Staatsrechtelijke bevoegdheidsverdeling inzake justitie. Toepassing van rechtseconomische principes

Jurgen
Goossens

Naar een verantwoorde staatshbervorming inzake justitie

Een efficiënte bevoegdheidsverdeling op het vlak van justitie is razend actueel in België. Het akkoord van de komende zesde staatshervorming gaat voor een deel in op gerechtelijke hervormingen, maar de hervormingen gaan helemaal niet ver genoeg en zijn niet voldoende gesteund op een grondige, wetenschappelijke efficiëntie-analyse. Hierna volgen echter beknopt de resultaten van een interessante thesis die de basis kunnen vormen voor een ultieme, justitiële staatshervorming. De uitgevoerde wetenschappelijke analyse heeft argumenten aangereikt die het mogelijk maken om een weldoordachte nieuwe bevoegdheidsverdeling voor te stellen waarbij de efficiëntie van het gerecht ongetwijfeld zal verbeterd worden. Een empirisch onderzoek naar de handhaving van de deelstatelijke regelgeving door de (federale) rechtbanken heeft tevens geleid tot heel interessante en zelfs ophefmakende conclusies.

Een rechtsvergelijkend onderzoek toonde aan dat in een duidelijke meerderheid van de besproken landen de staatsrechtelijke bevoegdheid tot organisatie van de rechtsbedeling verdeeld is tussen het centrale en het deelstatelijke niveau. In die landen worden de hoogste rechtscolleges doorgaans federaal ingericht, terwijl de organisatie van de lagere rechtscolleges aan de deelstaten wordt overgelaten. Een parallel systeem van rechtscolleges op het federaal en deelstatelijk niveau, zoals onder meer in de VS het geval is, veroorzaakt kosten en zou dus beter vermeden worden in België. In de praktijk bleek enkel in Duitsland deelstatelijke inspraak te zijn bij de benoeming van rechters in de hoogste federale rechtscolleges, terwijl dat echter zou moeten worden aangemoedigd. Na een omvorming van de Senaat tot een echte deelstatenkamer, zou een afwisselende voordracht van de hoogste rechters door de Kamer en de Senaat in België een oplossing kunnen zijn voor dat probleem. De inrichting van de deelstatelijke rechtscolleges behoort in de meeste federale landen toe aan de deelstaten. Het statuut van de deelstatelijke rechters wordt in de meeste besproken landen echter voor een aanzienlijk deel vastgelegd door het federale niveau. Inzake het procesrecht blijken vele federale staten reeds lang een uniforme, federale regeling te hebben of naar een uniforme wetgeving geëvolueerd te zijn omwille van de complexiteit die voortvloeit uit verschillende deelstatelijke regelgevingen.

Op basis van het subsidiariteitsbeginsel liggen bevoegdheden principieel op het gedecentraliseerde niveau, tenzij de deelstaten die bevoegdheden niet adequaat kunnen uitvoeren. Justitie blijkt uit rechtsvergelijkend onderzoek dan ook doorgaans voor een aanzienlijk deel op deelstatelijk niveau gesitueerd te zijn. Dat is echter niet het geval in België. De staatsrechtelijke bevoegdheid tot organisatie van het gerecht en het procesrecht vallen immers hoofdzakelijk onder de principiële bevoegdheid van het Belgische federale niveau. De gemeenschappen en gewesten hebben daardoor slechts geringe bevoegdheden op het gebied van justitie en strafrecht.

Een rechtseconomische analyse van de staatsrechtelijke bevoegdheidsverdeling behandelde vervolgens uitgebreid de voor- en nadelen van decentralisatie.

Ten eerste blijken de drie belangrijkste rechtseconomische voordelen van decentralisatie duidelijke argumenten om de justitiële managementbevoegdheid, de opleiding en vorming van magistraten in België naar de deelstaten over te hevelen.

Verder spelen de rechtseconomische voordelen van decentralisatie nauwelijks een rol op het vlak van de hoogste rechtscolleges. Er zullen echter wel aanzienlijke kosten optreden bij een mogelijke defederalisering, vooral op het vlak van investeringen in menselijk kapitaal. Daarom moet het Hof van Cassatie en zeker het Grondwettelijk Hof federaal blijven. In het Hof van Cassatie zou elke deelstaat wel een kamer kunnen financieren die zich buigt over de toepassing van deelstatelijk recht. Op basis van dezelfde argumenten kan ook worden besloten dat de Raad van State een federale kamer zou moeten hebben die federaal recht toepast. Additioneel zouden door de deelstaten gefinancierde deelstatelijke kamers moeten worden geïnstalleerd binnen de Raad. Er zou ook een einde moeten worden gemaakt aan de oprichting van diverse deelstatelijke gespecialiseerde administratieve rechtscolleges. Op zijn minst zouden de deelstaten die administratieve rechtscolleges moeten samenbundelen in één rechtscollege.

