Radicaal feminisme, pornografie, prostitutie en globalisering. Een onderzoek naar de relatie en de invloed van pornografie op het individu en de samenleving.

Wim
Slabbinck

What you want is what you get? Over de invloed van pornografie op de samenleving

 

Wim Slabbinck

 

Porno heeft in de laatste honderd jaar een opvallende evolutie doorgemaakt. Van een eerder marginale mediavorm heeft het zich ontwikkeld tot een omvangrijke, heterogene en harde economische sector. Pornografie is privaat bekend maar publiek onbemind. Bepaalde stijl- en vormaspecten van de pornografie zijn bovendien chic geworden en worden door handige marketingjongens gebruikt om allerhande zaken aan de man te brengen.

Waarom bekijkt iemand porno? Het eenvoudige antwoord is dat men porno bekijkt om seksuele opwinding te genereren. In essentie betekent porno het visualiseren van seksuele verhoudingen. Maar waarom raakt iemand opgewonden door pornografie? In mijn proefschrift stelde ik dat hedendaagse mannelijke pornografie voornamelijk een geconstrueerde fantasie van de man vormgeeft. De vrouw die daarin opgevoerd wordt, is vaak niet meer dan een plastic playmate. Zij is altijd orgastisch, meestal ondergaand en bezit een constante seksuele honger. De man geeft, de vrouw ontvangt.

Wat je ziet is dus niet wat je krijgt: de pornovrouw is niet gelijk aan ‘de’ werkelijke vrouw. Maar waarom kicken vele mannen dan toch op die vrouw?

Misschien omdat de vrouw in vele opzichten de mans gelijke is geworden. Vrouwen hebben zich in de laatste eeuw – voornamelijk in het westen – van de notie ontdaan als zouden zij eigendom zijn van de man. De meeste mannen zijn zich daar ook van bewust. Gelukkig maar!

Ze verkreeg dezelfde rechten, waardoor de man, of hij dat nu graag had of niet, zijn machtspositie heeft moeten delen met de vrouw. Dat wil echter niet zeggen dat de culturele connotaties die het in-bezit-nemen van de vrouw reflecteren verdwenen zijn. Sommige mannen hebben dan ook nood aan een scenario die aan deze seksuele en maatschappelijke verhouding appelleert. Mijn hypothese stelt dat pornografie daar handig op inspeelt. Porno zet de onderdrukte wens van de man in een onderdanige vrouw om in een concreet, verkoopbaar product. Porno is echter niet enkel populair omdat het daar naar refereert. Het is bijvoorbeeld ook populair omdat het juist dat toont wat niet mag gezien worden.

 

Mannelijke porno zouden we in dit opzicht kunnen omschrijven als een gecommercialiseerde, geconstrueerde en vrij nostalgische fantasie over de vrouw. Omdat de kijker uit is op het bekijken van een onderdrukte wens, is de herhaling in het genre dan ook zo doeltreffend. Het doelpubliek is niet uit op pientere plotwisselingen of dramatische dialogen, dat bewijst het feit dat er gemiddeld slechts een twaalftal minuten naar porno wordt gekeken (Corliss R., The Time when Porno was Chic, The Times, 29 maart 2005). De man waant zich – al is het maar eventjes – de koning te rijk. Wanneer de kijker bevredigd is, valt de behoefte om de film verder te bekijken weg.

 

Een andere verschijningsvorm van hetzelfde verlangen vinden we in het sekstoerisme. De derdewereldprostituee herbevestigt de man in zijn dominantie over vrouwen. Zij zijn altijd en overal tegen een lage prijs beschikbaar. Sommige westerse mannen houden ervan om naar derdewereldlanden te trekken omdat ze voelen dat de geijkte orde tussen genders en ‘rassen’ er zich herstelt in de door hen gewenste orde. Hij gaat er met andere woorden op zoek naar een vrouw die nog ‘echt’ is of zoals men het in de sekstoeristische gids Travel and the Single Male poneert, een vrouw die niet feministisch geaffecteerd is.

