Kleuterjuffen versus Niet-leerkrachten

Gitte
Truijen

Kleuterjuffen zijn, dankzij hun opleiding, in staat om de taalontwikkeling van kinderen in hun klas te bevorderen. Maar maken ze van deze vaardigheid ook gebruik in hun dagelijks leven? Slagen kleuterjuffen beter in het stimuleren van de taalontwikkeling van hun eigen kinderen dan andere ouders?

Taalontwikkeling in de kleuterklas

Kinderen en hun ontwikkeling… Zowel in de wetenschappelijke literatuur als in het dagelijks leven is het een veel besproken onderwerp. Denk maar aan uitspraken zoals 'Elena kan kruipen!' of 'Miel heeft gisteren voor de eerste keer mama gezegd!'. Hoewel ieder kind op zijn eigen tempo ontwikkelt, zijn het uitspraken die iedere ouder ooit doet. Gedurende de eerste levensjaren zijn er twee onderdelen van de algemene ontwikkeling die naar voor komen: motorische ontwikkeling en taalontwikkeling. In dit artikel zoomen we in op de taalontwikkeling.

Ondanks dat ieder kind geboren wordt met de mogelijkheid om een taal te leren, is ondersteuning vanuit de omgeving hierbij van groot belang. Samen met ouders zijn kleuterjuffen de ideale personen om deze ondersteuning te bieden. Ze krijgen doorheen de dag namelijk verschillende kansen om dit te doen, het is dan ook belangrijk dat ze zoveel mogelijk van deze kansen grijpen. Dankzij hun opleiding, waarin ze vakken zoals onder andere 'taalvaardigheid', 'taal en communicatie' en 'communicatieve vaardigheden' krijgen, weet een kleuterjuf als geen ander hoe die kansen gegrepen kunnen worden. In de kleuterschool ligt de nadruk voornamelijk op spreken. Kleuters hebben de ideale leeftijd om actieve woordenschat (woorden die het kind zelf gebruikt) te verwerven. Het belangrijkste doel tijdens deze periode is dan ook het aanleren van basiswoordenschat.

Sociaal-economische klasse

Zoals eerder gezegd, speelt de omgeving, en dus ook de sociaal-economische klasse waartoe iemand behoort, een belangrijke rol bij de taalontwikkeling. De sociaal-economische klasse waartoe iemand behoort, wordt bepaald aan de hand van verschillende factoren. De opleiding, het beroep en de inkomsten van de ouders spelen hierbij een belangrijke rol. Onderzoeken tonen aan dat kinderen uit een hogere sociaal-economische klasse een betere taalontwikkeling doormaken dan kinderen uit een lagere sociaal-economische klasse. Zij zouden namelijk meer leerkansen krijgen vanuit hun omgeving. Ouders uit de hogere sociaal-economische klassen blijken vaker met hun kinderen te communiceren, ze gebruiken hierbij meer verschillende woorden en moeilijkere zinnen dan ouders uit lagere sociaal-economische klassen.

Kleuterjuffen behoren, net zoals andere ouders met een diploma hoger onderwijs, tot de hogere sociaal-economische klasse. Het mag dus niet verbazen dat hun kinderen op een taaltest beter zouden scoren dan kinderen uit een lagere sociaal-economische klasse. We vroegen ons echter af of kinderen van kleuterjuffen ook beter scoren dan andere kinderen uit dezelfde sociaal-economische klasse. En of kleuterjuffen dus in staat zijn om ook de taalontwikkeling van hun eigen kinderen te stimuleren.

 

Kleuterjuffen versus Niet-leerkrachten

Omdat het aanleren van een basiswoordenschat één van de belangrijkste doelen is in de kleuterschool, gingen we na of er een verschil is tussen de actieve woordenschat van kinderen van kleuterjuffen en kinderen van niet-leerkrachten. Uit het onderzoek blijkt dat kleuterjuffen een positieve invloed hebben op de woordenschatverwerving van hun kinderen. Kinderen van kleuterjuffen hebben een betere actieve woordenschat dan kinderen van niet-leerkrachten.

