TAKSEN, KEN UW PLAATS! Het Romeins-Egyptische heffingenstelsel in modern fiscaal perspectief.

Jos
Paulissen

Waarom wij belasting betalen…

Parijs, augustus 2011. Nicolas Sarkozy en Angela Merkel stellen een beurstransactietaks voor als onderdeel van een pakket maatregelen om de crisis in de Eurozone te lijf te gaan. Via deze belasting zouden de veroorzakers van alle ellende, banken en speculanten, gaan meebetalen aan de bestrijding ervan, aldus de Frans-Duitse tandem. Wijselijk wordt verzwegen dat vrijwel alle westerse landen waarschuwingen betreffende het tekortschietende financiële toezicht sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw stelselmatig in de wind slaan. De beurstransactietaks zal zijn doel voorbijschieten, omdat deze op de beleggers zal worden afgewenteld, voor zover de handel zich al niet verplaatst naar Amerika of Azië.

Nicomedia, december 301. Keizer Diocletianus en de zijnen laten een edict het licht zien waarin maximumprijzen voor tal van goederen en diensten worden vastgesteld om zo een halt toe te roepen aan de gierende inflatie in het Romeinse rijk. Schuld voor de crisis krijgen de “gewetenloze” handelaren met hun “grenzeloze en uitzinnige hebzucht”. Niet vermeld wordt dat drie maanden eerder de nominale waarde van de belangrijkste munt is verdubbeld zonder dat gewicht of zilvergehalte zijn gewijzigd, een maatregel die niets anders dan prijsstijgingen tot gevolg kan hebben. Het prijzenedict werkt niet, omdat genoemde goederen en diensten, ondanks strenge straffen, simpelweg van de officiële markten verdwijnen.

Toegegeven, alle vergelijkingen lopen mank en de geschiedenis herhaalt zich nooit. Niettemin is de gelijkenis tussen de twee beschreven gebeurtenissen treffend, zowel qua zinloosheid van de crisisbestrijdende maatregel als wat betreft het schaamteloze populisme waarmee de autoriteiten van hun falende monetaire politiek proberen af te leiden. Ook vanuit fiscaal oogpunt bestaat opvallend weinig verschil tussen democratische rechtsstaten anno 2011 en een autoritair regime uit de eerste eeuwen van onze jaartelling, althans zo luidt de belangrijkste conclusie uit mijn masterthesis.

Belastingen worden zelden als onderwerp voor een thesis in de geschiedenis van de oudheid gekozen. Niet alleen roepen de verplichte collectieve bijdragen om begrijpelijke redenen weerzin op, ook vormen ze een weerbarstige materie waar zelfs menig wetenschapscoryfee zijn handen niet aan durft branden. Voor mij, als fiscaal econoom, was de uitdaging om de taksen in de oudheid vanuit een moderne belastingtechnische invalshoek te benaderen te groot om te laten liggen. Niet eerder is immers een dergelijke interdisciplinaire methodiek aangewend. Ook het feit dat een belastingstelsel veel zegt over de samenleving waarin dat stelsel toepassing vindt, heeft bij de keuze een rol gespeeld. Tevens ben ik geprikkeld door de pertinent onjuiste, maar daarom niet minder hardnekkige visie dat de moderne mens, nu hij zo’n 2000 jaar later leeft dan de gemiddelde Romein, evenveel jaren vooroploopt in ontwikkeling en beschaving. Zeker op economisch en fiscaal terrein worden de antieken volstrekt ten onrechte voor achterlijk versleten en leeft de hedendaagse westerling in een permanente staat van zelfoverschatting.
Een probleem waar elke oudheidkundige zich mee geconfronteerd ziet, is het ontbreken van bronnen. Als die er al zijn, handelen ze meestal over veldslagen, opstanden, intriges, helden

en schurken, vrijwel nooit over belastingzaken. Er is één uitzondering: Egypte, vooral tijdens de Grieks-Romeinse periode (vanaf de komst van Alexander de Grote in 332 v. Chr. tot de Arabische inval van 639 n. Chr.). Door de klimatologische, geografische en culturele gesteldheid van dat land zijn duizenden papyrussen en potscherven bewaard gebleven. Deze bevatten onder andere notities, rekeningen, brieven, aktes, overeenkomsten, belastinglijsten en –kwitanties en schetsen aldus niet alleen een boeiend beeld van het dagelijkse leven aan de Nijl, maar verschaffen ons ook een gedetailleerd inzicht in het aldaar geldende heffingensysteem.

