Megamoeilijk, die beeldspraak? Onderzoek naar beeldspraak in Nederlandstalige kindertelevisie.

Marlies
Carette

Jonge kijkers begrijpen niet alles wat Mega Mindy zegt

Megamoeilijk, die beeldspraak?

“Je zit als een rat in de val”, zegt Zwarte Mega Mindy tegen Mega Mindy. Begrijpen de jonge kijkers echter wat er met Mega Mindy gebeurt? Is Mega Mindy een rat geworden of wordt ze enkel vergeleken met een rat? Voor volwassenen lijkt de interpretatie van zo’n uitdrukking evident, maar voor de doelgroep van het programma (vier- tot negenjarigen) is dat niet altijd het geval. Voor haar masterscriptie nam Marlies Carette, studente Taal- en Letterkunde, de proef op de som. Ze screende de film Mega Mindy en het zwarte kristal op beeldspraak en onderzocht vervolgens of de doelgroep de beeldspraakvormen al dan niet begreep. Kinderen uit de tweede kleuterklas bleken de beeldspraak nauwelijks te verstaan, terwijl leerlingen uit het tweede leerjaar er heel wat minder problemen mee hadden.

Leven kinderen in beelden?

Spreken zonder beeldspraak te gebruiken is haast onmogelijk. Volgens theoretici Lakoff en Johnson maken metaforen zelfs deel uit van ons leven en denken. We leven in beelden. Drukken we een discussie niet vaak uit in termen van oorlog? Denk maar aan uitingen als ‘die opmerking sloeg in als een bom’ of ‘jouw stellingen zijn onverdedigbaar’. Het mag dan ook niet verwonderen dat er zelfs in Nederlandstalige kindertelevisie beeldspraak voorkomt. De Studio 100-productie Mega Mindy en het zwarte kristal bevat zo 22 vormen van beeldspraak. Om de drie en een halve minuut krijgen de jonge kijkers dus een zin voorgeschoteld als “En een wolkje melk?” Even ter vergelijking: een VRT-nieuwsuitzending bevat gemiddeld iets meer dan twee beeldspraakvormen per minuut.

Programmamakers waken er nochtans over om zo weinig mogelijk beeldspraak te gebruiken in kinderprogramma’s. VRT-taaladviseur Ruud Hendrickx vindt beeldspraak geen goed idee voor vier- tot twaalfjarigen. Uit de ontwikkelingspsychologie heeft hij geleerd dat de kinderen beeldspraak niet altijd als beeldspraak herkennen en interpreteren. Sven Duym van Studio 100 nuanceert: “Beeldspraak maakt deel uit van de dagelijkse taal. Daarom zullen we een uitdrukking als ‘geen oog dichtdoen’ zeker niet vermijden. Maar voor de jongste doelgroep springen we er toch heel voorzichtig mee om. Als oma Fonkel zegt dat ze geen oog heeft dichtgedaan, laten we Mieke daarom antwoorden dat ze ook slecht geslapen heeft. We willen het de kinderen niet onnodig moeilijk maken.”

Beeldspraakbegrip evolueert mee met leeftijd kind

Is het wel zo dat kinderen beeldspraak moeilijk vinden? Een blik op de kindertaalverwerving maakt meteen duidelijk dat het beeldspraakbegrip evolueert naarmate het kind ouder wordt. Kinderen van drie tot zes jaar interpreteren metaforen vooral letterlijk aangezien ze zich nog niet bewust zijn van het figuurlijke karakter van de uiting. Vanaf zeven tot en met tien jaar maakt het kind kennis met de figuurlijke betekenis van woorden en begint het metaforen te begrijpen. Pas vanaf elf jaar is er sprake van een gevorderd metafoorbegrip. Er zou dus een groot verschil in beeldspraakbegrip moeten zijn tussen de jongste en oudste kijkers van de Mega Mindy-doelgroep.

Om dat te weten te komen ondervroeg Carette zestig kinderen uit het West-Vlaamse Heuvelland. De helft zat in het tweede kleuter (gemiddeld vier jaar) terwijl de andere dertig het tweede leerjaar (gemiddeld zeven jaar) volgden. De kinderen kregen allemaal de beeldspraakvormen uit de film voorgeschoteld in de vorm van een kort verhaaltje met de bijhorende afbeelding uit de film. De vraag was tweeledig: eerst werd naar de betekenis van de uiting gevraagd door middel van een open vraag, vervolgens als een meerkeuzevraag met vier mogelijkheden. De meerkeuzevraag was voor beide klassen gemakkelijker dan de open vraag. De kleuters pikten in 25% van de gevallen het figuurlijke antwoord eruit, terwijl de leerlingen dat in 74% van de gevallen deden. Bij de open vraag gaven de kleuters slechts in 9% van de gevallen een figuurlijk antwoord en de leerlingen in 41% van de gevallen.     

