“Het transfersysteem in het voetbal zorgt voor uitwassen”

Artikel

voetbal

Vier keer wist de auteur van een sportscriptie de trofee bij de Vlaamse Scriptieprijs in de lucht te steken. Niet toevallig gingen die werken over wielrennen of voetbal, de populairste sporten in ons land. Wij zochten de auteurs van de twee winnende voetbalscripties op voor een één-tweetje: Niels Verborgh won in 2017, Jarne Pollie in 2019. Beide scripties verzoenden een liefde voor het voetbal met een kritische kijk op de structuren erachter.

Jarne en Niels: in jullie winnende thesis stond koning voetbal centraal. Was dat uit liefde voor de sport?

Jarne: “Ja, voetbal is echt een passie. Ik ben al sinds de derde kleuterklas aangesloten bij een voetbalploeg. Ik kom uit een voetbalgezin: ook mijn vader en broer hebben altijd gevoetbald. Door daar zoveel tijd in te investeren, word je vanzelf al wat expert in het spelletje en dat maakte dat ik voor mijn scriptie besloot om voetbal als onderwerp te nemen.”

Niels: “Dat is heel herkenbaar (lacht). Ik heb zelf ook van mijn vijfde tot m’n achttiende gevoetbald en gaf jarenlang training aan jeugdvoetballers. Bovendien deed ik eerst een studie sportmanagement voor ik rechten ging studeren. Bij mijn thesis wilde ik vooral schrijven over iets dat mij sterk interesseerde.”

Die liefde voor het voetbal maakte jullie duidelijk niet blind voor hete hangijzers in de sport. Allebei schreven jullie een kritisch werk waarbij ook grote machtsstructuren niet buiten schot bleven. Niels, jij bekeek het voetbal vanuit een juridische invalshoek.

Niels: “Klopt. Voetbal is eigenlijk een zeer atypische sector, met veel eigen bepalingen. Denk bijvoorbeeld aan het transfersysteem. Daarbij betaalt een club een som om een voetballer, in se een werknemer, over te nemen. Dat zie je in geen enkele andere sector. Het voetbal heeft als het ware een eigen rechtsorde.

Ik wou uitzoeken wat daarvan overblijft eens je dat aan een juridische toets onderwerpt. Concreet onderzocht ik in mijn thesis of de regels van de Wereldvoetbalbond FIFA verenigbaar zijn met het Europees recht. “

Niels Verborgh Scriptieprijs

Wat viel daarbij op?

“Meerdere bepalingen van het FIFA-reglement zitten op z’n zachtst gezegd in een grijze zone. In sommige gevallen is er zelf een duidelijke schending van het Europees recht.
Er zijn heel wat concrete problemen: denk maar aan de torenhoge transfersommen, die het vrij verkeer van werknemers belemmeren. Of aan de laakbare constructies rond minderjarige voetballers, die nog geen arbeidsovereenkomst mogen aangaan. Clubs sluiten vaak contracten af met de ouders om de spelertjes toch aan zich te binden.”

Dat is inderdaad opvallend. Is daar een verklaring voor?

“Veel heeft te maken met feit dat voetballers niet alleen een sportieve, maar ook een financiële waarde hebben. De transfermarkt zorgt ervoor dat clubs boven hun stand gaan leven, wat aanleiding kan geven tot uitwassen.

Transfers zijn risicovolle transacties. Want wat is de marktwaarde van een speler? Dat blijft in belangrijke mate een arbitrair gegeven, wat de deur openzet voor witwassen en fraude. De voetbalsector prijkt zelfs op de lijst van fraudegevoelige sectoren van de Europese Commissie. Met reden: vandaag loopt er bijvoorbeeld een onderzoek naar Italiaanse clubs. Zij zouden bewust de waarde van spelers verkeerd hebben getaxeerd, ten voordele van hun boekhouding. Maar ook in België liep het in het verleden al vaker fout, zoals de zaak Propere Handen (een onderzoek naar witwaspraktijken bij makelaars en eersteklasseclubs, nvdr) bewijst.”

Jarne, jij schreef als journalistiekstudent je scriptie over racismebestrijding in het voetbal.

