Van lotgenoten onder gelijken, naar kennismaking met vreemden: over het belang van informele contacten tussen mensen in armoede en mensen die niet in armoede leven

Tim
Moerman

 

Van lotgenoten onder gelijken, naar kennismaking met vreemden

 

In bijna elk wetenschappelijk armoedeonderzoek vind je het terug: mensen in armoede hebben niet alleen erg weinig contacten, ze blijven daarenboven ook grotendeels beperkt tot die met hun lotgenoten. Mensen in armoede komen met andere woorden zelden in contact met mensen die niet in armoede leven, en als dat dan wel al eens voorvalt, voelen ze zich heel vaak door hen bekeken en beschimpt…

 

“… je krijgt dikwijls een stempel van die mensen. Ze kijken niet NAAR je, maar ze kijken NEER op je (…) ze kijken als het ware DOOR je, in plaats van NAAR je”

 

En toch kan het ook anders... Althans, dat heeft mijn thesisonderzoek uitgewezen. Wanneer mensen in armoede op gelijke voet worden behandeld, als een volwaardige persoon worden gezien en zich in geen enkele zin gestigmatiseerd voelen, kan vooral het informele contact met mensen die niet in armoede leven, in bepaalde omstandigheden, een bijzondere meerwaarde bieden.

 

De vriendschap van een vreemde

 

Wanneer bij de omschrijving van het armoedebegrip naast een kluwen van uitsluitingen, een gebrek aan kansen en grote financiële tekorten ook rekening wordt gehouden met de gevoelens en verlangens van zij die dag in dag uit in een dergelijke situatie moeten leven, wordt al vrij snel duidelijk wat een aantal informele contacten (contacten binnen de context van een vrijwilligersorganisatie die geen specifieke eisen stelt aan haar medewerkers) mogelijks met zich mee kunnen brengen. Mensen in armoede lopen immers niet alleen heel vaak rond met het gevoel dom, mislukt en alleen te zijn, ze voelen zich ook niet begrepen door anderen, verliezen het geloof in zichzelf, maar willen er tegelijkertijd toch ook ontzettend graag bijhoren. Naast een belangrijke bron van kennis en informatie, blijken de informele contacten met mensen die niet in armoede leven dan ook vooral op die veeleer immateriële aspecten in te spelen.

 

Sociaal-emotionele steun

Hoewel in eerste instantie verwacht werd dat de contacten met mensen die niet in armoede leven vooral op vlak van materiële steun (werk en geld) een meerwaarde zouden betekenen in het leven van mensen in armoede, bleek echter veeleer het tegendeel. Het feit dat iemand die niet in armoede leeft onvoorwaardelijk naar hen luistert, hen kansen geeft, steunt, even hun problemen doet vergeten of er gewoon kortweg voor hen is, betekent namelijk vaak veel meer dan de louter materiële en praktische voordelen.

 

De (positieve) gevolgen van sociale integratie

Los van het belang van de steun die mensen in armoede ervaren uit de contacten met mensen die niet in armoede leven, bieden deze ontmoetingen hen daarnaast ook een aantal handvatten om zich aan te sluiten bij de algemeen aanvaarde groepsnormen. Door in contact te treden met mensen die niet in armoede leven, leerden mensen in armoede bijvoorbeeld voor het eerst op tijd te komen, zich aan gemaakte afspraken te houden, hun verantwoordelijkheid op te nemen en beleefd te zijn. Allemaal zaken waar vooral zij die in armoede geboren zijn nog nooit echt hadden bij stilgestaan, maar die er wel steevast voor zorgden dat ze zich niet ten volle konden integreren. In een aantal welbepaalde omstandigheden zorgden de informele contacten bij een aantal mensen in armoede bovendien ook voor een gewijzigd beeld van zij die niet in armoede leven. Vooral zij die in het kader van een opleiding, onder andere als gediplomeerd ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting, al in verschillende contexten in contact gekomen zijn met mensen die niet in armoede leven, bleken hun gewijzigd mensbeeld te veralgemenen naar de rest van de samenleving. Voor de meeste anderen bleven de vrijwilligers uit de vereniging echter dé grote uitzonderingen, en werd deze andere kijk met andere woorden zelden aangehouden tot buiten de vereniging.

 

Een positief zelfbeeld als sluitstuk

Tot slot kunnen de informele contacten ook nog enkele andere bijzondere gevolgen met zich meebrengen. Heel concreet zorgt bijvoorbeeld het gevoel zichzelf te mogen zijn en vertrouwd te worden door anderen, bij heel wat mensen in armoede voor een versterkt geloof in zichzelf, en krijgen ze bovendien als het ware een volwaardige plaats toegewezen binnen de maatschappij. Daar waar daarnet vooral de factor opleiding een belangrijke verklarende factor bleek te zijn bij de veralgemening van het veranderde mensbeeld, speelt hier vooral een organisatorisch kenmerk een verduidelijkende rol. Terwijl verenigingen die er voor kiezen om mensen in armoede en mensen die niet in armoede leven paarsgewijs te koppelen (een één-op-één zorgformule) vooral een aantal extra voordelen bieden op vlak van de (on)bewuste overname van gedrag en de mogelijkheid om er gewoon een keer uit te zijn, bieden verenigingen op basis van de collectieve zorgformule (groepsbijeenkomsten) op hun beurt meer kansen op het realiseren van een verhoogd zelfbeeld. Door mensen namelijk beetje bij beetje een aantal verantwoordelijkheden toe te schuiven binnen de vereniging, wordt hen niet alleen de kans geboden om stilletjes aan weer in zichzelf te gaan geloven, het zorgt er ook voor dat hun zelfvertrouwen en zelfbeeld in vele opzichten zienderogen verhoogd.

