Ruimte voor energie in Vlaanderen. Nadruk op hernieuwbare energiebronnen

Lennert
Tyberghein

Ruimte voor energie in Vlaanderen.
Nadruk op hernieuwbare energiebronnen
 
Elke menselijke samenleving wordt sterk bepaald door de energiebronnen waarover ze beschikt. Energie, onder de vorm van arbeid, elektriciteit of warmte, speelt een cruciale rol in de wereld en in alle momenten van het dagelijks leven. ‘Het belang van energie is moeilijk te overschatten en de geschiedenis van beschavingen is verwant aan de wijze van energievoorziening.’ (Simmons, 1989) Het is dan ook niet verwonderlijk dat energie een invloed heeft op het ruimtegebruik en het landschap.
 
Niet alleen de gemeenschap, maar ook het Vlaamse landschap werd eeuwenlang beïnvloed door de energievoorziening. Tot ver in de 19de eeuw werd het merendeel van de energie geleverd door mensen, dieren, water, wind en allerlei combinaties daarvan. De belangrijkste brandstof was hout. Ook turfwinning had een landschappelijke impact op verscheidene streken in Vlaanderen. Het fysisch voorkomen van dergelijke bronnen bepaalde de winning en de daarmee samenhangende invloeden op het landschap, de nederzettingen en de infrastructuur.
 
Met de ontdekking van steenkool, olie, aardgas en uranium boorde de mens andere energiebronnen aan. In Vlaanderen heeft vooral de winning van steenkool in de Kempense mijnen zijn sporen nagelaten in het landschap. Zo werden de landelijke Kempen omgevormd tot een industriële regio. Het uitzicht werd bepaald door schoorstenen, schachtbokken, terrils, koeltorens en fabrieksgebouwen. Momenteel vormen al deze elementen een unieke geografische streek in Vlaanderen.
 
Tegenwoordig vormen fossiele brandstoffen het grootste deel van de huidig gebruikte energiebronnen. Dergelijke bronnen hebben een impact op de schaarse ruimte. De havens van Gent, Antwerpen en Zeebrugge zijn voorzien van infrastructuur voor de opslag, de verwerking en het gebruik van fossiele brandstoffen en maken dan ook deel uit van een industrielandschap met een verregaande economische betekenis.
 
Het gebruik van nucleaire energie is het meest ruimte-efficiënt. Toch zal het aandeel van deze energiebron en dus het ruimtegebruik afnemen als gevolg van de grote veiligheidsrisico’s en de beperkte voorraad van uranium.
 
Het beleid richt zich de laatste jaren meer en meer op de verduurzaming van de samenleving. Op vlak van energie wordt daaraan veel aandacht besteed. Een aantal drijfveren zijn daarvoor verantwoordelijk. Ten eerste is er het klimaat en de uitputting van grondstoffen. Het voorbije jaar werd aan de zogenaamde ‘Global Warming’ immers gigantisch veel media-aandacht besteed waardoor dit thema sneller op de politieke agenda kwam. Ten tweede is er de duurzaamheid en de geopolitiek. Tenslotte is er de voorzieningszekerheid. Deze drie motieven zullen bij een toenemende behoefte aan energie dan ook sterk aan belang winnen.
 
Momenteel is het aandeel van hernieuwbare bronnen in de energievoorziening zeer gering. Deze bronnen hebben vooral veel invloed op de bovengrondse ruimte. Wanneer dergelijke bronnen in de toekomst meer en meer zullen worden ingezet, zal dit dus een aanzienlijk effect hebben op de ruimte. Bij deze gedachte rijzen er natuurlijk enkele vragen. Wat kan er, in het nu reeds bijna volgebouwde Vlaanderen, nog gerealiseerd worden? Welke gevolgen zal dit hebben op visueel esthetisch vlak? Van welke bronnen zijn grootschalige toepassingen mogelijk? Hoeveel ruimte is nodig en ten koste van welk ander grondgebruik? 
 
De nadruk wordt hierbij vooral gelegd op hernieuwbare energiebronnen zoals windenergie, zonne-energie, waterkracht en biomassa. Wanneer er in gedachten gehouden wordt dat een grootschalige centrale toepassing van een hernieuwbare technologie niet dezelfde vermogensconcentratie per oppervlakte-eenheid heeft als een systeem voor conventionele energieopwekking, kan er gesteld worden dat hernieuwbare energiebronnen in de toekomst heel wat ruimtelijke consequenties zullen hebben.
 
