Business as unusual: de mogelijkheden en uitdagingen van cultureel ondernemerschap bij gesubsidieerde theatergezelschappen in Vlaanderen

Laura
Delaere

 

Business as unusual: De mogelijkheden en uitdagingen van cultureel ondernemerschap bij gesubsidieerde theatergezelschappen in Vlaanderen 

Cultureel ondernemerschap is een ‘hot issue’. Er worden fora rond georganiseerd, deskundigen benadrukken het belang ervan en de aandacht voor cultuurmanagement en culturele economie is één van de strategische doelstellingen van Minister Schauvliege . Maar wat houdt dit cultureel ondernemerschap juist in? Zijn er mogelijkheden voor de gesubsidieerde kunstensector? En vooral: wat is de mening van de sector zelf over deze hype? De huidige trend naar cultureel ondernemerschap doet vele vragen rijzen. Iedereen spreekt erover, maar niemand lijkt een duidelijke invulling te kunnen geven aan dit containerbegrip. In een eerste luik van dit onderzoek werden zowel deskundigen als zakelijk leiders van structureel gesubsidieerde theatergezelschappen bevraagd naar hun definitie van cultureel ondernemerschap. Cultureel ondernemend zijn bevat volgens de respondenten grosso modo drie elementen. Teneerste beschouwt een cultureel ondernemer subsidies niet als een vanzelfsprekendheid en gaat hij op zoek naar alternatieve financieringsvormen. Hiertoe kunnen onder andere sponsoring, donaties en partnerships worden gerekend. Ten tweede zorgt hij ervoor dat zijn organisatie een ‘gezond bedrijf’ is, waarbij efficiëntie en effectiviteit de kernwoorden zijn. Tot slot is hij zichbewust van de marktmechanismen en positioneert hij zijn organisatie doordacht binnen dezemarkt. In het tweede luik van het onderzoek werd nagegaan wat de voordelen van cultureel ondernemerschap kunnen zijn, wat de mening van de kunstensector hierover is en wat de stand van zaken is m.b.t. ondernemerschap in de kunstensector. Cultureel ondernemerschap brengt volgens zowel de deskundigen als de zakelijk leiders van de gezelschappen vele voordelen met zich mee. De sector zou zich kunnen losrukken uit zijn afhankelijkheidsrelatie met de overheid. Ook de huidige professionaliseringsgolf in de cultuursector noopt tot meer ondernemerschap. Zonder voldoende zakelijke competenties maak je minder kans op een hap uit de subsidiebrok en is het moeilijk concurreren met grote organisaties. Toch staat de sector argwanend tegenover cultureel ondernemerschap. Gevreesd wordt dat debalans volledig zou doorslaan naar het economische, wat nefast zou zijn voor de artistiekekwaliteit. Men gelooft ook niet meer in het werven van alternatieve financiering. Bijna elk gezelschap verstuurde sponsordossiers, maar de commerciële sector is niet bereid hier op in te gaan. Het onderzoek toont aan dat de zakelijk leiders evenwel andere creatieve manieren zoeken om hun inkomsten te vergroten of kosten te besparen. Coproducties zijn voor veel gezelschappen een belangrijke bron van inkomsten. Bovendien komt dit ook de artistieke kwaliteit ten goede. Door samenwerkingsverbanden aan te gaan met actoren uit de publieke en private sector worden veel kosten uitgespaard en wordt er knowhow uitgewisseld. De bevraagde gezelschappen zitten allemaal aanzienlijk boven de inkomstennorm van 12,5%, wat betekent dat men de subsidies wel degelijk gebruikt om inkomsten te genereren. Deze bevinding wordt gestaafd door het veldonderzoek dat het VTi recent voorstelde aan de sector. Deskundigen en zakelijk leiders merken op dat het beleid hun mogelijkheden tot ondernemerschap beperkt. Er moet gekeken worden naar manieren om ondernemerschap te stimuleren. In het huidige beleid wordt ondernemerschap eerder afgestraft: subsidies dienen om tekorten op te vullen, niet om inkomsten te genereren. Dit kan men veranderen door af te stappen van het deficit-principe. De overheid kan werk maken van fiscale stimuli, opdat het aantrekkelijker wordt voor bedrijven om te investeren in cultuur. Ook moet het volgens alle deskundigen mogelijk worden om publiek-private samenwerkingen aan te gaan. CultuurInvest kan bijvoorbeeld worden opengesteld voor de gesubsidieerde sector. Algemeen kunnen we besluiten dat de podiumkunstensector bereid is om mee te gaan in hetverhaal rond cultureel ondernemerschap. Ze zien in dat hier vele voordelen aan verbonden zijn endat de maatschappij in die mate verandert dat men geen keuze meer zal hebben. In tijden van besparingen lijkt het alsof de legitimiteit van subsidies aan de kunstensector op het spel staat. Velen wachten de naderende beslissingen voor de nieuwe structurele subsidieronde met een bang hart af. De sector heeft echter het gevoel dat de overheid eerst voorwaarden moet scheppen om deze ontwikkeling te stimuleren en te realiseren. Indien dit gebeurt, is men bereid om zich in te zetten voor een connectie met de profitsector. In tussentijd zou het niet slecht zijn om zichtbaar te maken dat de culturele sector veel professioneler, weerbaarder en ondernemender is dan de publieke opinie soms doet vermoeden.

