Music is What Feelings Sound Like

Sandra
Gilissen

 

Muziek Laat Gevoelens Klinken

(Originele titel: Music is What Feelings Sound Like: The Role of Tonal and Atonal Music in Unethical Behavior)

Sandra Gilissen

Promotor: Jeroen Stouten

Katholieke Universiteit Leuven

 

“Our criminal institutions are full of little creeps like you who do wrong things… and many of them are driven to these crimes by a horrible force called MUSIC!”

Frank Zappa – The Central Scrutinizer

Frank Zappa heeft altijd bekend gestaan om zijn maatschappijkritiek. In “ The Central Scrutinizer” bekritiseert hij de praktijk van bepaalde regeringen om het luisteren en produceren van muziek te censureren om zodoende hun burgers beter in het gareel te houden. Dit is echter geen fenomeen uit de jaren ’60 alleen. Ook vandaag nog wordt muziek regelmatig als zondebok aangewezen als men een oorzaak zoekt voor menselijk onethisch gedrag. Bijvoorbeeld door de Iraanse leider Ayatollah Ali Khamenei die nog niet zo lang geleden besliste om westerse muziek te bannen uit zijn land omdat deze volgens hem ‘ongepast’ was en aanzette tot onethisch gedrag. Het vreemde aan deze hele zaak is echter dat er tot nu toe nog nooit harde wetenschappelijke bewijzen op tafel zijn gelegd die een duidelijke link aantonen tussen muziek en onethisch gedrag. Daar probeert dit onderzoek verandering in te brengen.

Muziek is belangrijk in ons leven. Dat is niet verwonderlijk aangezien muziek aanwezig is in bijna alle openbare plaatsen, zoals in winkels en wachtruimtes. Ook zijn draagbare muziekspelers de laatste jaren enorm populair geworden, waardoor het voor iedereen mogelijk is om altijd en overal naar favoriete muziek te luisteren. Daarnaast heeft muziek de mogelijkheid om ons te motiveren en te helpen om onze doelen te bereiken.  Muziek motiveert bijvoorbeeld dikwijls tijdens het lopen.

Dit onderzoek focust op de mogelijkheid van muziek om onethisch gedrag uit te lokken bij de luisteraar. Hierbij vertrekken we van de volgende theorie. Mensen prefereren muziek die hun identiteit reflecteert. Wanneer mensen gedwongen worden om te luisteren naar muziek die de eigen identiteit niet reflecteert dan kennen ze een negatieve betekenis toe aan deze muziek. Dit proces gaat gepaard met negatieve gevoelens van stress en irritatie en deze gevoelens kunnen op hun beurt dan weer onethisch gedrag zoals liegen, stelen en bedriegen veroorzaken. Met andere woorden: luisteren naar de verkeerde muziek kan slecht gedrag uitlokken.

Muziek heeft vele eigenschappen (zoals volume, snelheid, toonhoogte etc.)  die allemaal een invloed kunnen hebben op onethisch gedrag. In dit onderzoek wordt slechts één eigenschap gemanipuleerd terwijl alle andere eigenschappen van de muziek hetzelfde blijven. De invloed van tonale en atonale muziek op onethisch gedrag wordt onder de loep genomen. Over het algemeen klinkt tonale muziek harmonieus. De meeste muziek die je hoort op de radio is tonale muziek. Atonale muziek klinkt disharmonieus. Deze soort muziek wordt meestal alleen in gespecialiseerde muziekprogramma’s of concerten uitgevoerd omdat atonale muziek nu eenmaal een beetje ‘raar’ klinkt. Atonale muziek is per definitie helemaal anders dan de ‘mainstream’ tonale muziek. Het is dan ook aannemelijk dat mensen die zichzelf definiëren als anders dan de ‘mainstream’ wel graag atonale muziek zullen horen. Hierbij kunnen we bijvoorbeeld denken aan adolescenten, die zich graag onderscheiden van de ‘burgerlijke oude garde’.

Hierboven werd al aangehaald dat muziek onethisch gedrag kan uitlokken. Het is echter nog onduidelijk hoe dit precies werkt. Een aannemelijke theorie hierover is dat negatieve gevoelens (die uitgelokt worden door muziek die niet bij de identiteit van de luisteraar past) ervoor zorgen dat de luisteraar minder aandacht heeft voor de omgeving en dus ook voor ethische dilemma’s.

