Brocatus, N. (2012). Het biopsychosociale model: implementatie in de klinische praktijk van een CAR d.m.v. ICF. Signaal, 6-15.
Jansonius-Schultheiss, K., Van Coppenolle, L., & Beyeart, E. (1991). Afwijkende mondgewoonten. Leuven: Acco.
Ni, X., Vanderlinden, A., Collaert, B., Zink, I., Alqerban, A., & Jacobs, R. (2014). De relatie tussen tandheelkunde en logopedie. In J. Aps, H. Brand, M. De Bruyne, R. van Es, R. Jacobs, & A. Vissink, Het tandheelkundig jaar 2015 (pp. 139-150). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. doi:10.1007/978-90-368-0689-3_12
Prahl-Andersen, B., & Kuijpers-Jagtman. (2003, Januari). De mondarts en de orthodontist. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde, 46-49.
Simons, M. (2009, juni). Myofunctionele therapie. Standby, 6-9.
Stegenga, B. (2000, November). Diagnostiek en behandeling van orofaciale pijn. Nederlands Tijdschrift voor tandheelkunde, 464- 470.
Tuinzing, D., Greebe, R., Dorenbos, J., & Hakman, E. (2000, November). Het osteotomieteam. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde, 461-463.
Verlinden, B., & Helderop, P. (2008, oktober). Voorkom relaps door OMFT. TandartsPraktijk, 29(10), 64-69. doi:10.1007/BF03077841