Biomassa vormt in Vlaanderen de belangrijkste hernieuwbare energiebron en levert momenteel ruim 70% van de duurzame energieopwekking. Het grootste deel van de energie wordt geleverd door rest- of afvalstromen. De verwerking van deze stromen gebeurt op een zeer kleine oppervlakte en vergt dus weinig ruimte. Grootschalige aanplanting van energiegewassen (teelten en bossen) zijn in Vlaanderen onmogelijk. Dergelijke productie kost erg veel ruimte; ruimte die schaars is in Vlaanderen. Omdat in Vlaanderen, als dichtbevolkte regio met een te gering landbouwareaal, de productie van biomassa onmogelijk is, kan gebruik gemaakt worden van de aanwezige infrastructuur en haar centrale ligging in Europa om te fungeren als doorvoerland.
 
Windenergie heeft in Vlaanderen en op het Belgisch deel van de Noordzee een aanzienlijk potentieel. Het probleem ligt echter bij het vinden van geschikte locaties. De economisch interessante oppervlakte voor de inplanting van een groot aantal molens is marginaal. Windturbines hebben een grote oppervlakte nodig. Slechts een heel klein deel van deze oppervlakte wordt ook effectief bebouwd, m.a.w. het direct ruimtegebruik is dus beperkt. De resterende impact op de omgeving (indirect ruimtegebruik) is veel hoger. De belangrijkste belemmeringen zijn de visuele - en geluidshinder.
 
Zonne-energie neemt momenteel slecht een gering deel in van de hernieuwbare energieproductie. Wel voorspellen meerdere studies dat deze technologie (PV) uiteindelijk de fakkel zal overnemen van olie en gas. Ook op ruimtelijk vlak biedt zonne-energie veel perspectief. Deze energiebron is de meest ruimte-efficiënte hernieuwbare bron. Zonnepanelen kunnen de schaarse ruimte goed gebruiken door geplaatst te worden op daken en gevels van gebouwen. Het benutten van zonne-energie in Vlaanderen gaat in de meeste gevallen om meervoudig ruimtegebruik. De netto ruimtebehoefte is dus vrijwel nul.
 
Een belangrijke trend in ons energiesysteem is de evolutie naar een decentraal energiestelsel. Momenteel wordt elektriciteit in Vlaanderen grotendeels centraal geproduceerd, waarbij de distributie wordt gecontroleerd door de grote kapitaalondernemingen. Hernieuwbare energiebronnen zouden door hun modulair karakter in een dergelijk net kunnen geïntegreerd worden. De opbouw daarvan kan vergeleken worden met de structuur van het internet. Gebruikers kunnen dan niet alleen stroom afhalen (‘downloaden’) maar ook opladen (‘uploaden’).
 
De sterke cohesie tussen energie en ruimte is duidelijk. Energie heeft altijd al een grote invloed gehad op de ruimte en zal dit ook in de toekomst hebben. Jammer genoeg kan er gesteld worden dat bij de huidige discussies over hernieuwbare energie de ruimtelijke consequenties nog steeds onderbelicht blijven. Het is zeker dat deze bronnen in de toekomst een groter aandeel zullen hebben in de energievoorziening waardoor er ook meer   ruimtebeslag zal zijn. Ruimte voor dergelijke ontwikkelingen is dus nodig en zal zich niet zomaar spontaan aanbieden. Een actieve langetermijnplanning met stabiele maatregelen en participatie is dus een must.

Bibliografie

Bronvermelding
 
Abeelen, C. en Bosselaar, L. (2004). Protocol Monitoring Duurzame Energie: Methodiek voor berekenen en registreren van de bijdrage van duurzame energiebronnen. Utrecht: Senternovem.
 
Aernouts, K. en Jespers, K. (2006). Energiebalans Vlaanderen 2004: onafhankelijke methode. VITO.
 
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (2007). Geraadpleegd op http://www.agiv.be/gis/ 
 
Allaert, G. (2003). Structuur en werking van de Belgische Economie, Deel 1. Gent: Academia Press.
 
Allaert, G., Sierens, R., Grillaert, K., Pecqueur, M. en Vandenberghe, E. (2005). Clean Technology for Public Transport - Waterstof als milieuvriendelijk alternatief voor diesel en benzine. Afdeling Mobiliteit & Ruimtelijke Planning.
 