Op basis hiervan verwachten we in dit onderzoek het volgende: harmonische of tonale muziek zal bij adolescenten meer negatieve gevoelens opwekken en aldus meer onethisch gedrag uitlokken.

Het experiment

136 studenten deden mee aan dit onderzoek. Hun gemiddelde leeftijd was 20 jaar en de deelnemers werden random aan een conditie toegewezen. Er waren drie condities: eentje waar de deelnemers tonale muziek te horen kregen, eentje met atonale muziek en eentje zonder muziek. Om sociaal wenselijke antwoorden te vermijden, vertelden we de deelnemers dat deze studie over het oude Egypte ging en we ‘verstopten’ de muziek (waar het hele experiment eigenlijk om draaide) als achtergrondmuziek bij een filmpje over het oude Egypte. In alle drie de condities was dit filmpje trouwens hetzelfde, alleen de achtergrondmuziek verschilde.

Nadat de deelnemers het filmpje hadden gezien, werd hun niveau van (on)ethisch gedrag gemeten. Hiervoor moesten de deelnemers loterijtickets verdelen tussen zichzelf en een andere persoon. De deelnemer zelf was echter de enige die wist dat sommige lotjes meer waard waren dan andere. Op deze manier kregen de deelnemers dus de mogelijkheid om de andere persoon te bedriegen. Hoe meer waardevolle lotjes de deelnemers voor zichzelf hielden, hoe hoger ze scoorden op onethisch gedrag.

Daarnaast kregen de deelnemers ook een vragenlijst die peilde naar hun gevoelens.

De resultaten

Uit de resultaten kunnen we drie dingen concluderen.

 De deelnemers hoorden de tonale muziek minder graag dan de atonale muziek. Verder  hadden ze ook meer negatieve gevoelens bij de tonale muziek. Daarnaast hielden de deelnemers die tonale muziek gehoord hadden meer waardevolle lotjes voor zichzelf dan de deelnemers die atonale muziek of niets hadden gehoord. Dit wil dus zeggen dat ze zich meer onethisch gedroegen wanneer ze tonale muziek hoorden.

Met een statistische berekening werd aangetoond dat de negatieve gevoelens die de proefpersonen hadden bij de tonale muziek voor een deel de oorzaak waren van het onethische gedrag in de tonale conditie. Met andere woorden, de verwachtingen worden bevestigd: tonale muziek wekt bij adolescenten meer negatieve gevoelens op en lokt aldus meer onethisch gedrag uit.

Conclusie

We kunnen besluiten dat  Frank Zappa misschien toch een beetje voorbarig was met zijn kritiek. Muziek kan namelijk wel degelijk onethisch gedrag stimuleren.

Bibliografie

 

References

Atchley, R. C. (1989). A Continuity Theory of Normal Aging.  The Gerontologist, 29(2), 183-190. doi: 10.1093/geront/29.2.183

Baron, R. M., & Kenny, D. A. (1986). The moderator-mediator variable distinction in social psychological research: Conceptual, strategic, and statistical considerations. Journal of Personality and Social Psychology, 51, 1173-1182.

Batson, D. C., Collins, E., & Powell, A. (2006). Doing Business After the Fall: The Virtue of Moral Hypocrisy . Journal of Business Ethics,66(4), 321–335.

Brittin, R.V. (1996). Listeners' Preference for Music of Other Cultures: Comparing Response Modes.  Journal of Research in Music Education, 44(4), 328-240.

Center Seltzer,V., & Weiner, I. B. (Ed.). (1989). The psychosocial world of the adolescent public and private. Canada: John Wiley & Sons.

Chesebro, J. W., Foulger, D. A., Nachman, J. E., & Yannelli, A. (1985). Popular music as a mode of communication, 1955–1982. Critical Studies in Mass Communication, 2, 115–135.

Chugh, D., Bazerman, M. H., & Banaji, M. R. (2005). Bounded Ethicality as a Psychological Barrier to Recognizing Conflicts of Interest. In D. A. Moore, D. M. Cain, G. F. Loewenstein & M. H. Bazerman (Eds.), Conflicts of interest: Problems and solutions from law, medicine and organizational Settings (pp.74-95). London: Cambridge University Press.