 

Informeel en informeel is twee

Uiteraard lopen die contacten ook niet altijd van een leien dakje. Zo blijkt bijvoorbeeld dat een aantal persoons- en motivatiekenmerken van de vrijwilliger van doorslaggevend belang kunnen zijn bij de totstandkoming van een goed contact. Zo gaat de ‘zelfingenomen zonderling’ bijvoorbeeld al te vaak te expliciet op zoek naar dankbaarheid en erkenning, en laat de ‘gulle gever’, ondanks de vele goede bedoelingen, te weinig ruimte voor de mensen zelf. Slechts door als een ‘gelijkwaardige tochtgenoot’ respectvol met elkaar om te gaan, krijgen mensen in armoede niet alleen de kans om op hun eigen tempo te groeien, ze worden ook aanvaard zoals ze zijn, en kunnen daardoor onder meer een versterkt vertrouwen in zichzelf krijgen.

 

Besluit

 

Ondanks een aantal moeilijk te vermijden spanningen die hier en daar dus nog wel eens de kop op steken, voelen de meeste mensen die binnen de context van een armoedevereniging in contact komen met ‘gelijkwaardige tochtgenoten’, zich niet alleen gesteund, gerespecteerd en erkend, ze krijgen daarenboven ook heel vaak de kans om een beter zelfbeeld te ontwikkelen en beetje bij beetje weer meer te gaan geloven in zichzelf. Daaruit echter concluderen dat die contacten een noodzakelijke voorwaarde zouden zijn om een leven in armoede achter zich te laten, gaat misschien wel een brug te ver, maar ze kunnen in elk geval wel zorgen voor de creatie van een omgeving waarbinnen mensen in armoede (eindelijk) de nodige kansen en mogelijkheden krijgen. In tegenstelling tot de hulpverleningsrelatie voelen mensen in armoede zich er namelijk veel meer beluisterd en erkend, terwijl ook de schrik voor achterklap en uitsluiting, iets wat blijkbaar vrij vaak verbonden is aan het lotgenotencontact, er veel minder sterk aanwezig is.

Bibliografie

 

Actioma. (2002). Supportproject. Geraadspleegd op 23 september 2002 via

www.actioma.nl

 

Agneessens, F., De Lange, D., & Waege, H. (2003). Over het verband tussen sociale relaties en attitudes, waarden en normen. In A. P. e. Statistiek (Ed.), Vlaanderen Gepeild 2003. Brussel.

 

Agneessens, F., Waege, H., & Lievens, J. (2006). Diversity in social support by role relations: a typology. Social Networks, 28, 427-441.

 

Alcock, P. (1993). Understanding poverty. Londen: MacMillan Press LTD.

 

Allport, G. (1954). The nature op prejudice. Cambridge MA: Addison-Wesley Publishing Company.

 

Argyle, M. (1991). Benefits produced by supportive social relationships. In H. Veiel & U. Baumann (Eds.), The meaning and measurement of social support. New York: Hemisphere Publishing Corporation.

 

Armoede.be. (2006). Armoede. Geraadpleegd op 9 november 2006 via www.armoede.be

 

Armoede.be. (2007). Armoede, aangetaste wortels met diepe kloven. Geraadpleegd op 17 maart 2007 via www.armoede.be/armoede_inzicht/documents/de_vijf_kloven.pdf

 

Auslander, G., & Litwin, H. (1990a). Evaluating informal support. Evaluation Review, 14(1), 42-56.

 

Auslander, G., & Litwin, H. (1990b). Social Networks and the poor: toward effective policy and practise. National Association of Social Workers, 234-238.

 

Baars, H., & Bolwijn, P. (1996). Sociale-netwerkinterventies: bouwen aan sociale integratie. Handboek Maatschappelijk Werk Methodiek, 1-32.

 

Baart, A. (2006). Een theorie van de presentie. Den Haag: Lemma.

 

Barry, B. (2002). Social exclusion, social isolation, and the distribution of income. In J. Hills, J. Le Grand & D. Piachaud (Eds.), Understanding social exclusion. New York: Oxford University Press.

 

Bauman, Z. (1998). Work, consumerism and the new poor. Buckingham: Open University Press.

 

Baumann, U., & Veiel, H. (1991). The many meanings of social support. In H. Veiel & U. Baumann (Eds.), The meaning and measurement of social support. New York: Hemisphere Publishing Corporation.

 

Baumeister, R., & Leary, M. (1995). The need to belong: desire for interpersonal attachments as a fundamental human motivation. Psychological Bulletin, 117(3), 497-529.

Belle, D. E. (1982). The impact of poverty on social networks and supports. Marriage and Family Review, 5(4), 89-103.

 

Berg, B. (2004). Qualitative research methods for the social sciences (fifth edition). Boston: Pearson Education.

 

Billiet, J. (1998). Sociaal kapitaal, levensbeschouwelijke betrokkenheid en maatschappelijke integratie in België. Tijdschrift voor sociologie, 19(1), 33-54.

 

Billiet, J. (2003). De selectie van de eenheden: steekproeven. In J. Billiet & H. Waege (Eds.), Een samenleving onderzocht. Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Antwerpen: De Boeck.

 

Blau, P. (1980). A fable about social structure. Social Forces, 58(3), 777-788.

 

Blow, H., Van de Velde, M., & Van Gorp, B. (2004). De beeldvorming van armoede in televisiereportages. Bij wie wordt de schuld gelegd? In J. Vranken, D. Geldof & G. Van Menxel (Eds.), Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2004. Leuven: Acco.

 

Bourdieu, P. (1986). The forms of capital. In J. G. Richardson (Ed.), Handbook of theory and research for the sociology of education. New York: Greenwood Press.

 

Bouverne-De Bie, M. (1998). Armoede in ons land. Het OCMW helpt. Vereniging Vlaamse Leerkrachten.

 

Bouverne-De Bie, M. (2003a). Een rechtenbenadering als referentiekader. In M. Bouverne-De Bie, A. Claeys, A. De Cock & J. Vanhee (Eds.), Armoede & participatie. Gent: Academia Press.