Allaert, G. (2005). Wegwijs in Ruimtelijke Economie. Doorkijk naar planning en management van ruimte. Gent: Academia Press.
 
Andrews, M. (1991). De wording van Europa: verschuivende continenten en de ontwikkelingsgeschiedenis der naties. Weert: M & P Uitgeverij.
 
Antrop, M. (1989). Het landschap meervoudig bekeken. Kapellen: De Nederlandse Boekhandel - Uitgeverij Pelckmans.
 
Ampère Commissie (2000). Rapport van de Commissie voor de analyse van de
productiemiddelen van elektriciteit en de reoriëntatie van de energievectoren - Sectie F1: Hernieuwbare en Alternatieve Energieën. Brussel.
 
Augustyn, B. en Thoen, E. (1987). Van veen tot bos. Krachtlijnen van de landschapsevolutie van het Noordvlaamse Meetjesland van de 12de tot de 19de eeuw. Historisch Geografisch Tijdschrift, (3), 97-112.
 
Bastiaens, W. (2005). Uitbreiding van het ondergronds laboratorium HADES. Geotechniek, (1), 26-32.
 
Bauters, P. (1978). Vlaamse molens: wind- en watermolens in Vlaanderen, geschiedenis - bouw - werking - recht. Antwerpen: Koninklijke vereniging voor natuur- en stedeschoon.
 
Bauters, P. (1989). Kracht van wind en water: Molens in Vlaanderen. Leuven: Davidsfonds.
 
Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM) (2006). De Noordzee: Feiten van het Belgische deel van de Noordzee. Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.mumm.ac.be/NL/NorthSea/geography.php
 
Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector (BFE) (2005). Statistieken 2004. Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.synergrid.be/index.cfm?PageID=16830#
 
Beurskens, J. en van Kuik, G. (2004). Alles in de wind: Vragen en antwoorden over windenergie. Maastricht: Daedalus.
 
Bouwmans, I., Carton, L.J., Dijkema, G.P.J., Stikkelman, R.M. en de Vries, L.J. (2006). Concentrated Solar Power als onderdeel van de Europese energievoorziening - De realisatie van grootschalige zonnecentrales: mogelijkheden, obstakels en advies. TU Delft.
 
Bouwmeester, H. en Van Ijken, J. (1999). Bouwen op de zon: Nieuwland, Amersfoort: eindeloze energie in een duurzame wijk = Building solar suburbs: renewable energy in a sustainable city. Boxtel: Aeneas.
 
BP (2006). Statistical Review of World Energy. London: BP p.l.c.
 
Bugge, J. (1981). Windmolenboek. Antwerpen: Kluwer Technische Boeken.
 
Cabooter, Y., Dewilde, L. en Langie, M. (2000). Een windplan voor Vlaanderen. Een onderzoek naar mogelijke lokaties voor windturbines. Brussel: VUB, ODE.
 
Ceulemans, R. en Deraedt, W. (1997). Snelgroeiende energie. Natuur & Techniek, 65 (10), 22-31.
 
Ceulemans, R. en Laureysens, I. (2002). Energieteelt, populieren leveren groene stroom. Universiteit Antwerpen, 16 (51), 20-22.
 
Cogen Vlaanderen (n.d.). Wat is WKK? Geraadpleegd april, 2007 op http://www.cogenvlaanderen.be/
 
Couder, J., Verbruggen, A. en Brouwers, J. (2006). Milieurapport Vlaanderen MIRA, Achtergronddocument, Sector Energie. Vlaamse Milieumaatschappij.
 
C-Power N.V. (2003). Milieueffectenrapportering voor een Offshore Windturbinepark op de Thorntonbank; Deel 1: niet-technische samenvatting. Antwerpen: Ecolas.
 
C-Power N.V. (n.d.). Bouwfasen. Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.c-power.be/applet_mernu_nl/index01_nl.htm
 
Danish Wind Industry Association (2003, 1 juni). Park Effect. Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.windpower.org/en/tour/wres/park.htm
 
Deblauwe, N. (1990). Economisch-geografische evaluatie van aardgas in vergelijking met andere energiebronnen. Gent: Sine nomine.
 
De Decker, K. (2007). Energie in overvloed – Waarom kerncentrales op aarde bouwen als er een nucleaire reactor aan de hemel hangt? Knack, 37 (4), 69-70.
 