Het beroep van kleuterjuf kan dus een positieve invloed uitoefenen op de taalontwikkeling van de eigen kinderen. De bevindingen uit het onderzoek zouden erop kunnen wijzen dat de rol van de kleuterjuf in de maatschappij vergroot dient te worden. Kleuterjuffen zouden bijvoorbeeld deel kunnen uitmaken van opvoedingscursussen en zo (toekomstige) ouders op een adequatere manier met hun kind(eren) leren communiceren. Op deze manier kunnen ook de verschillen tussen opvoeding door kleuterjuffen en opvoeding door niet-leerkrachten onderzocht worden. Daarnaast lijkt een samenwerking tussen kleuterjuffen en logopedisten een goed idee. Zo zouden aspecten uit de opleiding 'kleuteronderwijs' een rol kunnen spelen bij oudertherapie van kinderen met een taalstoornis en kunnen logopedisten extra tips geven aan kleuterjuffen voor kinderen met taalstoornissen. Tenslotte kunnen de resultaten uit het onderzoek ook bekeken worden als een positieve noot voor het M-decreet. Het doel van het M-decreet is zoveel mogelijk kinderen les te laten volgen in het gewone onderwijs, het mag duidelijk zijn dat kleuterjuffen, in samenwerking met logopedisten, in staat zullen zijn de taalontwikkeling van alle kinderen te stimuleren.

 

 

Bibliografie

AP Hogeschool. Geraadpleegd op 13 maart 2016 via https://www.ap.be/onderwijs-en-training/modeltraject/182.

Arteveldehogeschool. Geraadpleegd op 13 maart 2016 via https://www.arteveldehogeschool.be/bachelor-het-onderwijs-kleuteronderw…

Banck, I., Cuypers, J., Deburchgrave A., Eerdekens, K., Jonckheere, S., Mertens, E., Van de Borght, R., … Wuyts, A. (2013). Taalklare Visie. Expertisenetwerk School of Education, Associatie KU Leuven.

Bates, E., Beeghly, M., Bretherton, I., McNew, S., O’Connell, B., Reznick, S., et al. (1984). Early Language Inventory. Unpublished manuscript, Center for Research on Language, University of California, San Diego.

Betancourt, L. M., Brodsky, N. L., & Hurt, H. (2015). Socialeconomic (SES) differences in language are evident in female infants at 7 months of age. Early Human Development, 91(12),719-724.

Bornstein, M. H., & Cote, L. R. (2005). Expressive vocabulary in language learners from two ecological settings in three language communities. Infancy, 7(3), 299-316.

Bouchard, C., Trudeau, N., Sutton, A., Boudreault, M. C., & Deneault, J. (2009). Gender differences in language development in French Canadian children between 8 and 30 months of age. Applied Psycholinguistics, 30(04), 685-707.

Bus, A. G., van IJzendoorn, M. H., & Pellegrini, A. D. (1995). Joint book reading makes for success in learning to read: A meta-analysis on intergenerational transmission of literacy. Review of Educational Research, 65, 1-21.

Coppin, E. (2007). Moedermelkvoorlezers (in spe). Vonk: tijdschrift van de vereniging voor onderwijs in het Nederlands, 37, 38-42.

De Smedt, H. (1990). Een visie op Nederlands taalonderwijs aan anderstalige kleuters. Caleidoscoop, 2, 10.

De Vocht (2014). Basishandboek SPSS 22 IBM SPSS statistics. Utrecht: Bijleveld Press.

Dollaghan, C. A., Campbell, T. F., Paradise, J. L., Feldman, H. M., Janosky, J. E., Pitcairn, D. N., & Kurs-Lasky, M. (1999). Maternal education and measures of early speech and language. Journal of Speech, Language, and Hearing Research, 42(6), 1432-1443.

Dunn, D. M., & Dunn, L. M. (2007). Peabody picture vocabulary test: Manual. Pearson.

Dunn, J., & Shatz, M. (1989). Becoming a conversationalist despite (or because of) having an older sibling. Child Development, 60, 399–410.

Erasmushogeschool. Geraadpleegd op 14 maart 2016 via http:// www.erasmushogeschool.be/sites/default/files/EhB-opleidingsbrochure%20K…

Farkas, G., & Beron, K. (2004). The detailed trajectory of oral vocabulary knowledge: differences by class and race. Social Science Research, 33(3), 464-497.