 

Bouverne-De Bie, M. (2003b). Welzijnswerk en armoedebestrijding: een spanningsvolle verhouding. Welzijnsgids: gezondheidszorg & welzijnszorg, Welzijnszorg-Armoedebestrijding,(48), 25-40.

 

Brehm, S., Kassin, S., Fein, S., & Merveilde, I. (2000). Sociale psychologie (Nederlandstalige editie). Gent: Academia Press.

 

Brewer, M., & Brown, R. (1998). Intergroup relations. In D. Gilbert, S. Fiske & G. Lindzey (Eds.), The handbook of social psychology (volume 2). Boston: Graw-Hill Companies.

 

Briggs, X. (1998). Brown kids in white suburbs: housing mobility and the many faces of social capital. Housing Policy Debate, 9(1), 177-221.

 

Brisson, D., & Usher, C. (2005). Bonding social capital in low income neighborhoods. Family Relations, 54, 644-653.

 

Bulmer, H. (1969). Symbolic interactionism. Perspective and Method. Berkely: University of California Press.

 

Bulmer, M. (1982). Social research ethics. An examination of the merits of covert participant observation. London: The MacMillan Press.

 

Bulmer, M. (1986). Neighbours. The work of Philip Abrams. Cambridge: Cambridge University Press.

 

Burgess, S., & Propper, C. (2002). The dynamics of poverty in Britain. In J. Hills, J. Le Grand & D. Piachaud (Eds.), Understanding social exclusion. New York: Oxford University Press.

 

Burke, P. (1991). Identity processes and social stress. American Sociological Review, 56(836-849).

 

Burt, R. (2001). Structural holes versus network closure as social capital. In N. Lin, K. Cook & R. Burt (Eds.), Social capital: theory and research. New York: Aldine De Gruyter.

 

Busschots, M., & Lauwers, J. (1994). Familiale & sociaal-culturele netwerken. Leuven: Acco.

 

Cambré, B., & Waege, H. (2003). Kwalitatief onderzoek en dataverzameling door open interviews. In J. Billiet & H. Waege (Eds.), Een samenleving onderzocht. Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Antwerpen: De Boeck.

 

Camus, A. (1995). De eerste man (Jan Pieter van der Sterre, vertaling). Amsterdam: Uitgeverij De Bezige Bij.

 

Cattell, V. (2001). Poor people, poor places, and poor health: the mediating role of social networks ands social capital. Social Science & Medicine, 51, 1501-1516.

 

Charlot, C. (2000). La pauvreté au Royaume-Uni: evolution d'un concept sociologique (1942-1990). Etudes Anglaises, 53(4), 488-498.

 

Cnaan, R., & Amrofell, L. (1994). Mapping volunteer activity. Pennsylvania. (via persoonlijke correspondentie met auteur).

 

Cobb, S. (1976). Social support as a moderator of life stress. Psychomatic Medicine, 38(5), 300-314.

 

Cohen, S., & Wills, T. (1985). Stress, social support, and the buffering hypothesis. Psychological Bulletin, 98(2), 310-357.

 

Coleman, J. S. (1988). Social capital in the creation of human capital. American Journal of Sociology, 94, S95-S120.

 

Coleman, J. S. (1990). Foundations of social theory. Cambridge: Belknap Press of Harvard University Press.

 

Cook, S. (1984). Cooperative interactions in multiethnic contexts. In N. Miller & M. Brewer (Eds.), Groups in contact: the psychology of desegregation. Orlando: Academic.

 

Cozzarelli, C., Wilkinson, A., & Tagler, M. (2001). Attitudes toward the poor and attributions for poverty. Journal of Social Issues, 57(2), 207-227.

 

Crow, G. (2004). Social networks and social exclusion: an overview of the debate. In C. Phillipson, G. Allan & D. Morgan (Eds.), Social networks and social exclusion. Sociological and policy perspectives. Hants: Ashgate Publishing Limited.

 

Crowell, L. (2004). Weak ties: a mechanism for helping women expand their social networks and increase their capital. The Social Science Journal, 41, 15-28.

 

Cutrona, C., & Russell, D. (1990). Type of social support and specific stress: toward a theory of optimal matching. In B. Sarason, I. Sarason & G. Pierce (Eds.), Social support. An interactional view. New York: John Wiley & Sons.

 

De Boyser, K. (2005). Armoede gefragmenteerd: vormen van sociale uitsluiting in Vlaanderen en België. In J. Vranken, D. Geldof & G. Van Menxel (Eds.), Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2005. Leuven: Acco.

 

De Cirkel, VzW. (1996). Uit het huis, uit het hart? Innerlijke wortels van de armoede - Krachtlijnen voor een solidariserende armoedebestrijding. Berchem: De Cirkel VzW.

 

De Cort, L. (2001). Op eigen kracht ... empowerment en vrijwilligerswerk. Tijdschrift voor welzijnswerk, 25(239), 5-12.

 

De Mecheleer, L. (1991). De armoede in onze gewesten van de middeleeuwen tot nu. Brussel: Algemeen Rijksarchief.

 

Deaux, K., & Martin, D. (2003). Interpersonal networks and social categories: specifying levels of context in identity processes. Social Psychology Quarterly, 66(2), 101-117.

 

Dekkers, G. (2003). Multidimensionele armoede in België. TIjdschrift voor sociologie, 24(1), 63-94.

 

Deleeck, H. (2003). De architectuur van de welvaartsstaat opnieuw bekeken (herziene en geactualiseerde uitgave). Leuven: Acco.

 

Denzin, N., & Lincoln, Y. (1994). Handbook of qualitative research. London: Sage Publications.

 

Denzin, N., & Lincoln, Y. (2003). The discipline and practice of qualitative research. In N. Denzin & Y. Lincoln (Eds.), The lansdscape of qualitative research. Theories and issues. Thousand Oaks: Sage Publications.