Jarne: “Mijn bachelorproef ging over racistische spreekkoren in de eerste klasse van het Belgische voetbal. Daarbij onderzocht ik hoe de nationale en internationale voetbalbonden, de voetbalclubs en de scheidsrechters optreden tegen racisme.”

De sleutel tot verandering ligt volgens jou bij de clubs?

“Klopt, want zij staan het dichtst bij hun supporters. Zij moeten hen aanspreken op racistische uitlatingen, duidelijk maken dat dit niet past bij de waarden van de club en dat er geen plaats voor is binnen hun community. Wanneer deze sensibilisering van een hogere instantie komt, blijkt dat toch een stuk minder effectief.

Maar sensibilisering alleen is niet voldoende. Ook bestraffing is nodig wanneer supporters over de schreef gaan. Denk aan geldboetes en stadionverboden, maar ook aan alternatieve straffen. Zo legde KV Kortrijk een supporter een werkstraf op en liet hem meedraaien in een vluchtelingencentrum, wat zo’n dader tot inkeer kan helpen komen.”

Met jullie scriptie hoopten jullie het debat aan te wakkeren en zaken te helpen veranderen. Hebben jullie het gevoel dat er iets is veranderd sinds jullie thesis?

jarne

Jarne: “Ja, die indruk heb ik wel. In België zijn er de voorbije twee jaar weinig racistische incidenten geweest. En wanneer die er wel waren, kregen supporters zware straffen opgelegd, zoals een stadionverbod. De Belgische voetbalbond ging bovendien een samenwerking aan met Kazerne Dossin (centrum over de Holocaust en mensenrechten, nvdr). Clubs kunnen discriminerende fans naar daar sturen om hen een vorming te laten volgen.

De voetbalbonden voerden ook een actieplan in tegen racisme en discriminatie, met onder meer de aanstelling van een inclusiemanager. En in de lagere reeksen kwam er een meldpunt voor discriminatie. Zo moet een scheidsrechter een racistisch incident voortaan altijd vermelden in zijn verslag. Maar ook spelers of toeschouwers kunnen hier bij het meldpunt melding van maken, waarna dit verder wordt uitgespit. Het is één van de oplossingen die ik naar voren schoof in mijn thesis, nadat één van mijn interviewees, voormalig profvoetballer Paul Beloy, dit had aangekaart.

Ook op het vlak van sensibilisering gebeurde er wel wat. Zo had je recent ‘FC United’, een aangrijpende docureeks over racisme in het voetbal. En onder impuls van Black Lives Matter gingen heel wat voetballers, zoals Lukaku, voor de wedstrijd knielen. Een krachtig signaal tegen racisme, dat onder meer in Hongarije helaas werd ontsierd door boegeroep en fluitconcerten van de thuisfans. Het toont aan dat er toch nog een lange weg af te leggen is, al is er in België duidelijk vooruitgang geboekt.”

Niels: “Jarne, wat mij al lang verbaast, is dat clubs worden gestraft voor het wangedrag van hun fans, terwijl de club er in se weinig aan kan doen. Zou het niet beter zijn om de werkelijke daders te identificeren en te bestraffen?”

Jarne: “Daar ben ik het mee eens. De laatste jaren wordt ook meer dé echte schuldigen gezocht en bestraft. Wel denk ik dat het bestraffen van de clubs geholpen heeft om hen aan te sporen om zelf actief op zoek te gaan naar daders binnen hun supportersgroepen. Het identificeren van daders verloopt nu ook vlotter, doordat er meer camera’s staan in stadions en er ook match delegates in de tribunes zitten tijdens de wedstrijd die wangedrag kunnen opmerken en signaleren.”

Niels: “Dat zijn goede evoluties. Wat het internationale transfersysteem betreft, zie ik weinig verandering. Er zijn wel mensen met goede initiatieven, maar de weerstand bij een belangrijk deel van de sector is nog te groot. Grote veranderingen vragen nu eenmaal geduld, zeker als die ingaan tegen de belangen van de gevestigde orde.”