Wat mannelijke én vrouwelijke sekstoeristen vooral delen, is een raciale kijk op het lichaam van de Ander. De ander is een object van genot dat door de westerling kan aangewend worden om tegen een schappelijke prijs zijn of haar eigen fantasieën te verwezenlijken. Een westerse fantasie die met de internationale mantel der liefde in de derde wereld wordt bevredigd.

 

Weinig mensen schrikken zich nog een bult bij het bekijken van pornografie. De klassieke porno à la Emanuelle is zo goed als sociaal aanvaard. Porno is aan het mainstreamen. Seksshops zijn bijvoorbeeld langzamerhand ook deel gaan uitmaken van het grootstedelijke straatbeeld.

De benadrukking van bepaalde zachtere themata van porno werd namelijk chic. Dit is een evolutie die startte begin de jaren ’70. Op een ludieke e-quiz heb je bijvoorbeeld de keuze. Zijn de weergegeven personen pop- of pornosterren? Het antwoord ligt voor de hand: sinds Madonna bestaat er eigenlijk geen demarcatie meer. Seks en porneske connotaties verkopen.

Pornografie fuseert echter ook met andere formats. Zo ontwikkelt er zich stilletjes aan een sfeer van pornotainment. Deze evolutie maakt aanstalten om te breken met de gangbare definities van pornografie maar ook met datgene wat een gedeelde seksuele beleving typeert.

Vivid Entertainment’s sekspak

 

Vivid Entertainment heeft bijvoorbeeld een eerste waarachtige vorm van e-seks uitgevonden.

 

Hoewel deze technologie nog in haar kinderschoenen staat, kunnen we aannemen dat het in de toekomst onze visie op seks en seksualiteit grondig door elkaar zal schudden. Even seksen via MSN? E-vreemdgaan? Hallo?

 

Al het voorgaande werd aangehaald om tot het volgende punt te komen. Sekswerk, pornografie, en seksualiteit blijven nog al te vaak onbespreekbaar. Porno is privaat bemind maar publiek onbekend. Het huidige gedoogbeleid brengt bovendien geen zoden aan de dijk. In elk land reguleert een of andere obsceniteitsstandaard wat aanvaardbaar is en wat niet. In een wereld waar alles op een muisklik afstand ligt is dit een gevecht tegen de bierkaai. Iedereen krijgt uiteindelijk wat hij wil, of de maatschappij dat nu graag heeft of niet.

 

De maatschappelijke verhoudingen mogen dan wel veranderd zijn, de aard van de porno is dat vaak niet. Die blijft hoofdzakelijk mannelijk van karakter. Westerse seksuele problemen worden bovendien via het sekstoerisme geëxporteerd naar derdewereldlanden.

Een oplossing ligt misschien in het nadrukkelijker aan bod laten komen van vrouwelijke vormen van pornografie en seksualiteit. Als mannen recht hebben op pornografie of op een betrekking met een prostituee, dan hebben vrouwen en holebi’s dat ook. De overheid moet trachten te voorkomen dat enkel een deel van de maatschappij aan zijn trekken komt. Zij moet daarenboven de rechten van de sekswerker nauwgezetter beschermen, ook op globaal vlak. En daarbij hebben ze een groot voordeel: de seksuele moraal en de pornografie staan niet vast. Integendeel, ze zijn maakbaar en zijn het resultaat van de maatschappelijke verhoudingen tussen de onderlinge partijen.

 

http://www.liquidgeneration.com/games/porn_pop2.asp

Bibliografie

BIBLIOGRAFIE

________________________________

Altman D. (2001). Global Sex, London, Chicago: Chicago University Press.

 

Alloula M. (2000). ‘The Colonial Harem: Images of a Suberoticism.’ In: Feminism and Pornography, p. 381-404. Oxford: Oxford University Press.

 

Baehr H. (1980). ‘The ‘liberated woman’ in television drama.’ In: Baehr H., Women and Media, p. 29-39, Oxford: Pergamon Press Ltd.

 

Barry K. (1979). Female Sexual Slavery, New York: Avon.

 

Barry K. (1995). The Prostitution of Sexuality: The Global Exploitation of Women, New York: New York University Press.

 

Boone M., Gaus H., Scholliers P. en Vandenbroucke C. (1982). Culturele Geschiedenis van Vlaanderen. Deel 10. Dagelijks Leven: Sociaal-Culturele Omstandigheden, Vroeger en Nu. Deurne: Uitgeverij Baart.