 

Doom, R. (1999). Armoede. Een essay van de open deur. In B. Mazijn (Ed.), Duurzame ontwikkeling meervoudig bekeken. Gent: Academia Press.

 

Driessens, K. (1994). Armoede en sociale netwerken. Kleine opvangnetten met grote gaten of minder draagkracht? In J. Vranken, D. Geldof & G. Van Menxel (Eds.), Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 1994. Leuven: Acco.

 

Driessens, K. (2003a). Armoede en hulpverlening. Omgaan met isolement en afhankelijkheid. Gent: Academia Press.

 

Driessens, K. (2003b). Mensen in Armoede als participanten in onderzoek: Over de meerwaarde van kwalitatief onderzoek in het welzijnswerk. In M. Bouverne-De Bie, A. Claeys, A. De Cock & J. Vanhee (Eds.), Armoede & Participatie (pp. 282). Gent: Academia Press.

 

Driessens, K. (2004a). Bouwen aan een (ont)spannende relatie in de hulpverlening aan arme gezinnen. OCMW-visies, 19(2), 17-22.

 

Driessens, K. (2004b). De leefwereld van arme gezinnen. Omgaan met uitsluiting en isolement. Welzijnsgids: gezondheidszorg & welzijnszorg, Algemene Noden, Armoede(54), 47-76.

 

Driessens, K., & Lauwers, J. (1998). Als een gekooide vogel... Processen van uitsluiting en insluiting bij arme gezinnen. Antwerpen: Universiteit Antwerpen - Onderzoek in opdracht van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek.

 

Driessens, K., & Van Regenmortel, T. (2006). Bind-Kracht in armoede. Leefwereld en hulverlening. Leuven: Lannoo Campus.

 

Elchardus, M., Huyse, L., & Hooghe, M. (2001). Het maatschappelijk middenveld in Vlaanderen. Brussel: VUB Press.

 

Engbersen, G., Van der Veen, R., & Schuyt, K. (1987). Moderne armoede. Overleven op het sociaal minimum. Leiden/Antwerpen: H.E. Stenfert Kroese B.V. - Wetenschappelijke & Educatieve Uitgevers.

 

Erickson, B. H. (1996). Culture, class and connections. American Journal of Sociology, 102(1), 217-251.

 

Field, J. (2003). Social capital. London: Routledge.

 

Fielding, N., & Lee, R. (1991). Using computers in qualitative research. London: Sage Publications.

 

FOD-Economie. (2007a). De 20 gemeenten met het laagste en het hoogste gemiddelde fiscale inkomsten per inwoner (inkomen 2004, aanslagjaar 2005). Geraadpleegd op 19 juni 2007 via www.statbel.fgov.be/downloads/provregfisc2004_nl.xls.

 

Frans, M. (2001). Arbeid. In J. vranken, D. Geldof & G. Van Menxel (Eds.), Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2001. Leuven: Acco.

 

Froland, C., Pancoast, D., Chapman, N., & Kimboko, P. (1981). Linking formal and informal support systems. In B. Gottlieb (Ed.), Social networks and social support. California: Sage Publications.

 

Gadeyne, S. (2006). The ultimate inequality: socio-economic differences in all-cause and cause-specific mortality in Belgium in the first part of the 1990s. Herent: Peeters.

 

Galesloot, H. (1999). Vriendschap voor een vreemde. Vijftien jaar buddyzorg aan mensen met HIV en AIDS. Amsterdam: Schorer Boeken.

 

Galesloot, H. (2000). Een vriend op bestelling. Tijschrift voor de Sociale Sector, 6-11.

 

Gans, H. (1995). The war against the poor. BasicBooks.

 

Geldof, D. (1994). Wat is armoede? Een aanzet tot referentiekader. Welzijnsgids: gezondheidszorg & welzijnszorg, Welzijnsgids-Noden, Armoede(12), 1-18.

 

Geremek, B. (1994). Poverty: a history. Oxford: Blackwell.

 

Gibbs, G. (2002). Qualitative data analysis. Explorations with Nvivo. Buckingham: Open University Press.

 

Glaser, B., & Strauss, A. (1967). The discovery of grounded theory: stategies for qualitative research. New York: Aldine de Gruyter.

 

Goffman, E. (1963). Behavior in public places. New York: The Free Press.

 

Goldstein, J., & Warren, J. (2000). Socioeconomic reach and heterogeneity in the extended family: contours and consequences. Social Science Research, 29, 382-404.

 

Goossens, L., & Hellinckx, L. (1993). Hulpverlening en armoede: de missing-link. Welzijnsgids: gezondheidszorg & welzijnszorg, Welzijnszorg-Armoedebestrijding(7), 1-16.

 

Gordon, D. (2006). The concept and measurement of poverty. In C. Pantazis, D. Gordon & R. Levitas (Eds.), Poverty and social exclusion in Britain. The millennium survey. Bristol: Polity Press.

 

Gottlieb, B. (1981). Social networks and social support in community mental health. In B. Gottlieb (Ed.), Social networks and social support. California: Sage Publications.

 

Granovetter, M. (1973). The strength of weak ties. American Journal of Sociology, 78(6), 1360-1380.

 

Granovetter, M. (1974). Getting a job: a study of contacts and careers. Cambridge: Harvard University Press.

 

Grotowska-Leder, J., & Warzywoda-Kruszynska, W. (2006). Informal Support for the Poor and Its Impact on Poverty Alleviation in Countryside of Poland. Paper presented at the International Sociological Association (ISA), Durban, South Africa

 

Hardonk, S., Vanroelen, C., & Louckx, F. (2004). Sociaal-economische gezondheidsverschillen in België: analyse van de gezondheidsenquête 2001. In J. Vranken, D. Geldof & G. Van Menxel (Eds.), Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2004. Leuven: Acco.