De ene beeldspraakvorm is de andere niet

De film bevatte drie soorten beeldspraak: metaforen, metonymieën en uitdrukkingen. Metaforen zoals het koosnaampje ‘kersenpitje’ voor opa Fonkel waren het makkelijkst te begrijpen door beide groepen kinderen. Iets moeilijker zijn de uitdrukkingen gevolgd door de metonymieën. Bij een metonymie wordt een woord vervangen door een ander woord  op basis van een verband dat tussen beide bestaat. Dat kan bijvoorbeeld een verband als het geheel voor een deel (totum pro parte) zijn zoals in de uiting ‘het huis stort in’ in plaats van ‘het dak stort in’. De meeste proefpersonen herkenden dergelijke metonymieën echter niet als beeldspraakvorm en konden ze dus ook niet uitleggen. Een mogelijke verklaring is dat metonymieën al in de woordenschat ingeburgerd zijn en daarom niet opgemerkt worden als figuurlijk taalgebruik. Naast de soort beeldspraak speelt ook de beeldspraakvorm zelf een belangrijke rol bij het begrijpen. Uitdrukkingen als ‘het loopt hier dood’ en ‘stinkend rijk worden’ kunnen beide klassen veel beter verklaren dan een uitdrukking als ‘iets uitspitten tot op het bot’. De ene uitdrukking blijkt dus makkelijker te zijn dan de andere.

Geen beeldspraak voor kinderen?

Mogen kinderen dan helemaal niet blootgesteld worden aan beeldspraak op televisie? Zoals Sven Duym van Studio 100 al zei, is het niet de bedoeling om het de kijkers onnodig moeilijk te maken. Daarom is een verklaring van de beeldspraakvorm aan te raden. In de film Mega Mindy en het zwarte kristal gebeurde dat slechts een keer. ‘Als een rat in de val zitten’ werd voorafgegaan door de uiting ‘ontsnappen lukt echt niet’. “Tegelijkertijd willen we de kinderen niet dommer laten lijken door de taal te gemakkelijk te maken. Ze mogen ook iets opsteken van de taal van hun tv-held”, aldus Duym. Aangezien de oudsten uit de Mega Mindy-doelgroep de figuurlijke taal meestal snappen, is er alvast geen probleem met het niveau van Mega Mindy. De jongere kijkers begrijpen nu misschien nog niet alles, maar zullen dat wel doen als ze de film later nog eens opnieuw bekijken.

Bibliografie

Literatuurlijst

 

-          Alvarez-Pereyre, M. (2011). Chapter 3. Using film as linguistic specimen: Theoretical and practical issues. In R. Piazza, M. Bednarek, & F. Rossi (Reds.), Telecinematic Discourse (pp. 47-67). Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins Publishing Company.

-          American Academy of Pediatrics. (2011). Media Use by Children Younger Than 2 Years. Pediatrics, 128(5), pp. 1040-1045.

-          Aristoteles (2004). Poëtica. Vertaald uit het Grieks door Van der Ben, N., & Bremer, J. M. Amsterdam: Athenaeum - Polak & Van Gennep. (Vert. van Poetica).

-          ArjoFrank Fotografie (2010). Mega Mindy en het zwarte kristal première 04.12.2010. [25.05.2013, ArjoFrank Fotografie:            http://www.arjofrank.nl/foto/fotoMegaMindy2/premiere_MegaMindy2.html].

-          Askeland, N., & Aamotsbakken, B. (2010). Understandings and misunderstandings of metaphors and images in science textbooks among minority students in Norwegian primary schools. IARTEM e-Journal, 3(2), pp. 62-80.

-          Bartholomees, B. (23.08.2008). Telenet lanceert Studio 100 TV. [07.04.2013, TV-visie: http://www.tv-visie.be/nieuws/belgie/telenet-lanceert-studio-100-tv_24503/].

-          Berber Sardinha, T. (2006). Collocation Lists as Instruments for Metaphor Detection in Corpora. D.E.L.T.A., 22(2), pp. 249-274.

-          Berber Sardinha, T. (2011). Metaphor and Corpus Linguistics. Revista Brasileira de Linguística Aplicada, 11(2), z.p.

-          Berman, R. A. (2004). Between emergence and mastery: The long developmental route of language acquisition. In R. A. Berman (Red.), Language Development across Childhood and Adolescence (pp. 9-34). Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins Publishing Company.

