‘Van rehabilitatiewerker tot (buiten)gewone hulpverlener. Inspirerende methodische handelwijze binnen het gemeentelijk woonwagenwerk.’

Claudia
Hendzel

Werken met etnisch-culturele minderheden lijkt aanlokkelijk door de exotische connotatie van het begrip zelf. Maar het werk vraagt veel tijd, continuïteit, ethische inleving, methodische kennis, creativiteit, authenticiteit en vooral gedurfde aanpak. De rehabilitatiemethodiek wordt aanvankelijk toegepast bij psychiatrische patiënten, een groep waar begeleiding een langzaam procesverloop kent. Ook het woonwagenwerk vereist dit aangrijpingspunt. Het ritme van de groep volgen en gewoon doen dragen echter bij tot de totstandkoming van een authentieke verbinding. De groepseigen ongebondenheid aan tijd en ruimte wordt meteen de kern van de rehabilitatievisie: waar geen zicht op is, kan een vraag gesteld worden. Een gerichte uitbreiding van zorg op maat is wenselijk en noodzakelijk. Een belangrijk element binnen de rehabilitatiemethodiek is de mate waarin de cliëntwenselijkheid aanwezig is. Deze kan op lokaal niveau vertaald worden naar de graad van de cliëntenparticipatie. De langste weg is niet degene die een bestuur of een hulpverlener aflegt tijdens het werk met het woonwagenvolk. De langste weg is die van het leven in een woonwagen. Een slopend, eeuwenoud bestaan, dat verschillende diepliggende achterstellingselementen en vooroordelen ten aanzien van deze groep met zich mee gebracht heeft: generatiearmoede, lage scholing, spot, pesterijen en discriminatie. Het zijn slechts enkele factoren die de leefbaarheid van de woonwagenbewoners op de Herentalse

terreinen in het gedrang brengen. Een bewuste beleidsvisie rond wijk- of buurtmanagement is niet voldoende om de mensen in beweging te brengen maar is slechts een element ter ondersteuning bij sociale cohesie. De rehabilitatiemethodiek is zeker een goede aanvulling, zoniet het vertrekpunt.

Bibliografie

zie: scriptie

Download scriptie (1.65 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2009