Ten derde blijken de rechtseconomische theorieën in het voordeel van decentralisatie relevante argumenten te zijn voor een defederalisering van de rechtbanken van eerste aanleg en de hoven van beroep.  

Ten vierde spelen de voordelen van decentralisatie geen relevante rol om de defederalisering van de fundamentele procesrechtelijke beginselen te bepleiten. Op dat vlak is er immers een homogene Europese standaard. De huidige centralisatie van de fundamentele procesregels op het federale niveau zou dan ook moeten worden behouden en een evolutie naar toenemende europeanisering door het invoeren van een Europese codex zou moeten worden aangemoedigd. Met betrekking tot de technische procesrechtelijke regels vormen de rechtseconomische theorieën echter wel een sterk argument in het voordeel van een mogelijke defederalisering.

Er werd tevens een empirisch onderzoek gevoerd naar het aandeel van de zaken die betrekking hebben op deelstatelijke bevoegdheden in de door de federale overheid gefinancierde handhaving bij de hoven, rechtbanken en parketten. Er bleek echter een pertinent gebrek te zijn aan informatisering en uniformisering. Er moet dan ook worden opgeroepen om de informatisering en uniformisering van de statistische en financiële gegevens over justitie te verbeteren. Er kon uiteindelijk wel worden aangetoond dat vooral strafzaken over deelstatelijke bevoegdheden een aanzienlijk deel uitmaken van de justitiële werklast en federale financiering.

Die kostenverdeling waarbij de federale overheid de financiële lasten draagt van de handhaving van de deelstatelijke bevoegdheden leidt tot een gebrek aan responsabilisering en een kostenafwenteling door de gemeenschappen en gewesten op de federale overheid. Dat vormt dan ook een argument om de regelgevende bevoegdheden samen met de financiering van de handhaving bij eenzelfde overheidsniveau te leggen. Een realistische oplossing zijn samenwerkingsakkoorden tussen de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten. De deelstaten zouden hun bevoegdheden om strafrechtelijke regels uit te vaardigen immers kunnen behouden, terwijl ze een bijdrage betalen aan de federale overheid voor de kosten van de handhaving van de deelstatelijke bevoegdheden.

Deze thesis kan een wetenschappelijke basis zijn die beleidsmakers duidelijke voor- en nadelen aanreikt om tot een efficiëntere werking van het gerecht te komen door een optimalisatie van de bevoegdheidsverdeling. Het moment is aangebroken om ook inzake justitie orde op zaken te stellen.

Bibliografie

1. Wetgeving:

  • Grondwet van de Verenigde Staten van Amerika (Constitution of the United States) 17 september 1787. (VS)
  • Grondwet van de Confederatie Argentinië (Constitucion de la Confederacion Argentina) 1 mei 1853. (Argentinië)
  • Grondwet (Constitution Act) 29 maart 1867, 30 & 31 Victoria, c. 3. (Canada)
  • Grondwet van het Gemenebest van Australië (Commonwealth of Australia Constitution Act) 9 juli 1900, 63 & 64 Victoria, Ch.12. (Australië)
  • Politieke grondwet van de Verenigde Mexicaanse Staten (Constitución Política de los Estados Unidos Mexicanos) 5 februari 1917, D.O. 5 februari 1917.
  • Federale grondwet van Oostenrijk 1 oktober 1920 (Österreichische Bundesverfassung), StGBl 5 oktober 1920, nr. 450, 321
  • Grondwet voor de Bundsrepubliek Duitsland (Grundgesetz für die Bundesrepublik Deutschland) 23 mei 1949, BGBI. I S. 1. (Duitsland)
  • Grondwet van India 26 november 1949. (India)
  • Spaanse grondwet (Constitución española) 31 oktober 1978, BOE 29 december 1978, nr. 311, 29.313. (Spanje)
  • Gecoördineerde grondwet 17 februari 1994, BS 17 februari 1994.
  • Federale grondwet van de Zwitserse Confederatie (Bundesverfassung der Schweizerischen Eidgenossenschaft) 18 april 1999, AS 1999, 2.556. (Zwitserland)
  • Bijz. wet 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, BS 15 augustus 1980.
  • Wet 24 september 1789 op de rechterlijke macht (Judiciary Act), Stat. ch. 20, 1,73. (VS)
  • Wet 30 januari 1877 betreffende de invoering van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Gesetz betreffend die Einführung der Zivilprozeßordnung), RGBl. 1877, S. 244. Duitsland)
  • Wet 1 februari 1877 inleiding van de strafvordering (Einführungsgesetz zur Strafprozeßordnung), RGBI 1877, S. 253. (Duitsland)
  • Wet 12 maart 1951 betreffende het federaal Grondwettelijk Hof (Gesetz über das Bundesverfassungsgericht), BGBI. I S. 1.473. (Duitsland)
  • Gec.Wet 12 januari 1973 op de Raad van State, BS 21 maart 1973, 3.461.
  • Organieke Wet 1 juli 1985 betreffende de rechterlijke macht 6/1985 (Ley Orgánica del Poder Judicial), BOE 2 juli 1985, nr. 157, 20.632.
  • Decr.Vl. 13 juni 1990 Bosdecreet, BS 28 september 1990.
  • Decr.W. 16 februari 1995 tot wijziging van het Boswetboek, BS 11 mei 1995.
  • Ord.Br. 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van de misdrijven inzake leefmilieu, BS 25 juni 1995.
  • Decr. Vl. 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, BS 3 juni 1995.
  • B.Vl.Reg. 15 mei 2009 houdende coördinatie van de decreetgeving op de ruimtelijke ordening (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening), BS 20/08/2009, 54.890.
  • Adv.RvS 20.661 van 20 april 1991 over de latere wet van 2 februari 1994 tot wijziging van de wet van 8 april 1965, Parl.St. Kamer 1991-92 B.Z., nr. 532/1.
  • Discussienota voor een verdere staatshervorming, Parl.St. Vl.R. 1995-96, stuk 253, nr. 11, 206.
  • Bespreking in het verslag van de Senaatscommissie voor de institutionele aangelegenheden over de evaluatie van de werking van de nieuwe federale structuren, Parl.St. Senaat 1998-99, nr. 1-1333/1, 620-642.
  • Voorstel van bijzondere wet tot wijziging van de bijzonder wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen met het oog op een nieuwe bevoegdheidsverdeling inzake jeugdbescherming, Parl.St. Kamer 2004-05, nr. 51-1544/1, 4.

