infectie. Er is wel geen hogere incidentie van infecties maar wel een tendens tot significantie dat de bewoners met een afwijkende voedingstoestand sneller een infectie gaan ontwikkelen.

Malnutritie wordt gedefinieerd als: ‘een subacute of chronische voedingstoestand, waarbij een combinatie van over- of ondervoeding en inflammatoire activiteit heeft geleid tot een wijziging in lichaamssamenstelling en verminderde functie’. In Europa is de prevalentie van malnutritie 23% bij ouderen in een WZC. Deze toestand is geassocieerd met een verhoogde mortaliteit, en is ook een risicofactor voor infecties bij ouderen. Dieet gedrag bij ouderen kan veranderen omwille van gezondheid of sociale redenen, verlaging van smaak en geur of een verminderde mogelijkheid voor aankoop en bereiding van voedsel. Deze combinatie van symptomen of condities brengt ouderen in een hoger risico voor malnutritie. Het is daarom belangrijk om deze ouderen met een risico voor malnutritie te detecteren. Hoe meer somatische, psychologische, sociale of functionele problemen , hoe hoger het risico op malnutritie bij ouderen.                                                                    

Binnen het onderzoek werd ook de functionaliteit, zowel fysisch als cognitief, van de bewoners onderzocht. Het  is de mogelijkheid om de ADL activiteiten uit te voeren zonder ondersteuning. Het is de belangrijkste factor die de onafhankelijkheid van ouderen en bovenal hun levenskwaliteit bepaald. Functionele achteruitgang bij bewoners in een WZC kan leiden tot hogere risico’s voor infectie. Aan de andere kant kunnen infectieziekten functionele achteruitgang en kwetsbaarheid, frailty, bij ouderen veroorzaken. Ouderen met een hogere zorgnood vertonen een hogere prevalentie van malnutritie. De nutritionele status begint zelfs te dalen voor er zich een zorgnood ontwikkelt. Verouderen gaat gepaard met verminderde spiermassa en kracht, gedefinieerd als sarcopenie. Katabole inflammatoire processen zullen dit proces verhogen, zeker op gevorderde leeftijd.

Mensen in een WZC hebben een groter risico op het oplopen van infectieziekten, vergeleken bij mensen in de gemeenschap. Acute en chronische infecties tasten de voedingstoestand aan. In chronische zorginstellingen zijn infecties een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit. Infecties bij ouderen treden er frequenter op en zijn ernstiger dan in de algemene populatie.

Malnutritie is een prevalent probleem bij bewoners in een WZC. Deze studie toonde duidelijke verbanden aan tussen malnutritie en infecties bij bewoners in een WZC. Er is voldoende preventie, screening en behandeling noodzakelijk van malnutritie om het risico op inflammatie en de weerslag op het fysiek functioneren van de bewoners te beperken. In de meeste WZC in België gebeurt er geen systematische screening op malnutritie.

Voor een maximale aanpak van malnutritie moet de focus op de kwaliteit van de maaltijden zeer hoog zijn. En ook dit is mogelijk om te realiseren zonder extra financiële kosten of inzet van extra personeel. Het invoeren van mobiele buffetkarren voor ontbijt en avondmaal, zoals in Residentie Het Prieelshof, waardoor de bewoner meer keuze heeft en daardoor ook beter gaat eten, zijn daar een mooi voorbeeld van. Er is zelfs nog een kostenbesparing omdat er minder waste is van voedsel.

Een systematische screening op malnutritie op basis van de MNA is een algemene aanbeveling in de WZC . Dit zou een kwaliteitsindicator kunnen zijn naast opvolgen van het gewicht. Het opsporen en behandelen van malnutritie bij ouderen krijgt nog te weinig aandacht in de WZC. Er is nood aan meer bekendmaking en sensibilisering op de werkvloer. Het moet meer in kaart worden gebracht en het zou een vast item moeten worden in de dagdagelijkse praktijk.

Nochtans zijn systematische screening en een gepaste aanpak zeer zinvol om de outcome van ouderen te verbeteren  zowel op vlak van morbiditeit en mortaliteit, als op financieel en economisch vlak. Het veelvuldig falen om malnutritie te herkennen en te behandelen is onaanvaardbaar. Het gebruik van een eenvoudige screeningsprocedure is aanbevolen.

Nutritionele screening en een beter nutritioneel beleid zou zeker bijdragen tot een betere levenskwaliteit  van onze ouders en grootouders. Ik ben alvast overtuigd. U nu toch ook?

Download scriptie (18.75 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof. Dr. Ivan Bautmans
Thema('s)