 

Hirsch, J. (1981). Social networks and the coping proces. In B. Gottlieb (Ed.), Social networks and social support. California: Sage Publications.

 

Hoff, S. (1998). Armoede en sociale relaties. In G. Enigsbergen, J. Vrooman & E. Snel (Eds.), Arm Nederland. Effecten van armoede: derde jaarrapport armoede en uitsluiting. Amsterdam: A'dam University Press.

 

Hogan, B. E., Linden, W., & Najarian, B. (2002). Social support interventions. Do they work? Clinical Psychology Review, 22, 381-440.

 

House, J. (1981). Work, stress and social support. Massachusetts: Addison-Wesley Reading.

 

Hurlbert, J., Beggs, J., & Haines, V. (2001). Social networks and social capital in extreme environments. In N. Lin, K. Cook & R. Burt (Eds.), Social capital: theory and research. New York: Aldine De Gruyter.

 

Hustinx, L. (2005). Weakening organizational ties? A classification of styles of volunteering in the Flemish Red Cross. Social Service Review, 79, 624-652.

 

Jacobs, V., Decoodt, W., & Vandormael, H. (1989). Armoede en armenzorg vroeger en nu. Gaasbeek: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (Kasteel van Gaasbeek).

 

Jeffs, T., & Smith, M. (2002). Social exclusion, jouned-up thinking and individualization - new labour's connexions strategy. The encyclopedia of informal education, www.infed.org/personaladvisers/connexions_strategy.htm.

 

Jordan, B. (1996). A theory of poverty and social exclusion. Cambridge: Polity Press.

 

Kadushin, C. (2002). The motivational foundation of social networks. Social Networks, 24, 77-91.

 

Kal, D. (2001). Kwartiermaken. Werken aan ruimte voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Amsterdam: Boom.

 

Kahl, S. (2005). The religious roots of modern policy: Catholic, Lutheran, and Reformed Protestant traditions compared. European Journal of Sociology, 46(1), 91-126.

 

Kaplinsky, R. (2005). Globalisation, poverty and inequality. Between a rock and a hard place. Cambridge: Polity Press.

 

Kaufman, J., & Johnson, C. (2004). Stigmatized individuals and the process of identity. The Sociological Quarterly, 45(4), 805-833.

 

KBS (1994). Algemeen verslag over de armoede. Brussel: Koning Boudewijnstichting.

 

Kelle, U. (1995). Computer-aided qualitative data analysis. Theory, methods and practice. London: Sage Publications.

 

Kroska, A., & Harkness, S. (2006). Stigma sentiments and self-meanings: Exploring the modified labeling theory of mental illness. Social Psychology Quarterly, 69(4), 325-348.

 

Kvale, S. (1996). Interviews. An introduction to qualitative research interviewing. Thousand Oaks: Sage Publications.

Laireiter, A., & Baumann, U. (1991). Network structures and support functions. Theoretical and empirical analyses. In H. Veiel & U. Baumann (Eds.), The meaning and measurement of social support. New York: Hemisphere Publishing Corporation.

 

Latour, B. (2005). Reassembling the social. New York: Oxford University Press.

 

Lauwers, J. (1990). De nood aan integratie. In H. Baert (Ed.), De welzijnszorg in de Vlaamse Gemeenschap. Facetten en standpunten. Leuven: Garant.

 

Lee, B., Farrell, C., & Link, G. (2004). Revisiting the contact hypothesis. The case of public exposure to homelessness. American Sociological Review, 69, 40-63.

 

Lee, J. (1994). The empowerment approach: a conceptual framework. In J. Lee (Ed.), The empowerment approach to social work practice. New York: Columbia University Press.

 

Lee, R., & Robbins, S. (1998). The Relationship Between Social Connectedness and Anxiety, Self-Esteem, and Social Identity. Journal of Counseling Psychology, 45(3), 338-345.

 

Leunckens, L. (2001). Empowerment. Niet zomaar een ander woord voor nog eens hetzelfde... Tijdschrift voor welzijnswerk, 25(239), 13-18.

 

Levecque, K. (2003). Armoede is ...? Schets van een eeuw lang antwoorden uit het sociaal-wetenschappelijk veld. Antwerpen: Garant.

 

Lewis, O. (1998). The culture of poverty (reprint van artikel uit 1963). Society, 35, 7-9.

 

Lievens, J., & Waege, H. (2005). Cultuurkijker. Cultuurparticipatie in beeld. Antwerpen: De Boeck.

 

Lin, N. (1995). Les ressources sociales: une théorie du capitale sociale. Revue française de sociologie, 36, 685-704.

 

Lin, N. (1999). Building a network theory of social capital. Connections, 22(1), 28-51.

 

Lin, N. (2001). Building a network theory of social capital. In N. Lin, K. Cook & R. Burt (Eds.), Social capital: theory and research. New York: Aldine De Gruyter.

 

Lin, N., Ensel, W., & Vaughn, J. (1981). Social resources and strenght of ties: structural factors in occupational status attainment. American Sociological Review 46(4), 393-405.

 

Link, G., & Phelan, J. (2001). Conceptualizing stigma. Annual Review of Sociology, 27, 363-385.

 

Lis, C., & Soly, H. (1980). Armoede en kapitalisme in pre-industrieel Europa. Antwerpen: Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij.

 

Loix, E. (2005). Poverty and wealth: an economic psychological reality based on quantitative and qualitative methods. VUB, Brussel.

 

Lott, B. (2002). Cognitive and behavioural distancing from the poor. American Psychologist, 57(2), 100-110.

 

Marks, C. (1991). The urban underclass. Annual Review of Sociology, 17, 445-466.

 

Martens, L. (1995). Werken aan netwerken. Beleidsnota Cultuur, Gezin en Welzijn. Brussel: Kabinet van de Vlaamse Minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.