2. Rechtspraak

  • Arbitragehof 20 december 1985, nr. 7, BS 21 januari 1986
  • Arbitragehof 23 september 1987, nr. 44/87, BS 27 januari 1988.
  • Arbitragehof 10 maart 1988, nr. 24/48, BS 20 mei 1988.
  • Arbitragehof 30 juni 1988, nr. 66, BS 21 juli 1988.
  • Arbitragehof 19 december 1991, nr. 40/91, ov. 2.B.1, http://www.const-court.be/.
  • Arbitragehof 17 juni 1993, nr. 48/93, B.3., http://www.const-court.be/.
  • Arbitragehof 28 maart 2002, nr. 57/2002, www.const-court.be.
  • Arbitragehof 8 mei 2002, nr. 85/2002, www.const-court.be.

3. Rechtsleer

A.  Boeken:

  • Albers, P., “Evaluating judicial systems: a balance between variety and generalization”, Straatsburg, European Commission for the Efficiency of Justice, 2003, http://siteresources.worldbank .org/INTLAWJUSTINST/Resources/PimAlbers.pdf, 29p.
  • Alen, A., Federalisme: staatkundig, politiek en economisch, Antwerpen-Appeldoorn, Maklu, 1994, 193 p.
  • Alen, A.,  “Le principe de subsidiarité et le fédéralisme Belge” in F. Delperee, Le principe de subsidiarité, Brussel, Bruylant, 2002, 461-469.
  • Alesch, D., Dougharty L., The feasibility of economies-of-scale analysis of public services. Report prepared for the Council in Intergovernmental Relations, State of California,, 1971, 28p., http://www.rand.org/content/dam/rand/pubs/reports/2007/R739.pdf.
  • Alesina, A. en Spolaore, E., The size of nations, Cambridge, MIT Press, 2003, 261 p.
  • Backhaus, J.G., “Subsidiarity” in Backhaus, J.G. (ed.), The Elgar Companion to Law and Economics, Cheltenham, Edward Elgar, 2005, 280-286.
  • Baker, J.H., An introduction to English Legal History, Butterworths, Londen 1971, 333 p.
  • Berckx, C., Rechtsbescherming van de burger tegen de overheid, Antwerpen-Groningen, Intersentia Rechtswetenschappen, 2000, 649 p.
  • Blank, J., van der Ende, M. e.a., Bench marking in an international perspective: an international comparison of the mechanisms and performance of the judiciary system, Den Haag, de Raad voor de Rechtspraak, 2004, 101 p.
  • Bouckaert, B., “Economische analyse van politiek en overheid” in Syllabus Rechtseconomie UGent, 2009.
  • Bouckaert, B., “Defederalisering van Justitie? Een rechtseconomische overvlucht” in M. Taeymans (ed.), Staatsrechtconferentie 2002. Vlaamse Juristenvereniging. Defederalisering van Justitie, Gent, Larcier, 2003, 33-53.
  • Bracke, A., Naar een volgende stap in de staatshervorming: defederalisering van justitie, onuitg. licentiescriptie Politieke en Sociale Wetenschappen UGent, 2006-2007, 186 p.
  • Break, G., Intergovernmental Fiscal Relations in the United States, Washington DC, Brookings Institute, 1967, 273 p.
  • Buchanan, J.M., The collected Works of James M. Buchanan. Volume 15: Externalities and Public Expenditure Theory, Indianapolis, Liberty Fund, 2001, 502 p.
  • Buchanan, J.M., The collected Works of James M. Buchanan. Volume 18: Federalism, Liberty and the Law, Indianapolis, Liberty Fund, 2001, 461 p.
  • Buchanan, J.M. en Goetz, C.J., “Efficiency limits of fiscal mobility: an assessment of the Tiebout model” in J.M. Buchanan, The collected Works of James M. Buchanan. Volume 18: Federalism, Liberty and the Law, Indianapolis, Liberty Fund, 2001, 44-64.
  • Cerexhe, G., Les compétences implicites et leur application en droit belge, Brussel, Bruylant, 1989, 485 p.
  • College van procureurs-generaal, http://www.just.fgov.be/statistique_parquets/jstat2003/n/home. html.