Feiring, C., & Lewis, M. (2014). Middle-class differences in mother–child-interaction and the child’s cognitive development. Culture and early interactions (Psychology Revivals), 63.

Fernald, A., Marchman, V. A., & Weisleder, A. (2013). SES differences in language processing skill and vocabulary are evident at 18 months. Developmental Science, 16(2), 234-248.

Gillis, S. (2004). Vroege taalverwerving. In F. Daems, K. Van Den Branden & L. Verschaffel (Red.), Taal verwerven op school: Taaldidactiek voor basisonderwijs en eerste graad secundair 29-59. Leuven: Acco

Galsworthy, M., Dionne, G., Dale, P., & Plomin, R. (2000). Sex differences in early verbal and non-verbal cognitive development. Developmental Science, 3(2), 206–215.

Goorhuis-Brouwer, S. (2007). Taalontwikkeling en taalstimulering van peuters en kleuters. Amsterdam: SWP.

Hart, B., & Risley, T. (1995). Meaningful differences in the everyday experience of young American children. Baltimore, MD: Paul H Brookes Publishing Co.

Hinton, S., & Stockburger, M. (1991). Personality Trait and Professional Choice among Preservice Teachers in Eastern Kentucky.

Hoff, E. (2006). How social contexts support and shape language development. Developmental Review, 26, 55-88.

Hoff, E., & Tian, C. (2005). Socioeconomic status and cultural influences on language. Journal of Communication Disorders, 38(4), 271-278.

Hoff-Ginsberg, E. (1991). Mother–child conversation in different social classes and communicative settings. Child Development,62(4), 782-796.

Hoff-Ginsberg, E. (1992). How should frequency in input be measured? First Language, 12(36), 233-244.

Hogeschool Gent. Geraadpleegd op 13 maart 2016 via https://www.hogent.be/studiefiches/ ?ectsaction=ects:main.modeltrajecten&opl=PBA-KO&faculteitcode=FMW&taal=1

Hootsen, G. (2005). Schooltaal thuis: een meervoudige casestudy naar het taalaanbod van moeders in interactie met hun driejarig kind. Niet gepubliceerde doctoraalscriptie, Universiteit van Tilburg, n. b., o. l. v. A. M. L. Aarts & J. J. H. Kurvers.

Howest. Geraadpleegd op 13 maart 2016 via http://www.howest.be/ Default.aspx?target=lerarenopleiding&lan=nl&item=989

Huttenlocher, J. (1998). Language input and language growth. Preventive medicine, 27(2),  195-199

Ingram, D. (1989). First language acquisition: method, description and explanation. Cambridge: Cambridge University Press.

Karel de Grote hogeschool. Geraadpleegd op 13 maart 2016 via https://www.kdg.be/ opleidingen/professionele-bachelor/leraar-kleuteronderwijs/inhoud-en-studiepunten-van-leraar

Kirkland, L. D., & Patterson, J. (2005). Developing oral language in primary classrooms. Early Childhood Education Journal, 3(6), 391-395.

Law, J.,  Rush, R.,  Parsons, S., & Schoon, I. (2012). The relationship between gender, receptive vocabulary, and literacy from school entry through to adulthood. International journal of speech-language pathology, 15(4), 407-415.

Locke, A., Ginsborg, J. & Peers, I. (2002). Development and disadvantage: implications for the early years and beyond. International Journal of Language and Communication Disorders, 37, 3-15.

Manders, E., De Bal, C., & Van Den Heuvel, E. (2013). Taalontwikkelingsstoornissen: fenomenen, onderzoek en behandeling. Antwerpen/Apeldoorn: Galant.

Manning, M. & Manning, G. (1994). Teaching Reading and Writing: Implementing Theme Immersion. Teaching Pre K-8, 24, 88-89.

Njiokitjien, C. (2004). Gedragsneurologie van het kind. Amsterdam: Suyi Publicaties.

Odisee. Geraadpleegd op 14 maart 2016 via http://onderwijsaanbod.odisee.be/ opleidingen/n/SC_51858252.htm#bl=01

Odisee. Geraadpleegd op 14 maart 2016 via http://onderwijsaanbod.odisee.be/ opleidingen/n/SC_51531550.htm

Oshima-Takane, Y., & Robbins, M. (2003). Linguistic environment of second born children. First Language, 23, 21–40.