 

Marsdan, P. (1987). Core discussion networks of Americans. American Sociological Review, 52(1), 122-131.

 

Marshall, C., & Rossman, G. (1994). Designing qualitative research (second edition). Thousand Oaks: Sage Publications. à ACM 423

 

Mbonda, E.-M. (2004). Poverty as a violation of human rights: towards a right to non-poverty. Unesco 2004.

 

McFarland, D., & Pals, H. (2005). Motives and contexts of identity change: a case for network effects. Social Psychology Quarterly, 68(4), 289-315.

 

McPherson, M., Smith-Lovin, L., & Cook, J. M. (2001). Birds of a feather: homophily in social networks. Annual Review of Sociology, 27, 415-444.

 

Mead, S., Hilton, D., & Curtis, L. (2001). Peer support: a theoretical perspective. Psychiatric rehabilitation journal, 25(2), 134-141.

 

Mehra, A., Kilduff, M., & Brass, D. (1998). At the margins: a distinctiveness approach to the social identity and social networks of underrepresented groups. Academy of Management Journal, 41(4), 441-452.

 

Meissner, H. (1966). Poverty in the affluent society. New York: Harper & Row Publishers.

 

Mestrum, F. (2002). Globalisering en armoede. Over het nut van armoede in de nieuwe wereldorde. . Antwerpen: EPO.

 

Mestrum, F. (2005). De rattenvanger van hameln. De wereldbank, armoede en ontwikkeling. Berchem: Drukkerijk EPO.

 

Miles, M., & Huberman, M. (1994). Qualitativ data analysis: an expanded sourcebook. Thousand Oaks: Sage Publications.

 

Miller, J., & Glassner, B. (1997). The 'inside' and the 'outside'. Finding realities in interviews. In D. Silverman (Ed.), Qualitative research. Theory, method and practice. Londen: Sage.

 

Mortelmans, D. (2007). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden. Leuven: Acco.

 

Narayan, D. (1999). Bonds and bridges: Social capital and poverty.

 

Nicaise, I. (2001). Onderwijs en armoedebestrijding: op zoek naar een nieuwe adem. In J. Vranken, D. Geldof & G. Van Menxel (Eds.), Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2001. Leuven: Acco.

 

Nicaise, I. (2003). Van onderzoek over armoede tot onderzoek met armen: het project Vierde Wereld – Universiteit. Gent. Postacademische Vorming Vakgroep Sociale Agogiek. 30 januari 2003.

 

OASeS. (2006). Over OASES. Onderzoekslijn Armoede en Sociale Uitsluiting. Geraadpleegd op  9 december 2006 via www.ua.ac.be/oases

 

Owens, T. (2003). Self and identity. In J. Delamater (Ed.), Handbook of social psychology. Winconsin: University of Winconsin.

 

Patton, M. (2002). Qualitative research and evaluation methods (edition 3). Thousand Oaks: Sage Publications. à ACM 457

 

Paugam, S. (1998). Poverty and social exclusion: a sociological view. In M. Rhodes & Y. Mény (Eds.), The future of European welfare. London: MacMillan Press LTD.

 

Peersman, W. (2000). Gezondheid. In J. Vranken, D. Geldof & G. Van Menxel (Eds.), Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2000. Leuven: Acco.

 

Pettigrew, T. (1998). Intergroup contact theory. Annual Review of Psychology, 49, 65-85.

 

Phillipson, C., Allan, G., & Morgan, D. (2004). Social networks and social exclusion. Sociological and policy perspectives. Hants: Ashgate Publishing Limited.

 

Portes, A. (1998). Social capital: its origins and applications in modern sociology. Annual Review of Sociology, 24, 1-24.

 

Punch, M. (1994). Politics and ethics in qualitative research. In N. Denzin & Y. Lincoln (Eds.), Handbook of qualitative research. London: Sage Publications.

 

Putnam, R. (2000). Bowling alone. The collapse and revival of American community. New York: Simon & Schuster.

 

Putnam, R., Leonardi, R., & Nanetti, R. (1993). Making democracy work: civic traditions in modern Italy. Princeton: Princeton University Press.

 

Rabier, A.-M. (1988). Leurder en mollenvanger. Een geschiedenis van zeven generaties armoede. Kapellen: Uitgeverij Pelckmans en ATD Vierde Wereldbeweging.

 

Raes, K. (1995). Sociale grondrechten als mogelijkheidsvoorwaarden voor een gelijke individuele vrijheid van eenieder. Welzijnsgids: gezondheidszorg & welzijnszorg, Welzijnsgids-Noden, Armoede(17), 33-52.

 

Recht-Op (Een paar apart). (2001). Recht op cultuur: Drempels die mensen in armoede belemmeren in hun culturele participatie. Antwerpen.

 

Recht-Op. (2005). Een paar apart: gearrangeerde ontmoetingen tussen mensen die in armoede leven en mensen die niet in armoede leven. Antwerpen: Cera.

 

Reidpath, D., Chan, K., Gifford, S., & Allotey, P. (2005). 'He hath the French pox': stigma, social value and social exclusion. Sociology of Health & Illness, 27(4), 468-489.

 

Rein, M. (1970). Problems in the definition and measurement of poverty. In P. Townsend (Ed.), The concept of poverty. Londen: Heinemann.

 

Relish, M. (1997). It's not all education: network measures as source of cultural competency. Poetics, 25, 121-139.

 

Rook, K. (1984). Research on social support, loneliness, and social isolation: toward an integration. In P. Shaver (Eds.), Review of personality & social psychology, 5, 239-264. Beverly Hills, CA: Sage.

 

Rook, K. (1985). The functions of social bonds: perspectives fom research on social support, loneliness and social isolation. In I. Sarason & B. Sarason (Eds.), Social support: theory, research and applications. Dordrecht: Martinus Nijhoff Publishers.