 

Burgess, A. (1970). ‘What is Pornography?’ In: Hughes D.A. (ed.), Perspectives on Pornography (p. 4-8). New York: Macmillan en St. Martin’s Press.

 

Burrell I. (1997). Happy hookers declare war on feminist writers. The Independent International, 17-23 December, p. 20.

 

Burstyn V. (ed.) (1985). Women against Censorship. Vancouver and Toronto: Douglas McIntyre.

 

Burstyn V. (1985). ‘Beyond Despair: Positive Strategies.’ In: Burstyn V. (ed.), Women against Censorship, p. 152-181. Vancouver and Toronto: Douglas & McIntyre.


 

Burton M.A. (1994). Burdens of History: British Feminists, Indian Women and Imperial Culture. Chapel Hill: University of North Carolina Press.

 

Butler J. (2000), ‘The Force of Fantasy: Feminism, Mapplethorpe, and the Discursive Excess’, In: Cornell D. (ed.). Feminism and Pornography, p. 487-509. Oxford: Oxford University Press.

 

Califia P. (1994). Public Sex, Pittsburgh, Penn: Cleiss Press.

 

Cameron D. & Frazer E. (2000). ‘On The Question of Pornography and Sexual Violence, Moving Beyond Cause and Effect.’ In: Cornell D. (ed.). Feminism and Pornography, p. 241-253. Oxford: Oxford University Press.

 

Clift S. & Carter S. (2000). Tourism and Sex: Culture, Commerce and Coercion. London & New York, Pinter.

 

Clift S. & Carter S. (2000). ‘Tourism and sex: critical issues and new directions.’ In: Clift S. & Carter S. (eds.). Tourism and Sex: Culture, Commerce and Coercion, p. 265-289. New York: Pinter.

 

Cornell D. (2000). Feminism and Pornography, Oxford: Oxford University Press.

 

De Ruijter A. (2003). Besturen van Culturen, In: Bestuurskunde, 12, p. 356-364.

 

Deschner K. (1974). De Kerk en Haar Kruis; Geschiedenis van de seksualiteit in het Christendom. Amsterdam: De Arbeiderspers.

 

Diamond S. (1985). ‘Pornography: Image and Reality’. In: Burstyn V. (ed.), Women against Censorship, p. 4-32. Vancouver and Toronto: Douglas & McIntyre.

 

Dines G., Jensen R. & Russo A. (1998). Pornography: The Production and Consumption

of Inequality. New York, London: Routledge.

 

Doezema J. (2001). ‘Ouch! Western Feminists ‘Wounded Attachment’ to the ‘Third World Prostitute’. In: Feminist Review, 67, Spring 2001, p. 16-38.


 

Donnerstein E. (1984). ‘Pornography: Its Effects on Violence Against Women.’ In:

Malamuth N., Donnerstein E. (eds.) Pornography and Sexual Agression. Orlando: Academic Press.

 

Durbar Mahila Samanwaya Committee (DMSC) (1997). ‘Sex worker’s manifesto’, First National Conference of Sex Workers in India, 14-16 November 1997, Calcutta, www.walnet.org/nswp .

 

Dworkin A. (1981). Pornography: Men Possessing Women, London: The Women’s Press.

 

Dworkin A. (1988). Letters from a War Zone: Writings 1976-1987. London: Martin Secker and Warburg.

 

Dworkin A. (2000). ‘Against the Male Flood: Censorship, Pornography, and Equality.’ In: Cornell D. (ed.). Feminism and Pornography, p. 19-39. Oxford: Oxford University Press.

 

Dyer R. (1992). Only entertainment. London: Routledge.

 

Elias N. (2001). Het Civilisatieproces. Amsterdam: Boom.

 

Faust B. (1981). Women, sex & pornography. Harmondsworth: Penguin Books.

 

Fischer H. (2004). Why We Love. New York: Henry Holt and Company.

 

Foucault M. (1985). De Geschiedenis van de Seksualiteit. Deel II: het Gebruik van de Lust. Nijmegen: SUN.

 

Foxon D. (1965). Libertine Literature in England. New York: University Books.