De Decker, K., 2007. Rijden of eten. Knack, 37 (6), 46-47.
 
Dejongh, G. en VanWindekens, P. (2002).Vankleinelandeigendom tot Vlaamse landmaatschappij : vijfenzestig jaar werking op het Vlaamse platteland, 1935-2001. Brussel: Vlaamse landmaatschappij.
 
de Jong, H.M. (2003). Decentraal vermogen: een kansrijke optie? De theoretische en praktische mogelijkheden van een decentraal vermogen om bij te dragen aan een duurzame Nederlandse elektriciteitsvoorziening. TU Delft.
 
Den Blanken, K. (2004).Brief directeur Cogen Nederland aan Dienst uitvoering en toezicht Energie. Geraadpleegd mei, 2007 op http://www.cogen.nl/decopw/cn040318.pdf
 
Den Blanken, K. (2004). WKK en decentrale energie systemen, in Nederland. Cogen Nederland.
 
Deroose, S. (2004). Windenergie en technologische innovaties, een economische analyse.Gent: Sine nomine. 
 
De Vos, A. (1996). Zonnecellen. Gent: Elis.
 
Devriendt, N., Dooms, G., Liekens, J., Nijs, W. en Pelkmans, L. (2005). Prognoses voor hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling tot 2020. VITO-3E.
 
Dewilde, M., Gelorini, V. en Meersschaert, L. (2007). Veenwinningssporen in de Woumenbroek. Aanwijzingen voor een wijdverbreide activiteit. In: Spaenhiers: Jaarboek 2006 (pp. 197-212).
 
D’haeseleer, W. (Ed.) (2005). Energie vandaag en morgen: Beschouwingen over energievoorziening en -gebruik. Leuven: Acco.
 
Distrigas (2006). De Europese Markt: De Europese aardgasmarkt. Geraadpleegd december, 2006 op http://www.distrigas.be/content/naturalgas/europeanmarket/europeanmarke…
 
Dupont, P. (2007, 10 mei). Heusden heeft monumentale zonneschans - Provincie wordt voorbeeld van groene energie. Het Nieuwsblad.
 
Ecopower (n.d.). Fotovoltaïsche zonne-energie. Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.ecopower.be/fotovolt.htm
 
Electrabel, (2004). Kerncentrales, solide en veilig. Geraadpleegd november, 2006 op http://www.electrabel.be/corporate/aboutelectrabel/documents/mmv_genera…  
 
Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland N.V. (EPZ) (n.d.). Kernenergie: voor- en nadelen: zuinig met grondstoffen. Geraadpleegd december, 2006 op http://www.epz.nl/navigatie/frameset.asp?knop_id=10000060
 
Elia (2007, april). Jaarverslag 2006. Geraadpleegd mei, 2007 op http://www.elia.be/documents.aspx# 
 
Energie Nederland (2005). LNG. Geraadpleegd december, 2006 op http://www.energie.nl/index2.html?evn/2005/evn05-121.html
 
Energieprojecten (n.d.). WKK (Warmte-KrachtKoppeling). Geraadpleegd april, 2007 op http://www.energieprojecten.nl/edu/ut_wkk.html
 
Energy Information Administration (EIA) (2004). International Outlook: Natural Gas. Geraadpleegd december, 2006 op http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/economie/energiesparen/doc/fossiel_…
 
Energy Information Administration (2006, juni). Natural Gas. Geraadpleegd december, 2006 op http://www.eia.doe.gov/oiaf/ieo/nat_gas.html
 
Eurobserver (2006). Photovoltaic energy barometer. Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.energies-renouvelables.org/observ-er/stat_baro/observ/baro17…
 
Eurobserver (2006). Solar thermal barometer. Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.energies-renouvelables.org/observ-er/stat_baro/observ/baro17…
 
Europees Parlement (2001). Richtlijn 2001/77/EG van het Europees parlement betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt. Geraadpleegd april, 2007 op http://mineco.fgov.be/energy/renewable_energy/directive_2001_77_nl.pdf
 
Europese Commissie (1997). Energie voor de toekomst: Duurzame energiebronnen – Witboek voor een communautaire strategie en een actieplan. Geraadpleegd april, 2007 op http://ec.europa.eu/energy/library/599fi_nl.pdf
 
Europese Commissie (2005). Mededeling van de Commissie: Actieplan biomassa. Brussel.
 
