In Fifty Shades of Grey neemt Christian Grey je mee naar zijn ‘speelkamer’. Daar staat hij klaar om je kennis te laten maken met zijn duistere seksuele fantasieën… tot de politie hem in de handboeien slaat. In België dan. Want BDSM is volgens de Belgische wet nog strafbaar. Louise Ippel (UGent) doet in haar scriptie enkele voorstellen om BDSM uit de illegaliteit te halen.
BDSM staat voor Bondage, Discipline/Dominance (dominantie), Submission (onderwerping), Sadism and Masochism. Door boeken als Fifty Shades of Grey werd het fenomeen populair. De leren pakjes, vastgebonden handen en zweepslagen zijn er niet meer van weg te denken, maar toch staat BDSM voor iets breder dan een louter seksueel verschijnsel.
EEN INTRO TOT BDSM
BDSM kan zowel thuis als in een BDSM-huis, een échte ‘business’ met professionele Meesters en Meesteressen. Om van BDSM te spreken moeten enkele kernelementen aanwezig zijn: een dominant-submissieve relatie, het geven en ontvangen van ‘plezierige’ pijn, het beleven van een fantasie door het inleven in een bepaalde rol, een vorm van vernedering, en… wederzijdse toestemming. Vooral dat laatste is bepalend. Deze vorm van seksuele expressie landt namelijk in een grijze zone van de verouderde Belgische strafwet.
IN HET VERDOMHOEKJE
Artikel 398 van de Belgische strafwet stelt dat alle opzettelijke slagen of verwondingen strafbaar zijn. Dat het dus met wederzijdse toestemming tijdens de seks gebeurt, maakt voor de strafwet niet uit. De Europese wetten zijn daar wat meer flexibel in. Zo ziet Artikel 8 uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) het recht op vrije seksualiteitsbeleving in een heel ruime zin. “BDSM mag dan niet altijd een seksuele component hebben, maar het zou hier wel nog onder kunnen vallen.” Een specifieke wetgeving over BDSM bestaat op dit moment niet. “In de bestaande strafwet zomaar een clausule toevoegen die naar de intentie kijkt, gaat niet. Als je iemand een duw geeft en die persoon loopt erge verwondingen op, dan zou er binnen die wet discussie kunnen ontstaan over de intentie van de daad en dat is natuurlijk niet de bedoeling. De strafwet is heel algemeen opgesteld om zo breed mogelijk toegepast kunnen worden. Voor BDSM is dat een probleem.”
STRAFBAAR ZONDER STOPWOORDEN
Ippel tracht met haar masterproef een tegenantwoord te formuleren. Ze heeft een paar voorstellen om ervoor te zorgen dat BDSM’ers niet langer het gevaar lopen in de boeien te worden geslagen. Haar eerste voorstel is het creëren van een specifieke wetgeving die BDSM zou toelaten, zolang er voldaan wordt aan een paar voorwaarden: wederzijdse toestemming, duidelijke gemaakte afspraken over de activiteit én stopwoorden. Helemaal onfeilbaar is die oplossing niet. Een wetgever zal altijd een eigen interpretatie kunnen geven aan zo’n wetgeving.
Een ander voorstel is een wettelijk voorschrift opstellen. Met een wettelijk voorschrift ziet de wet de dader van een misdrijf als gerechtigd om die daden te stellen. Denk bijvoorbeeld aan euthanasie. Maar bij zo’n voorschrift moet je een volledige lijst doorgeven van alle handelingen die aanvaardbaar zijn en het blijft moeilijk om die in het geval van BDSM allemaal op te sommen.
Misschien kan een nieuwe verschoningsgrond gemaakt worden. Dat zou niks veranderen aan de schuld van de dader of aan het misdrijf, maar zorgt er wel voor dat de dader niet bestraft wordt of strafvermindering krijgt. Maar Ippel vreest dat er ook bij deze oplossing wat wringt: “Door rechtspraak uit het verleden die extreem buitensporige handelingen niet toelaten, kunnen extremere BDSM-handelingen, zoals het dichtnaaien van geslachtsorganen of brandmerken, toch bestraft worden.”
HET CONTRACT
Dan maar geen juridische oplossing? “Er zou kunnen gewerkt worden met een zelfreguleringssysteem”, oppert Ippel. Met zo’n systeem stellen BDSM-beoefenaars contracten op en kennen ze kwaliteitslabels en licenties toe. “Maar BDSM’ers die hun activiteiten thuis uitoefenen zullen zichzelf geen labels uitreiken.” Dat is dus vooral een oplossing voor BDSM-huizen. “Mijn eigen voorkeur gaat naar het contractenrecht. Als de overheid een algemeen kader uiteenzet binnen het contractenrecht, dan kunnen BDSM’ers zelf binnen dat kader hun wensen en verlangens in een contract of overeenkomst gieten. Zolang er bepaalde regels in staan, zoals het respecteren van stopwoorden, grenzen en wederzijdse instemming, zal er met zo’n contract maar een minimale inmenging van de overheid zijn. Dat biedt dus meer opties voor mensen in de privésfeer.” Hoewel BDSM’ers, net zoals in Fifty Shades of Grey, vaak al gebruik maken van dergelijke contracten, hebben die op dit moment nog geen juridische waarde.
ACHTER GESLOTEN DEUREN
Ondanks haar voorstellen denkt Ippel niet dat de veranderingen er snel zullen komen. “Zolang de maatschappij niet meer openstaat voor BDSM, zal er in het juridisch landschap ook weinig veranderen.” Nochtans experimenteerde de helft van de Vlamingen al met BDSM volgens onderzoek van de Universiteit Antwerpen en het Universitair Forensisch Centrum. “Er zijn bepaalde onderwerpen die mensen niet zomaar bespreken aan de keukentafel. Alles wat met seks te maken heeft, bijvoorbeeld. Bovendien zijn grenzen voor iedereen anders. Wat voor jou oké is, is misschien niet oké voor een ander. Het blijft een onderwerp dat voor polemiek kan zorgen.” Een échte oplossing blijft momenteel dus uit en zo blijft Christian Grey ook nog even –ditmaal tegen zijn wil– in de handboeien.
Louise Ippel behaalde een master in de Rechten aan de UGent.
Promotor: Prof. dr. Gert Vermeulen
Haar artikel verscheen in Metro. Ze was ook te horen op Nieuwe Feiten op Radio 1.
Herbeluister hier het fragment
Lees haar volledige scriptie