 

Rook, K. (1991). Detrimental aspects of social relationships: taking stock of an emerging literature. In H. Veiel & U. Baumann (Eds.), The meaning and measurement of social support. New York: Hemisphere Publishing Corporation.

 

Rowntree, S. (1901). Poverty. A study of town life. London: MacMillan and Co.

 

Sabbe, H., Van Peer, C., & Lammertyn, F. (1990). De welzijnszorg in de Vlaamse Gemeenschap. De informele zorg en het vrijwilligerswerk. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven.

 

Sarason, I., Levine, H., Basham, R., & Sarason, B. (1983). Assessing social support: The social support questionnaire. Journal of Personality and Social Psychology, 44(1), 127-139.

 

Scott, J. (2006). Sociology: the key concepts. New York: Routledge.

 

Sen, A. (1983). Poor, relatively speaking. Oxford Economic Papers, New Series, 35(2), 153-169.

 

Sen, G. (1997). Empowerment as an approach to poverty. Background paper to the Human Development Report 1997. Working Paper Series, 97.07.

 

Simon, B. L. (1994). The empowerment tradition in American social work. New York: Columbia University Press.

 

Small, S. (1995). Action-oriented research: models and methods. Journal of Marriage and the Family, 57(November), 941-955.

 

Smit, M. (1993). Sociale netwerken en sociale steun bij jongeren: een taxatieprocedure voor de jeugdhulpverlening. Kinde en Adolescent, 14(2), 92-100.

 

Snow, D., & Anderson, L. (1987). Identity work among the homeless: the verbal construction and avowal of personal identities. American Journal of Sociology, 92(6), 1336-1371.

 

Snyder, M., & Omoto, A. (1992). Who helps and why? The psychology of aids volunteerism. In S. Spacapan & S. Oskamp (Eds.), Helping and being helped. California: Sage Publications.

 

Soenen, R. (2006). Het kleine ontmoeten. Over het sociale karakter van de stad. Antwerpen-Apeldoorn: Garant Uitgevers.

 

Spiesschaert, F. (2005). Ervaringsdeskundige in armoede en uitsluiting. Een inleiding tot de methodiek. Leuven: Acco.

 

Steenssens, K. (2001). De structuren van het dagelijkse leven. Fragmenten uit 10 jaar kijken naar de marge. In J. Vranken, D. Geldof & G. Van Menxel (Eds.), Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2001. Leuven: Acco.

 

Steenssens, K., Vandenabeele, J., & Pultau, W. (1996). De netwerken van de armen. Brussel: Federale dienst voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden (DWTC).

 

Steunpunt tot bestrijding van armoede bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting. (2005). Armoede uitbannen. Een bijdrage aan politiek debat en politieke actie. Brussel.

 

Stolle, D. (1999). Onderzoek naar sociaal kapitaal. Naar een attitudinale benadering. Tijdschrift voor sociologie, 20, 247-281.

 

Stolle, D., & Rochon, T. (1998). Are all associations alike? American Behavioral Scientist, 42(1), 47-65.

 

Stryker, S., & Burke, P. (2000). The past, present, and future of identity theory. Social Psychology Quarterly, 63(4), 284-297.

 

Taylor, J. B. (1997). Niches and practice: extending the ecological perspective. In D. Saleeby (Ed.), The strengths perspective in social work practice (pp. 217-227). New York: White Plains.

 

Thoits, P. (1985). Social support and psychological well-being: theoretical possiblities. In I. Sarason & B. Sarason (Eds.), Social support: theory, research and applications. Dordrecht: Martinus Nijhoff Publishers.

 

Thoits, P. (1995). Stress, coping and social support processes: where are we? What next? Journal of Health and Social Behavior, 35(extra issue), 53-79.

 

T'Hope. (2003). Waar is iedereen? Roeselare.

 

T'Hope. (2007). T’Hope VzW – Welzijnsschakel en Vereniging waar armen het woord nemen. Geraadpleegd op 9 januari 2007 via http://users.pandora.be/thope/

 

Thys, R. (2001). Een nieuw spoor? Netwerken en armoedebestrijding. Tijdschrift voor welzijnswerk, 25, 20-29.

Thys, R., De Raedemaecker, W., & Vranken, J. (2004). Bruggen over woelig water. Is het mogelijk om uit de generatie-armoede te geraken? Leuven: Acco.

 

Tilly, C., & Tilly, C. (1994). Capitalist work and labor markets. In N. Smelser & R. Swedberg (Eds.), Handbook of economic sociology. Princeton: Princeton University Press.

 

Townsend, P. (1979). Poverty in the United Kingdom. A survey of household resources and standards of living. New York: Penguin Books.

 

Townsend, P. (1993). Conceptualising poverty. In P. Townsend (Ed.), The international analysis of poverty. New York: Harvester Wheatsheaf.

 

Ûze Plekke. (2005). Voorstellingsfolder Ûze Plekke VzW. Brugge.

 

Van der Lans, J. (1997). De noodzaak om erbij te horen. Tijdschrift voor de sociale sector, juli/augustus 1997(7/8), 10-14.

 

Van Der Vlis, I. (2001). Leven in armoede. Delftse bedeelden in de zeventiende eeuw. Rotterdam: Samenwerkende uitgeverijen Prometheus / Bert Bakker.

 

Van Hecke, G. (2006). Ik kon alleen mezelf als mens geven. De Bond, 86(24), 12-13.

 

Van Hootegem, H., & Devillé, E. (2003). Participatie van armen op beleidsniveau. In M. Bouverne-De Bie, A. Claeys, A. De Cock & J. Vanhee (Eds.), Armoede en participatie. Gent: Academia Press.

 

Van Loo, F. (1981). Den arme gegeven... Een beschrijving van armoede, armenzorg en sociale zekerheid in Nederland, 1784-1965. Amsterdan: Boom Meppel.