  • Cooter, R. en Ulen, T., Law & Economics (5th edition), Boston, Pearson Adisson, 2008, 582 p.
  • De Clerck, M. en Naert, F., De politieke markt, Deurne, Kluwer, 1985, 163 p.
  • Delpérée, F., Le principe de subsidiarité, Brussel, Bruylant, 2002, 538 p.
  • Deschouwer, K., “Federalisering, subsidiariteit en democratie” in B. Hubeau en M. Elst (eds.), Democratie in ademnood? Over legitimiteit, legitimatie en verfijning van de democratie, Brugge, die Keure, 2002, 55-73.
  • Dirix, E., Privaatrecht en multiculturaliteit, Antwerpen, Intersentia, 2007, 57 p.
  • Dumont, H., “La subsidiarité et le fédéralisme Belge: un principe discret ou dangereux” in F. Delperee, Le principe de subsidiarité, Brussel, Bruylant, 2002, 471-493.
  • Faber, G., van Mens, K.L.H., Schippers, J.J. en Siegers, J.J., “Rechtseconomie in de jaren negentig” in Op zoek naar juridisch onderzoek in de jaren negentig, NISER, 1989, 73-83.
  • Fisher, L., American Constitutional Law (6th edition). Volume 1: Constitutional structures. Separated powers and federalism, Durham, Carolina Academic Press, 2005, 509 p.
  • Frey, B.S. en Eichenberger, R., The new democratic federalism for Europe: functional overlapping and competing jurisdictions, Cheltenham, Edward Elgar, 1999, 111 p.
  • Friedman, M., Capitalism and Freedom, Chicago, Chicago University Press 1962, 202 p.
  • Gorlé, F., Bourgois, G. e.a., Rechtsvergelijking, Mechelen, Kluwer, 2007, 359 p.
  • Harrison, J.L. en Theeuwes, J., Law and Economics, New York, W.W. Norton & Company, 2008, 552 p.
  • Hayek, F.A., Law legislation and liberty: a new statement of the liberal principles of justice and political economy. Volume I: Rules and order, Londen, Routledge & Kegan Paul, 1973, 184 p.
  • Heyman, J., Milieuhandhaving in Vlaanderen. Wetgeving, inbreuken en procedures, Brugge, Die Keure, 2009, 202 p.
  • Hrbek, R. (ed.), Political Parties and Federalism: an international comparison, Baden-Baden, Nomos Verlagsgesellschaft, 2004, 209 p.
  • Hubeau, B. en Elst, M. (eds.), Democratie in ademnood? Over legitimiteit, legitimatie en verfijning van de democratie, Brugge, die Keure, 2002, 415 p.
  • Inman, R.P. en Rubinfeld, D.L., “The EMU and Fiscal Policy in the New European Community: An Issue for Economic Federalism”, International Review of Law and Economics 1994, 147-161.
  • Inman, R.P. en Rubinfeld, D.L., “Federalism” in B. Bouckaert en G. De Geest (eds.), Encyclopedia of Law and Economics, Volume IX. Production of legal rules, Cheltenham, Edward Elgar, 2000, 661-691 en http://encyclo.findlaw.com/9700book.pdf.
  • Kerkmeester, H., “Een rechtseconomische analyse van de symbolen en de recepten inzake legitimiteit van de democratie” in B. Hubeau en M. Elst (eds.), Democratie in ademnood? Over legitimiteit, legitimatie en verfijning van de democratie, Brugge, die Keure, 2002, 35-54.
  • Kornhauser, L.A., “Judicial Organization and Administration” in B. Bouckaert en G. De Geest (eds.), Encyclopedia of Law and Economics, Volume V. The Economics of Crime and Litigation, Cheltenham, Edward Elgar, 2000, 27-44 en http://encyclo.findlaw.com/7100book.pdf.
  • Landuyt, R., Een Vlaams gerecht, Leuven, Van Halewijck, 2004, 120 p.
  • Landuyt, R., “Vlaams gerecht. De defederalisering van de Belgische justitie” in B. Tilleman en A. Verbeke, Actualia vermogensrecht, Brugge, die Keure, 2005, 715-725.