Het Romeins-Egyptische heffingensysteem is op systematische wijze in kaart gebracht door Sherman LeRoy Wallace in zijn Taxation in Egypt from Augustus to Diocletian. Dit standaardwerk uit 1938 (!) is nooit geëvenaard, laat staan overtroffen, noch op de huidige stand van zaken gebracht. Ziehier, een vierde motivatie om het thema als onderwerp voor mijn masterthesis te kiezen.

Het kritiseren van een zo briljant geleerde als Wallace voelt als heiligschennis. Met enige schroom breng ik dan ook twee aanmerkingen op zijn werk naar voren. Ten eerste zijn bepaalde door hem behandelde heffingen geen belastingen in de moderne betekenis van het woord. De ekphoria bijvoorbeeld waren een hoeveelheid graan die de Egyptische boeren moesten afdragen. Omdat het graan van gepacht land betrof, is de vraag of hier sprake was van taks dan wel pacht. Een analyse van de eigendomsverhoudingen met betrekking tot de Romeins-Egyptische landbouwgronden leert dat het onderscheid niet eenvoudig te maken is. Ten tweede wordt Wallace’ indeling van de belastingen naar het einde van zijn boek toe steeds diffuser. Zo plaatst hij het successierecht in een restcategorie van heffingen ten aanzien van ambachten en beroepen, een categorie waar deze belasting niets te zoeken heeft. Aan de hand van de vergelijking met een modern West-Europees belastingstelsel kom ik tot een voorstel voor een nieuwe indeling van de Romeins-Egyptische heffingen. Dit laatste aspect van mijn thesis is door de beoordelaars als “echt wel een stap vooruit” aangemerkt.

De belangrijkste conclusie, te weten dat het Romeins-Egyptische heffingensysteem grote overeenkomsten vertoont met een modern West-Europees belastingstelsel, is eerder al aangehaald. Om deze te kunnen trekken dient van bijzaken als tarieven en heffingsmethoden te worden geabstraheerd. Op dat vlak treden tegenwoordig van land tot land eveneens grote verschillen op. Rechtvaardigingsgronden en sociaal-economische doeleinden moeten aan de kant worden geschoven. Bij nader inzien doen die sowieso nauwelijks terzake. Wat dan rest, is de ontnuchterende vaststelling dat taksen worden geheven waar, plat gezegd, iets te halen valt en een effectieve controle kan worden uitgeoefend. Uiteraard zijn er ook verschillen. Het Romeins-Egyptische stelsel maakte een naar huidige normen ontoelaatbaar onderscheid tussen categorieën van burgers en niet-burgers. Westerse stelsels bevatten heffingen naar draagkracht waar Romeinen gelijke belastingbedragen voor iedereen prefereerden.
In één opzicht hoop ik dat onze beschaving niet op de Romeinse lijkt. De explosieve groei van de overheidsuitgaven en belastinginkomsten heeft mede geleid tot de ondergang van het rijk in het Westen. Als ik de overige oorzaken en hun hedendaagse tegenhangers overzie, zoals klimaatverandering, interne instabiliteit, externe dreiging en algemeen zedenverval (tegenwoordig: global heating, de rellen in de grote steden, the war on terror en de verhuftering van de samenleving), ben ik niet gerust. Zouden Sarkozy en Merkel het zijn?

Bibliografie

 

1. Bronnen: Tekstuitgaven

 1.1. Epigrafische bronnen

  • Orientis Graeci inscriptiones selectae, W. DITTENBERGER ed., 2 dln., Leipzig, 1960 [=OGIS].

