"Onderwijsmethode op de muziekschool is té klassiek"

Scriptie

muziekschool

Master in de onderwijskunde Adriaan Vervoort (VUB) gaf zelf jarenlang les in de muziekschool, maar merkte dat hij niet voorbereid was op die taak. Zijn ervaring werd een inspiratie voor zijn masterproef, waarin hij veertien leerkrachten aan het woord laat die het anders willen doen.


Veel muzikanten volgen na hun conservatoriumopleiding een specifieke lerarenopleiding die hen voorbereidt op het lesgeven in het deeltijds kunstonderwijs (DKO). Maar, zo stellen innovatieve en leerlinggerichte leerkrachten uit het DKO, die lerarenopleiding is onvoldoende afgesteld op de hedendaagse noden van de leerling en bereidt onvoldoende voor op wat een muziekleerkracht echt nodig heeft om goed les te geven.

“Het was een verloren jaar”, zo stelt een respondent tijdens het interview. Van wat hij meekreeg uit de lerarenopleiding past hij nauwelijks nog iets toe. Gedurende zijn tien jaar ervaring als gitaarleerkracht in het DKO veranderde zijn aanpak van lesgeven volledig. Vanuit een kritische en onderzoekende houding ging hij op zoek naar de beste manier om zijn leerlingen te onderwijzen en ondersteunen in hun leerproces. Die zoektocht blijft altijd aanwezig, maar heeft voorlopig al heel wat nieuwe inzichten opgeleverd die hij graag deelt met zijn collega’s. En wat blijkt, hij is niet alleen.

Verschillen in lesgeven

Ruw genomen zou je kunnen stellen dat er twee manieren van lesgeven zijn. Bij de ene ben je als leerkracht overtuigd van je leerplan. Je biedt elke leerling hetzelfde boek, dezelfde methode, en hebt dezelfde verwachting die als standaard dient voor evaluatie. Zo komt na oefening drie altijd oefening vier, leren we allemaal een prelude van Bach spelen, en vervelende vragen houdt de leerling best voor zichzelf. Deze manier van lesgeven is duidelijk, je kunt het vlot voorbereiden, en eenmaal je plan klaar is moet je het alleen nog uitvoeren. Werkt het niet voor een leerling? Jammer. Dat is dan maar zo.

Na les 3 komt les 4 en iedereen speelt een prelude van Bach: is het niet beter om te kijken wat een leerling nodig heeft?

Bij de andere manier van lesgeven is het leerplan minder duidelijk. Want, voor we het leerplan invullen kijken we best eerst naar wie de leerling is. Hoe leert de leerling? Wat wil de leerling leren? Welke kennis heeft deze leerling al en hoe kunnen we hierop voortbouwen? De nadruk ligt hier duidelijk bij de leerling, die op zijn beurt ook inspraak heeft op wat en hoe er wordt geleerd. Hierdoor is het voor de leerkracht veel minder duidelijk wat er nodig is om de les vorm te geven en wordt er heel wat flexibiliteit verwacht. Het vraagt soms jaren van ervaring voordat het allemaal een beetje op zijn plaats begint te vallen.

Je voelt vast al aan welke van deze twee manieren het best gaat werken voor de leerling… Hoe komt het dan dat muziekleerkrachten hier weinig tot niets over meekrijgen in hun opleiding?

Vanuit de onderwijspsychologie en educatieve wetenschappen klinkt al enkele decennia dat we onze manier van lesgeven best anders aanpakken. Meer leerlinggericht. Gedacht en ontworpen vanuit hoe de leerling leert en niet vanuit wat we vinden dat leerlingen moeten leren. Want uiteindelijk, elk kind is anders en heeft wat anders nodig. Er is groeiende wetenschappelijke evidentie voor leermethodes die aansluiten bij deze visie, maar blijkbaar stroomt de kennis maar moeizaam door naar de praktijk.

We hebben het dan over methodes zoals het geven van waardevolle feedback waardoor de leerling tot beter inzicht komt, of het doseren van informatie en opbreken van vaardigheden zodat de lesinhoud behapbaar kan worden aangeboden. Het gaat ook over het begrijpen van de leerling, wat de leerling nodig heeft, het verschil maken tussen leerlingen, maar ook hoe motivatie om te leren vanuit de leerling zelf ontstaat. Uiteindelijk willen we ook dat de leerling zelfstandig gaat leren en niet steeds met het handje moet worden vastgehouden. Hiervoor bestaan didactische vaardigheden waarmee de leerkracht de leerling optimaal kan begeleiden.

Het DKO is de ideale plaats om leerlinggericht te werken! Het is geen leerplichtonderwijs, de meeste leerlingen zijn daar omdat ze er willen zijn; er wordt lesgegeven in kleine groepjes, soms zelfs individueel; en als leerling blijf je vaak meerdere jaren bij dezelfde leerkracht waardoor ze je echt leren kennen. Toch blijken de veertien innovatieve leerkrachten waarmee werd gesproken in de minderheid te zijn en voelen ze zich vaak alleen. Ze hebben bovendien hun visie, en bijgaande kennis en vaardigheden, autonoom ontwikkeld. Met andere woorden, ze zijn uit eigen beweging op zoek gegaan naar antwoorden op hun vragen en kregen hiervoor weinig tot geen ondersteuning vanuit hun omgeving.

Innovatieve leerkrachten in het DKO blijken in de minderheid te zijn en ze voelen zich vaak alleen

Waarom ze anders zijn gaan lesgeven is voor elke respondent anders, maar komt vaak op hetzelfde neer. Namelijk, een diepe overtuiging dat elke leerling kan bijleren en iets waardevol kan meekrijgen uit de muziekles. Elk op zijn of haar tempo en niveau. Dit houdt voornamelijk in dat men inziet dat vasthouden aan een smal en rigide leerplan of het hanteren van strakke verwachtingen voor veel leerlingen niet werkt. Hierdoor vallen teveel leerlingen onnodig uit de boot.

Nadenken over lesgeven

Ook bij jonge startende leerkrachten ziet men hetzelfde probleem. Men begint vaak met lesgeven zoals men zelf heeft les gehad. Desnoods valt men terug op een lesboek of aanwijzingen uit het leerplan. Zo wordt het vaak ook aangeleerd in de lerarenopleiding, door lesvoorbereidingen te schrijven en planmatig te werk te gaan. Dit lijkt op de eerste plaats duidelijkheid en zekerheid te bieden, maar op lange termijn loopt men al snel vast. Omdat men alleen heeft geleerd een plannetje te volgen is men niet in staat de noden van de leerling te zien of daar rekening mee te houden. Dus, dat moet anders, alzo de algehele toon onder de respondenten.

Dat kan alleen maar door anders te gaan nadenken over lesgeven, over wat de rol van de leerkracht is, en hoe de leerling het beste leert. Een verandering in de mindset, zeg maar. En om die verandering in gang te zetten wordt op de eerste plaats gekeken naar de verantwoordelijkheid van de lerarenopleidingen. Het is daar waar men de mindset vormt, en het is daar dat men de nodige openheid en flexibiliteit in gang kan zetten om de leerkracht voor te bereiden op de hedendaagse uitdagingen van het lesgeven.

Promotor: prof. dr. Tom Vanwing

Lees de scriptie


 


Dit artikel verscheen in de wintereditie van de Vlaamse ScriptieKrant

 

Share this on: