Addink, A., Boendermaker, L., van der Steege, M., & van Yperen, T. (2010). Algemeen en specifiek werkzame factoren in de jeugdzorg. Stand van de discussie. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.
Asscher, J., Creemers, H., Dijkstra, S., & Stams, J. (2014). De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: Een systematische review en meta-anaylse van de uitkomsten van studies naar de effectiviteit van familienetwerkberaden. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, Forensische Orthopedagogiek.
Barnsdale, L., & Walker, M. (2007). Examing the use and impact of family group conferencing. Edinbrugh: Social work research centre.
Bartelink, C. (2010). Signs of safety. Nederlands Jeugd instituut.
Bartelink, C. (2012). Wat werkt bij het versterken van het sociale netwerk van gezinnen? Nederlands Jeugd instituut.
Barth, R., Guo, S., & Weigensberg, E. (2009). Family group decision making: A propensity score analysis to evaluate child and family services at baseline and after 36-months. Children and youth services review, (31), 383-390.
Baumann, D., Boudreau, B., Breidenbach, R., Johnson, L. E., Lambert, M. C., & Wang, E. W. (2012). Expediting permanent placement from foster care systems: The role of family group decision-making. Children and youth services review, 34(4), 845-850.
Baumann, D., Fong, R., James, J., Rodriquez, C., Sheets, J., Tecci, M., & Wittenstrom, K. (2009). Evidence-based practice in family group decision-making for Anglo, African American and Hispanic families. Children and youth services review, 1187-1191.
Berzin, S., & Crea, T. (2009). Family involvement in child welfare decision-making: strategies and research on inclusive practices. Journal of public child welfare, (3), 305-327.
Berzin, S., Cohen, E., Thomas, K., & Dawson, W. (2008). Does family group decision making affect child welfare outcomes? Finding from a randomized control study. Child Welfare, 87 (4), 35-54.
Bijl, B., Gramberg, P., Slot, W., van Beek, F., & Wijnen-Lunenburg, P. (2008). De familie aan zet. De uitkomsten van Eigen Kracht-conferenties in de jeugdbescherming met betrekking tot veiligheid, sociale cohesie en regie. Duivendrecht: PI Research.
Billiet, J., & Waege, H. (2008). Een samenleving onderzocht: methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Antwerpen: De Boeck.
Boel-Studt, S., & Landsman, M. (2011). Fostering families' and children's rights to family connections. Child welfare, 90(4), 19-40.
Broekaert, E., Vanderplasschen, W., & Vindevogel, S. (2009). Het meten van effectiviteit en efficiëntie in de integrale jeugdhulp: droom of nachtmerrie? Handboek integrale jeugdhulp, (5), 1-15.
Burford, G., & Pennell, J. (2000). Family group decision making: Protecting children and women. Child welfare, 79(2), 131-158.
Burford, G., Merkel-Holguin, L., & Nixon, P. (2003). Learning with families: A synopsis of FGDM research and evaluation in child welfare. Protecting Children, 18(1-2), 2-11.
Crow, G., & Marsh, P. (1998). Family group conferences in child welfare. Oxford: Blackwell Science.
De Koster, K., De Man, L., De Vos, K., Kerger, D., & Roose, R. (2013). Integrale jeugdhulp vanuit een duurzaamheidsperspectief. In K. De Koster, L. De Man, K. De Vos, D. Kerger, & R. Roose, Handboek integrale jeugdhulp. Brussel: Politeia.
De Meyer, R., Janssen, J., & Veerman, J. (2004). Handleiding Beoordelingsschaal Tevredenheid en Effect (BESTE). Nijmegem: Praktikon BV.
Departement Welzijn, V. e. (z.j.). Integrale Jeugdhulp. De krachtlijnen van een nieuw decreet.
Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. (2013). De kracht van het engagement. De vermaatschappelijking van de zorg in dagelijkse praktijk. Brussel: Moens, L.
Driessens, K., & Melis, B. (2012). Een vergelijking tussen methoden van krachtgericht werken, ingezet in de Integrale Jeugdhulp. Antwerpen: Karel de Grote Hogeschool.
Duyvendak, J. (2004). Een eensgezinde, vooruitstrevende natie. Over de mythe van ‘de’ individualisering en de toekomst van de sociologie. Amsterdam: Vossiuspers UVA.