1.2. Literaire bronnen

  • AURELIUS VICTOR, Epitome de Caesaribus (Collection des universités de France), P. DUFRAIGNE ed., Parijs, 1975.
  • FLAVIUS JOSEPHUS, De bello Iudaico (The Loeb classical library), H. S. THACKERAY vert., Londen, 1967-1968.
  • HIËRONYMUS, Epistolae (The Loeb classical library), F.A. WRIGHT vert., London, 1963.
  • Periplus Maris Erythraei, L. CASSON ed., Princeton (N.J.), 1989.
  • PLINIUS MAIOR, Naturalis Historia (The Loeb classical library), M.A. RACKHAM vert., Londen, 1947-1969.
  • PLINIUS MINOR, Panegyricus (The Loeb classical library), B. RADICE vert., Londen, 1969.
  • POLYBIUS, Historiae (The Loeb classical library), W.R. PATON vert., Londen, 1966-1972.
  • Scriptores Historiae Augustae (The Loeb classical library), D. MAGIE vert., Londen, 1968.
  • TACITUS, Annales (The Loeb classical library), J. JACKSON vert., Londen, 1962.

1.3. Papyrologische bronnen

Deze worden niet apart vermeld, maar staan in de voetnoten. Daarbij is de notatie gevolgd van de Checklist.

2. Werkinstrumenten

  • LIDDELL, H.G. en SCOTT, R., A Greek-English lexicon, Oxford, 1996.
  • OATES, J.F., Checklist of editions of Greek, Latin, Demotic and Coptic papyri, ostraca and tablets (Bulletin of the American society of papyrologists. Supplements; 9), 5e uitg., New York, 2001.
  • VAN DALE, J., Groot woordenboek der Nederlandse taal, Utrecht, 1992.