Europese Commissie (2006). Groenboek: Een Europese strategie voor duurzame, concurrerende en continu geleverde energie voor Europa. Brussel.
 
Europese Commissie (2007). België – Informatieblad hernieuwbare energie. Geraadpleegd april, 2007 op http://ec.europa.eu/belgium/welcome/renewables_be_nl.pdf
 
Europese Commissie (2007). Solar Electricity Action SOLAREC. Geraadpleegd maart, 2007 op http://re.jrc.ec.europa.eu/solarec/index.htm
 
Europese Commissie (2007). Renewable Energy Road Map - Renewable energies in the 21st century: building a more sustainable future. Brussel.
 
Europese Unie (2006, 3 maart). Management of spent nuclear fuel and radioactive waste. Geraadpleegd december, 2006 op http://europa.eu/scadplus/leg/en/lvb/l27048.htm
 
Europese Commissie (n.d.). Introduction to Distributed Generation. Geraadpleegd mei, 2006 op http://ec.europa.eu/research/energy/nn/nn_rt/nn_rt_dg/article_1158_en.h…
 
Fluxys (2006). Jaarverslag 2005. Geraadpleegd december, 2006 op http://www.fluxys.net/pdf/Fluxys_Jaarverslag_2005_Def.pdf
 
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie – Algemene Directie Energie, Afdeling Aardolie (2004). Aardolie 2003: Feiten & Cijfers, Beleid en Gegevenstabellen. Brussel
 
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (2006). Evolutie van de energiemarkt in 2005. Brussel
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (2007). Panorama van de Belgische economie 2006. Brussel.
 
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (n.d.). Energie. Geraadpleegd december, 2006 op http://mineco.fgov.be/menu/new_nl.asp
 
Garcia Cidad, V., Mathijs, E., Nevens, F. en Reheul, D. (2003). Energiegewassen in de
Vlaamse landbouwsector. Publicatie 1. Gontrode: Steunpunt Duurzame Landbouw.
 
Gassco (2006). Geraadpleegd oktober, 2006 op http://gcweb04.gassco.no/sw3044.asp
 
GAUFRE-project (2005). Een zee van ruimte. Naar een ruimtelijk structuurplan voor het duurzaam beheer van de Noordzee. Federaal Wetenschapsbeleid.
 
Gellynck, D. (2003). De Kernstop in België: Een Economische Analyse. Gent: Sine nomine.
 
Glorieux, E., Daems, R., Dua, V., Stassen, J., Tavernier, J. en Vogels, M. (2007, maart). Voorstel van resolutie betreffende de invoering van duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen en groene stroom. Vlaams parlement. Geraadpleegd april, 2007 op http://jsp.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2006-2007/g1132-1.pdf
 
Gordijn, H., Verwest, F. en van Hoorn, A. (2003). Energie is ruimte. Rotterdam: Ruimtelijk Planbureau, Den Haag: NAi Uitgevers.
 
Haven Genk NV (2005, 15 september). Historiek. Geraadpleegd oktober 2006 op http://www.havengenk.be/Oude%20site/historiek%20volledig.html
 
Haven van Zeebrugge (n.d.). Geraadpleegd oktober, 2006 op http://www.portofzeebrugge.be/
 
Interconnector (2006). Operations: The Interconnector System. Geraadpleegd november, 2006 op http://www.interconnector.com/index.html
 
International Energy Agency (2002). World Energy Outlook. Parijs: OECD/IEA.
 
International Energy Agency (2004). World Energy Outlook. Parijs: OECD/IEA.
 
International Energy Agency (2006). Key World Energy Statistics. Parijs
 
International Energy Agency (2007). Renewables in global energy supply, An IEA Fact Sheet. Parijs: OECD/IEA.
 
Jacobson, C. (2006). Kernenergie: een stralende toekomst tegemoet? Geraadpleegd december, 2006 op http://www.argusmilieu.be/ONLINEDOCUMENTATIE/MF_OLD/Alles/2001/2001_1.h…
 
Kernfusie (n.d.). Geraadpleegd mei, 2007 op http://www.fusie-energie.nl/
 
Kroon, M.C. (2005). Geen toekomst voor waterstofeconomie. Lang leve het elektriciteitsimperium. TU Delft.
Laes, E., Chayapathi, L., Meskens, G. en Eggermont, G. (2004). Kernenergie en Maatschappelijk Debat. Brussel: viWTA.
 
