Jaarlijks volgen zo’n 3.000 gedetineerden een opleiding binnen de Vlaamse en Brusselse gevangenissen. Onderwijs biedt hen de mogelijkheid hun tijd in hechtenis op een zinvolle manier in te vullen en zo hun kansen op tewerkstelling en reïntegratie in de samenleving bij vrijlating te bevorderen.
In Vlaanderen en Brussel is ruim de helft van de 11.700 gedetineerden laaggeschoold. Maar liefst 53% kan als hoogste diploma enkel een getuigschrift lager secundair onderwijs voorleggen, wat bij veel gedetineerden het gevolg is van een woelig schoolparcours gekenmerkt door spijbelgedrag op jonge leeftijd en een vroege uitval door schoolmoeheid. Dit vormt een belangrijke reden waarom de Vlaamse Gemeenschap werk maakt van het aanbieden van onderwijs aan gevangenen.
Reïntegratie
Gedetineerden kunnen binnen de muren van hun instelling erkende opleidingen volgen of zich zelfstandig bijscholen via het systeem van afstandsonderwijs. Op die manier kan een gedetineerde alsnog een diploma secundair onderwijs behalen. Ook hogere studies zijn mogelijk. De Open Universiteit, een erkende Nederlandse instelling voor hoger onderwijs, biedt gedetineerden bachelor- en masteropleidingen op afstand aan. Wanneer een gedetineerde vrijkomt, is het van belang dat de reïntegratie in de maatschappij goed verloopt zodat hij of zij niet hervalt. Onderwijs speelt hierin een sleutelrol. Studies tonen aan dat het onderwijsniveau en tewerkstelling de voornaamste voorspellers zijn van recidive, waarbij blijkt dat wie laaggeschoold en/of werkloos is meer kans heeft om te recidiveren.
Zinvol tijdverdrijf
In haar masterproef ‘Opleiding- en Onderwijswetenschappen’ aan de Universiteit Antwerpen peilde An Pijnaerts bij 249 gedetineerden naar hun motieven om al dan niet onderwijs in de gevangenis te volgen. Niet zozeer de persoonskenmerken van gedetineerden blijken daarbij een rol te spelen, maar wel de strafmaat, het detentiestatuut en de duur van het gevangenisverblijf. Gedetineerden die onderwijs volgen doen dat vooral om meer kans te maken op een betere job na hun vrijlating. Daarnaast zijn ook het behalen van een diploma en het beter functioneren in de samenleving na de vrijlating belangrijke motieven. Studeren maakt ook de tijd die gedetineerden in de gevangenis moeten doorbrengen draaglijker. Ze beschouwen onderwijs als een zinvol tijdverdrijf dat hen in staat stelt om iets bij te leren. Wie geen onderwijs volgt, geeft als voornaamste reden dat hij/zij het verblijf in de gevangenis liever doorbrengt met werken dan met studeren.
Indien onderwijs binnen detentie ervoor zorgt dat gedetineerden na vrijlating minder nieuwe feiten plegen, levert dit een enorme maatschappelijke winst op, stelt Pijnaerts. Ze pleit er dan ook voor dat er bij de uitbouw van een onderwijsaanbod bijzondere aandacht uitgaat naar beroepsgerichte en maatschappijgeoriënteerde opleidingen voor laaggeschoolde gedetineerden.
Dit artikel verscheen in Metro en op knack.be. De scriptie van An Pijnaerts verscheen ook als artikel in het Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid (T.O.R.B.).