PXL. Geraadpleegd op 13 maart 2016 via http://www.pxl.be/Assets/website/ student/werving/infobrochures/documenten/basisopleidingen/LKO_programma.pdf

Richels, C. G., Johnson, K. N., Walden, T. A., & Conture, E. G. (2013). Socialeconomic status, parental education, vocabulary and language skills of children who stutter. Journal of Communication Disorders, 46(4), 361-374.

Rowe, M. L. (2006). Child-directed speech: relation to socioeconomic status, knowledge of child development and child vocabulary skill. Journal of Child Language, 35, 185-205.

Schaerlaekens, A. (2008). De taalontwikkeling van het kind. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff.

Schlichting, J.E.P.T., & Lutje Spelberg, H.C. (2010). Schlichting Test voor Taalproductie-II; Handleiding. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Sears, S. J., Kennedy, J. J., & Kaye, G. L. (1997). Myers-Briggs personality profiles of prospective educators. The Journal of Educational Research, 90(4), 195-202.

SPSS (Computer Software). (2013). New York, Armonk: IBM statistics.

Sutherland, K. S., & Oswald, D. P. (2005). The relationship between teacher and student behavior in classrooms for students with emotional and behavioral disorders: transactional proces social-economic status. Journal of Child and Family Studies, 14, 1-14.

Thomas More. Geraadpleegd op 13 maart 2016 via http:// onderwijsaanbod mechelenantwerpen.thomasmore.be/opleidingen/n/SC_51844943.htm#bl=01,02

Thomas More. Geraadpleegd op 13 maart 2016 via http://onderwijsaanbodkempen. thomasmore.be/opleidingen/n/SC_51260659.htm#bl=01

UCLL. Geraadpleegd op 14 maart 2016 via http://onderwijsaanbod.leuven.ucll.be/ opleidingen/n/SC_51234720.htm

UCLL. Geraadpleegd op 14 maart 2016 via http://onderwijsaanbod.limburg.ucll.be/ 2015/opleidingen/n/SC_51846569.htm#activetab=selectie

UCLL. Geraadpleegd op 14 maart 2016 via http://onderwijsaanbod.leuven.ucll.be/ opleidingen/n/SC_52335275.htm#bl=02,0201

UCLL. Geraadpleegd op 14 maart 2016 via http://onderwijsaanbod.leuven.ucll.be/ opleidingen/n/SC_52335276.htm

Van Besien, F. (1985). Kindertaal: de verwerving van het Nederlands als moedertaal. Leuven: Acco.

Van Twillert, A., & Wisse, T. (2012). Sekseverschillen en gezinsfactoren in taalontwikkeling in de voorschoolse periode. Niet gepubliceerde masterthesis, n. b., orthopedagogiek, o. l. v. A. Van Baar.

Van Wouwe, A. M. M. (2008). Schooltaal buiten de school: de relatie van de sociaal economische status van ouders en de schooltaalontwikkeling van hun kinderen. Niet gepubliceerde doctoraatsscriptie, Universiteit van Amsterdam, Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen, Amsterdam, o. l. v. A. A. E. Wagenaar.

Verhulst, F. C. (2005). De ontwikkeling van het kind. Assen: Koninklijke Van Gorcum.

Vlaams ministerie van onderwijs en vorming (z. d.). Geraadpleegd op 20 maart 2016 via http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/basisonderwijs/kleuteronderwijs/ nederlands/ontwikkelingsdoelen.htm

Wabbes, C. (2010). Het belang van interactie bij voorleessessies voor woordenschatverwerving van vierjarige kleuters: een vergelijkende studie tussen statische en levende prentenboeken. Niet gepubliceerde masterproef, Universiteit Gent, Letteren en wijsbegeerte, o. l. v. K. Willems & K. Baten.

Wallentin, M. (2009). Putative sex differences in verbal abilities and language cortex: A critical review. Brain and language, 108(3), 175-183

Zink, I., & Lejaegere, M. (2003). N-CDI’s Lijsten Voor Communicatieve Ontwikkeling: Korte Vormen. Acco, Leuven/Leusden.

Download scriptie (531.9 KB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
C. Cornette
Thema('s)