Bibliografie

  • Adorno, T.W. & Horkheimer, M. (1944). The Culture Industry: Enlightenment as Mass Deception. [Elektronische versie]
  • Adorno, T.W. & Horkheimer M. (1947). Dialect of Enlightenment. New York: Continuum.
  • Allaert, G. (2001). Wat niet gesubsidieerd is, kan ook kwaliteit hebben. Pleidooi voor een culturele economie. In: Kunst, Markt en Macht, een uitgave van het VTi, 25-29.
  • Anciaux, B. (2006). Beleidsbrief Cultuur. Beleidsprioriteiten 2006-2007. [Elektronische versie]
  • Anciaux, B. (2004). Beleidsnota Cultuur 2004-2009. [Elektronische versie]
  • Banks, M., Lovatt, A., O’Connor, & Raffo, C. (2000). Risk and trust in the cultural industries. Geoforum, 31, 453-464.
  • Benjamin, W. (1969). The work of art in the age of mechanical reproduction. [Elektronische versie]
  • Boonstra, J. (2007). Spanningen bij publiek-private samenwerking. Balanceren tussen uitersten. Overheidsmanagement, 7, 14-17.
  • Bourgeois, G. (2010). Het Groenboek interne staatshervorming. Geraadpleegd op 27 februari 2010, van http://binnenland.vlaanderen.be/groenboek
  • Commissie Cultural Governance (2000). Cultural Governance. Kwaliteit van bestuur en toezicht in de culturele sector: een pleidooi voor zelfregulering. Amsterdam: Springer & Lippes Velsen Noord.
  • Cultuurinvest (2006). CultuurInvest, een nieuw beleidsinstrumentarium voor de sector van de cultuurindustrieën: persbericht. [Elektronische versie]
  • De Corte, D. (in press). De kunstenaar als ondernemer. Verschijnt in november in een bundel ‘Kunst en Ondernemen’ bij Lannoo Campus.
  • Deloitte & Touche Bakkenist (2001) Cultureel Ondernemerschap: een kwestie van balans: aanbevelingen voor een dynamischer relatie tussen culturele instellingen en de overheid. Amsterdam: Stichting Kunst & Zaken.
  • De Pauw, W. (2005). Minister Dixit. Een geschiedenis van het Vlaamse cultuurbeleid. Antwerpen-Apeldoorn: Garant.
  • De Pauw, W. (2007). Absoluut Modern. Cultuur en beleid in Vlaanderen. Brussel: Uitgeverij VUBPESS.
  • Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media [CJSM] (z.d.). Algemeen Cultuurbeleid: CultuurInvest. Geraadpleegd op 1 mei 2011, van http://www.cjsm.vlaanderen.be/cultuurbeleid/themas/film/vlaanderen/cult…
  • Departement CJSM (z.d.). Tax Shelter. Geraadpleegd op 1 mei 2011, van http://www.cjsm.vlaanderen.be/cultuur/beleidsthemas/film/vlaanderen/dep…
  • Dewael, P. (1991). De warme hand: cultuur maakt het verschil. Leuven: Kritak.
  • Gielen, P. & Tachelet, K. (2001). Kunst, markt en macht. Brussel: VTi.
  • Gubbels, T. (2007). Leren Focussen. Boekman, 73, 76-80.
  • Hesmondhalgh, D. (2007). The Cultural Industries: 2nd edition. Londen: SAGE Publications.
  • Hogeschool voor de Kunsten Utrecht [HKU]. (2004). Cultural Business Modeling. Geraadpleegd op 18 oktober 2010, van http://www.hku.nl/web/show/id=100904
  • Huiskens, L. (2007). De kunstenaar als ondernemer. Boekman, 7, 81-83.
  • Ijdens, T., Jacobs, D., Koch, K., & Rutten, P. (2005). Knelpunten in de creatieve productie: creatieve industrie. TNO-rapport van onderzoek naar de knelpunten in creatieve productie. [Elektronische versie]
  • Janssens, J. (2011). De ins en outs van podiumland. Een veldanalyse. [Elektronische versie] Vlaams Theater Instituut
  • Klamer, A. (2005a). Creatieve financiering van de creativiteit. Boekman, 62,6-10.
  • Klamer, A. (2005b). Cultural Entrepreneurship. Geraadpleegd op 16 juni 2011, van http://www.klamer.nl/articles/culture/entrepreneur.php
  • Klamer, A. & Velthuis, O. (2000). Cultureel ondernemerschap: wat is dat eigenlijk? NRC Handelsblad, 23, 10-11.
  • Klamer, A. & Petrova, L. (2007). Financing the arts: the consequences of interactions among artists, financial support and creativity motivation. The Journal of Arts, Management, Law and Society, 37, 245-256.