3. Moderne literatuur

  • BAGNALL, R.S., ‘The beginnings of the Roman census in Egypt’, Greek, Roman and Byzantine Studies, 32 (1991), 255-265 [=BAGNALL, Census, 1991].
  • BAGNALL, R.S., ‘A trick a day to keep the tax man at bay? The prostitute tax in Roman Egypt’, Bulletin of the American Society of Papyrologists, 28 (1991), 5-12 [=BAGNALL, Prostitute tax, 1991].
  • BAGNALL, R.S., Reading papyri, writing ancient history, Londen, 1995.
  • BELL, H.I., ‘Egypt under the early principate’, S.A. COOK e.a. red., The Augustan empire 44 BC-AD 70 (The Cambridge Ancient History; 10), Cambridge, 1934.
  • BELL, H.I., Bespreking van S.L. WALLACE, Taxation in Egypt from Augustus to Diocletian (Princeton University. Studies in Papyrology; 2), Princeton, 1938, The Journal of Roman Studies, 28 (1938), 241-243.
  • BELL, H.I., ‘P. Giss. 40 and the “Constitutio Antoniniana”’, Journal of Egyptian Archaeology, 28 (1942), 39-49.
  • BELL, H.I., ‘Reply to the foregoing’, Journal of Egyptian Archaeology, 30 (1944), 72-73.
  • BELL, H.I., ‘The “Constitutio Antoniniana” and the Egyptian poll-tax’, The Journal of Roman Studies, 37 (1947), 17-23.
  • BELL, H.I., Egypt from Alexander the Great to the Arab conquest: a study in the diffusion and decay of hellenism (Gregynog Lectures; 1946), Oxford, 1948.
  • BLOX, J.T.H.M., VAN DER ENDEN, C. en VAN DER HART, H.W.C., Bedrijfseconomie: economisch handelen in bedrijfskundig perspectief, Amsterdam en Brussel, 1982.
  • BONNEAU, D., Le fisc et le Nil: incidences des irrégularités de la crue du Nil sur la fiscalité foncière dans l’ Egypte grecque et romaine, Parijs, 1971.
  • BOWMAN, A.K., ‘The crown-tax in Roman Egypt’, Bulletin of the American Society of Papyrologists, 4 (1967), 59-74.
  • BOWMAN, A.K. en RATHBONE, D.W., ‘Cities and administration in Roman Egypt’, The Journal of Roman Studies, 82 (1992), 107-127.
  • BRUNT, P.A., ‘The “fiscus” and its development’, The Journal of Roman Studies, 56 (1966), 75-91 [=BRUNT 1990, pp. 134-162].
  • BRUNT, P.A., ‘The administrators of Roman Egypt’, The Journal of Roman Studies, 64 (1975), 124-147 [=BRUNT 1990, pp. 215-254 en addendum pp. 514-515].
  • BRUNT, P.A., ‘The revenues of Rome’, The Journal of Roman Studies, 71 (1981), 161-172 [=BRUNT 1990, pp. 324-346 en addenda, pp. 531-540].
  • BRUNT, P.A., ‘Remarks on the imperial “fiscus”’, Liverpool Classical Monthly, 9 (1984), 2-4 [=BRUNT 1990, pp. 347-353].
  • BRUNT, P.A., Roman imperial themes, Oxford, 1990.
  • CAPPONI, L., Augustan Egypt: the creation of a Roman province (Studies in Classics), New York en Londen, 2005.
  • CLARYSSE, W., ‘Ptolemaic papyri from Lycopolis’, Actes du XVe Congrès international de papyrologie (Papyrologica Bruxellensia; 19), IV, Brussel, 1979, 101-106.
  • CLARYSSE, W. en THOMPSON, D.J., Counting the people in Hellenistic Egypt (Cambridge Classical Studies), 2 dln., Cambridge, 2006.
  • CLARYSSE, W. en VANDORPE, K., ‘Viticulture and wine consumption in the Arsinoite nome (P. Köln V 221)’, Ancient Society, 28 (1997), 67-73.
  • CLARYSSE, W. en VANDORPE, K., ‘The Ptolemaic apomoira’, H. MELAERTS red., Le culte du souverain dans l’Egypte ptolémaïque au IIIe siècle avant notre ère (Studia Hellenistica; 34), Leuven, 1998, 5-42.
  • DE KAM, C.A. en ROS, A.P., De vlaktaks: naar een inkomstenbelasting met een uniform tarief? (Dreesforum; 2), Den Haag, 2006.
  • DE LANGEN, W.J., Grondbeginselen van ons belastingstelsel, Alphen aan den Rijn, 1950.
  • DE LIGT, L., ‘Twintig jaar economische geschiedschrijving van de oudheid’, NEHA Bulletin: tijdschrift voor de economische geschiedenis in Nederland, 8 (1994), 3-17.
  • DELORME, C.D., ISOM, S. en KAMERSCHEN, D.R., ‘Rent seeking and taxation in the Roman empire’, Applied Economics, 37 (2005), 705-711.