  • Landuyt, R., Pro justitia. Het gerecht ontsnapt, Gent, Borgerhoff & Lamberigts, 2007, 167 p.
  • Lust, S., Rechtsherstel door de Raad van State, Brugge, die Keure, 2000, 526 p.
  • Majeed, A., Watts, R.L. en BROWN, D.M. (eds.), A Global Dialogue on Federalism, Volume 2: Distribution of powers and responsibilities in federal countries, Montréal & Kingston, McGill-Queen’s University Press, 2006, 373 p.
  • Mayers, L., The American legal system, New York, Harper & Row, 1964, 549 p.
  • McLean, I., Public Choice: an introduction, Oxford, Basil Blackwell, 1987, 222 p.
  • Meersschaut, F., “De strafrechtelijke bevoegdheid van de gemeenschappen en gewesten” in G. Van Haegendoren en B. Seutin, De bevoegdheidsverdeling in het federale België, Brugge, die Keure, 1999, 51 p.
  • Mueller, M., The Economics of politics: Volume I, Cheltenham, Edward Elgar, 2001, 566 p.
  • Montesquieu, C., De l’esprit des lois, 1758.
  • Oates, W.E., Fiscal federalism, New York, Harcourt, Brace and Jovanovich, 1972, 256 p.
  • Oates, W.E., The political economy of fiscal federalism, Massachusetts, Lexington Books, 1977, 355 p.
  • Oates, W.E. (ed.), The economics of environmental regulation, Cheltenham, Edward Elgar, 1996, 452 p.
  • Oates, W.E. en Schwab, M., “The theory of regulatory federalism: the case of environmental management”, in W.E. Oates (ed.), The economics of environmental regulation, Cheltenham, Edward Elgar, 1996, 319-331.
  • Posner, R.A., Economic analysis of law (2nd edition), Boston, Little, Brown and Company, 1977, 572 p.
  • Pas, W., “Bevoegdheidsvraagstukken”, in J. Put en M. Rom (eds.), Het nieuwe jeugdrecht, Gent, Larcier, 2007, 15-43.
  • Pestieau, P., “The Optimality Limits of the Tiebout Model” in W.E. Oates, The political economy of fiscal federalism, Massachusetts, Lexington Books, 1977, 173-186.
  • Rimanque, R., “De organisatie van de rechtsbedeling in federale staten: een bevoegdheid voor de deelstaten? Vergelijkend overzicht en mogelijkheden in België” in M. Taeymans (ed.), Staatsrechtconferentie 2002. Vlaamse Juristenvereniging. Defederalisering van Justitie, Gent, Larcier, 2003, 1-31.
  • A. Rivlin, Reviving the American Dream, Washington DC, The Brookings Institution, 1992, 196 p.
  • Sauer, H., Jurisdiktionskonflikte in Mehrebenensystemen: die Entwicklung eines Modells zur Lösung von Konflikten zwischen Gerichten unterschiedlicher Ebenen in umrnetzten Rechtsordnungen, Berlijn, Springer, 2008, 605 p.
  • Schmidtchen, D. en Cooter, R. (eds.), Constitutional Law and Economics of the European Union, Cheltenham, Edward Elgar, 1997, 314 p.
  • Scholsem, J.-C., “Le principe de subsidiarité en question en droit constitutionnel Belge” in F. DELPEREE, Le principe de subsidiarité, Brussel, Bruylant, 2002, 471-493.
  • Senelle, R., De staatshervorming in België Deel IV, Brussel, Ministerie van Buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, 1985, 452 p.
  • Senelle, R., VAndenbossche, E. en Schuermans, L., Het federale België van de Gemeenschappen en Gewesten, Mechelen, Kluwer, 2003, 144 p.
  • Smets, J., Jeugdbeschermingsrecht (APR), Brussel, Kluwer, 1996, 821 p.
  • Sparer, M.S. en Brown, L.D., “States and the Health Care Crisis: The Limits and Lessons of Laboratory Federalism” in R.F. Rich en W.D. White (eds.), Health Policy, Federalism, and the American States, Washington DC, Urban Institute Press, 181-202.