 

Van Regenmortel, T. (1991). Eenzame zielen? Een onderzoek naar de sociaal-culturele participatie van kansarmen. De gids op maatschapplijk gebied, 221-235.

 

Van Regenmortel, T. (2002). Empowerment en maatzorg. Een krachtgerichte psychologische kijk op armoede. Leuven: Acco.

 

Van Tilt, E. (2001). Over de zin van de niet-betaalde zorg. Omdat professionalisering niet alles is. Tijdschrift voor welzijnswerk, 25(239), 50-61.

 

Vanhee, L., Demeyer, B., & Corveleyn, J. (2004). De bijzondere kracht van het gewone? Over steungezinnen en andere vormen van georganiseerde nabijheid. Katholieke Universiteit Leuven, Leuven.

 

Vettenburg, N., & Walgrave, L. (1988). Schoolervaringen, delinquentie en maatschappelijke kwetsbaarheid : een theoretisch en empirisch onderzoek in het beroepsonderwijs. Leuven: KUL - Faculteit Rechtsgeleerdheid.

 

Vettenburg, N., & Walgrave, L. (2002). Een integratie van theorieën over persisterende delinquentie: maatschappelijke kwetsbaarheid. In P. Goris & L. Walgrave (Eds.), Van kattenkwaad en erger. Actuele thema's uit de jeugdcriminologie. Leuven: Garant.

 

Vincke, J. (2002). Sociologie. Een klassieke en hedendaagse benadering. Gent: Academia Press.

 

Vlaams Netwerk van Verenigingen waar armen het woord nemen. (2007). De verenigingen waar armen het woord nemen. Geraadpleegd op 12 januari 2007 via www.vlaams-netwerk-armoede.be

 

Vlaamse Regering. (2003). Decreet van 21 maart 2003 desbetreffend de armoedebestrijding. Brussel.

 

Vranken, J. (1974). Armoede in België. Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel.                     

 

Vranken, J. (1997a). Macro-mechanismen van uitsluiting. De gids op maatschapplijk gebied, 88(11), 963-975.

 

Vranken, J. (1997b). Vier dimensies van armoede. In J. Vranken, D. Geldof & G. Van Menxel (Eds.), Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 1997. Leuven: Acco.

 

Vranken, J., & Henderickx, E. (1996). Het speelveld en de spelregels: een inleiding tot de sociologie. Leuven: Acco.

 

Vranken, J., & Steenssens, K. (1996). Naar het middelpunt der armoede? Een onderzoek naar de structuren van het dagelijkse leven van generatie-armen in een urbane omgeving. Leuven: Acco.

 

Waege, H. (2003). Het onderzoeksplan. In J. Billiet & H. Waege (Eds.), Een samenleving onderzocht. Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Antwerpen: De Boeck.

 

Warr, D. (2005). Social networks in a 'discredited' neighbourhood. Journal of Sociology, 41(3), 285-308.

 

Warren, M., Thompson, P., & Saegert, S. (2001). The role of social capital in combating poverty. In M. Warren, P. Thompson & S. Saegert (Eds.), Social capital and poor communities (pp. 1-30). New York: Russell Sage Foundation.

 

Waxman, C. (1977). The stigma of poverty. A critique of poverty theories and policies. New York: Pergamon Press.

 

Wellman, B. (1981). Applying network analysis to the study of support. In B. Gottlieb (Ed.), Social networks and social support. California: Sage Publications.

 

Wellman, B., & Wortley, S. (1990). Different strokes from different folks: community ties and social support. The American Journal of Sociology, 96(3), 558-588.

 

Welzijnszorg. (2006). Samen armoede uitsluiten. Achtergronddossier campagne Welzijnszorg 2006. Brussel: Welzijnszorg.

 

Wester, F. (2005). De methodeparagraaf in rapportages over kwalitatief onderzoek. Kwalon, 10(3), 8-14.

 

Whelan, B. (1993). Non-monetary indicators of poverty. In J. Berghman & B. Cantillon (Eds.), The European face of social security: essays in honour of Herman Deleeck (pp. 24-42). Avebury: Aldershot.

 

Wieder. (2004). Wieder VzW - Jaarverslag 2004. Brugge.

 

Wieder. (2005). Wieder VzW - Jaarverslag 2005. Brugge.

 

Wieder & Ûze Plekke. (2007). Memorandum: Goed wonen in Brugge. De mensen in armoede roepen op tot een sociaal woonbeleid. Brugge.

 

Wiggers, J., & Sanson-Fisher, R. (1997). Duration of general practice consultans: association with patient occupational and educational status. Social Science & Medicine, 44(7), 925-934.

 

Wilcox, B., & Vernberg, E. (1985). Conceptual and theoretical dilemma's facing social support research. In I. Sarason & B. Sarason (Eds.), Social support: theory, research and applications. Dordrecht: Martinus Nijhoff Publishers.

 

William, D. (1990). Socioeconomic differentials in health: a review and redirection. Social Psychology Quarterly, 53(2), 81-99.

 

Wilson, J., & Musick, M. (1997). Who cares? Toward an integrated theory of volunteer work. American Sociological Review, 62, 694-713.

 

Wilson, J. (2000). Volunteering. Annual Review of Sociology, 26, 215-240.

 

Winters, S. (1990). Formele en informele zorg in de toekomst. In H. Baert (Ed.), De welzijnszorg in de Vlaamse Gemeenschap. Facetten en standpunten. Leuven: Garant.

 

Ziekenzorg.be. (2007). Mantelzorg.   Geraadpleegd op 6 juli 2007, via www.ziekenzorg.be/

cmz/nl/100/mantelzorg/definitie/index.jsp

 

Zimmerman, M. A. (1998). Empowerment and community participation: a review for the next millenium. Paper presented at the II European Congres of Community Psychology, july 6-8: Lisabon, Portugal.

Download scriptie (2.18 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2008