  • DUNCAN-JONES, R., Money and government in the Roman empire, Cambridge, 1994.
  • ECK, W., ‘Zur Erhebung der Erbschafts- und Freilassungssteuer in Ägypten im 2. Jahrh. n. Chr.’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 27 (1977), 201-209.
  • EL-MOSALLAMY, A.H., ‘Upon veterans’ exemption from epikephalaia’, A. BÜLOW-JACOBSEN red., Proceedings of the 20th International Congress of Papyrologists; Copenhagen, 23-29 August, 1992, Copenhagen, 1994, 456-462.
  • EVANS, J.A.S., ‘The poll-tax in Egypt’, Aegyptus, 37 (1957), 259-265.
  • FRANK, R.I., ‘Ammianus on Roman taxation’, American Journal of Philology, 93 (1972), 69-86.
  • Geef de Keizer wat de Keizer toekomt: duizend jaar poll tax in het oude Egypte (conferentie-abstract).
  • GEENS, K., ‘Financial archives of Graeco-Roman Egypt’, K. VERBOVEN, K. VANDORPE en V. CHANKOWSKI red., Pistoi dia tèn technèn: bankers, loans and archives in the ancient world: studies in honour of Raymond Bogaert (Studia Hellenistica; 44), Leuven, 2008, 133-152.
  • GÜNTHER, S., “Vectigalia nervos esse rei publicae”: die indirekten Steuern in der Römischen Kaiserzeit von Augustus bis Diokletian (Philippika: Marburger altertumskundliche Abhandlungen; 26), Wiesbaden, 2008.
  • HANSON, A.E., ‘Evidence for a reduction in laographia at Philadelphia in Gaius’ second year’, R.S. BAGNALL e.a. red., Proceedings of the Sixteenth International Congress of Papyrology, New York, 24-31 July 1980 (American Studies in Papyrology; 23), Chico, 1981, 345-355.
  • HANSON, A.E., ‘Topographical arrangement of tax documents in the Philadelphia tax archive’, A. BÜLOW-JACOBSEN red., Proceedings of the 20th International Congress of Papyrologists; Copenhagen, 23-29 August, 1992, Copenhagen, 1994, 210-218.
  • HARRIS, W.V., ‘A revisionist view of Roman money’, The Journal of Roman Studies, 96 (2006), 1-24.
  • HEILPORN, P., Thèbes et ses taxes: recherches sur la fiscalité en Égypte romaine (Ostraca de Strasbourg II) (Collections de l’Université de Strasbourg. Études d’archéologie et d’histoire ancienne), Parijs, 2009.
  • HÉLIN, É., Les capitations liégeoises: recherches sur la fiscalité des états de la Principauté de Liège et du Comté de Looz (Standen en landen; 21), Leuven, 1961.
  • HOBSON, D.W., ‘PVindob. Gr. 24951 + 24556: new evidence for tax-exempt status in Roman Egypt’, Atti del XVII congresso internazionale di papirologia (Napoli, 19-26 maggio 1983), III, Napels, 1984, 847-864.
  • HOFSTRA, H.J. en NIESSEN, R.E.C.M., Inleiding tot het Nederlands belastingrecht (Fiscale hand- en studieboeken), Deventer, 2010.
  • HOPKINS, K., ‘Taxes and trade in the Roman empire (200 B.C. – A.D. 400)’, The Journal of Roman Studies, 70 (1980), 101-125.
  • JOHNSON, A.C., ‘The ἐπιβολή of land in Roman Egypt’, Aegyptus, 32 (1952), 61-72.
  • JOHNSON, A.C., Roman Egypt: to the reign of Diocletian (An Economic Survey of Ancient Rome; 2), New York, 1975.
  • KRUSE, T., ‘Κατάκριμα – Strafzahlung oder Steuer? Überlegungen zur Steuererhebung im römischen Ägypten in iulisch-claudischer Zeit anhand von P. Oxy. XLI 2971, SB XIV 11381, SPP IV p. 70-71, BGU VII 1613 und OGIS II 669’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 124 (1999), 157-190.
  • LEWIS, N., ‘Μερισμὸς ἀνακεχωρηκότων: an aspect of the Roman oppression in Egypt’, Journal of Egyptian Archaeology, 23 (1937), 63-75.
  • LEWIS, N., ‘”Greco-Roman Egypt”: fact or fiction?’, D.H. SAMUEL red., Proceedings of the twelfth international congress of papyrology (American Studies in Papyrology; 7), Toronto, 1970, 3-14.
  • LEWIS, N., ‘A reversal of tax policy in Roman Egypt’, Greek, Roman and Byzantine Studies, 34 (1993), 101-118.