Gray, M. P. (2009). Evidence-based social work: A critical stance. Routledge.
Hermans, K. (2014). Methodiekontwikkeling, evaluatieonderzoek en de body of knowledge van het sociaal werk. Journal of Social Intervention: Theory and Practice, 23 (1), 33-52.
Koops, H., & Kwekkeboom, M. (2005). Vermaatschappelijking in de zorg. Ervaringen en verwachtingen van aanbieders en gebruikers in vijf gemeenten. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Kruijswijk, W., van der Veen, M., Brink, C., Calis, W., van der Maat, J., & Redeker, I. (2014). Aan de slag met sociale netwerken. Movisie, Vilans, Actiz.
Lambert, M. (1992). Psychotherapy outcome research: Implications for integrative and eclectic therapists. In N. J.C, & G. M.R., Handbook of psychotherapy integration, (pp. 94-129). New York: Wiley.
Leathers, J., & T.C., S. (2013). Increasing acces to evidence-based practice and knowledge and attitudes: A pilot study. Research on social work practice, 23 (6), 669-679.
Lupton, C., & Nixon, P. (1999). Empowering Practice?: A Critical Appraisal of the FGC approach. Bristol: Policy Press.
Munro, E. (2008). Effective Child Protection. London: Sage.
Munro, E. (2010). The Munro review of child protection interim report: The child's journey.
Nederlands Jeugd instituut. (2007). Cliënten-toets (C-toets).
Nederlands Jeugd instituut. (2009). Exitvragenlijst Jeugdzorg.
Nederlands Jeugd instituut. (2015, december 8). Cliëntgericht handelen. Geraadpleegd via http://www.nji.nl/Clintgericht-handelen
Onrust, S., & Romijn, G. (2013). Eigen Kracht in de keten van de jeugd-lvb. Utrecht: Trimbos.
Rauktis, M., Bishop-Fitzpatrick, L., Jung, N., & Pennell, J. (2013). Family group decision making: Measuring fidelity to practice principles in public child welfare. Children and youth services review, 287-295.
Roose, H., & Meuleman, B. (2014). Methodologie van de sociale wetenschappen: een inleiding. Gent: Academia Press.
Steens, R. (2015). Intensieve pedagogische thuisbegeleiding in beeld: een praktijkgestuurd onderzoek en de opbouw van een empowerende academische werkplaats. Leuven: KULeuven.
Sundell, K., & Vinnerljung, B. (2004). Outcomes of family group conferencing in Sweden: A 3-year follow-up. Child abuse & neglect, 28(3), 267-287. .
Van Den Heuvel, B. (2014). Over de kwetsbaarheid van 'vermaatschappelijking van de zorg'. De Gids op Maatschappelijk Gebied, 11-16.
Van Regenmortel, T. (2008). Empowerment in de zorg. Krachten en kwetsbaarheden. Welzijnsgids-methodiek, (67), 111-134.
Van Regenmortel, T. (2009). Empowerment als uitdagend kader voor sociale inclusie en moderne zorg. Journal of social intervention: Theory and Practice, 22-42.
van Weeghel, J. (2000). Persoonlijke netwerken en maatschappelijke steunsystemen. In C. Van Audenhove, S. Opdebeeck, & F. Lammertyn, De informele zorg en haar randvoorwaarden (pp. 91-31). Leuven: Acco.
Vandeurzen, J. (2014). Beleidsnota 2014-2019. Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Brussel: Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Vandeurzen, J. (2015, juni). Reactie vermaatschappelijking jeugdhulp door Vlaams minster Jo Vandeurzen. . Symposium vermaatschappelijking van jeugdhulp. Brussel: Kinderrechtencommissariaat.
Vzw Sporen (2015, december 8). De afdelingen van Sporen. Geraadpleegd via http://www.sporen.be/werkvormen/index.html
Wang, E. W., Lambert, M. C., Johnson, L. E., Boudreau, B., Breidenbach, R., & Baumann, D. (2012). Expediting permanent placement from foster care systems: The role of family group decision-making. Children and Youth Services Review, 34(4), 845-850.
Yperen, T. A. (2010). 55 vragen over effectiviteit: antwoorden voor de jeugdzorg. Nederlands Jeugdinstituut.