-          Black, M. (1955). Metaphor. Proceedings of the Aristotelian Society, New Series, 55, pp. 273-294.

-          Cameron, L. (2002). Metaphors in the learning of science. A discourse focus. British Educational Research Journal, 28(5), pp. 673-688.

-          Carette, M. (2012). Het nieuws in beelden. Onderzoek naar beeldspraak in journaals. Een case study van het VRT-journaal versus het NOS-journaal. [Bachelorpaper]. Leuven: K.U. Leuven, pp. 8-16.

-          Chonchaiya, W., & Pruksananonda, C. (2008). Television viewing associates with delayed language development. Acta Paediatrica, 97, pp. 977-982.

-          Clark, E. V. (2009). First Language Acquisition. Cambridge : Cambridge University Press.

-          Declercq, C., Baltazart, V, & Didon, D. (2010). Les nuages sont un troupeau de moutons : à quel âge les enfants comprennent-ils qu’il n’y pas de moutons dans le ciel ? Canadian Journal of Experimental Psychology, 64(2), pp. 142-152.

-          De Groot, H. (2006). Van Dale Groot Uitdrukkingen woordenboek: verklaring en herkomst van moderne uitdrukkingen. Utrecht: Van Dale Lexicografie; Amsterdam: The Reader’s Digest NV.

-          De Laet, A. (08.03.2009). Televisie bevordert taalontwikkeling van kinderen. [02.10.2012, Taalschrift: http://taalschrift.org/reportage/004442.html].

-          Dick, F., Wulfeck, B., Krupa-Kwiatkowski, M., & Bates, E. (2004). The development of complex sentence interpretation in typically developing children compared with children with specific language impairments or early unilateral focal lesions. Developmental Science, 7(3), pp. 360-377.

-          Dockrell, J. E., & Messer, D. (2004). Lexical acquisition in the early school years. In R. A. Berman (Red.), Language Development across Childhood and Adolescence (pp. 35-52). Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins Publishing Company.

-          Douglas, J. D., & Peel, B. (1979). The Development of Metaphor and Proverb Translation in Children Grades 1 through 7. Journal of Educational Research, 73(2), pp. 116-119.

-          Duym, S. (Schelle, 08.05.2013). Taalbeleid Mega Mindy [Interview met M. Carette].

-          Elbers, L., & Van Loon-Vervoorn, A. (2000). Lexicon en semantiek. In S. Gillis, & A. Schaerlaekens (Reds.), Kindertaalverwerving: een handboek voor het Nederlands (pp. 185-224). Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers.

-          Emig, J. (1972). Children and Metaphor. Research in the Teaching of English, 6(2), pp. 163-175.

-          Franquart-Declercq, C., & Gineste, M.-D. (2001). L’enfant et la métaphore. L’année psychologique, 101(4), pp. 723-752.

-          Gibbs, R. W. (1992). When is Metaphor? The Idea of Understanding in Theories of Metaphor. Poetics Today, 13(4), pp. 575-606.

-          Gillis, S. (2000). Hoofdstuk 4. Fonologische ontwikkeling. In S. Gillis, & A. Schaerlaekens (Reds.), Kindertaalverwerving: een handboek voor het Nederlands (pp. 131-184). Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers.

-          Gillis, S., & De Houwer, A. (2000). Hoofdstuk 2. Methodologie van de kindertaalstudie. In S. Gillis, & A. Schaerlaekens (Reds.), Kindertaalverwerving: een handboek voor het Nederlands (pp. 39-91). Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers.

-          Gillis, S., & A. Schaerlaekens (Reds.). (2000). Kindertaalverwerving: een handboek voor het Nederlands. Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers.

-          Hardie, A., Koller, V., Rayson, P. & Semino, E. (2007). Exploiting a Semantic Annotation Tool for Metaphor Analysis. Paper gepresenteerd op Proceedings of the Corpus Linguistics 2007 Conference van 27-30.07.2007 in Birmingham, Verenigd Koninkrijk.

-          Henderickx, C. (Cindy.henderickx@vrt.be). (28.04.2008). Geen titel [E-mail aan L. Rampelberg (laura.rampelberg@student.kuleuven.be)].

-          Hendrickx, R. (26.10.2010). Taalbeleid in de media. [24.03.2013, VRT-Taalnet: http://www.vrt.be/taal/taalbeleid-in-de-media].

-          Hendrickx, R. (18.12.2012). Ketnetters kiezen ‘kingsize’ als Kinderwoord van het Jaar. [24.03.2013, VRT-taalnet: http://www.vrt.be/taal/ketnetters-kiezen-kingsize-als-kinderwoord-van-het-jaar]. 