Laat ons even teruggaan in de tijd, naar jullie overwinning bij de Vlaamse Scriptieprijs. Hoe hebben jullie het winnen van de prijs beleefd?

Jarne: “Dat was een hele zotte en leuke avond, waarover ik helaas niet alle details kan prijsgeven (lacht). Wat ik me nog herinner is dat een journalist van De Morgen mij opbelde toen ik op weg was naar de uitreiking. Op het einde van het gesprek feliciteerde hij me met m’n overwinning. Toen hij merkte dat ik compleet uit de lucht viel, daagde het hem dat ik zelf nog niet op de hoogte was. Hij diepte dan plots een excuus op -dat hij het persbericht over de genomineerden verkeerd had gelezen- waardoor ik niet meer wist wat ik nu moest geloven. Ik werd er alleen maar zenuwachtiger door (lacht). Toen ik later die dag op het podium uiteindelijk toch tot winnaar werd uitgeroepen, kon ik van blijdschap én stress geen woord meer uitbrengen aan de microfoon van presentatrice Roos Van Acker. Daags nadien stond mijn telefoon roodgloeiend door de vele felicitaties van familie en vrienden, maar ook heel wat journalisten belden me op. Zelfs vandaag, twee jaar na datum, word ik soms nog op de Scriptieprijs aangesproken.”

Niels: “Ook dat is voor mij zeer herkenbaar (lacht). Wat mij vooral opviel: mijn scriptie was op het moment dat ik de prijs won al meer dan een half jaar oud. Het is niet dat het werk door die wedstrijd te winnen veranderde – het was in dat half jaar niet beter geworden of zo. Maar opeens kreeg mijn scriptie impact. Mijn overwinning werd opgepikt door Het Journaal en ik werd onder meer geïnterviewd door Sporza, waardoor mijn thesis plots belangrijker werd. Het deed me het belang van wetenschapscommunicatie inzien. De wedstrijd zorgde echt voor een hefboomeffect.”

Heb je het gevoel dat de overwinning jou hielp bij de start van je carrière?

Niels: “Ja, voor mij kwam de wedstrijd op een zeer goed moment. De overwinning heeft veel deuren voor mij geopend. Zonder de Scriptieprijs had ik nooit de kans gekregen om op zo’n korte termijn met sportrecht bezig te zijn als job – het hielp me om als sportjurist aangeworven te worden. De prijs zorgde voor een stevige duw in de rug en maakte dat ik kansen kreeg die ik anders niet zou krijgen.”

Jarne: “Dat geldt ook voor mij. Ik was op het moment van mijn overwinning al zeker van een job bij Sporza, maar de prijs gaf mij wel meer aanzien toen ik bij VRT op de sportredactie binnenwandelde. Het maakte dat ik niet gezien werd als de zoveelste jonge gast, als iemand die maar een paar maanden zou meedraaien. Zo herinner ik me dat ik op m’n eerste dag door Olivier De Wilde, een Sporza-redacteur die m’n thesis dankzij de Scriptieprijs had gelezen, werd aangesproken op mijn overwinning. Hij stelde me ook voor aan de collega’s: “Jarne hier heeft de Scriptieprijs gewonnen – we hebben er een goeie binnengehaald” (lacht). Los daarvan gaf de Scriptieprijs me veel zelfvertrouwen, waardoor ik mij als beginneling toch meteen durfde te profileren op de redactie.

Het is inderdaad niet bij die paar maanden gebleven, Jarne. Zo werk jij vandaag nog steeds bij Sporza.

Jarne: “Ja – ik ben er nog steeds op freelancebasis aan de slag. Daarnaast ben ik momenteel een studie ‘Toegepaste gezondheidswetenschappen’ aan het afronden. Omdat media niet de makkelijkste sector is, wilde ik altijd al een tweede diploma behalen. Noem het gerust een veiligheidsnet. Maar intussen heb ik wel beseft dat ik vol voor de sportjournalistiek wil gaan. Na het behalen van mijn dat diploma in januari, ga ik ook bij andere media, zoals Focus WTV, freelancen.

En jij, Niels?