Lako, P. en de Vries, H.J. (2006). Stand van de techniek van elektriciteitsopwekking op basis van zonthermische centrales. ECN.
 
Laméris, E-J. (2005). Ruimte voor molens met geo-informatie. Geo-informatie Nederland, (6), 302-306.
 
Lamont, J-L. en Lambrechts, Y. (2005). Koolzaad : het nieuwe goud? Teelttechniek van koolzaad. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Beheer en Kwaliteit Landbouwproductie (ABKL), Afdeling Voorlichting.
 
Laureysens, I. (2001). Het eerste energiebos in Vlaanderen geoogst. Nieuwsbrief Duurzame Energie, 5 (1), 2-3.
 
Lemmens, B., Ceulemans, J., Elslander, H., Vanassche, S., Brauns E. en Vrancken, K. (2007). Beste Beschikbare Technieken (BBT) voor mestverwerking (derde editie). Vito i.o.v. Vlaams Gewest.
 
Leterme, Y., Van Mechelen, D., Peeters, K. (2006, mei). Omzendbrief RO/2006/01 betreffende het afwegingskader en de randvoorwaarden voor de inplanting van installaties voor mestbehandeling en vergisting. Vlaamse Overheid, Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed. Geraadpleegd mei, 2007 op http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article.pl
 
Leterme, Y., Van Mechelen, D. en Peeters, K. (2006). Omzendbrief (EME/2006/01 – RO/2006/02) - Afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines.
Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article.pl
 
Martens, A., Germain, A., Proost, S. en Palmers, G. (2006). Development of tools to evaluate the potential of sustainable hydrogen in Belgium. Brussel: Belgisch Wetenschapsbeleid.
 
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (2004). Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Brussel: Afdeling Ruimtelijke Planning.
 
Minten, L., Raskin, L., Soete, A., Van Doorslaer, B. en Verhees, F. (1992). Een eeuw steenkool in Limburg. Tielt: Lannoo.
 
Mols, B. (2003). Onderweg naar een schone economie. Natuurwetenschap en Techniek, (10). Geraadpleegd april, 2007 op http://noorderlicht.vpro.nl/dossiers/11867650/hoofdstuk/14251272/
 
Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen (NIRAS) (2006, september). Informatiedossier: Terugkeer van verglaasd afval vanuit Frankrijk naar België. Geraadpleegd december, 2006 op http://www.nirond.be/nederlands/PDF/12e-Informatiedossier_NL1.pdf 
 
Neyens, J., Devriendt, N., Dewilde, L., Dooms, G. en Nijs, W. (2004). Is er plaats voor hernieuwbare energie in Vlaanderen – deelrapport: niet-technologische belemmeringen en maatschappelijk draagvlak. Brussel: viWTA.
 
Neyens, J., Devriendt, N., Dewilde, L., Dooms, G. en Nijs, W. (2004). Is er plaats voor hernieuwbare energie in Vlaanderen – deelrapport: potentieelanalyse. Brussel: viWTA.
 
N.N. (2001). Maken energiebossen het toekomstig landschap uit in Vlaanderen? De Milieukrant, 12 (14).
 
N.N. (2004). Windenergie in Vlaanderen. Beleid – wetgeving – financiën. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
 
N.N. (2006, 19 januari). Gazprom onderzoekt sites in Loenhout en Poederlee. De Standaard.
 
N.N. (n.d.). Het nationaal klimaatplan 2002-2012. Geraadpleegd april, 2007 op http://mineco.fgov.be/energy/climate_change/nationaal_klimaatplan_06030…
 
ODE-Nederland (n.d.). Zelf zonnestroom opwekken. Utrecht
 
ODE-Vlaanderen (1997). De mogelijkheden en belemmeringen voor hernieuwbare energie in Vlaanderen. Eindrapport ter voorbereiding van een "Duurzaam Energieplan voor Vlaanderen” . Leuven.
 
ODE-Vlaanderen. (1999). Kleine waterkracht. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
 
ODE-Vlaanderen (2004). Biomassa. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
 
ODE-Vlaanderen (2004). Bouwen met fotovoltaïsche zonne-energie. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
 
ODE-Vlaanderen (2004). Duurzame energie, wegwijzer 2004. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
 
ODE-Vlaanderen (2004). Elektriciteit uit zonlicht. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
 
ODE-Vlaanderen (n.d.).Windenergie: techniek. Geraadpleegd april, 2007 op http://www.ode.be/index.php?option=com_content&task=view&id=93&Itemid=3…
 
Oyaert, P. (2005). Haalbaarheid van windmolenparken in België. Brussel: VUB.
 
