Wat als het huwelijk geen zekerheid meer biedt?

Els
Vandenbulcke

 

Wanneer het huwelijk geen zekerheid meer biedt en er ernstige echtelijke moeilijkheden zijn is het aangewezen voor beide echtgenoten en evenzeer voor de kinderen, dat beide partijen blijven openstaan voor een open gesprek.

Als elke poging tot verzoening faalt, staan er wettelijk voor de echtgenoten een aantal mogelijkheden open. Men kan kiezen om uit de echt te scheiden of men kan kiezen om nog even na te denken over het huwelijk en aan de vrederechter dringende voorlopige maatregelen te vragen.

Deze maatregelen laat beide partners toe om zich te bezinnen over het voortduren van de relatie door voorlopig gescheiden te gaan leven. De vrederechter zal de voorlopige situatie van de partners regelen, met name de regeling uitwerken voor de eventuele gemeenschappelijke kinderen, alsook de patrimoniale verhoudingen tussen de partners regelen.

Kiezen de echtgenoten om het huwelijk stop te zetten dan kan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg voorlopige maatregelen bevelen zodat de echtscheidingsprocedure goed verloopt.

De techniek van de dringende voorlopige maatregelen werd door de wet van 20 juli 1932 ingevoerd in het Burgerlijk Wetboek, wat een verandering bracht in de ondergeschikte positie van de gehuwde vrouw. De wetgever wilde de gezinsleden beschermen tegen het plichtsverzuim van een echtgenoot, voornamelijk de man die de maritale en vaderlijke macht bezat. Met de wet van 14 juli 1976 werd het toepassingsgebied van de dringende voorlopige maatregelen verruimd en werd de vrederechter, die meer en meer familierechter werd, bevoegd verklaard om dringende voorlopige maatregelen te nemen.

 

Meer en meer koppels ondervinden echtelijke moeilijkheden wanneer ze getrouwd zijn of samenwonen. Wanneer ze geconfronteerd worden met echtelijke moeilijkheden zullen de echtgenoten voor de beslissing komen te staan of ze nog willen verder samenleven en of ze hun huwelijk nog een kans willen geven. Door de techniek van dringende voorlopige maatregelen kan de periode tussen het begin van de problemen en de definitieve scheiding overbrugt worden en hoeven de partners nog niet meteen hun huwelijk laten varen.

De dringende voorlopige maatregelen zijn niet zozeer een sanctionering van de huwelijksplichten, maar zijn een crisisinterventie van de vrederechter. De vrederechter zal proberen de echtgenoten te verzoenen. Als de verzoening niet mogelijk is zal hij maatregelen nemen. Aan deze maatregelen hangt een bepaalde termijn. De verplichting rust bij de partijen om het vonnis uit te voeren, doch kunnen ze op gelijk welk moment verzoenen en terug samen te gaan wonen.

Wanneer er van verzoening geen sprake is kan er een echtscheidingsprocedure worden opgestart voor de rechtbank van eerste aanleg. De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg kan voorlopige maatregelen bevelen. Met deze maatregelen kan men de noodzakelijke schikkingen nemen met betrekking tot de persoon, het levensonderhoud en de goederen van de echtgenoten of van hun kinderen, in de loop van de echtscheidingsprocedure. Vermits een echtscheiding niet op één dag geregeld is kan er een noodzaak bestaan om dringende aangelegenheden te regelen.

De techniek van dringende voorlopige maatregelen is tot op heden een belangrijk juridisch proces ondermeer door de uitbreiding van het toepassingsgebied, waardoor er al in veel gezinsmoeilijkheden is tussen gekomen.

Bibliografie

 

Literatuurlijst

Wetgeving

§  Burgerlijk Wetboek

§  Gerechtelijk wetboek

§  Wet van 20 juli 1932 tot wijziging van hoofdstuk VI, titel V, van boek I van het Burgerlijk Wetboek: De wederzijdsche rechten en plichten van de echtgenooten, BS 12 augustus 1932.

§  Wet van 3 juni 1994 houdende wijziging van artikel 931 van het Gerechtelijk Wetboek en van de bepalingen betreffende de procedures van echtscheiding, BS 21 juli 1994.

§  Wet van 30 juni 1994 houdende wijziging van artikel 931 van het Gerechtelijk Wetboek en van de bepalingen betreffende de procedures van echtscheiding’ BS 21 juli 1994.

§  Wet van 20 mei 1997 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Burgerlijk wetboek betreffende de procedures tot echtscheiding, BS 27 juni 1997.

§  Wet 23 november 1998, Wet tot invoering van de wettelijke samenwoning, BS 12 januari 1999.

§  Wet 28 januari 2003 tot toewijzing van de gezinswoning aan de echtgenoot of aan de wettelijk samenwonende die het slachtoffer is van fysieke gewelddaden vanwege zijn partner en tot aanvulling van artikel 410 van het Strafwetboek, BS 12 februari 2003.

§  Wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, BS 1 september 2009.

