BIEDT HET VRIJWILLIGERSWERK MEER KANSEN OP DE ARBEIDSMARKT?

Karel De Grote Hogeschool
2016
Aspet
Khachatryan
In mijn scriptie wordt voornamelijk nagegaan op welke wijze vrijwilligerswerk kan hoog opgeleide anderstaligen helpen om een betere aansluiting te vinden met de arbeidsmarkt. Het is een combinatie van theoretische en praktijkgerichte/evaluerende studie in het kader van 3de jaars stage binnen het Servicepunt Vrijwilligerswerk.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

De waarde van interculturele communicatieve competenties bij de hulpverlening aan cliënten met ASS

Arteveldehogeschool Gent
2016
Karen
Vanherck
We maken de denkoefening om Autismespectrumstoornis (ASS) als een aparte cultuur te benaderen. Kunnen hulpverleners dan hun interculturele communicatieve competenties inzetten om de communicatie met hun cliënt met ASS te verbeteren?
Meer lezen

Mama, puedes ayudarme con mis tareas? Kan de organisatie Añañau Peruviaanse ouders meer mogelijkheden bieden om de (onderwijs)ontwikkeling van hun kinderen te ondersteunen via sociaal-culturele interventies?

Hogeschool Gent
2016
Hanne
Maenhout
Binnen de organisatie Añañau, een onderwijsproject in Cusco, is er veel sprake van kansarmoede, analfabetisme en anderstaligheid. Hierdoor is het voor de ouders moeilijk om hun kind ten volle te ondersteunen. Na het bekijken van de Peruviaanse context, de gezinssituaties en een aantal theorieën en praktijken, werd een pilootproject opgezet waarbij een aantal gezinnen huiswerkondersteuning kregen. Dit pilootproject wordt uitvoerig beschreven in de bachelorproef, net zoals een grondige evaluatie.
Meer lezen

Bijzondere brussen, bijzondere aandacht. Een onderzoek naar effectiviteit van psycho-educatie aan broers en zussen bij ADHD, met toevoeging van Teigetje.

Thomas More Hogeschool
2016
Rebecca
De Cuyper
Het doel van dit onderzoek was om het nut van psycho-educatie aan brussen over ADHD na te gaan. In dit onderzoek werd gewerkt met zelf samengesteld educatief materiaal bestaande uit een voorleesboek, een werkboek, praatplaten en een vragenlijst. Resultaten van dit onderzoek toonden aan dat broers en zussen, van kinderen met de diagnose ADHD, meer kennis hebben over ADHD na het krijgen van psycho-educatie.
Meer lezen

Geluk: Een explorerend onderzoek naar methodieken over geluk in de basisschool

VIVES Hogeschool
2016
Lisa
Pareyn
Meer en meer leerlingen uiten signalen dat ze ongelukkig zijn. Dit zette ons ertoe aan om methodieken over geluk te verzamelen. Eén onderzoeksvraag staat centraal: “Welke methodieken kunnen een goede basis vormen, voor het ontwikkelen van lessen rond geluk voor kleuters en lagere schoolkinderen?”. Ons finaal doel is het formuleren van adviezen met betrekking tot de implementatie van methodieken rond geluk.
Meer lezen

Bemiddeling in strafzaken binnen de evolutie van restorative justice: een status quo?

Universiteit Gent
2016
Manon
Demeulenaere
  • Tom
    Vander Beken
Grondige uiteenzetting en kritische bespreking van BIS en situering binnen evolutie herstelrecht binnen een wettelijk kader.
Meer lezen

Vergelijkende studie tussen de WAIS-IV-NL, de NLV en de Raven SPM. Een correlatie-onderzoek bij een niet-klinische populatie.

VIVES Hogeschool
2016
Matthias
Mievis
In de psychiatrie wil men tijdsefficiënt werken waardoor men wil kijken in welke mate men een kortere intelligentietest kan afnemen, en in welke maat een NLV of een Raven SPM een correcte maat van de intelligentie weergeeft. In dit scriptie heeft men een correlatie-onderzoek opgezet waarbij men dit heeft getoetst.
Meer lezen

Aanbod aan methoden en technieken in het CKG

UC Leuven-Limburg
2016
marijke
paulissen
De werkplek van de onderzoekster is CKG Molenhof te Beringen. Het praktijkprobleem dat onderzocht
wordt, situeert zich in de leefgroep wanneer de begeleidingsprocedure is opgestart. Om tot een goede
opstart te komen in die begeleidingsprocedure wordt er een kennismaking gevoerd met het kind. Deze
kennismaking kan op verschillende manieren verlopen. In de hulpverlening wordt er gebruik gemaakt van
de term "methoden en technieken".
De begeleiders van CKG het Molenhof willen graag inzicht verwerven in het aanbod methoden en
technieken om een kennismakingsgesprek met een kind aan te gaan tijdens de begeleidingsprocedure. Om
deze hulpvraag te beantwoorden, neemt de onderzoekster jullie mee in haar zoektocht naar verschillende
methoden en technieken die CKG's in Vlaanderen gebruiken om kinderen te ondersteunen in het eerste
kennismakingsgesprek. Het doel van het onderzoek is het kind meer veiligheid te bieden doordat de
hulpverleners een bredere waaier van methoden en technieken kunnen hanteren.
Meer lezen

Social Girls: Grensoverschrijdend gedrag in een seksuele context op sociale media

UC Leuven-Limburg
2016
Silke
Verhulst
Het is een informatief en preventief spel om pubermeisjes (14-18 jaar) te sensibiliseren rond (seksueel) grensoverschrijdend gedrag op sociale media.
Meer lezen