Coffman, D.D., Gfeller, K., Darrow, A. & Coffman, S.L. (1991). Computer-assisted comparison of melodic and rhythmic discrimination skills in hearing-impaired and normally hearing children: A pilot study. The Arts in Psychotherapy,18(5), 449-454. doi: 10.1016/0197-4556(91)90057-H

Damon, W. & Hart, D. (1982).The Development of Self-Understanding from Infancy             Through Adolescence.  Child Development, 53(4), 841-864.

De Brouwer, E. & De Rijcken, V. (2001). De effecten van muziek op cognitieve
prestaties. Arno. Retrieved January 15, 2011, from https://arno.uvt.nl+show.cgi?did=3125046

Demarré, A. (2004). De invloed van muziek in winkels op het koopgedrag van de consument[JS1]  (The influence of music in stores on consumers purchase behaviour ).Universiteit Gent, Faculteit economie en bedrijfskunde, Gent, België. Unpublished doctoral dissertation.

Elkind, D. & Weiner, I.B. (1978). Development of the child. New York: Wiley.

Etzioni, A. (1988). Normative-affective Factors; Toward a New Decision-making Model. Journal of Economic Psychology 9, 125-150. doi:10.1016/0167-4870(88)90048-7

Fischer, P., & Greitemeyer, T., (2006). Music and aggression. The impact of sexual-aggressive song lyrics on aggression-related thoughts, emotions and behavior toward the same and the opposite sex. Personality and Social Psychology Bulletin, 32(9), 1165–1176. doi: 10.1177/0146167206288670

Förster, J., & Dannenberg, L. (2010). GLOMO sys : A Systems Account of Global Versus Local Processing. Psychological Inquiry, 21, 175-197. doi:10.1080/1047840X.2010.487849

Gan, S., Zillman, D., & Mitrook, M. (1997). Stereotyping effect of Black women’s sexual rap on White audiences. Basic and Applied Social Psychology, 19, 381-399.

Gaudine, A. & Thorne, L. (2001). Emotion and Ethical Decision-Making in Organizations.  Journal of Business Ethics, 31(2), 175-187. doi: 10.1023/A:1010711413444

George, J., & Brief, A.P. (1992). Feeling good-doing good: A conceptual analysis of the

mood at work-organizational spontaneity relationship. Psychological Bulletin, 112, 310-329.

Gibbard, A. (1990). Wise Choices, Apt Feelings. Cambridge: Harvard University Press.

Gistelinck, D. (1991). Vademecum van de algemene muziekleer[JS2] (Manual of general music theory). Gent: Aniscore music editions.

George, J. & Brief, A.P. (1992). Feeling good-doing good: A conceptual analysis of the mood at work-organizational spontaneity relationship. Psychological Bulletin, 112(2), 310-329. doi: 10.1037/0033-2909.112.2.310

Greitemeyer, T. (2009). Effects of songs with prosocial lyrics on prosocial thoughts, affect, and behavior. Journal of Experimental Social Psychology, 45(11), 186–190. doi:10.1016/j.jesp.2008.08.003

Guéguen, N., Jacob, C. & Lamy, L., (2010). ‘love is in the air’. Effects of songs with romantic lyrics on compliance with a courtship request. Psychology of music, 38(3), 303-307. doi: 10.1177/0305735609360428

Gutting, G. (1994). The Cambridge companion to Foucault. New York: Cambridge

            University Press.

Hall, S. & Du Gay, P. (1996). Questions of cultural identity. London: SAGE.

Haidt, J. (2007). The new synthesis in moral psychology. Science, 316(5827), 998-1002. doi:10.1126/science.1137651

Heinlein, C. P., (1928). The Affective Character of The Major and Minor Modes in Music.  Journal of Comparative Psychology, 8(2), 101-142.

Hevner K., (1935). The Affective Character of The Major and Minor Modes In Music. American Journal of Psychology, 47(2), p 103-118.

Hoondert, M., Van Vugt, J., Scuton, R. & Meelberg, V. (2010). Meer dan ontspanning alleen, over het belang van muziek. Eindhoven: DAMON.