  • Storme, M., “De defederalisering van het gerecht in België. Een model voor bevoegdheidsverdeling” in M. Taeymans (ed.), Staatsrechtconferentie 2002. Vlaamse Juristenvereniging. Defederalisering van Justitie, Gent, Larcier, 2003, 55-103.
  • Storme, M., Syllabus UA Rechtsvergelijking, Gent-Mariakerke, 2006, http://webh01.ua.ac. be/storme/rvglpub.html, 765 p.
  • Storme, M., Notities Rechtsvergelijking ten behoeve van het vak Europees en Vergelijkend Burgerlijk Procesrecht, Gent-Mariakerke 2010, http://webh01.ua.ac.be/storme/NotitiesVgl Procesrecht.pdf, 115 p.
  • Taeymans, M. (ed.), Staatsrechtconferentie 2002. Vlaamse Juristenvereniging. Defederalisering van Justitie, Gent, Larcier, 2003, 142 p.
  • Vande Lanotte, J. en Goedertier, G., Overzicht publiekrecht, Brugge, die Keure, 2007, 1576 p.
  • Van Den Bergh, R., Subsidiariteit rechtseconomisch bekeken. Adieu Bruxelles?, Arnhem, Gouda Quint, 1994, 105 p.
  • Van Den Wyngaert, C., Strafrecht, strafprocesrecht & internationaal strafrecht. Deel I: Strafrecht, Antwerpen-Appeldoorn, Maklu, 2006, 499 p.
  • Van Eeckhoutte, W., Handboek Belgisch Socialezekerheidsrecht, Mechelen, Kluwer, 2009, 461 p.
  • Van Gerven, W., “Executief federalisme” in X., Liber Amicorum Jean-Pierre De Bandt, Brussel, Bruylant, 2004, 1050 p.
  • Van Orshoven, P., “Wat we zelf beslechten, beslechten we beter! Enkele krachtlijnen voor een Vlaams gerechtelijk decreetboek” in M. Taeymans (ed.), Staatsrechtconferentie 2002. Vlaamse Juristenvereniging. Defederalisering van Justitie, Gent, Larcier, 2003, 105-142.
  • Van Orshoven, P.,  “Justitie 2005-2045 of redelijke rechtspraak binnen een redelijke termijn voor een redelijke prijs. Naar Europese en Vlaamse communautarisering”, in Jura Falconis (ed.), Lustrumboek 40 jaar Jura Falconis, Brussel, Larcier, 2005, 195-210.
  • Van Velthoven, B.C.J. en van Wijck, P.W., Recht en efficiëntie: een inleiding in de economische analyse van het recht, Deventer, Kluwer, 2007, 437 p.
  • Velaers, J., De Grondwet en de Raad van State Afdeling Wetgeving: vijftig jaar adviezen aan de wetgevende vergaderingen, in het licht van de rechtspraak van het Arbitragehof, Antwerpen-Appeldoorn, Maklu, 1999, 1034 p.
  • Vermeulen, G., Europese integratie en beleidsontwikkeling inzake justitie en binnenlandse zaken, Antwerpen, Appeldoorn, Maklu, 2006, 154p.
  • Von Mehren, A.T. en Murray, P.L., Law in the United States, New York, Cambridge University Press, 2007, 325 p.
  • Von Hayek, F.A., “Competition as a Discovery Process” in New Studies in Philosophy, Politics, Economics and the History of Ideas, Chicago, University Press, 1978, 179-190.
  • Vuye, H., “Réactions à l’égard du principe de subsidiarité en droit constitutionnel Belge” in F. Delperee, Le principe de subsidiarité, Brussel, Bruylant, 2002, 509-513.
  • Watts, R.L., Comparing federal systems (3th edition), Montréal & Kingston, McGill-Queen’s University Press, 2008, 205 p.
  • Williamson, O.E., “Economics as an Antitrust Defense Revisited” in A. Jacquemin en H.W. De Jong (eds.), Welfare Aspects of Industrial Markets, Leiden, Nijhoff, 1977, 237-272.
  • Zamora, S., Cossio, J.R. e.a., Mexican Law, Oxford, University Press, 2004, 712 p.
  • Zerbe, R., and Dively, D., Benefit-cost analysis: in theory and practice, New York, Harper Collins, 1994, 557 p.
  • Zerbe, R., Economic efficiency in law and economics, Cheltenham, Edward Elgar, 2001, 303 p.