  • Kunsten en Erfgoed (z.d.). Kunsten: Subsidies aan organisaties. Geraadpleegd op 12 februari 2011, van http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/view/nl/432790-Subsidies+aan+organis…
  • Kunsten en Erfgoed (z.d.). Kunstendecreet: Subsidieoverzichten. Geraadpleegd op 12 februari 2011, van http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/view/nl/1680201-Subsidieoverzichten…
  • Kunsten en Erfgoed (z.d.). Wet- en Regelgeving: Kunstendecreet. Geraadpleegd op 12 februari 2011, van http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/view/nl/2504947-Kunstendecreet.html
  • Kunsten en Erfgoed (2010). Visietekst beoordelingscommissie theater. Geraadpleegd op 12 februari 2011, van http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/view/nl/2504826-Beoordelingscommissi…
  • Laermans, R. (2001). Het Vlaams Cultureel Regiem. Onderzoeksrapport in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Cultuur, Centrum voor Cultuursociologie, Leuven.
  • Moons, A. (2009).Het academische veld van de culturele Heffalumps. Onderzoek naar cultureel ondernemerschap in Vlaanderen: transities en uitdagingen. Artikel geschreven in het kader van een onderzoeksdag naar cultureel ondernemerschap.
  • Noordman, Th.B.J. (2006). Kunstmanagement. Den Haag: Elsevier overheid.
  • ParticipatieMaatschappij Vlaanderen [PMV] (2009). CultuurInvest Geraadpleegd op 21 januari 2011, van http://www.pmv.eu/nl/diensten/cultuurinvest#ppt_1227778
  • Pijbes, W. (2005). Geef de Nederlandse Rockefeller de ruimte. Boekman, 62, 69-74.
  • Ploeg, R. van der (1999) Cultuur als confrontatie: een ondernemende cultuur. Zoetermeer: Ministerie van OCW.
  • Poma, K. (1984). Cultuurbeleid in crisistijd. Brussel: Vlaamse Overheid.
  • Rentschler, R. (2002). The Entrepreneurial Arts Leader: Cultural Policy, Change and Reinvention. St. Lucia: University of Queensland Press.
  • Rikken, K. (2010). Naar een cultureel ondernemerschap op maat. Boekman, 84, 33-40.
  • Rienstra, R. (2004). Cultureel Ondernemerschap is een kunst: Carel Birnie-Lezing Erasmus Universiteit. Geraadpleegd op 12 februari 2011, van http://www.erasmusgenootschap.nl/plaatjes/Carel_Birnie_lezing_Rienstra2…
  • Rienstra, R. (2006). Alles wat weerbaar is, is niet waardeloos. Boekman, 68, 6-15.
  • Schauvliege, J. (2009). Beleidsnota Cultuur. [Elektronische versie]
  • Schauvliege, J. (2010). Beleidsbrief cultuur 2011. Geraadpleegd op 13 februari 2011, van http://www.jokeschauvliege.be/bevoegdheden/cultuur/beleidsbrief_cultuur…
  • Schramme, A. (2006). Gewikt en gewogen. Cultuurnota & Kunstendecreet. Boekman, 67, 32-39.
  • Schumpeter, J.A. (1950). Capitalism, Socialism and Democracy. New York: Harper Torchbooks, 3de editie.
  • Segers, K. (2008). Wie heeft de macht om zich met het nutteloze in te laten? Cultuursponsoring in Vlaanderen. Boekman, 76, 58-64. 
  • Segers, K. & Moons, A. (2006). Culturele sector ‘risky business’? Cultuurindustrieel beleid en cultureel ondernemerschap in Vlaanderen. Boekman, 68, 52-57.
  • Sillekens, E. in Verheyen, Y. (2002). Cultureel ondernemerschap; De verzakelijking van de kunstsector. SICAmag, 13. [Elektronische versie]
  • Smithuijsen, C. (2008). Over subsidieafhankelijkheid en cultuuraanhankelijkheid. Boekman, 74, 6-12.
  • van den Berg, H. O. (2001). Profiel voor een succesvol kunstmanager. Boekmancahier, 47, 83-89.
  • Vlaamse Regering (2004). Kunstendecreet. Geraadpleegd op 18 februari 2011, [Elektronische versie].
  • Vlaamse Overheid (2010). Cultuurforum 2020: Cultuurbeleid in perspectief. Visietekst cultuurmanagement en culturele economie. Geraadpleegd op 3 januarie 2011, van http://www.faronet.be/files/bijlagen/e-documenten/visietekst_cultuurman…
  • Vlaamse Overheid (z.d.). Wat is Vlaanderen in Actie? Geraadpleegd op 10 mei 2011, van http://www.vlaandereninactie.be/nlapps/docs/default.asp?id=355
Download scriptie (870.13 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2011