 

Frug M. J. (2000). ‘The Politics of Postmodern Feminism. Lessons from the Anti-Pornography Campaign.’ In: Cornell D. (ed.). Feminism and Pornography, p. 255-263. Oxford: Oxford University Press.

 

Gesquiere Pim (1997). Pornografie en feminisme. Licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent.


 

Goethals S. (1993). Stereotiepe Beelden van Vrouwen en Mannen in de Redaktionele Bijdragen van Magazines. Case Study: een Semiotische Benadering van Cosmopolitan en Playboy. Licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent.

 

Hoigard C. & Finstad L. (1993). Backstreets: Prostitution, Money and Love. University Park, PA: The Pennsylvania State University Press.

 

Human Rights Caucus (1999). ‘Recommendations and commentary on the draft protocol to combat international trafficking in women and children supplementary to the draft convention on transnational organized crime.’ (A/AC.254/4/add.3) www.hrlawgroup.org/site /programs/traffic.

 

Hunt L. (2000). ‘Obscenity and the Origins of Modernity, 1500-1800.’ In: Cornell D. (ed.). Feminism and Pornography, p. 355- 381. Oxford: Oxford University Press.

 

Irwin M.A. (1996). ‘‘White Slavery’ as Metaphor: Anatomy of a Moral Panic.’ Ex Post Facto: The History Journal, No. 5, p. 5- 37, San Francisco: San Francisco University Press.

 

Kempadoo K. (ed.) (1999). Sun, Sex and Gold: Tourism and Sex Work in the Caribbean, CO: Rowman & Littlefield.

 

Kempadoo K. (2001). ‘Freelancers, Temporary Wives, and Beach Boys: Researching Sex Work in the Caribbean.’ In: Feminist Review, No. 67, Spring 2001, p. 39-62.

 

Kendrick W. (1987). The Secret Museum: Pornography in Modern Culture. New York: Viking.

 

King L. (1985). ‘Censorship and Law Reform: Will Changing the Laws Mean a Change for the Better?’ In: Burstyn V. (ed.), Women against Censorship, p. 79-91. Vancouver and Toronto: Douglas & McIntyre.

 

Kipnis L. (1996). Bound and gagged: Pornography and the Politics of Fantasy in America. New York: Grove Press.


 

Laermans R. (1997). Schimmenspel: Essays over de Hedendaagse Onwerkelijkheid, Leuven: Uitgeverij Van Halewyck.

 

Leuchtag A. (2001). ‘Public Sex Performances in Patpong and Explorations of the Edges of Imagination.’ In: Humanist, Jan/Feb 2003, Vol. 63, Issue 1.

 

‘London Mistress’ (2001). ‘Dialogue: Sex Work Reassessed.’ In: Feminist Review, No. 67, Spring 2001, p. 145-160.

 

Mac Kinnon K. (2000). ‘Not a Moral Issue.’ In: Cornell D. (ed.). Feminism and Pornography, p. 169-197. Oxford: Oxford University Press.

Mac Kinnon K. (2000). ‘Only Words.’ In: Cornell D. (ed.) Feminism and Pornography, p. 94-121. Oxford: Oxford University Press.

 

Mac Kinnon K. & Dworkin R. (2000). ‘Pornography, an Exchange.’ In: Cornell D. (ed.). Feminism and Pornography, p. 121-129. Oxford: Oxford University Press.

 

Marcus S. (1964). The Other Victorians: A Study of Sexuality and Pornography in Mid-

Nineteenth-Century England. New York: Basic Books.

 

Mc Nair B. (1996). Mediated Sex. Pornography and Postmodern Culture. London: Arnold.

 

Mc Nair B. (2002). Striptease Culture: sex, media and the democratization of desire. London: Routledge.

 

Oppermann M. (1999). ‘Sex Tourism.’ In: Annals of Tourism Research, Vol. 26, No.2, p. 251-266.

 

Pettman J. (1997). ‘Body Politics: International Sex Tourism.’ Third World Quarterly, Vol. 18, No. 1, p. 93-108. London: Routledge.


 

Raes K. (1996). Erotische Deugdzaamheid en Seksuele Etiquette. Over de onvolmaaktheid van de seksuele revolutie. Onuitgegeven essay, 12/08/96.