-          Hendrickx, R. (11.02.2013). Kromme taal is niet onze schuld. [24.03.2013, VRT-taalnet: http://www.vrt.be/taal/kromme-taal-is-niet-onze-schuld].

-          Hendrickx, R. (ruud.hendrickx@vrt.be). (04.04.2013). RE: Vraag over taalbeleid van kinderprogramma’s [E-mail aan M. Carette (marlies.carette@student.kuleuven.be)].

-          Het Nieuwsblad (05.04.2013). Televisie vrijdag: kids corner. Het Nieuwsblad, p. 36.

-          Het Nieuwsblad (06.04.2013). Tv-gids zondag: kids corner. Het Nieuwsblad Weekend, p. 46.

-          Hulsens, E. (1981). Kindertelevisie op de BRT. Een kritisch essay. Leuven: Uitgeverij Infodok.

-          Ingram, D. (1989). First Language Acquisition. Method, Description and Explanation. Cambridge : Cambridge University Press.

-          Ketnet (2012). Mega Mindy. Wie is wie? [25.05.2013, Ketnet: http://www.ketnet.be/programma/mega-mindy/wie-is-wie].

-          Kirby, J. T. (1997). Aristotle on Metaphor. The American Journal of Philology, 118(4), pp. 517-554.

-          Kuppens, A. H. (2010). Incidental foreign language acquisition from media exposure. Learning, Media and Technology, 35(1), pp. 65-85.

-          Lakoff, G., & Johnson, M. (1999). Leven in metaforen. Vertaald uit het Engels door Monique van Dam met nawoord bij de Nederlandse vertaling door Gerard Steen. Nijmegen: Uitgeverij SUN. (Vert. van Metaphors we live by).

-          Neuman, S. B., & Koskinen, P. (1992). Captioned television as comprehensible input: Effects of incidental word learning from context for language minority students. Reading Research Quarterly, 27(1), pp. 94-106.

-          Newman, S. (2002). Aristotle’s Notion of “Bringing-Before-the-Eyes”: its Contributions to Aristotelian and Contemporary Conceptualizations of Metaphor, Style and Audience. Rhetorica: A Journal of the History of Rhetoric, 20(1), pp. 1-23.

-          Nippold, M. A. (2004). Research on later language development: International perspectives. In R. A. Berman (Red.), Language Development across Childhood and Adolescence (pp. 1-8). Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins Publishing Company.

-          Nippold, M. A., & Sun, L. (2008). Knowledge of Morphologically Complex Words : A Developmental Study of Older Children and Young Adolescents. Language, Speech, and Hearing Services in Schools, 39, pp. 365-373.

-          Onderwijs Vlaanderen. (2012). Vlaams onderwijs in cijfers 2011-2012. [10.04.2013, Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming:   http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken/2011-2012/VONC_2011-2012/VONC_2012_NL_Integraal_v9.pdf].

-          Philip, G. (2008). Metaphorical Keyness in Specialised Corpora. [Preprint].

-          Pragglejaz Group. (2007). MIP : A Method for Identifying Metaphorically Used Words in Discourse. Metaphor and symbol, 22(1), pp. 1-39.

-          Punter, D. (2007). Metaphor. Abingdon/New York: Routledge.

-          Ravid, D. (2004). Derivational morphology revisited : Later lexical development in Hebrew. In R. A. Berman (Red.), Language Development across Childhood and Adolescence (pp. 53-81). Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins Publishing Company.

-          Richards, I. A. (1950). The Philosophy of Rhetoric. New York : Oxford University Press.

-          Rohrer, T. & Vignone, M. J. (2012). The Bankers Go to Washington : Theory and Method in Conceptual Metaphor Analysis. Nouveaux cahiers de linguistique française, 30, pp. 5-38.

-          Rundblad, G., & Annaz, D. (2010). Development of metaphor and metonymy comprehension: Receptive vocabulary and conceptual knowledge. British Journal of Developmental Psychology, 28, pp. 547-563.

-          Schaerlaekens, A. (1999). Taalverwerving en taalontwikkeling. In W. Smedts, & P.C. Paardekooper (Reds.), De Nederlandse taalkunde in kaart (pp. 173-181). Leuven/Amersfoort: Acco.

-          Schaerlaekens, A. (2000a). Inleiding. In S. Gillis, & A. Schaerlaekens (Reds.), Kindertaalverwerving: een handboek voor het Nederlands (pp. 1-9). Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers.