  • LONIS, R., La cité dans le monde grec: structures, fonctionnement, contradictions (Fac. Histoire), Parijs, 1994.
  • MAC MULLEN, R., ‘Some tax statistics from Egypt’, Aegyptus, 42 (1962), 98-102.
  • MANDELL, S., ‘Who paid the temple tax when Jews were under Roman rule?’, The Harvard Theological Review, 77 (1984), 223-232.
  • MANNING, J.G., The last pharaohs: Egypt under the Ptolemies, 305-30 BC, Princeton, 2010.
  • McGING, B.C., ‘Revolt Egyptian style: internal opposition to Ptolemaic rule’, Archiv für Papyrusforschung, 43 (1997), 273-314.
  • MOBACH, H., SILLEVIS, L.W. en DE VRIES, N.H., Cursus belastingrecht, 7 dln., Arnhem, s.d. (losbladige editie).
  • MONSON, A., ‘Land tenure and taxation from Ptolemaic to Roman Egypt’, Tyche: Beiträge zur alten Geschichte, Papyrologie und Epigraphik, 25 (2010), 55-71.
  • NEESEN, L., Untersuchungen zu den direkten Staatsabgaben der römischen Kaiserzeit (27 v. Chr. – 284 n. Chr.) (Aniquitas: Reihe 1, Abhandlungen zur alten Geschichte; 32), Bonn, 1980.
  • NELSON, C.A., ‘Receipts for trade-tax in Elephantine/Syene’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 107 (1995), 259-262.
  • NELSON, C.A., ‘Date-palm receipts from Elephantine/Syene’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 122 (1998), 201-205.
  • PRÉAUX, C., Les ostraca grecs de la collection Charles-Edwin Wilbour au Musée de Brooklyn, New York, 1935.
  • PRÉAUX, C., L’économie royale des Lagides, Brussel, 1939.
  • PRÉAUX, C. en HOMBERT, M., Recherches sur le recensement dans l’Égypte romaine (P. Bruxelles inv. E. 7616) (Papyrologica Lugduno-Batavia; 5), Leiden, 1952.
  • PULLIAM, R., ‘Taxation in the Roman state’, The Classical Journal, 19 (1924), 545-553.
  • RATHBONE, D.W., ‘Egypt, Augustus and Roman taxation’, Cahiers du Centre Gustave Glotz, 4 (1993), 81-102.
  • REITER, F., ‘P. Vind. Sal. 14 und die Kopfsteuerrate im Herakleopolites’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 138 (2002), 129-132.
  • REITER, F., Die Nomarchen des Arsinoites: ein Beitrag zum Steuerwesen im römischen Ägypten (Papyrologica Coloniensia; 31), Paderborn, 2004.
  • RITNER, R.K., ‘Poll tax on the dead’, Enchoria, 15 (1987), 205-207.
  • ROSTOVTZEFF, M.I., Studien zur Geschichte des römischen Kolonates (Archiv für Papyrusforschung und verwandte Gebiete. Beiheft; 1), Leipzig, 1910.
  • ROSTOVTZEFF, M.I., The social and economic history of the Roman Empire, 2 dln., Oxford, 1966 [1926].
  • ROSTOVTZEFF, M.I., The social and economic history of the Hellenistic World, 3 dln, Oxford, 1967 [1941].
  • ROWLANDSON, J., Landowners and tenants in Roman Egypt: the social relations of agriculture in the Oxyrhynchite nome (Oxord Classical Monographes), Oxford, 1996.
  • ROWLANDSON, J., ‘The organisation of public land in Roman Egypt’, Cahiers de recherches de l’Institut de papyrologie et d’égyptologie de Lille, 25 (2005), 173-194.
  • RUPPRECHT, H.-A., Kleine Einführung in die Papyruskunde (Die Altertumswissenschaft), Darmstadt, 1994.
  • SCHUTTEVÂER, H. en ZWEMMER, J.W., De Nederlandse successiewetgeving: civiel- en fiscaalrechtelijke beschouwingen over de verkrijgingen krachtens erfrecht of schenking (Fiscale hand- en studieboeken; 7), Deventer, 1998.
  • SHARP, M., ‘Shearing sheep: Rome and the collection of taxes in Egypt, 30 BC – AD 200’, W. ECK red., Lokale Autonomie und römische Ordnungsmacht in den kaiserzeitlichen Provinzen vom 1. bis 3. Jahrhundert (Schriften des historischen Kollegs. Kolloquien; 42), München, 1999, 213-241.
  • SHELTON, J.C., ‘The extra charges on poll-tax in Roman Egypt’, Chronique d’Egypte, 51 (1976), 178-184.
  • SHELTON, J.C., ‘Notes on the Ptolemaic salt tax under Ptolemy III’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 71 (1988), 133-136.