§  Wet van 18 juli 2006 tot het bevoorrechten van een gelijkmatig verdeelde huisvesting van het kind van wie de ouders gescheiden zijn en tot regeling van de gedwongen tenuitvoerlegging inzake huisvesting van het kind, BS 4 september 2009.

§  Wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding, BS 7 juni 2007.

§  Wet van 19 maart 2010 ter bevordering van een objectieve berekening van de door de ouders te betalen onderhoudsbijdragen voor hun kinderen, BS 21 april 2010.

Rechtspraak

Hof van Cassatie

§  Cass 18 oktober 1963, RW 1963-1964, 1862.

§  Cass. 29 januari 1967, RW 1967-1968, 83.

§  Cass. 14 oktober 1977, JT 1978, 312.

§  Cass 24 februari 1978, RW 1978-1979, 1032.

§  Cass. 28 november 1986, Arr. Cass. 1986-1987, 426.

§  Cass. 13 november 1987, Arr.Cass. 1987-1988, 333.

§  Cass. 27 september 1990, Arr.Cass. 1990-1991, Pas. 1991, I,87 en RW 1990-1991, 1089, not GERLO, J.

§  Cass. 29 juni 1995, Arr.Cass. 1995, 694 en EJ 1995, 22.

§  Cass. 13 juni 1997, Arr.Cass. 1997, 644, RW 1997-1998, 1270.

§  Cass. 4 januari 1996, EJ 1996, 118, not SENAEVE, P.

§  Cass. 19 februari 1999, Div.Act. 1999, 130, not, EJ 2000, 116, not Waûters, RW 1999-2000, 994.

§  Cass. 12 november 2002, EJ 2003, 22, noot T.Robert en RW 2003-2004, 622, noot F. APS.

§  Cass. 20 februari 2006, EJ 2006, 35, noot P. SENAEVE.

§  Cass. 29 mei 2006, EJ 2006, 111 noot P. SENAEVE.

§  Cass. Antwerpen 13 februari 2008, NJW 2008, 838, noot GV.

§  Cass. 18 mei 2009, RW 2009-2010, 1132, concl. Adv. Gen. R. MORTIER en T.Not.2010, 279.

Lagere rechtspraak

§  Rb. Antwerpen 7 december 1960, RW 1960-1961, 1579.

§  Vredegerecht Aalst 30 april 1982, RW 1982-1983, 1474, noot De Busschere.

§  J.P., noot bij Rb. Antwerpen 18 juni 1989, RW 1979-1980, 787.

§  Vred. Leuven (2de kanton) 8 februari 1991, RW 1991-1992, 475.

§  Brussel 24 april 2001 en 31 januari 2002, EJ 2002, 153 en 155, noot K. UYTTERHOEVEN.

§  Vred. Veurne-Nieuwpoort 14 november 2002, T.Vred. 2003, p.399.

§  Brussel 8 mei 2003, EJ 2004, 38.

§  Vred. Doornik 25 november 2003, JT 2006, afl. 6221, 273.

§  Gent, 6 november 2003, IEJI 2004, 40, noot Vanbockrijck en Brussel 8 mei 2003, EJ 2004, 38.

§  Rb. Nijvel (1e K.) 17 december 2004 Rev.trim.dr.fam. 2005, afl. 2, 428.

Rechtsleer

Boekwerken en tijdschriftartikelen

§  APS F. (ed.), Wet & duiding echtelijke moeilijkheden, Gent, Larcier, 2010, 228 p.

§  APS, F., De rechtspleging en het bewijs inzake echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk, in SENAEVE, P., SWENNEN, F. en VERSCHELDEN, G. (eds.), De hervorming van het echtscheidingsrecht. Commentaar op de wet van 27 april 2007, Antwerpen, Intersentia, 2008,

§  BAETEMAN, G., Overzicht van het personen- en gezinsrecht, Antwerpen, Kluwer, 1993, 275 p.

§  BELLENS, S., DEMIL, C., De notarisgids, Roeselare, Globe, 2005, 224 p.

§  BROUWERS, S., Alimentatie, Mechelen, Kluwer, 2009, 761 p.

§  BROUWERS, J., BEERNAERT, J., VANDERVELLEN, H., De nieuwe echtscheidingswet, Mechelen, Kluwer, 2007, 788 p.

§  CENTRUM VOOR BEROEPSVERVOLMAKING IN DE RECHTEN, Alimentatie & kinderen, Antwerpen – Oxford, Intersentia, 2010, 248 p.

§  DEKKERS, R. en WYLLEMAN, A., Handboek Burgerlijk Recht, I, Personen- en familierecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 3de uitg., 420 p.

§  GERLO, J. en VERSCHELDEN, G., Handboek voor familierecht, Brugge, die Keure, 2008, 663 p.

§  MONGH, J., en ALLAERTS, V., Overzicht van rechtspraak (2000-2007) – De feitelijke samenwoning, Tijdschrift voor familierecht, 2008/1-2, p. 38 e.v.