-          Schaerlaekens, A. (2000b). Hoofdstuk 1. De verwerving van het Nederlands: een blauwdruk. In S. Gillis, & A. Schaerlaekens (Reds.), Kindertaalverwerving: een handboek voor het Nederlands (pp. 11-38). Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers.

-          Siltanen, S. A. (1989). Effects of Three Levels of Context on Children’s Metaphor Comprehension. Journal of Genetic Psychology, 150(2), pp. 197-215.

-          Simons, J., Temmermans, M. & Duym, S. (23.05.2010). Mega Mindy en het zwarte kristal. An original screenplay by Jimmy Simons, Matthias Temmermans en Sven Duym. Versie 10. Schelle : Studio 100.

-          Steen, G. (1999). Nawoord bij de Nederlandse vertaling. In Lakoff, G., & Johnson, M., Leven in metaforen (pp. 251-262). Nijmegen: Uitgeverij SUN.

-          Steen, G. J., Dorst, A. G., Herrmann, J. B., Kaal, A. A. & Krennmayr, T. (2010a). Metaphor in usage. Cognitive Linguistics, 21(4), pp. 765-796.

-          Steen, G. J., Dorst, A. G., Herrmann, J. B., Kaal, A. A., Krennmayr, T. & Pasma, T. (2010b). A Method for Linguistic Metaphor Identification. Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins Publishing Company.

-          Studio 100 (Prod.) en Van Leemputten, B. (Reg.). (1997). Samson & Gert: Miss Lenigem [Tv-uitzending]. Ketnet.

-          Studio 100 (Prod.) en Vos, D. (Reg.). (2008). Amika: seizoen 1 afleveringen 1-5 [Tv-uitzending]. Ketnet.

-          Studio 100 (Prod.) en Temmermans, M. (Reg.). (2010). Mega Mindy en het zwarte kristal [Film]. België: Kinepolis Film Distribution.

-          Studio 100 (Prod.) en Rouffaer, V. (Reg.). (2011). Mega Mindy en de snoepbaron [Film]. België: Kinepolis Film Distribution.

-          Tamba-Mecz, I., & Veyne, P. (1979). Metaphora et comparaison selon Aristote. Revue des Etudes Grecques, 92, pp. 77-98.

-          Tolchinsky, L. (2004). The nature and scope of later language development. In R. A. Berman (Red.), Language Development across Childhood and Adolescence (pp. 233-247). Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins Publishing Company.

-          Turner, M., & Fauconnier, G. (1995). Conceptual integration and formal expression. Metaphor and Symbolic Activity, 10(3), pp. 183-204.

-          Van Bauwel, S. (2010). De televisie eet je op: over jongeren en televisie. In K. Segers & J. Bauwens (Reds.), Maak mij wat wijs. Media kennen, begrijpen en zelf creëren (pp. 133-142). Tielt: Lannoo Campus.

-          Van Dale Uitgevers. 2012. Dikke Van Dale. [02.03.2013: https://stuiterproxy.kuleuven.be/zoeken/,DanaInfo=vowb.vandale.be+zoeken].

-          Van Evra, J. (2004). Television and Child Development. Mahwah, New Jersey/London: Lawrence Erlbaum Associates, Publishers.

-          Van Gorp, H., Delabastita, D., & Ghesquiere, R. (1998). Lexicon van literaire termen. Groningen: Martinus Nijhoff; Deurne: Wolters Plantyn.

-          Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs (VVKBaO). (2000a). Nederlands. Lezen. Deelleerplan. Brussel: CRKLKO.

-          Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs (VVKBaO). (2000b). Nederlands. Luisteren en spreken. Deelleerplan. Brussel: CRKLKO.

-          Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs (VVKBaO). (2010). Leerplan ‘Nederlands’ domeinen ‘Taalbeschouwing, Strategieën en (Inter)culturele gerichtheid’. Sint-Niklaas: Drukkerij Room.  

-          VRT. (2012). Brochure Ketnet. [07.04.2013, VRT: http://www.vrt.be/wat-doen-we/netten/ketnet].

-          Wassenberg, R., Hurks, P., Hendriksen, J., Feron, F., Meijs, C., Vles, J., & Jolles, J. (2008). Age-related improvement in complex language comprehension: Results of a cross-sectional study with 361 children aged 5 tot 15. Journal of Clinical and Experimental Neuropsychology, 30(4), pp. 435-448.

-          Zenner, E., Geeraerts, D. & Speelman, D. (2009) Expeditie Tussentaal: Leeftijd, identiteit en context in “Expeditie Robinson”. Nederlandse Taalkunde, 14(1), pp. 26-44.

Download scriptie (1.76 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2013
Thema('s)