  • SEGRÈ, A., ‘Note sull’ editto di Caracalla’, Atti della Pontificia accademia romana di archeologia. Serie 3: Rendiconti, 16 (1940), 181-214.
  • SEGRÈ, A., ‘A reply to H.I. Bell: P. Giss. 40 and the “Constitutio Antoniniana”’, Journal of Egyptian Archaeology, 30 (1944), 69-72.
  • SHERIDAN, J.A., ‘The “Anabolikon”’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 124 (1999), 211-217.
  • SIJPESTEIJN, P.J., ‘Tax reforms under Trajan’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 42 (1981), 115-116.
  • SIJPESTEIJN, P.J., Customs duties in Graeco-roman Egypt (Studia Amstelodamensia ad epigraphicam, ius antiquum et papyrologicam pertinentia; 17), Amsterdam, 1987.
  • SIJPESTEIJN, P.J., ‘ΛΑΟΓΡΑΦΙΑ – Receipts from the Fayum’, Aegyptus, 71 (1991), 25-42.
  • STEVENS, L.G.M., Basisboek belastingen, Deventer, 2007.
  • STEVERS, T.A., ‘Een economische analyse van het democratisch proces’, H. BRUGMANS e.a., Welvaart en democratie, Tilburg, 1968, 37-70.
  • TCHERIKOVER, V., ‘Syntaxis and loagraphia’, The Journal of Juristic Papyrology, 4 (1950), 179-207.
  • TEMIN, P., ‘A market economy in the early Roman empire’, The Journal of Roman Studies, 91 (2001), 169-181.
  • VANDORPE, K., ‘The Ptolemaic epigraphe or harvest tax (shemu)’, Archiv für Papyrusforschung, 46 (2000), 169-232.
  • VANDORPE, K., ‘Agriculture, temples and tax law in Ptolemaic Egypt’, Cahiers de recherches de l’Institut de papyrologie et d’égyptologie de Lille, 25 (2005), 165-171.
  • VANDORPE, K. en CLARYSSE, W., ‘Egyptian bankers and bank receipts in Hellenistic and early Roman Egypt’, K. VERBOVEN, K. VANDORPE en V. CHANOWSKI red., Pistoi dia tèn technèn: bankers, loans and archives in the ancient world: studies in honour of Raymond Bogaert (Studia Hellenistica; 44), Leuven, 2008, 153-168.
  • VAN HILTEN, M.E. en VAN KESTEREN, H.W.M., Omzetbelasting (Fed fiscale studieserie; 6), Deventer, 2007.
  • VAN MINNEN, P., ‘House-to-house enquiries: an interdisciplinary approach to Roman Karanis’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 100 (1994), 227-251.
  • VAN MINNEN, P., ‘Agriculture and the “Taxes-and-trade” model in Roman Egypt’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 133 (2000), 205-220.
  • VAN SCHIE, P.M. e.a., Belastingrecht in hoofdlijnen: voorheen Hoofdlijnen van het Nederlandse belastingrecht (Fed fiscale studieserie; 38), Deventer, 2007.
  • WALLACE, S.L., ‘Census and poll tax in Ptolemaic Egypt’, American Journal of Philology, 59 (1938), 418-442 [=WALLACE, ‘Census’, 1938].
  • WALLACE, S.L., Taxation in Egypt from Augustus to Diocletian (Princeton University. Studies in Papyrology; 2), Princeton, 1938 [=WALLACE, Taxation, 1938].
  • WARTENBERG, U., ‘PSI VII 795 revised’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 94 (1992), 128-134.
  • WELLS, B.W., ‘Taxation and bureaucracy in the declining empire’, The Sewanee Review, 30 (1922), 421-445.
  • WILCKEN, U., Griechische Ostraka aus Ägypten und Nubien: ein Beitrag zur antiken Wirtschaftsgeschichte, 2 dln., Leipzig, 1899.
  • WILCKEN, U. en MITTEIS, L., Grundzüge und Chrestomathie der Papyruskunde, 4 dln., Hildesheim, 1963 [1912].
  • WORP, C. en WORP, K.A., ‘Index locorum to S.L. Wallace, Taxation in Egypt from Augustus to Diocletian (Princeton 1938)’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 16 (1975), 81 en 83-120.
  • WORP, K.A., ‘Four Greek Ostraka from the Thermenmuseum (Heerlen)’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 65 (1986), 191-194.
  • WORP, K.A., ‘Studies on Greek Ostraca from the Theban region’, Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik, 76 (1989), 45-62.

4. Rapporten en websites

 

Download scriptie (5.43 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2011
Thema('s)