§  MYS, A., Wetboek echtelijke moeilijkheden en echtscheiding, Antwerpen, Maklu, 2009, 245 p.

§  PAUWELS, J., Beginselen van personen- en familierecht, Leuven, Acco, I, 1985, II, 1985, III, 1986.

§  Pintens, W., Van Der Meersch, B. en Vanwinckelen, K., Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 248 p.

§  PINTENS, W., VANWINCKELEN, K. en DU MONGH, J., Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2008, 394 p.

§  Roodhooft, J., Smets, W. en Moens, M., Echtelijke moeilijkheden… En dan?, Antwerpen, Standaard uitgeverij, 2007, 176 p.

§  SENAEVE, P., Compendium van het personen- en familierecht, Leuven/Den Haag,  Acco, 2011, 700 p.

§  SENAEVE, P., De wet van 27 april 2007 tot hervorming van het echtscheidingsrecht – Deel I. De echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting, T. Fam. 2007, 103-137.

§  SENAEVE, P., Echtscheiding, Leuven, Acco, 1990, 490 p.

§  SENAEVE, P., Noot onder Hof van Cassatie, 20 februari 2006: Over dringende voorlopige maatregelen en voorlopige maatregelen, Gent, Echtscheidingsjournaal, issue: 3

§  SENAEVE, P., Overzicht van rechtspraak (2000-2005) – Dringende voorlopige maatregelen tussen echtgenoten op grond van art. 223 B.W., E.J., 2006, 17-30.

§  SENAEVE, P., Recente ontwikkelingen en topics van Familierecht, Gent, Larcier, 2010, 373 p.

§  SENAEVE, P., Voorlopige maatregelen tussen echtgenoten (art. 223 BW en art. 1280 Ger.W.), Leuven, Acco, 1989, 392 p.

§  SWENNEN, F.,  Het Personen- en familierecht, Antwerpen, Intersentia, 2010, 505 p.

§  VANDENABEELE, S. en MOEYKENS, F., De nieuwe wet op de echtscheiding, Gent, Story Publishers, 2008, 120 p.

§  VAN ZAND, I., Personen en familierecht: 60 recente elementaire vonnissen en arresten (2009-2010-2011), Brussel, VZW Elementaire rechtspraak, 2011, 475 p.

§  VERSCHELDEN, G., Handboek Belgisch Familierecht, Brugge, die Keure, 2010, 840 p.

§  Versluys, L., Huwelijksmoeilijkheden: je rechten, Berchem, EPO, 2007, 407 p.

§  VERSTRAETE, K., Hervorming echtscheidingsrecht. Wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding. NJW, 2007, 634 p.

§  WETSWINKEL GENT, Voorlopige maatregelen bij huwelijksmoeilijkheden, Berchem, EPO, 1980, 63 p.

 

Digitale bronnen

§  BROUWERS, S. (2007). De nieuwe echtscheiding. Geraadpleegd op 15 september 2011, op www.familie-recht.be/index.php/bibliotheek/de_nieuwe_echtscheidingwww.startpuntscheiden.be/Vragen-rond echtscheiding/tabid/1096/Default.aspx#echtscheidingswet

§  ELFRI. (2009). Schuld en onschuld in echtscheiding, schuldloze echtscheiding. Geraadpleegd op 15 augustus 2011, op www.elfri.be/schuld-en-onschuld-echtscheiding-schuldloze-echtscheiding

§  VZW HOUVAST. (2003). Echtscheiding – Feitelijke scheiding (is geen echtscheiding). Geraadpleegd op 15 augustus 2011, op

§  www.houvast.be/tekst122.shtml

§  LENAERTS, J. Dringende en voorlopige maatregelen. Geraadpleegd op 20 augustus 2011, op www.omnius.be/publicaties_detail.php?id=49

§  MOEYKENS, F. (2009). De nieuwe wet op de echtscheiding. Geraadpleegd op 3 oktober 2011, op http://www.flanderslaw.be/?p=232

§  SROKA, S. (2007). De nieuwe echtscheidingswet. Geraadpleegd op 15 september 2011, op www.rosadoc.be/pdf/juridische%20bijdrage/echtscheidingswet.pdf

§  STERKEN, R., Partnergeweld en echtelijke moeilijkheden. Geraadpleegd op 22 september 2011, op http://www.argusadvocaten.be/content/argus/uploads/docs/Partnergeweld%20en%20echtelijke%20moeilijkheden%20(Mr.%20R.%20Sterken)..pdf

§  TREMMERY, J. (2011). Voorlopige en bewarende maatregelen. Geraadpleegd op 20 oktober 2011, op www.tremmery.be/default.aspx?level1=rechtstakken&level2=echtelijke_moeilijkheden_eoo_voorlopige_maatregelen

§  VAN LOO, W. (2011). De feitelijke scheiding. Geraadpleegd op 3 oktober 2011, op www.advodirect.com/2011/07/17/de-feitelijke-scheiding/

Download scriptie (712.2 KB)
Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool
Thesis jaar
2012
Promotor(en)
n.v.t.