 

Robertson R. (1995). ‘Glocalization. Time-Space and Homogeneity-Heterogeneity,’ in: Featherstone M., Lash S. en Robertson R. (eds.), Global Modernities, p. 25-44. London: Sage.

 

Ross B. L. (2000). ‘It’s Merely Designed for Sexual Arousal:’ Interrogating the Indefensibility of Lesbian Smut.’ In: Cornell D. (ed.). Feminism and Pornography, p.264-317. Oxford: Oxford University Press.

 

Ryan C. (2000). ‘Sex Tourism.’ In: Clift S. & Carter S. (eds.). Tourism and Sex: Culture, Commerce and Coercion,. p. 23-40. London & New York: Pinter.

 

Said E. (1993). Culture and Imperialism. London: Vintage Books.

 

Said E. (2003). Orientalism. London: Penguin Books.

 

Salmon C. & Symons D. (2004). ‘Slash Fiction and Human Mating Psychology.’ In:

Journal of Sex Research, 0022-4499, Vol. 41, Issue 1.

 

Scales A. (2000). ‘Avoiding Constitutional Depression: Bad Attitudes and the Fate of Butler.’ In: Cornell D. (ed.). Feminism and Pornography, p. 318-344. Oxford: Oxford University Press.

 

Schneider M & Troeller L. (1998). The Erotic Lives of Women. Zurich-Berlin-New York: Scalo.

 

Scully D. & Marolla J. (1985). Rape and vocabularies of motive: Alternative perspectives. New York: Garland.

 

Sherkat D. & Ellison E. (1997). ‘The Cognitive Structure of a Moral Crusade: Conservative Protestantism and Opposition to Pornography.’ In: Social Forces, p. 958-980, Vol. 75, 3.


 

Sigel L. (2002). Governing Pleasures. Pornography and Social Change in England, 1815-1914. New Brunswick, New Jersey, London: Rutgers University Press.

 

Simpson M. (1994). Male Impersonators, London: Cassell.

 

Slabbynck P. (1984). Seksualiteit op Televisie en Adolescenten. Licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent.

 

Snitow A. (1985). ‘Retrenchment versus transformation: the politics of the antipornography movement’.In: Burstyn V. (ed.): Women against Censorship, p. 107-120. Vancouver and Toronto: Douglas McIntyre.

 

Symanski R. (1981). The Immoral Landscape: Female Prostitution in Western Societies. Toronto: Butterworth.

 

Taylor J.S. (2000). ‘Tourism and ‘embodied’ commodities: sex tourism in the Carribean.’ In: Clift S. & Carter S. (eds.). Tourism and Sex: Culture, Commerce and Coercion. p. 41-53. London & New York: Pinter.

 

Truong T.D. (1990). Sex, Money and Morality: Prostitution and Tourism in Southeast Asia. London: Zed.

 

Tullmann A. (s.a.). Eros in de USA. Schelle: Uitgeverij de Goudvink, Schelle.

 

Van Straten H. (1992). Razernij der Liefde. Ontuchtige poëzie in de Nederlanden. Van Middeleeuwen tot Franse Tijd. Enschede: VanderLoeff.

 

Van Ussel J. (1969). Geschiedenis van het Seksuele Probleem. Meppel: Giethoorn & Zoon.

 

Van Ussel J. (1977). Afscheid van de Seksualiteit. Deventer: Van Loghum Slaterus.

 

Van Uytven R. (1998). De Zinnelijke Middeleeuwen. Leuven: Davidsfonds.

 

Van Vloten E. (s.a.). Humor in het Geslachtsleven. Delft: Elmar.


 

Verhaeghe P. (2002). Liefde in Tijden van Eenzaamheid. Leuven: Acco.

 

Vermeersch P. (1987). Het Slijk der Zinnen. Pornografie in België. Leuven: Uitgeverij Kritak.

 

Wilkinson P.F. (1995). ‘Gender and tourism in an Indonesian village.’ In: Annals of Tourism Research, p. 283-299, vol. 22, 2.

 

Ze’ev Ben A. (2004). Love Online: Emotions on the Internet. Cambridge: Cambridge University Press.

 

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2005