Peeters, K. (2004). Beleidsnota 2004-2009: Energie en natuurlijke rijkdommen. Brussel: Vlaamse Regering, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur.
 
Ponting, C. (1992). De tweede grote overgang. In: C. Ponting (Ed.), Een groene geschiedenis van de wereld (pp. 296-324). Amsterdam: Amber.
 
Reinquin, P. en Vanneste, D. (1995). Ruimtelijke impact van de productie, distributie en gebruik van steenkool op wereldvlak. De Aardrijkskunde, 19 (1), 29-33.
 
REN21 (2006). Renewables, global status report, update 2006. Paris: REN21 Secretariat, Washington, DC: Worldwatch Institute.
 
Reyns, J. (2007, 24 februari). Exmar toont zich meester in flexibel vloeibaar gas. De Standaard.
 
Rotterdam Antwerpen Pijpleiding N.V. (RAPL) (n.d.). Geschiedenis. Geraadpleegd februari, 2007 op http://www.rapl.nl/
 
Rotterdam Antwerpen Pijpleiding N.V. (RAPL) (n.d.). Veiligheid en Milieu. Geraadpleegd februari, 2007 op http://www.rapl.nl/
 
Ruimte voor molens met geo-informatie (n.d.) Geraadpleegd oktober 2006 op http://molenbiotoop.tk/
 
Schepmans, J.-L. (1997). Globale Ruimtelijke Visie op de Limburgse Mijnstreek. Onderschreven Charter.
 
Schepmans, J.-L., 1997. Globale Ruimtelijke Visie op de Limburgse Mijnstreek. Opbouwende Informatie.
 
Schepmans, J.-L., 1997. Globale Ruimtelijke Visie op de Limburgse Mijnstreek. Vooropgestelde Visie.
 
Sea-Invest (n.d.). Stevedoring: Dry Bulk. Geraadpleegd mei, 2007 op http://www.sea-invest.be/sea-invest/home/sea-home.html
 
SenterNovem (2006). Waterstof, Brandstof voor Transities. Advies van het Platform Nieuw Gas Werkgroep Waterstof. Geraadpleegd april, 2007 op http://www.senternovem.nl/mmfiles/Waterstof%20brandstof%20voor%20transi…
 
Sertyn, P. (2007, maart). Handige gasinkopen jagen winst Distrigas omhoog. De Standaard.
 
Simmons, I.G. (1989). Changing the face of the Earth: culture, environment, history. Oxford: Basil Blackwell.
 
Sinke, W.C. (2001). Ruimte voor zonnestroom is een programma voor grootschalig gebruik van zonne-energie. Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.zonnestroom.net/studie.html
 
Sinke, W.C. (n.d.). De zon als bron: een verkenning van feiten en ficties. Geraadpleegd maart 2007 op http://www.zonnestroom.net/04vers250401.html
 
Sparnaay, M.J. (2002). Van spierkracht tot warmtedood: Een geschiedenis van de energie. ’s-Hertogenbosch: Voltaire.
 
Statoil (2006). Geraadpleegd oktober, 2006 op http://www.statoil.com/
 
Studiecentrum voor Kernenergie (SCK-CEN) (2006). Tsjernobyl, 20 jaar later. Geraadpleegd februari, 2007 op http://www.sckcen.be/sckcen_nl/publications/brochures/tsjernobyl/20jaar…
 
Termont, D. (n.d.). Haven van Gent Een bruisende haven in een bruisende stad: De Gentse Haven onder de loep. Geraadpleegd december, 2006 op http://www.havengent.be/images/HAVEN%20P%201-10.pdf
 
Vanbelleghem, D., (2006). Van boerenstiel naar agro-economie. In: P. Uyttenhove (Ed.), Recollecting Landscapes (1904 – 1980 – 2004) Her-fotografie en transformatie (pp. 163-199). Gent: A&S Books. 
 