B. Tijdschriftartikelen:

  • August, K. en Gessaphe, S., “Gerichtsbarkeit in Mexiko – Modellcharakter für Europa?”, Rabelsz 2002, 268-290.
  • Berckx, P., “Bevoegdheid van de gemeenschappen inzake jeugdbescherming”, TBP 1993, 301-304.
  • Bergstrom, T., e.a., “A Test for Efficiency in the Supply of Public Education”, Journal of Public Economy 1988, Vol. 35, 289-307.
  • Bork, R., “Gerichtsverfassung und Verfahrensstrukturen in Deutschland”, Rabelsz 2002, 327-356.
  • Bouckaert, B., “Competitief federalisme: een remedie voor inefficiënte overheden?”, Secessie 2002, afl. 7, 17-24 en www.secessie.nu/pdf/7-2.pdf.
  • Breton, A.,  “A theory of government grants”, Canadian Journal of Economics and Political Science 1965, Vol. 31, 173-187.
  • Buchanan, J.M. en Goetz, C. , “Efficiency Limits of Fiscal Mobility: An Assessment of the Tiebout Model”, Journal of Public Economy 1972, Vol. 1, 25-43.
  • Buchanan, J.M., “Federalism and individual sovereignty”, Cato Journal 1995-96, 259-268.
  • Cebula, R.J., “Internal migration determinants: recent evidence”, International Advances in Economic Research 2005, 267-274.
  • Coppens, A., “De volmaakte rechtstaat,” RW 2002-2003, 1241-1254.
  • Cumberland, J., “Efficiency and Equity in Interregional Environmental Management”, Review of Regional Studies 1981, Vol. 2, 1-9.
  • Dahlman, C.J., “The problem of externality”, Journal of Law and Economics 1979, 141-162.
  • De Herdt, “De defederalisering van het strafrecht en het strafprocesrecht. Over wat het is en zou kunnen zijn”, NC 2008, 1-23.
  • De Roy, C., “Visie op de verhoudingen tussen burger en bestuur enerzijds en tussen bestuur en rechter anderzijds, en de gevolgen hiervan op de organisatie van het administratief contentieux. Een rechtsvergelijkende analyse,” Jura Falconis 2002-2003, 429-456
  • Easterbrook, F., “Antitrust and the Economics of Federalism”, Journal of Law & Economics 1983, Vol. 26, 23-50.
  • Evers, F., “Sloop de heilige huizen van de gerechtelijke organisatie,” Juristenkrant 24 Februari 2010, 11.
  • FOD Justitie, Vast Bureau Statistiek en Werklastmeting, http://www.just.fgov.be/index_nl.htm.
  • Gramlich, E.M. en Rubinfeld, D.L., “Micro Estimates of Public Spending Demand Functions and Tests of the Tiebout and Median Voter Hypotheses”, Journal of Political Economy 1982, Vol. 90, 536-560.
  • Halberstam, D. en Arbor, A., “Gerichtliche Zusammenarbeit im föderalen System der USA: ein rechtsvergleichender Beitrag zur Diskussion über die Gerichtsreform in der Europäischen Union”, Rabelsz 2002, 216-249.
  • Hens, E. en Van Der Meeren, I., “Splitsen van de gezondheidszorgen: een fetisjdiscussie”, Flits maart 2008, 1-12, http://www.socmut.be/NR/rdonlyres/04648DBF-A33D-4F3B-B7CF-629980 A00E2F/0/sampoldef.pdf.
  • Hirschman, A.O., “Exit, Voice, and the State”, World Politics 1978, 90-107.
  • Huber, P., “Inter-regional mobility in Europe: a note on the cross-country evidence”, Applied Economic Letters 2004, 619-624.
  • Jolls, C., Sunstein, C.R. en Thaler, R., “A Behavioral Approach to Law and Economics”, Stanford Law Review 1988, vol. 50, 1471-1548.
  • Kiefel, S., “The structure of the Australian Federal Judicial System: some observation for the future workings of the European courts”, Rabelsz 2002, 291-307.
  • Koopmans, T. , “Mathematical Groundwork of Economic Optimization Theories”, paper read at the annual meeting of the Econometric Society, December 1954.
  • Kotsogiannis, C. en Schwager, R., “On the incentives to experiment in federations”, Journal of Urban Economics 2006, 484-497, http://www.ifo.de/portal/page/portal/DocBase_Content/WP/WP-CESifo_Worki… /wp-cesifo-2005/wp-cesifo-2005-11/cesifo1_wp1585.pdf.
  • McGuire, M., “Group Segregation and Optimal Jurisdictions”, The Economics of Politics 1974, vol. 49, 527-547.
  • Judo, F., “Gewesten mogen soms organisatie van rechtbanken regelen”, Juristenkrant 10 april 2002, afl. 47, 6.
  • Judo, F., “Arbitragehof verduidelijkt strafbevoegdheid van gewesten”, Juristenkrant 25 september 2002, afl. 54, 10.
  • Long, L.H., “On Measuring Geographic Mobility”, Journal of the American Statistical Association 1970, 1195-1203.
  • Long, L.H., “Migration Differentials by Education and Occupation: Trends and Variations”, Demography 1973, 243-258.
  • Meersschaut, F., “De rechtspraak van het Arbitragehof in 1999: het grondwettelijk contentieux”, TBP 2000, 735-770.
  • Meier, I., “Sicherung der einheitlichen Anwendung des Bundesrechts in der Schweiz als vorbild für Europa?”, Rabelsz 2002, 308-326.