Niels: “Ik werk intussen vier jaar als advocaat bij ALTIUS. Binnen dit advocatenkantoor was er altijd al een sportdepartement, maar sinds de laatste twee jaar bundelen we onze kennis en expertise met het fiscaal advocatenkantoor Tiberghien in het netwerk ‘ATFIELD’. Dat kan je zien als een soort van juridisch sportloket voor alle actoren in de sector, waarbij we zowel sporters, als sportclubs adviseren.”

Het valt ons op dat jij steeds vaker opduikt in de pers om duiding te geven bij juridische kwesties in het voetbal. Zo wist De Tijd jou te vinden toen ze naar aanleiding van Messi’s transfer naar PSG meer wilden weten over de Financial Fairplay in het voetbal. Of hing Het Laatste Nieuws aan de lijn om te horen welke eventuele juridische sancties de 3x3 Lions riskeren na hun mogelijke fraude om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen.

Niels: “Ja, journalisten weten mij sinds de Scriptieprijs inderdaad vlot te vinden. Ik moet wel bekennen dat er weinig experten zijn met die specialisatie, wat uiteraard helpt (lacht). In ons kantoor zijn we met zo’n zestal juristen die enkel met sport bezig zijn, waardoor wij nogal vaak worden gecontacteerd.”

Jarne: “Voor ons journalisten is het ook wel dankbaar om een expert te kennen die iets complex zeer helder kan toelichten. Dan kloppen we daar graag opnieuw bij aan als we duiding willen.”

Niels: “Dat merk ik (lacht). Al kunnen we niet ingaan op alle vragen van de pers. Wij staan bijvoorbeeld ook sportclubs bij, waarbij het in die dossiers niet mogelijk is om zonder instemming van een cliënt te antwoorden op persvragen. Ik ben daar altijd heel transparant over naar journalisten – ik geef aan waar ik wel en waar ik niet over kan praten.”

Laatste vraag: welk onderwerp zouden jullie tackelen, mochten jullie vandaag opnieuw een scriptie schrijven?

Jarne: “Ik denk dat ik vandaag onderzoek zou doen naar de opflakkering van supportersincidenten. Want hoewel racisme in onze competitie minder vaak opduikt, lijken hooliganisme, opstootjes en ander wangedrag terug van weggeweest. (Daags voor het interview gooide een Beerschot-supporter een vuurpijl in het vak van Antwerp-supporters en bestormden in Luik fans van Standard het veld, nvdr).

Sowieso zou ik opnieuw over voetbal schrijven. Dat is echt een passie, maar ik heb wel steeds interesse in wat er zoal fout loopt en hoe we de sport kunnen verbeteren om er als liefhebber nog meer van te genieten.”

Niels: “Ik krijg van studenten van de VUB en van VIVES Hogeschool, waar ik gastlessen geef, wel vaker de vraag naar mogelijke thesisonderwerpen. Ik antwoord daar steeds hetzelfde op. Zoek iets dat jou zelf sterk interesseert. Hou 1 à 2 maanden intensief de pers in de gaten: zo kom je actuele onderwerpen op het spoor. Denk dan na over hoe je die op een nieuwe manier, frisse manier kan benaderen.

Zelf zou ik mijn onderzoekspijlen bijvoorbeeld richten op de Super League, de poging van Europa’s grootste clubs om, achter de rug van de Europese voetbalbond, hun eigen winstgevende competitie te starten. Dat plan ging opnieuw de koelkast in, na het grote supportersprotest bij de aankondiging, maar je kan er gif op innemen dat we hier het laatste nog niet van hebben gehoord.

Je ziet, ik kom als sportjurist vaak bij sportonderwerpen terecht (lacht). Maar er zijn natuurlijk veel onderwerpen die een veel grotere maatschappelijke relevantie kennen. Voetbal is uiteindelijk maar een bijzaak of voor veel mensen zelf een non-issue. De relativiteit van de sport, daar ben ik me wel bewust van, ook al hebben we net een uur bijna onafgebroken over voetbal gepraat (lacht).”

Lees meer over de scriptie van Niels Verborgh: scriptiebank.be/transfersysteemvoetbal

Lees meer over de scriptie van Jarne Pollie: https://scriptiebank.be/scriptieracisme