Van Doorslaer, B. (2001). Mijngebouwen op een tijdslijn naar de toekomst. In: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Een eeuw steenkool in Vlaanderen, Mijnpatrimonium scharniernota 2001 (pp. 11-16). Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
 
Van Hulle, F., Le Bot, S., Cabooter, Y., Soens, J., Van Lanker, V., Deleu, S., Henriet, J.P., Palmers, G., Dewilde, L., Driesen, J., Van Roy, P. en Belmans, R. (2004). Optimal Offshore Wind Energy Developments in Belgium. Brussel: Belgian Science Policy.
 
Van Mechelen, D. (2000, december). Omzendbrief RO/2000/02 met richtlijnen voor de beoordeling van aanvragen om een stedenbouwkundige vergunning voor bedrijfsgebonden mestbe- en mestverwerkingsinstallaties of voor mestbe- en mestverwerkingsinstallaties van beperkte schaal in agrarisch gebied. Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Departement Leefmilieu en Infrastructuur. Geraadpleegd mei, 2007 op http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article.pl
 
Van Mechelen, D. en Peeters, K. (2006, mei). Snellere afhandeling dossiers en meer windturbines door actualisatie omzendbrief. Geraadpleegd maart 2007 op http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/economie/energiesparen/doc/wind_omz…
 
van Roekel, A. (2002). Zonnestroom, duurzame energie voor morgen. Eos, 19 (12), 60-66.
 
Verhulst, A. (1964). Het landschap in Vlaanderen in historisch perspectief. Antwerpen: De Nederlandse Boekhandel.
 
Verhulst, A. (1995). Landschap en landbouw in Middeleeuws Vlaanderen. Brussel: Gemeentekrediet.
 
Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM vzw). Geraadpleegd mei, 2007 op http://www.vcm-mestverwerking.be/index.htm
 
Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM vzw) (2005, augustus). Visietekst: Inplanting installaties voor mestbehandeling en vergisting. Geraadpleegd mei, 2007 op http://www.vcm-mestverwerking.be/VCM-visietekst%20inplanting%20installa…
 
Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) (n.d.). Aardgas uit, CO2 in de Kempense steenkool. Geraadpleegd oktober, 2006 op http://www.vito.be/materialen/materiaaltechnologie7e.htm
 
Vlaams Energieagentschap (VEA) (n.d.). De productie van groene stroom uit bio-energie. Geraadpleegd april, 2007 op http://www.energiesparen.be/duurzame_energie/biomassa/groenestroom.php
 
Vlaams Energieagentschap (VEA) (n.d.). Eindige voorraden fossiele energiebronnen. Geraadpleegd december, 2006 op http://www.energiesparen.be/reg/fossiele_brandstoffen.php
 
Vlaams Energieagentschap (VEA) (n.d.). Fotovoltaïsche zonnepanelen. Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.energiesparen.be/duurzame_energie/zon/pv.php
 
Vlaams Energieagentschap (VEA) (n.d.). Groenestroomcertificaten. Geraadpleegd april, 2007 op http://www.energiesparen.be/duurzame_energie/groenestroomcertificaten.p…
 
Vlaamse Overheid: Kenniscentrum Statistiek (2006, 15 mei). Pijpleidingen. Geraadpleegd februari, 2007 op
http://aps.vlaanderen.be/statistiek/cijfers/stat_cijfers_mobiliteit.htm
 
Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) (2007, 5 februari).  Productie-installaties in Vlaanderen waarvoor groenestroomcertificaten worden toegekend. Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.vreg.be/vreg/documenten/Statistieken/19497.pdf
 
Vlaams Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw (VILT) (2007, 6 maart). Vlaanderen haalde groenestroomdoelstelling in 2006. Geraadpleegd mei, 2007 op http://www.vilt.be/nieuwsarchief/detail.phtml?id=12947
 
Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek (viWTA), (2006). Dossier 4: Witte biotechnologie: Stand van zaken. Brussel: Vlaams Parlement.
 
World Nuclear Association (2004, augustus). Nuclear Power in Belgium. Geraadpleegd december, 2006 op http://www.world-nuclear.org/info/inf94.html
 
World Nuclear Association (2007, december). Nuclear Power in the world today. Geraadpleegd december, 2006 op http://www.world-nuclear.org/info/inf01.htm
 
World Wind Energy Association (WWEA) (2007, 29 januari). Press Release: New world record in wind power capacity. Geraadpleegd maart, 2007 op http://www.wwindea.org/home/images/stories/pdfs/pr_statistics2006_29010…

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2007