  • Messine, J., Tulkens F. en Van Den Wyngaert, C., “Les accords de la Saint-Michel et le droit pénal”, JT 1992, 858-859.
  • Messine, J., Tulkens F. en Van Den Wyngaert, C., “De Sint-Michielsakkoorden en de federalisering van het strafrecht: Een Belgenmop?”, Panopticon 1993, 1-5.
  • Mueller, D.C., “Centralism, federalism and the nature of individual preferences”, Constitutional Political Economy 2001, 161-172.
  • Musgrave, R.A., “The Voluntary Exchange Theory of Public Economy”, Quarterly Journal of Economics 1939, 213-217.
  • Oates, W.E. en Schwab, M., “Economic competition among jurisdictions: efficiency enhancing or distortion inducing?”, Journal of Public Economics 1988, 333-354.
  • Oates, W.E., “An Essay on Fiscal Federalism”, Journal of Economic Literature 1999, 1120-1149.
  • Riew, J., “Economies of Scale in High School Operation”, The Review of Economics and Statistics 1966, 280-287.
  • Rose-Ackerman, S., “Risk taking and reflection: does federalism promote innovation?”, J. Legal Stud. 1980, 593-616.
  • Samtleben, J., “Föderale Gerichtsverfassung in Brasilien und Argentinien – zwei unterschiedliche Modelle”, Rabelsz 2002, 250-267.
  • Samuelson, P.A., “The Pure Theory of Public Expenditure”, Review of Economics and Statistics 1954, 387-389.
  • T. Stacy en K. Dayton, “The Underfederalization of Crime”, Cornell J.L. and Pub. Pol'y 1996-97, Vol. 6, 247-324.
  • Stigler, G.J., “The theory of economic regulation”, The Bell Journal of Economics and Management Science, 1971, Vol. 2, nr. 1, 3-21.
  • Storme, M., “Welke justitiehervorming heeft Vlaanderen nodig? (Vlaams Parlement Brussel 16 mei 1998)”, RW 1998-1999, 133-136.
  • Storme, M., “Naar een Vlaamse Justitie? De defederalisering van het gerecht”, Openingsrede op de openingszitting van de balie te Mechelen op 7 oktober 2000, http://webh01.ua.ac.be/storme /vlaamsejustitie.pdf, 1-13.
  • Storme, M., “Foute stelling van VLD: ‘noden van burgers overal gelijk’ (Liberale top wil justitie onder federaal dak houden)”, Doorbraak maart 2007, 3 en www.doorbraak.org/115/19008.
  • Strumpf, K.S., “Does government decentralization increase policy innovation?”, Journal of Public Economic Theory 2002, afl. 4, 207-241 en http://www.international-macro.economics.uni-mainz.de/ Dateien/Kotsogiannis_Schwager_federal.pdf, 1-42.
  • Teichman, D., “The market for criminal justice: federalism, crime control and jurisdictional competition”, Michigan Law Review 2005, 1831-1876.
  • Tiebout, C.M., “A pure theory of local expenditures”, Journal of Political Economy 1956, 416-424.
  • Tullock, G., “Social Cost and Government Action”, American Economic Review 1969, vol. 59, 189-197.
  • Tullock, G., “Federalism: Problems of Scale”, Public Choice 1969, vol. 6, 19-29.
  • Vanberg, V., “Constitutionally Constrained and Safeguarded Competition in Markets and Politics with Reference to a European Constitution”, Journal des Economistes et des Etudes Humaines 1993, 3-27.
  • Van der Meer, T., “Vertrouwen in rechtspraak: empirische bevindingen”, Rechtstreeks 2004, 8-55.
  • Van Orshoven, P., “Administratieve rechtbanken? Ja en neen. Pleidooi voor jurisdictioneel monisme,” RW 1994-1995, 897-908 en “Spanning tussen norm en normdoel. Een voorbeeld uit het administratief contentieux” in De norm achter de regel. Hommage aan Marcel Storme, I, Deurne, Kluwer, 1995, 19-44.
  • Watts, R.L., “Federalism, federal political systems and federations”, Annu. Rev. Polit. Sci. 1998, 117-137.
  • Winckelmans, W., “Gerecht houdt geen rekening met Vlaanderen”, 18/05/2004, www.nieuwsblad.be/ article/detail.aspx?articleid=GUF63V85.
  • Winckelmans, W., “SP.A wil Vlaams gerecht”, 18/05/2004, www.nieuwsblad.be/Article/Detail. aspx?articleID=guf6406b.
  • X., “El debate sobre el Estatuto. El bloque progresista del Constitutional entra en una profunda crisis interna. La frustrada sentencia del Estatuto enfrenta a Aragón con los demás jueces”, El País 19 april 2010, www.elpais.com/articulo/portada/bloque/progresista/Tribunal/Constitucio…; korte Nederlandstalige samenvatting van het artikel: http://www.presseurop.eu/nl/content/news-brief-cover /234081-catalonie-verdeelt-het-constitutioneel-hof.
  • X., “Aval al Estatut. El Constitucional da el visto bueno al 95% del texto original, sin satisfacer a la Generalitat”, El País 29 juni 2010, http://www.elpais.com/articulo/opinion/Aval/Estatut/elpepiopi /20100629elpepiopi_1/Tes.
Download scriptie (1.32 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2011