Kellaris, J. J. & Kent, R. J., (1991). Exploring Tempo and Modality Effects, On Consumer Responses to Music.  Advances in Consumer Research, 18, 243-248.

Kellaris, J. J. & Kent, R. J. (1993). An Exploratory Investigation of Responses Elicited by Music Varying in Tempo, Tonality, and Texture. Journal of Consumer Psychology, 2(4), 381-401. doi:10.1016/S1057-7408(08)80068-X

Margalit, A. (2002). The Ethics of Memory. Cambridge: Harvard University Press.

Miller, M., Mangano, C. C., Beach, V., Kop, W. J., & Vogel, R. A. (2010). Divergent effects of joyful and anxiety-provoking music on endothelial vasoreactivity. Psychosomatic medicine, 72, 354-356. doi:10.1097/PSY.0b013e3181da7968Milliman, R. E. (1989). Using Background Music to Affect the Behavior of Supermarket Shoppers. The Journal of Marketing, 46(3), 86-91.

North, A. C., Desborough, L., & Skarstein, L. (2005). Musical preference, deviance, and attitudes towards music celebrities. Personality and Individual Differences, 38, 1903-1914.North, A. C., Hargreaves, D.J. & O’ Neill S.A. (2000). The importance of music to Adolescents.  British Journal of Educational Psychology, 70(2), 255-2727. doi:10.1348/000709900158083

North, A. C., Tarrant, M. & Hargreaves, D.J. (2004). The Effects of Music on Helping Behavior : A Field Study. Environment and Behavior, 36,(2), 266-275. doi: 10.1177/0013916503256263

Piers, G. & Singer, M.B. (1953). Shame and guilt: a psychoanalytic and a cultural study. Springfield: Thomas.

Pipher, M.B. (2002). Reviving Ophelia. Saving the Selves of Adolescent Girls. NewYork:             Ballantine Books.

Randall, D.M. & Fernandes, M.F. (1991). The Social Desirability Response Bias in Ethics Research. Journal of Business Ethics,10(11), 805-817. doi: 10.1007/BF00383696

Schwarz, N., & Clore, G. L. (2003). Mood as information: 20 years later. Psychological Inquiry, 14(3-4), 296–303. doi:10.1080/1047840X.2003.9682896

Simon, H. A. (1983). Search and Reasoning in Problem Solving. Artificial Intelligence, 21(1-2), 7-29.

Smith, J. D., & Witt, J. N. (1989). Spun steel and stardust: The rejection of Contemporary compositions.  Music Perception, 7, 169–185.

Sobel, M. E. (1982). Asymptotic intervals for indirect effects in structural equations models. In S. Leinhart (Ed.), Sociological methodology (pp. 290-312). San Francisco: Jossey-Bass.

Solomon, R. (1976). The Passions. New York: Doubleday.

Tenbrunsel, A. E., Diekman, K. A., Wade-Benzoni, K. A., & Bazerman, M. H. (2009, August 5). The ethical mirage: a temporal explanation as to why we aren’t as ethical as we think we are. Forthcoming in Research in Organizational Behavior. Retrieved January 15, 2011, from http://www.hbs.edu+08-012.pdf

Thompson, W. F. & Robitaille, B. (1992). Can Composers Express Emotions Through Music?.  Empirical Studies of the Arts,10(1), p 79-89.

Watson, D., Clark, L. A., & Tellegen, A. (1988). Development and validation of brief measures of positive and negative affect: The PANAS scales. Journal of Personality and Social Psychology, 54(6), 1063-1070. doi:10.1037/0022-3514.54.6.1063

Zeman, J. & Garber, J. (2008). Display Rules for Anger, Sadness, and Pain: It Depends on Who Is Watching. Child Development, 67(3), 957-973. doi: 10.1111/j.1467-8624.1996.tb01776.x

Zitek, E. M., Jordan, A. H., & Leach, F. R. (2010). Victim Entitlement to Behave Selfishly. Journal of Personality and Social Psychology, 98(2), 245-255. doi:10.1037/a0017168

 [JS1]Tussen haakjes de vertaling in het engels

 [JS2]Vertaal naar Engels tussen []

 

Download scriptie (398.06 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2011